NL2010436C2 - Bewegingsinrichting en werkwijze voor het bewegen van knolvormige vruchten. - Google Patents

Bewegingsinrichting en werkwijze voor het bewegen van knolvormige vruchten. Download PDF

Info

Publication number
NL2010436C2
NL2010436C2 NL2010436A NL2010436A NL2010436C2 NL 2010436 C2 NL2010436 C2 NL 2010436C2 NL 2010436 A NL2010436 A NL 2010436A NL 2010436 A NL2010436 A NL 2010436A NL 2010436 C2 NL2010436 C2 NL 2010436C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
fruit
conveyor belt
roller
outer circumference
trough
Prior art date
Application number
NL2010436A
Other languages
English (en)
Inventor
Arend Pieter Oldenhuis
Original Assignee
Oldenhuis Exp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Oldenhuis Exp filed Critical Oldenhuis Exp
Priority to NL2010436A priority Critical patent/NL2010436C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2010436C2 publication Critical patent/NL2010436C2/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01NINVESTIGATING OR ANALYSING MATERIALS BY DETERMINING THEIR CHEMICAL OR PHYSICAL PROPERTIES
    • G01N21/00Investigating or analysing materials by the use of optical means, i.e. using sub-millimetre waves, infrared, visible or ultraviolet light
    • G01N21/84Systems specially adapted for particular applications
    • G01N21/85Investigating moving fluids or granular solids
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23BPRESERVING, e.g. BY CANNING, MEAT, FISH, EGGS, FRUIT, VEGETABLES, EDIBLE SEEDS; CHEMICAL RIPENING OF FRUIT OR VEGETABLES; THE PRESERVED, RIPENED, OR CANNED PRODUCTS
    • A23B7/00Preservation or chemical ripening of fruit or vegetables
    • A23B7/14Preserving or ripening with chemicals not covered by groups A23B7/08 or A23B7/10
    • A23B7/153Preserving or ripening with chemicals not covered by groups A23B7/08 or A23B7/10 in the form of liquids or solids
    • A23B7/158Apparatus for preserving using liquids
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G21/00Supporting or protective framework or housings for endless load-carriers or traction elements of belt or chain conveyors
    • B65G21/20Means incorporated in, or attached to, framework or housings for guiding load-carriers, traction elements or loads supported on moving surfaces
    • B65G21/2045Mechanical means for guiding or retaining the load on the load-carrying surface
    • B65G21/2063Mechanical means for guiding or retaining the load on the load-carrying surface comprising elements not movable in the direction of load-transport
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G2201/00Indexing codes relating to handling devices, e.g. conveyors, characterised by the type of product or load being conveyed or handled
    • B65G2201/02Articles
    • B65G2201/0202Agricultural and processed food products
    • B65G2201/0211Fruits and vegetables
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01NINVESTIGATING OR ANALYSING MATERIALS BY DETERMINING THEIR CHEMICAL OR PHYSICAL PROPERTIES
    • G01N21/00Investigating or analysing materials by the use of optical means, i.e. using sub-millimetre waves, infrared, visible or ultraviolet light
    • G01N21/84Systems specially adapted for particular applications
    • G01N2021/8466Investigation of vegetal material, e.g. leaves, plants, fruits

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Analytical Chemistry (AREA)
  • Biochemistry (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Immunology (AREA)
  • Pathology (AREA)
  • Apparatuses For Bulk Treatment Of Fruits And Vegetables And Apparatuses For Preparing Feeds (AREA)
  • Sorting Of Articles (AREA)

Description

Titel: Bewegingsinrichting en werkwijze voor het bewegen van knolvormige vruchten.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting en op een werkwijze voor het bewegen van knolvormige vruchten.
In het huidige document wordt onder de term “knolvormige vrucht” bijvoorbeeld (doch niet uitsluitend) een knol verstaan. Dit kan bijvoorbeeld een aardappelknol zijn, hierna ook wel kortweg “aardappel” genoemd. Maar ook worden onder genoemde term producten verstaan die zo gevormd zijn als een knol, zoals bijvoorbeeld een ui, biet, appel, citrusvrucht, bol (bijvoorbeeld bloembol, knoflookbol, etc.) en talrijke andere producten met een enigszins ronde vorm. Kortheidshalve wordt hierna merendeels gesproken over “vrucht” en/of meer specifiek over “aardappel” als voorbeeld van een knolvormige vrucht toe gepast bij de uitvinding.
