NL2010866C2

NL2010866C2 - IMPROVED SUSPENSION FOR WHEEL-DRIVEN WHEELCHAIR.

Info

Publication number: NL2010866C2
Application number: NL2010866A
Authority: NL
Inventors: Bernardus Theodorus Adrianus Berlo; Jean Johannes Jozefus Wilhelmus Brouns
Original assignee: You Q B V
Priority date: 2013-05-27
Filing date: 2013-05-27
Publication date: 2014-12-01

Description

Korte aanduiding: Verbeterde ophanging voor midwielaangedreven rolstoel. BeschrijvingShort indication: Improved suspension for mid-wheel drive wheelchair. Description

De uitvinding heeft betrekking op een midwielaangedreven rolstoel, omvattende een gestel en een daarmee verbonden ophangeenheid voor ten minste een aandrijfbaar wielelement, waarbij de ophangeenheid een met het gestel verbonden eerste draagarm voor het aandrijfbare wielelement omvat, welke eerste draagarm met een eerste uiteinde zwenkbaar met het gestel verbonden is, waarbij het aandrijfbare wielelement roteerbaar bevestigbaar is nabij een op afstand van het eerste uiteinde gelegen gedeelte van de eerste draagarm, en waarbij de ophangeenheid voorzien is van een met het gestel verbonden veer- en/of demperelement voor het daarmee veren en/of dempen van een zwenkende beweging van de eerste draagarm, waarbij de ophangeenheid verder een voorste draagarm voor een voorste steunwielelement omvat.The invention relates to a mid-wheel-driven wheelchair, comprising a frame and a suspension unit connected thereto for at least one drivable wheel element, wherein the suspension unit comprises a first bearing arm connected to the frame for the drivable wheel element, which first bearing arm can pivot with a first end frame is connected, wherein the drivable wheel element is rotatably attachable near a portion of the first bearing arm remote from the first end, and wherein the suspension unit is provided with a spring and / or damper element connected to the frame for springing and / or springing therewith. or damping a pivotal movement of the first support arm, the suspension unit further comprising a front support arm for a front support wheel element.

Een dergelijke midwielaangedreven rolstoel is algemeen bekend. De algemeen bekende midwielaangedreven rolstoel omvat een gestel met een aandrijfeenheid. Op het gestel is een stoel voor een gebruiker bevestigd. De gebruiker heeft toegang tot bedieningsmiddelen in de vorm van een beweegbare hendel voor het daarmee verplaatsen van de rolstoel. De algemeen bekende rolstoel is voorzien van in totaal zes wielen: twee voorwielen, twee middelste wielen, en twee achterwielen. De middelste wielen zijn aandrijfbaar door de aandrijfeenheid, die verbonden is met de bedieningsmiddelen. Door het aandrijven van de middelste wielen is de rolstoel verplaatsbaar. De voorste en achterste wielen zijn niet aangedreven, maar dienen ter ondersteuning van de rolstoel, voor het verkrijgen van de benodigde stabiliteit tijdens een rolbeweging. Door de twee middelste wielen onafhankelijk van elkaar aan te drijven, kan een stuurbeweging ingezet worden. Een groot voordeel van de algemeen bekende midwielaangedreven rolstoel is dat deze door de relatief centrale plaatsing van de aangedreven wielen, een relatief compacte draaibeweging kan maken. Daarbij wordt het ene middelste wiel voorwaarts aangedreven, en het andere middelste wiel achteruit aangedreven.Such a mid-wheel-driven wheelchair is generally known. The generally known mid-wheel-driven wheelchair comprises a frame with a drive unit. A chair for a user is attached to the frame. The user has access to operating means in the form of a movable handle for displacing the wheelchair therewith. The well-known wheelchair has a total of six wheels: two front wheels, two middle wheels, and two rear wheels. The middle wheels are drivable by the drive unit, which is connected to the operating means. The wheelchair can be moved by driving the middle wheels. The front and rear wheels are not driven, but serve to support the wheelchair, to obtain the required stability during a rolling movement. A steering movement can be started by driving the two middle wheels independently of each other. A major advantage of the generally known mid-wheel-driven wheelchair is that it can make a relatively compact turning movement due to the relatively central placement of the driven wheels. The one middle wheel is thereby driven forward, and the other middle wheel is driven backwards.

Het is een nadeel van de bekende midwielaangedreven rolstoel, dat de ophangeenheid relatief complex is uitgevoerd. De complexiteit van de ophangeenheid maakt de bekende rolstoel relatief duur. Het is gebleken dat de stabiliteit en het comfort voor de gebruiker voor verbetering vatbaar zijn.A drawback of the known mid-wheel-driven wheelchair is that the suspension unit is of relatively complex design. The complexity of the suspension unit makes the known wheelchair relatively expensive. It has been found that the stability and comfort for the user can be improved.

Het is derhalve een doel van de onderhavige uitvinding, om een verbeterde midwielaangedreven rolstoel te verschaffen, die bij voorkeur voorzien is van een eenvoudig ophangsysteem, en waarbij stabiliteit van de rolstoel bij verschillende ondergronden en in uiteenlopende omstandigheden gegarandeerd zijn, zonder daarbij het comfort van de gebruiker uit het oog te verliezen.It is therefore an object of the present invention to provide an improved mid-wheel-driven wheelchair, which is preferably provided with a simple suspension system, and wherein stability of the wheelchair is guaranteed on different surfaces and in different circumstances, without thereby ensuring the comfort of the wheelchair. user out of sight.

Daartoe verschaft de uitvinding een midwielaangedreven rolstoel volgens conclusie 1. Volgens de uitvinding omvat de ophangeenheid een voorste draagarm voor een voorste steunwielelement. Deze voorste draagarm is met een eerste uiteinde zwenkbaar met de eerste draagarm, die het aandrijfbare, middelste, wielelement omvat, verbonden. Daarbij is een voorste veer- en/of demperelement voorzien dat is ingericht voor het daarmee veren en/of dempen van een zwenkende beweging van de voorste draagarm. Een dergelijke constructie is relatief compact. Door de eerste arm zwenkbaar met de voorste arm te verbinden, kan de voorste draagarm verend zwenken ten opzichte van het gestel en de eerste arm. Het is gebleken dat hiermee de stabiliteit van de rolstoel vergroot wordt, en dat het comfort voor de gebruiker daarbij gewaarborgd is. Hiermee is het doel van de onderhavige uitvinding bereikt.To this end, the invention provides a mid-wheel-driven wheelchair according to claim 1. According to the invention, the suspension unit comprises a front support arm for a front support wheel element. This front carrying arm is pivotally connected with a first end to the first carrying arm, which comprises the drivable, central, wheel element. A front spring and / or damper element is herein provided which is adapted to spring and / or damp a pivoting movement of the front bearing arm therewith. Such a construction is relatively compact. By pivotally connecting the first arm to the front arm, the front support arm can pivot resiliently relative to the frame and the first arm. It has been found that this increases the stability of the wheelchair, and that the comfort for the user is thereby guaranteed. The object of the present invention has thus been achieved.

Voordelige uitvoeringsvormen zijn onderwerp van de afhankelijke conclusies. Enkele daarvan zullen hieronder verder worden toegelicht.Advantageous embodiments are the subject of the dependent claims. Some of these will be further explained below.

In een uitvoering omvat de ophangeenheid een tweede draagarm voor een achterste steunwielelement, waarbij de tweede draagarm met een eerste uiteinde zwenkbaar met de eerste draagarm verbonden is, en waarbij het bij de eerste draagarm behorende veer- en/of demperelement tevens is ingericht voor het daarmee veren en/of dempen van een zwenkende beweging van de tweede draagarm. In een dergelijke uitvoering is de eerste draagarm dus met een eerste uiteinde zwenkbaar aan het gestel verbonden, en met een tweede uiteinde met de tweede draagarm verbonden. Vering voor de eerste draagarm komt daarmee in deze uitvoeringsvorm tot stand door middel van een veer- en/of demperelement dat tevens ook de tweede draagarm veert. Er is dus slechts een veer- en/of demperelement benodigd voor het veren van de eerste en de tweede draagarm. De geveerde tweede draagarm voorziet in aanvullende stabiliteit en comfort voor de gebruiker van de rolstoel.In one embodiment, the suspension unit comprises a second support arm for a rear support wheel element, wherein the second support arm is pivotally connected to the first support arm with a first end, and wherein the spring and / or damper element associated with the first support arm is also adapted for supporting it therewith springs and / or damping of a pivoting movement of the second support arm. In such an embodiment the first carrying arm is thus pivotally connected to the frame with a first end and connected to the second carrying arm with a second end. Suspension for the first support arm is thus achieved in this embodiment by means of a spring and / or damper element which also also springs the second support arm. Thus, only a spring and / or damper element is required for springing the first and the second support arm. The suspended second suspension arm provides additional stability and comfort for the wheelchair user.

De ophangeenheid omvat daardoor dus de eerste draagarm, de tweede draagarm, en de voorste draagarm, die met elkaar verbonden zijn voor het vormen van een compacte ophangeenheid.The suspension unit therefore therefore comprises the first support arm, the second support arm, and the front support arm, which are connected to each other to form a compact suspension unit.

Het voorste veer- en/of demperelement is bij voorkeur met een eerste uiteinde daarvan verbonden met het gestel, en met een daartegenover gelegen uiteinde van het voorste veer- en/of demperelement rechtstreeks met de voorste draagarm verbonden.The front spring and / or damper element is preferably connected to the frame with a first end thereof and directly connected to the front support arm with an opposite end of the front spring and / or damper element.