Meer in het bijzonder heeft het genoemde bewegen van een vrucht in het kader van de uitvinding tot doel om het buitenoppervlak van de vrucht toegankelijk te maken ten behoeve van inspectie en/of behandeling van dat buitenoppervlak.
Genoemde inspectie kan bijvoorbeeld gericht zijn op het detecteren van een ziekte en/of plaag en/of beschadiging en/of andere afwijking van de vrucht. Bij een aardappel kan het bijvoorbeeld gaan om talrijke schimmels en/of bacteriën en/of insecten en/of nematoden en/of virussen en/of viroïden. Dergelijke ziekten en plagen zijn vaak waarneembaar aan het buitenoppervlak van de aardappel, bijvoorbeeld door locale kleurafwijkingen. Bijvoorbeeld bij pootaardappelen, dat wil zeggen aardappelen die bestemd zijn om te worden uitgepoot, is het uitermate belangrijk dat door ziekten en/of plagen aangetaste exemplaren zo veel mogelijk gedetecteerd en verwijderd zijn, alvorens de pootaardappelen worden uitgepoot. In de hedendaagse praktijk worden deze detectie en verwijdering veelal nog steeds uitgevoerd “met ogen en handen” van mensen. De ogen worden gebruikt voor het inspecteren van de buitenoppervlakken van de aardappelen, en de handen voor het verwijderen van aangetaste exemplaren, alsmede voor het zo nu en dan verdraaien van aardappelen om de aardappelen van meerdere kanten te kunnen bekijken, dat wil zeggen toegankelijk te maken voor inspectie. Deze “met ogen en handen" werkwijze heeft vanzelfsprekend als nadeel dat deze uiterst arbeidsintensief is. Tevens laat de betrouwbaarheid van die werkwijze te wensen over, hetgeen leidt tot een relatief groot foutpercentage van de pootaardappelen, met nadelige consequenties voor de oogst.
Genoemde behandeling kan bijvoorbeeld gericht zijn op het aanbrengen van behandelstoffen op het buitenoppervlak van de vrucht, bijvoorbeeld beschermingsmiddelen tegen ziekten en/of plagen. Hierbij is het van belang dat de beschermingsmiddelen zo gelijkmatig mogelijk verdeeld worden over het gehele buitenoppervlak van de vrucht, en wel in een zo dun mogelijke laag om het gewenste effect te verkrijgen. Dit om zowel economische als ecologische nadelen te beperken. In de praktijk worden beschermingsmiddelen op aardappelen bijvoorbeeld als volgt aangebracht. De beschermingsmiddelen worden van bovenaf op de aardappelen aangebracht, terwijl de aardappelen van een hellende baan af naar beneden rollen. In de tijdsduur van het naar beneden rollen van een aardappel blijkt dat sommige gebieden van de buitenoppervlakken van de aardappel relatief kortdurend of zelfs helemaal niet toegankelijk zijn voor de van bovenaf op de aardappel aangebrachte beschermingsmiddelen, terwijl andere gebieden van de buitenoppervlakken van de aardappel relatief lang toegankelijk zijn voor de van bovenaf op de aardappel aangebrachte beschermingsmiddelen. Dit komt een gelijkmatige dunne verdeling van de beschermingsmiddelen over het gehele buitenoppervlak van de aardappel natuurlijk niet ten goede.
Het is een doel van de uitvinding om een efficiënte en betrouwbare oplossing te verschaffen voor het alzijdig toegankelijk maken van het buitenoppervlak van een knolvormige vrucht ten behoeve van inspectie en/of behandeling van dat buitenoppervlak.