De voorste draagarm is nabij het met het gestel verbonden eerste uiteinde van de eerste draagarm bevestigd met de eerste draagarm. Een zwenkas van de eerste arm kan daarbij in hoofdzaak samenvallen met een zwenkas van de voorste arm.The front support arm is attached to the first end of the first support arm connected to the frame with the first support arm. A pivot axis of the first arm can thereby substantially coincide with a pivot axis of the front arm.

Het voorste veer- en/of demperelement kan in een uitvoeringsvorm op een gedeelte van de voorste draagarm aangrijpen dat op longitudinale afstand van het eerste uiteinde gelegen is.In one embodiment, the front spring and / or damper element can engage on a portion of the front support arm which is located longitudinally from the first end.

De voorste draagarm is bij voorkeur zwenkbaar rondom een in hoofdzaak verticale as met de eerste draagarm verbonden.The front support arm is preferably pivotally connected to the first support arm about a substantially vertical axis.

De voorste draagarm kan in een uitvoering zwenkbaar met de eerste draagarm verbonden zijn ter plaatse van het scharnierpunt van de eerste draagarm. Door de voorste draagarm en de eerste draagarm zwenkbaar te verbinden in een enkel scharnier komt een eenvoudige en compacte uitvoeringsvorm tot stand. Daarmee vallen de zwenkassen van de voorste draagarm en de eerste draagarm in hoofdzaak samen.In an embodiment, the front support arm can be pivotally connected to the first support arm at the pivot point of the first support arm. A simple and compact embodiment is achieved by pivotally connecting the front support arm and the first support arm in a single hinge. The pivot axes of the front support arm and the first support arm thus substantially coincide.

De rolstoel omvat bij voorkeur een verdere ophangeenheid die overeenkomstig de ophangeenheid zoals hierboven reeds nader is toegelicht is vormgegeven. De twee ophangeenheden zijn dan bij voorkeur identiek, maar dan in spiegelbeeld, uitgevoerd. Bij voorkeur is zwenking van een linker voorste draagarm onafhankelijk van zwenking van een rechter voorste draagarm.The wheelchair preferably comprises a further suspension unit which is designed in accordance with the suspension unit as already explained above. The two suspension units are then preferably identical, but then mirrored. Preferably, pivoting of a left front support arm is independent of pivoting of a right front support arm.

In een uitvoering is een voorste zwenkwielelement roteerbaar bevestigbaar aan de voorste draagarm, om de wendbaarheid van de rolstoel te verbeteren.In one embodiment, a front castor element is rotatably attachable to the front support arm to improve the maneuverability of the wheelchair.

De veer- en/of demperelementen zijn in een verdere uitvoeringsvorm in hoofdzaak vervaardigd uit rubber, bij voorkeur in de vorm van een al dan niet hol uitgevoerd blokelement. De hardheid van het blokelement kan op basis van het gewenste comfort gekozen wordenIn a further embodiment, the spring and / or damper elements are substantially manufactured from rubber, preferably in the form of a block element, whether or not hollow. The hardness of the block element can be selected based on the desired comfort

In een uitvoering is het eerste uiteinde van de tweede draagarm tussen het veer- en/of demperelement en de eerste draagarm geplaatst.In one embodiment, the first end of the second support arm is placed between the spring and / or damper element and the first support arm.

Het veer- en/of demperelement is bij voorkeur met een eerste uiteinde daarvan verbonden met het gestel, waarbij een op afstand van het gestel gelegen uiteinde van het veer- en/of demperelement rechtstreeks met de tweede draagarm verbonden is.The spring and / or damper element is preferably connected to the frame with a first end thereof, with an end of the spring and / or damper element remote from the frame being directly connected to the second support arm.

Het veer- en/of demperelement kan in een uitvoering aangrijpen op een gedeelte van de tweede draagarm dat op longitudinale afstand van het eerste uiteinde gelegen is.In one embodiment, the spring and / or damper element can engage on a part of the second support arm which is located longitudinally away from the first end.

In een uitvoeringsvorm, is een rotatiepunt van het aandrijfbare wielelement gelegen tussen het scharnierpunt van de eerste draagarm en het scharnierpunt van de tweede draagarm.In one embodiment, a point of rotation of the drivable wheel element is located between the pivot point of the first support arm and the pivot point of the second support arm.

Daarbij is het mogelijk dat het scharnierpunt van de tweede draagarm gelegen is tussen het rotatiepunt van het aandrijfbare wielelement en het veer- en/of demperelement.It is possible here for the pivot point of the second bearing arm to be located between the point of rotation of the drivable wheel element and the spring and / or damper element.

De rolstoel omvat in een volledig geassembleerde toestand een met het gestel verbonden zitelement voor een gebruiker. Met het ophangsysteem volgens de uitvinding is het mogelijk om de aangedreven wielen relatief ver naar voren te plaatsen. In een uitvoering is het rotatiepunt van het aandrijfbare wielelement in hoofdzaak op loodrechte afstand van het zitelement, bij voorkeur op loodrechte afstand van het midden van het zitelement, geplaatst. Dit vergroot de wendbaarheid van de rolstoel, maar zorgt er met name voor dat bij draaiingen op de plaats (dus roterende beweging van de rolstoel, zonder translerende beweging) de gebruiker meer comfort heeft, omdat het draaipunt dan in hoofdzaak samenvalt met het massacentrum van de gebruiker.In a fully assembled state, the wheelchair comprises a seating element for a user connected to the frame. With the suspension system according to the invention it is possible to place the driven wheels relatively far forward. In one embodiment, the point of rotation of the drivable wheel element is placed substantially perpendicularly away from the seat element, preferably perpendicularly away from the center of the seat element. This increases the maneuverability of the wheelchair, but in particular ensures that with rotations at the location (i.e. rotating movement of the wheelchair, without translating movement) the user has more comfort, because the pivot point then substantially coincides with the mass center of the wheelchair. user.

Daarbij is in een uitvoeringsvorm de rolstoel symmetrisch uitgevoerd. De ophangeenheid is ingericht voor het dragen van een aandrijfbaar wielelement dat aan één zijde van de rolstoel geplaatst is. De rolstoel omvat een verdere ophangeenheid die is ingericht voor het dragen van een verder wielelement dat aan de tegenovergelegen zijde van de rolstoel geplaatst is. Met de ophangeenheid en de verdere ophangeenheid zijn dus twee aandrijfbare wielen, aan weerszijden van de rolstoel plaatsbaar. De ophangeenheid en de verdere ophangeenheid kunnen identiek (in spiegelbeeld ten opzichte van elkaar) zijn uitgevoerd, maar kunnen ook verschillend zijn uitgevoerd. De verdere ophangeenheid is bij voorkeur uitgevoerd conform een hierboven beschreven uitvoering van de ophangeenheid van de rolstoel volgens de onderhavige uitvinding.In one embodiment the wheelchair is of symmetrical design. The suspension unit is adapted to support a drivable wheel element which is placed on one side of the wheelchair. The wheelchair comprises a further suspension unit which is adapted to carry a further wheel element which is placed on the opposite side of the wheelchair. With the suspension unit and the further suspension unit, therefore, two drivable wheels can be placed on either side of the wheelchair. The suspension unit and the further suspension unit can be of identical design (in mirror image with respect to each other), but can also be of different design. The further suspension unit is preferably designed in accordance with an embodiment of the suspension unit of the wheelchair according to the present invention described above.

De uitvinding zal navolgend nader worden toegelicht aan de hand van enkele in de bijgevoegde figuren getoonde uitvoeringsvoorbeelden, welke de voorkeur genieten. In de figuren tonen:The invention will be explained in more detail below with reference to a few preferred embodiments shown in the attached figures. In the figures:

Fig. 1a - 1c: respectievelijk een bovenaanzicht, zijaanzicht en achteraanzicht van de rolstoel volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding;FIG. 1a - 1c: a top view, side view and rear view of the wheelchair according to an embodiment of the present invention;

Fig. 2: een zijaanzicht van de rolstoel volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding bij het oprijden van een helling;FIG. 2: a side view of the wheelchair according to an embodiment of the present invention when driving up a slope;

Fig. 3: een achteraanzicht van de rolstoel volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding op een schuin aflopende ondergrond;FIG. 3: a rear view of the wheelchair according to an embodiment of the present invention on a sloping surface;

Fig. 4: een zijaanzicht van de rolstoel volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding op een convexe ondergrond;FIG. 4: a side view of the wheelchair according to an embodiment of the present invention on a convex surface;

Fig. 5: een zijaanzicht van de rolstoel volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding op een concave ondergrond;FIG. 5: a side view of the wheelchair according to an embodiment of the present invention on a concave surface;