Voor dat doel verschaft de uitvinding een bewegingsinrichting voor het met continu veranderende oriëntatie bewegen van knolvormige vruchten, zoals aardappelen, omvattende: - een rol met een hartlijn en een rolbuitenomtrek; - eerste aandrijfmiddelen voor het roteren van de rol om de hartlijn; - een eindloze transportband met draaiassen en een transportbandbuitenomtrek, welke draaiassen loodrecht staan op de hartlijn van de rol, waarbij de transportband een transportrichting heeft waarin een aan de bovenzijde van de transportband door de transportband gedragen dergelijke vrucht door de transportband getransporteerd wordt, en waarbij genoemde transportrichting parallel is aan de hartlijn van de rol; en - tweede aandrijfmiddelen voor het roteren van de transportband om de draaiassen van de transportband; waarbij de rolbuitenomtrek en de transportbandbuitenomtrek respectievelijk tegenover elkaar liggende gootwanden vormen van een transportgoot, die een gootlangsrichting heeft die parallel is aan de hartlijn van de rol, en die is ingericht om in gelijktijdig bedrijf van de eerste aandrijfmiddelen en de tweede aandrijfmiddelen de vrucht in de transportrichting door de transportgoot te transporteren, tijdens welk transporteren de vrucht in een eerste draaizin in de transportgoot rolt als gevolg van het onder zijn zwaartekracht aandrukken tegen de roterende rolbuitenomtrek, en gelijktijdig in een tweede draaizin in de transportgoot rolt als gevolg van het onder zijn zwaartekracht aandrukken tegen de roterende transportbandbuitenomtrek.
De uitvinding wordt tevens belichaamd in een werkwijze voor het met continu veranderende oriëntatie bewegen van knolvormige vruchten, zoals aardappelen, omvattende: het in een transportrichting door een transportgoot transporteren van de vruchten, welke transportgoot tegenover elkaar liggende gootwanden heeft die respectievelijk gevormd worden door een rolbuitenomtrek van een rol en een transportbandbuitenomtrek van een eindloze transportband, waarbij de transportgoot een gootlangsrichting heeft die parallel is aan de hartlijn van de rol, en waarbij de transportband draaiassen heeft die loodrecht staan op de hartlijn van de rol, en waarbij genoemde transportrichting parallel is aan de hartlijn van de rol, en waarbij, tijdens genoemd transporteren van de vruchten, de rol om zijn hartlijn geroteerd wordt en gelijktijdig de transportband om zijn draaiassen geroteerd wordt, zodat een dergelijke vrucht in een eerste draaizin in de transportgoot rolt als gevolg van het onder zijn zwaartekracht aandrukken tegen de roterende rolbuitenomtrek, en gelijktijdig in een tweede draaizin in de transportgoot rolt als gevolg van het onder zijn zwaartekracht aandrukken tegen de roterende transportbandbuitenomtrek.
Volgens de uitvinding roteert de rol derhalve om zijn hartlijn. De resulterende eerste rolbewegingscomponent van de vrucht in genoemde eerste draaizin vindt derhalve plaats rondom een eerste draailijn die, gemiddeld en in hoofdzaak, parallel is aan de hartlijn van de rol. Voorts roteert, volgens de uitvinding, de transportband om zijn draaiassen. De resulterende tweede rolbewegingscomponent van de vrucht in genoemde tweede draaizin vindt derhalve plaats rondom een tweede draailijn die, gemiddeld en in hoofdzaak, parallel is aan de draaiassen van de transportband. Aangezien de hartlijn van de rol loodrecht staat op de draaiassen van de transportband, staan genoemde eerste en tweede draailijnen van de vrucht, gemiddeld en in hoofdzaak, eveneens loodrecht op elkaar. Met andere woorden, de twee rolbewegingscomponenten zijn, gemiddeld en in hoofdzaak, onderling orthogonaal. Door het gelijktijdige optreden van de twee rolbewegingen in combinatie met het genoemde orthogonale karakter daarvan wordt reeds in een zeer korte tijdspanne tijdens het uitvoeren van zijn samengestelde rolbeweging ieder deel van het buitenoppervlak van de vrucht toegankelijk ten behoeve van inspectie en/of behandeling van dat buitenoppervlak.
Op gemerkt wordt voorts dat de orthogonaliteit tussen de draaiingen van de rol en van de transportband in combinatie met het feit dat de rolbuitenomtrek en de transportbandbuitenomtrek aangrijpen op verschillende, relatief ver van elkaar afgelegen delen van het buitenoppervlak van de vrucht, maakt dat een uiterst effectieve grip op de vrucht wordt verkregen voor het induceren van de samengestelde rolbeweging van de vrucht, zonder dat daartoe locaal grote drukken op de vrucht hoeven te worden uitgeoefend. Hierdoor geniet de vrucht een zachte behandeling, die vergelijkbaar is met de zachte behandeling in de twee handpalmen van een mens. Dat is een zeer belangrijk voordeel, want daarmee wordt kwetsen en blutsen van de vrucht, alsmede alle doorgaans grote gevolgschade daarvan, tegengegaan.