Fig. 1a tot Fig. 1c tonen respectievelijk een bovenaanzicht (Fig. 1a), een zijaanzicht (Fig. 1b) en een achteraanzicht (Fig. 1c) van een midwielaangedreven rolstoel 100 volgens de onderhavige uitvinding. De rolstoel 100 omvat een gestel 4, waarop een stoel 5 met een zitvlak 56 en met een rugsteun 58 geplaatst is. Aan het gestel 4 zijn een aantal wielen 21, 22, 61, 62, 8, 8’ voorzien. De rolstoel 100 omvat twee door middel van voorste armen 3 met het gestel verbonden voorste wielen 21, 22. Zoals Fig. 1b goed laat zien, is aan het uiteinde van de voorste arm 3 een scharnier 12 voorzien, waarin een wielarm 27 scharnierbaar bevestigd is. Aan de wielarm 27 is een voorste wiel 22 roteerbaar rondom een as 26 bevestigd. Het in Fig. 1a bovenste wiel 21 (rechterwiel van de rolstoel 100) is op soortgelijke wijze met een scharnierbevestiging 11 opgehangen aan de bovenste arm 3. Hierdoor zijn de twee voorste wielen 21, 22 uitgevoerd als zwenkwielen. Tussen de scharnierbevestiging 11 en het zwenkscharnier 46 is een voorste veer-demperelement 32 voorzien, dat met een uiteinde aan de voorste arm 3 bevestigd is, en dat met het andere uiteinde aan het gestel 4 voorzien is. Het veer- en/of demperelement is in een uitvoering in hoofdzaak vervaardigd uit rubber, bij voorkeur in de vorm van een al dan niet hol uitgevoerd blokelement, alhoewel anders uitgevoerde veren en/of demperconstructies ook denkbaar zijn. Bij het omhoog bewegen van de voorste arm 3, wordt het veer-demperelement 32 op druk belast.FIG. 1a to FIG. 1c show a top view (Fig. 1a), a side view (Fig. 1b) and a rear view (Fig. 1c) of a mid-wheel-driven wheelchair 100 according to the present invention, respectively. The wheelchair 100 comprises a frame 4, on which a chair 5 with a seat surface 56 and with a backrest 58 is placed. A number of wheels 21, 22, 61, 62, 8, 8 "are provided on the frame 4. The wheelchair 100 comprises two front wheels 21, 22 connected to the frame by means of front arms 3. 1b, a hinge 12 is provided at the end of the front arm 3, in which a wheel arm 27 is hingedly mounted. A front wheel 22 is rotatably attached to the wheel arm 27 about an axle 26. The embodiment shown in FIG. 1a, the upper wheel 21 (right-hand wheel of the wheelchair 100) is suspended in a similar manner with a hinge mounting 11 on the upper arm 3. As a result, the two front wheels 21, 22 are designed as swivel wheels. A front spring damper element 32 is provided between the hinge mounting 11 and the pivot hinge 46 and is attached to the front arm 3 with one end and to the frame 4 with the other end. In one embodiment, the spring and / or damper element is essentially made of rubber, preferably in the form of a block element, whether or not hollow, although springs and / or damper constructions of different design are also conceivable. When the front arm 3 is raised, the spring-damper element 32 is subjected to pressure.

De in het midden van de rolstoel 100 geplaatste aangedreven wielen 61, 62 zijn elk verbonden met het gestel 4 door middel van een ophangeenheid 115 en een respectievelijke verdere ophangeenheid 116. De ophangeenheid 115 omvat een door middel van een zwenkscharnier 46 zwenkbaar rondom zwenkas Az met het gestel 4 verbonden eerste draagarm 42. Aan het tegenover het zwenkscharnier 46 gelegen uiteinde van de eerste draagarm 42 is, rondom as 66, het aandrijfbare wielelement 62 voorzien. Het wielelement 62 is roteerbaar rondom wielas Aw. Deze wielas Aw is parallel aan de zwenkas Az gelegen. Via een niet getoonde, met het gestel verbonden, aandrijfeenheid, is het wielelement 62 aandrijfbaar. Daarbij is de aandrijfbare as 66, via de eerste draagarm 42 en het zwenkscharnier 46, verbonden met de aandrijfeenheid. Derhalve wordt de eerste draagarm 42 ook wel motorarm genoemd.The driven wheels 61, 62 placed in the center of the wheelchair 100 are each connected to the frame 4 by means of a suspension unit 115 and a respective further suspension unit 116. The suspension unit 115 comprises a pivotal axis Az pivotable by means of a pivot hinge 46 first bearing arm 42 connected to the frame 4. At the end of the first bearing arm 42 opposite the pivot hinge 46, the drivable wheel element 62 is provided around axis 66. The wheel element 62 is rotatable about wheel axis Aw. This wheel axle Aw is located parallel to the pivot axis Az. The wheel element 62 is drivable via a drive unit (not shown) connected to the frame. The drivable shaft 66 is then connected to the drive unit via the first support arm 42 and the pivot hinge 46. Therefore, the first carrying arm 42 is also referred to as motor arm.

Zoals blijkt uit Fig. 1a en 1c, zijn aan weerszijden van de rolstoel ophangeenheden 115, 116 voorzien, die beiden gelijksoortig zijn uitgevoerd, met een eerste arm 41, 42 die middels een scharnier 45, 46 zwenkbaar met het gestel 4 verbonden zijn. Op afstand van het scharnier 45, 46 is het aandrijfbare wielelement 61, 62 verbonden. Op elk scharnier 45, 46 is een voorste arm 3 zwenkbaar verbonden. De voorste armen 3 zijn derhalve telkens scharnierbaar met de eerste armen 41, 42 verbonden. Op een afstand van het zwenkscharnier 45, 46 is een voorste wieleenheid 21, 22 voorzien. Tussen de wieleenheid 21, 22 en het zwenkscharnier 45, 46 van de voorste arm 3 is een veer-demperelement 32 voorzien. Te zien is met name in Fig. 1a, dat aan een zijde van de rolstoel een eerste voorste arm 3 van de eerste ophangeenheid 115 zoals aan de andere zijde van de rolstoel een verdere voorste arm 3 van de tweede ophangeenheid 116 is voorzien.As appears from FIG. 1a and 1c, suspension units 115, 116 are provided on either side of the wheelchair, both of which are of similar design, with a first arm 41, 42 which are pivotally connected to the frame 4 by means of a hinge 45, 46. The drivable wheel element 61, 62 is connected at a distance from the hinge 45, 46. A front arm 3 is pivotally connected to each hinge 45, 46. The front arms 3 are therefore in each case hingedly connected to the first arms 41, 42. A front wheel unit 21, 22 is provided at a distance from the pivot hinge 45, 46. A spring damper element 32 is provided between the wheel unit 21, 22 and the pivot hinge 45, 46 of the front arm 3. It can be seen in particular in FIG. 1a, that a first front arm 3 of the first suspension unit 115 is provided on one side of the wheelchair, and a further front arm 3 of the second suspension unit 116 is provided on the other side of the wheelchair.

Uit Fig. 1b blijkt dat -gezien vanaf de voorzijde van de rolstoel- de ophangeenheid achtereenvolgens de volgende onderdelen omvat: een voorste draagarm 3 waaraan een voorste wielelement 21, 22 bevestigd is, een eerste draagarm 42 met het aandrijfbaar wiel, en de tweede draagarm 7. Daarbij is te zien dat een eerste uiteinde van de voorste draagarm 3 op het scharnierpunt 46 van de eerste draagarm 42 is geplaatst. Het tweede uiteinde 11, 12 van de voorste draagarm 3 is verbonden met het voorste wielelement 21, 22. Het voorste veer- en/of demperelement 32 is verbonden met de voorste draagarm 3 en het gestel. Het voorste veer- en/of demperelement 32 grijpt aan op een gedeelte van de voorste draagarm dat zich tussen het scharnierpunt 46 en het tweede uiteinde 11,12 van de voorste draagarm 3 bevindt.FIG. 1b it appears that, viewed from the front of the wheelchair, the suspension unit comprises the following components in succession: a front support arm 3 to which a front wheel element 21, 22 is attached, a first support arm 42 with the drivable wheel, and the second support arm 7. It can be seen that a first end of the front support arm 3 is placed on the pivot point 46 of the first support arm 42. The second end 11, 12 of the front support arm 3 is connected to the front wheel element 21, 22. The front spring and / or damper element 32 is connected to the front support arm 3 and the frame. The front spring and / or damper element 32 engages a portion of the front support arm that is located between the pivot point 46 and the second end 11,12 of the front support arm 3.

Uit Fig. 1b blijkt verder dat het rotatiepunt 66 van het aandrijfbare wielelement 62 in hoofdzaak op loodrechte afstand van het zitelement 56, tussen het midden van het zitelement en de rugsteun 58 geplaatst is. Dit wielelement 62 is dus onder het zitelement 56 geplaatst. Dit verbetert het comfort van de gebruiker, met name tijdens roteren op de plek zelf.FIG. 1b it further appears that the point of rotation 66 of the drivable wheel element 62 is placed substantially perpendicularly away from the seat element 56, between the center of the seat element and the backrest 58. This wheel element 62 is therefore placed under the seat element 56. This improves the comfort of the user, especially during rotation on the spot itself.