Het is werkelijk verrassend en onverwacht dat dankzij de door de rol en de transportband gevormde transportgoot, bij vruchten met de meest uiteenlopende vormvariates steeds zo snel een dergelijke alzijdige toegankelijkheid verkregen wordt. Aardappelen bijvoorbeeld hebben sterk willekeurige vormen die verre zijn van zuiver bolvormig. Aardappelen zijn namelijk vaak (gekromd) langwerpig en/of hebben grillige bulten, uithollingen, etc. Desondanks blijkt dat met al dergelijke aardappelen steeds verbluffende resultaten verkregen worden.
Derhalve kan volgens de uitvinding steeds efficiënt en betrouwbaar een compleet beeld van een (poot)aardappel of andere vrucht verkregen worden, zodat geen enkel waarneembaar aanwezig ziektebeeld over het hoofd hoeft te worden gezien. Bovendien kan volgens de uitvinding steeds het volledige vruchtbuitenoppervlak met een uniforme, dunne laag van een beschermingsmiddel worden behandeld.
Voordelig is voorts dat de door de rol en de transportband gevormde transport goot relatief eenvoudig is, hetgeen de inrichting volgens de uitvinding voordelig maakt, niet alleen voor wat betreft de kostprijs, maar ook voor wat betreft de kosten van onderhoud en reparatie.
In voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding heeft de rolbuitenomtrek een geprofileerd oppervlak en/of heeft de transportbandbuitenomtrek een geprofileerd oppervlak. Dit bevordert de grip op de vrucht nog verder, waardoor de vrucht goed meerolt.
In verdere voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding is de rolbuitenomtrek elastisch beweegbaar en/of is de transportbandbuitenomtrek elastisch beweegbaar, waarbij de betreffende elastische beweging optreedt onder invloed van een in de transportgoot rollende vrucht. Dit bevordert de zachte behandeling van de vrucht nog verder, waardoor kwetsen en blutsen van de vrucht verder wordt tegengegaan. De elastisch beweegbare rolbuitenomtrek c.q. de elastisch beweegbare transportbandbuitenomtrek kan bijvoorbeeld gerealiseerd zijn doordat de betreffende buitenomtrek deel uitmaakt van een elastische (bijvoorbeeld rubberen) bedekking, bijvoorbeeld een (rubberen) mat. Een dergelijke bedekking kan optioneel voorzien zijn van een geprofileerd oppervlak, als bovengenoemd, waarbij de profielvormende delen van een dergelijke geprofileerd oppervlak bijvoorbeeld eveneens van elastisch materiaal gemaakt kunnen zijn. Bijvoorbeeld kan een dergelijk geprofileerd oppervlak integraal met de elastische (bijvoorbeeld rubberen) bedekking vervaardigd zijn.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding wordt de eindloze transportband tenminste deels gevormd door meerdere, onderling parallele eindloze snaren. Dergelijke snaren vertonen in het algemeen een elastisch gedrag onder invloed van een daar overheen rollende vrucht. Hierdoor vormt de transportband zich automatisch, op dynamische wijze, en in hoge mate naar de specifieke vorm van de daar overheen rollende vrucht. Dit bevordert de grip op de vrucht nog verder, waardoor de vrucht goed meerolt. Tegelijkertijd bevordert dit de zachte behandeling van de vrucht nog verder, waardoor kwetsen en blutsen van de vrucht verder wordt tegengegaan.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding omvat de bewegingsinrichting voorts automatische detectiemiddelen die zijn in ge richt om een vrucht, terwijl deze in de transportgoot met genoemde continu veranderende oriëntatie getransporteerd wordt, alzijdig te inspecteren op eigenschappen van de vrucht, zoals bijvoorbeeld ziektebeelden van de vrucht. Diverse soorten dergelijke detectiemiddelen kunnen worden toegepast. Bijvoorbeeld kunnen detectiemiddelen worden toe gepast die licht uitstralen naar de vrucht en die het door de vrucht weerkaatste licht met behulp van sonsoren opvangen. Vervolgens kan het door de sensoren opgevangen licht automatisch worden geanalyseerd, bijvoorbeeld met behulp van een computer, voor het opsporen van locale afwijkingen in de kleuren van een vrucht voor het automatisch identificeren van bepaalde ziektebeelden van de vrucht. Maar ook kunnen bijvoorbeeld automatische detectiemiddelen worden toegepast die digitale beelden van de vrucht maken en die op basis van de digitale beelden automatisch bepaalde ziektebeelden van de vrucht identificeren.