In een uitvoering is de eerste draagarm 42, aan het tegenover het zwenkscharnier 46 gelegen uiteinde van de eerste draagarm 42, door middel van een zwenkscharnier 52 op zwenkbare wijze verbonden met de tweede draagarm 7. De tweede draagarm 7 is daarbij zwenkbaar rondom een zwenkas (niet getoond) die parallel aan de zwenkas Az gelegen is. Het zwenkscharnier 52 is, relatief ten opzichte van de as 66, op een verdere afstand van het zwenkscharnier 46 gelegen. Aan een achterzijde van de tweede draagarm 7, op afstand van het zwenkscharnier 52, is een achterste wieleenheid 8 voorzien, met een achterste wielelement 8. De achterste wieleenheid 8 omvat een via een zwenkscharnier 9 zwenkbaar aan de tweede arm 7 bevestigde wielarm 87, waaraan het wielelement 8 bevestigbaar is. Tussen de wieleenheid en het zwenkscharnier 52 is een veer-demperelement voorzien, dat met een uiteinde aan de tweede arm bevestigd is, en dat met het andere uiteinde aan het gestel 4 voorzien is. Bij het omhoog bewegen van de tweede arm 7, wordt het veer-demperelement 71 op druk belast.In one embodiment, the first supporting arm 42, at the end of the first supporting arm 42 opposite the pivot hinge 46, is pivotally connected to the second supporting arm 7 by means of a pivoting hinge 52. The second supporting arm 7 is thereby pivotable around a pivot axis ( not shown) which is located parallel to the pivot axis Az. The pivotal hinge 52 is situated at a further distance from the pivotal hinge 46 relative to the axis 66. At a rear side of the second support arm 7, at a distance from the pivot hinge 52, a rear wheel unit 8 is provided, with a rear wheel element 8. The rear wheel unit 8 comprises a wheel arm 87 which is pivotally attached to the second arm 7 via a pivot joint 9, to which the wheel element 8 is attachable. A spring-damper element is provided between the wheel unit and the pivot hinge 52, which spring element is attached to the second arm with one end and to the frame 4 with the other end. When the second arm 7 is raised, the spring-damper element 71 is subjected to pressure.

De werking van de hierboven beschreven rolstoel zal navolgend nader toegelicht worden aan de hand van enkele voorbeeldsituaties.The operation of the wheelchair described above will be explained in more detail below with reference to a number of exemplary situations.

Fig. 2 toont de rolstoel die vanaf een vlakke ondergrond B naar links toe een helling B oprijdt. De voorste draagarm 3 heeft ten opzichte van de eerste draagarm 42 een zwenking rondom zwenkscharnier 46 ondergaan, zodanig dat alle wielen 22, 66, 8 in contact staan met de bodem. Daarbij zorgt de veer 32 voor een voldoende tegendruk, zodat het voorwiel 22 ook daadwerkelijk op de bodem geduwd wordt. De zwenking van de voorste arm ten opzichte van het gestel verbetert tevens het comfort voor de gebruiker.FIG. 2 shows the wheelchair that drives up a slope B from a flat surface B to the left. The front support arm 3 has undergone a pivoting movement around pivot hinge 46 relative to the first support arm 42, such that all wheels 22, 66, 8 are in contact with the ground. The spring 32 thereby ensures a sufficient back pressure, so that the front wheel 22 is actually pushed onto the bottom. The pivoting of the front arm relative to the frame also improves the comfort for the user.

De rolstoel 100 volgens de onderhavige uitvinding kan ook goed op oneffen terrein, zoals getoond in Fig. 3, rijden. Hier is te zien dat de rolstoel 100 deels over een vlakke bodem D rijdt, en deels op een schuine helling C. De rolstoel 100 rijdt parallel aan de hoogtelijnen van de helling. Door de ophangeenheden 115, 116 volgens de onderhavige uitvinding, blijven alle wielen 22, 62, 8, 21, 61 in contact met de bodem C,D. De stoel 5, blijft in hoofdzaak in het horizontale vlak, dat wil zeggen dat de gebruiker nauwelijks merkt dat er schuin op een helling gereden wordt. De stoel 5 richt zich als het ware uit, en zal horizontaal blijven, waardoor er ook een kleinere kans is dat de rolstoel omkiept. De rolstoel 100 volgens de uitvinding is door de toepassing van de ophangeenheid bijzonder stabiel.The wheelchair 100 according to the present invention is also good on uneven terrain, as shown in Figs. 3, driving. It can be seen here that the wheelchair 100 runs partly over a flat bottom D and partly on an inclined slope C. The wheelchair 100 runs parallel to the height lines of the slope. Due to the suspension units 115, 116 according to the present invention, all wheels 22, 62, 8, 21, 61 remain in contact with the bottom C, D. The seat 5 remains substantially in the horizontal plane, that is to say that the user hardly notices that a slope is being taken. The chair 5, as it were, aligns itself and will remain horizontal, so that there is also a smaller chance of the wheelchair tipping over. The wheelchair 100 according to the invention is particularly stable due to the use of the suspension unit.

Fig. 4 toont ter illustratie wat er gebeurt op een bolle, of convexe helling E. De voorste draagarm 3 is daarbij omlaag bewogen. Het voorste veer-demperelement 32 geeft voldoende kracht om de voorste wielen 21, 22 op de weg te houden. De eerste draagarm 42 heeft in de tegengestelde richting een zwenking ondergaan. De wielen 8, 61, 62 houden contact met het wegoppervlak.FIG. 4 shows by way of illustration what happens on a convex or convex slope E. The front support arm 3 has thereby been lowered. The front spring damper element 32 provides sufficient force to keep the front wheels 21, 22 on the road. The first support arm 42 has been pivoted in the opposite direction. The wheels 8, 61, 62 maintain contact with the road surface.