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding omvat de bewegingsinrichting voorts automatische sorteermiddelen die zijn ingericht om aan de bewegingsinrichting toegevoerde vruchten te sorteren op basis van door de automatische detectiemiddelen verkregen inspectieresultaten. Diverse soorten dergelijke sorteermiddelen kunnen worden toegepast. Bijvoorbeeld kunnen sorteermiddelen worden toe gepast die een door de automatische detectiemiddelen afgekeurde vrucht verwijderen door middel van wegblazen van de vrucht, of door middel van mechanische verwijderingsmiddelen.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding omvat de bewegingsinrichting voorts automatische aanbrengmiddelen die zijn ingericht om alzijdig op een vrucht, terwijl deze in de transportgoot met genoemde continu veranderende oriëntatie getransporteerd wordt, behandelstoffen aan te brengen, zoals bijvoorbeeld beschermingsstoffen. Diverse soorten dergelijke aanbrengmiddelen kunnen worden toegepast. Bijvoorbeeld kunnen aanbrengmiddelen worden toegepast die de behandelstoffen aanbrengen door middel van verneveling.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding is de rotatierichting van het roteren van de rol zodanig dat de gootwand die door de rolbuitenomtrek gevormd wordt een naar boven gerichte bewegingscomponent heeft. Hierdoor wordt de vrucht door de aangrijping van de draaiende rol continu enigszins omhoog getild ten opzichte van de transportband. Dit bevordert de zachte behandeling van de vrucht nog verder.
In het volgende wordt de uitvinding nader toegelicht met verwijzing naar de schematische figuren in de bijgevoegde tekening.
Fig. 1 toont in perspectief een voorbeeld van een uitvoeringsvorm van een bewegingsinrichting volgens de uitvinding.
Fig. 2 toont de bewegingsinrichting van Fig. 1 in een doorsnede dwars op de gootlangsrichting van de transportgoot van de bewegingsinrichting.
Fig. 3 toont de bewegingsinrichting van Fig. 1 in een aanzicht volgens de in Fig. 2 met III aangeduide pijl.
Fig. 4 toont een doorsnede van de eindloze transportband van een soortgelijke bewegingsinrichting als die van Fig, 1, welke doorsnede genomen is ter plaatse van een middenlangsdoorsnede door een draaias van de transportband, en waarbij de transportband gevormd wordt door meerdere, onderling parallele eindloze snaren.
Fig. 5 toont, in een soortgelijke doorsnede als Fig. 2, een deel van de bewegingsinrichting van Fig. 4 in meer detail.
Figuren 6A en 6B tonen in perspectief twee respectieve voorbeelden van uitvoeringsvormen van profileringen, welke kunnen worden toegepast bij de snaren van Figuren 4 en 5.
Verwezen wordt nu eerst naar het voorbeeld van de Figuren 1 t/m 3. Daarin is getoond de bewegingsinrichting 1 volgens de uitvinding.
De inrichting 1 omvat een rol 3 met een hartlijn 4 en een rolbuitenomtrek 5. In het getoonde voorbeeld is de hartlijn 4 parallel aan de horizontale ondergrond 30 (zie Figuren 2 en 3) waarop de inrichting 1 is opgesteld. In plaats daarvan kan de hartlijn 4 echter ook een (lichte) hellingshoek ten opzichte van de horizontale ondergrond 30 hebben. De rol 3 is voorzien van eerste aandrijfmiddelen 11, bijvoorbeeld een electromotor, voor het roteren van de rol om zijn hartlijn 4. In het getoonde voorbeeld wordt de rol 3 aangedreven om te roteren in de rotatierichting die aangeduid is met de pijl 27 in Figuren 1 en 2. In plaats daarvan kan de rol 3 echter ook worden aangedreven om te roteren in de richting die tegengesteld is aan genoemde rotatierichting 27.