Fig. 5 toont wat er gebeurt op een hol, of concaaf bodemoppervlak F. De wielen 22, 66, 8 zullen de contour van de helling volgen. Ook hier is het tegengesteld zwenken herkenbaar.FIG. 5 shows what happens on a concave or concave bottom surface F. The wheels 22, 66, 8 will follow the contour of the slope. Here too the opposite swiveling is recognizable.

Het moge duidelijk zijn voor de vakman dat de uitvinding hierboven omschreven is aan de hand van enkele mogelijke uitvoeringsvormen, welke de voorkeur genieten. De uitvinding is echter niet beperkt tot deze uitvoeringsvormen. Binnen het kader van de uitvinding zijn vele modificaties denkbaar. De gevraagde bescherming wordt bepaald door de aangehechte conclusies.It will be clear to a person skilled in the art that the invention has been described above on the basis of a number of possible preferred embodiments. However, the invention is not limited to these embodiments. Many modifications are conceivable within the scope of the invention. The requested protection is determined by the appended claims.

Claims

A mid-wheel-driven wheelchair, comprising a frame and a suspension unit connected thereto for at least one drivable wheel element, the suspension unit comprising a first bearing arm connected to the frame for the drivable wheel element, which first bearing arm is pivotally connected to the frame with a first end, wherein the drivable wheel element is rotatably attachable near a portion of the first bearing arm remote from the first end, and wherein the suspension unit is provided with a spring and / or damper element connected to the frame for springing and / or damping of a pivotal movement of the first support arm, the suspension unit further comprising a front support arm for a front support wheel element, characterized in that the front support arm is pivotally connected to the first support arm with a first end, and that the suspension unit is provided with a frame connected front spring and / or damper element for the far and and / or damping a pivotal movement of the front support arm.

Midwheel-driven wheelchair according to claim 1, wherein the suspension unit comprises a second support arm for a rear support wheel element, wherein the second support arm is pivotally connected to the first support arm with a first end, and wherein the spring and / or damper element is also adapted to thus springs and / or damps a pivotal movement of the second support arm.

Midwheel-driven wheelchair according to claim 1 or 2, wherein the front support arm is attached with the first support arm near the first end of said first support arm connected to the frame.

Midwheel-driven wheelchair according to claim 3, wherein a pivot axis of the first arm substantially coincides with a pivot axis of the front support arm.

Midwheel-driven wheelchair according to one of the preceding claims, wherein the front spring and / or damper element is placed at a distance from a first end of the front support arm.

Midwheel-driven wheelchair according to one of the preceding claims, wherein the front spring and / or damper element is connected with a first end thereof to the frame, and wherein an opposite end of the front spring and / or damper element is directly connected to the front carrying arm is connected.

Midwheel-driven wheelchair according to one of the preceding claims, wherein the front support arm is pivotally connected to the first support arm about a substantially vertical axis.

Midwheel-driven wheelchair according to one of the preceding claims, wherein the wheelchair comprises a further suspension unit which is designed in accordance with the suspension unit as defined in one of the preceding claims.

Midwheel-driven wheelchair according to one of the preceding claims, wherein at least one front castor element is rotatably attachable to the front support arm.

Midwheel-driven wheelchair according to one of the preceding claims, wherein at least one spring and / or damper element is substantially made of rubber, preferably in the form of a block element, whether hollow or not.

Midwheel-driven wheelchair according to claim 2 or a claim dependent thereon, wherein the first end of the second support arm is placed between the spring and / or damper element and the first support arm.

A mid-wheel-driven wheelchair according to claim 11, wherein the spring and / or damper element is connected with a first end thereof to the frame, and wherein an end of the spring and / or damper element remote from the frame is directly connected to the second support arm. connected.

A mid-wheel-driven wheelchair according to claim 2 or a claim dependent thereon, wherein the spring and / or damper element engages a portion of the second support arm which is located longitudinally away from the first end.

A mid-wheel-driven wheelchair according to claim 2 or a claim dependent thereon, wherein a point of rotation of the drivable wheel element is located between the pivot point of the first support arm and the pivot point of the second support arm.

Midwheel-driven wheelchair according to claim 14, wherein the pivot point of the second support arm is located between the point of rotation of the drivable wheel element and the spring and / or damper element.

Midwheel-driven wheelchair according to one of the preceding claims, wherein the wheelchair comprises a seating element for a user connected to the frame, wherein the point of rotation of the drivable wheel element is substantially perpendicular to the seat element, preferably between the center of the seat element and the back support.

17. Mid-wheel-driven wheelchair according to claim 2 or a claim dependent thereon, wherein the second support arm is also pivotally suspended around its longitudinal axis.