De inrichting 1 omvat voorts een eindloze transportband 6. In het voorbeeld heeft de transportband 6 een vlakke omlopende elastische band 26 en draaiassen 7 en 8 waaromheen de band 26 is opgespannen. De band 26 heeft een transportbandbuitenomtrek 9. De draaiassen 7 en 8 staan loodrecht op de hartlijn 4 van de rol 3. De transportband 6 is voorzien van tweede aandrijfmiddelen 12, bijvoorbeeld een electromotor, voor het roteren van de transportband om zijn draaiassen. In het voorbeeld zijn de tweede aandrijfmiddelen 12 verbonden met de draaias 7, welke dus een aangedreven as is. De andere draaias 8 is een vrijdraaiende as die automatisch met de draaias 7 meedraait. In het getoonde voorbeeld wordt de transportband 6 aangedreven om te roteren in de rotatierichting die aangeduid is met de pijlen 28 in Figuren 1 en 3.
In de Figuren 1 t/m 3 zijn de eerste aandrijfmiddelen 11 en de tweede aandrijfmiddelen 12 gelijktijdig in bedrijf, hetgeen betekent dat de rol 3 en de transportband 6 gelijktijdig roteren in de respectieve rotatierichtingen 27 en 28.
Op gemerkt wordt dat de inrichting 1 vanzelfsprekend een frame omvat waaraan de rol 3 en de transportband 7 zijn op gehangen en waarmee de inrichting 1 op de ondergrond 30 steunt. Het frame is voorzien van geschikte lageringen voor de draaiingen van de rol 3 en van de transportband 7. Voor de eenvoud is het frame niet getoond in de figuren.
In Figuren 2 en 3 zijn een aantal (poot)aardappelen 2 getoond in de inrichting 1. Deze aardappelen 2 bevinden zich in een transport goot 15 van de inrichting 1. Deze transportgoot 15 heeft tegenover elkaar liggende gootwanden die respectievelijk gevormd worden door de rolbuitenomtrek 5 en de transportbandbuitenomtrek 9. In Fig. 2 is te zien dat de transportband 6 in de getoonde dwarsdoorsnede schuin naar beneden helt in de richting van de rol 3. De transportgoot 15 heeft een gootlangsrichting die parallel is aan de hartlijn 4 van de rol 3. De aardappelen 2 worden aan de bovenzijde van de transportband 6 door de transportband 6 gedragen als gevolg waarvan de aardappelen 2 in de getoonde transportrichting 14 door de transportgoot 15 getransporteerd worden. Daarbij rolt elke aardappel 2 in een eerste draaizin 21 in de transportgoot 15 als gevolg van het onder zijn zwaartekracht aandrukken tegen de roterende rolbuitenomtrek 5. Deze eerste draaizin 21 is getoond in Fig. 2 en is tegengesteld aan de rotatierichting 27 van de rol 3. Tegelijkertijd rolt elke aardappel 2 in een tweede draaizin 22 in de transportgoot 15 als gevolg van het onder zijn zwaartekracht aandrukken tegen de roterende transportbandbuitenomtrek 9. Deze tweede draaizin 22 is getoond in Fig. 3 en is tegengesteld aan de rotatierichting 28 van de transportband 6.
Bij voorkeur bevinden de aardappelen 2 zich in de transportgoot 15 steeds stuksgewijs op afstand van elkaar in een rij, zoals getoond is in Fig.
3. Bij voorkeur worden de aardappelen 2 dus op verenkelde wijze aan de transportgoot 15 toe gevoerd.
Als gevolg van bovengenoemde eerste draaizin 21 en tweede draaizin 22 beweegt elke aardappel 2 derhalve met continu veranderende oriëntatie door de transportgoot 15. Door het gelijktijdige optreden van de twee rolbewegingen in combinatie met het orthogonale karakter daarvan wordt reeds in een zeer korte tijdspanne tijdens het uitvoeren van zijn samengestelde rolbeweging ieder deel van het buitenoppervlak van de aardappel toegankelijk ten behoeve van inspectie en/of behandeling van dat buitenoppervlak.
Figuren 2 en 3 tonen voorts automatische detectiemiddelen 19 die zijn ingericht om elke aardappel 2, terwijl deze in de transportgoot 15 met genoemde continu veranderende oriëntatie getransporteerd wordt, alzijdig te inspecteren op eigenschappen van de aardappel, zoals bijvoorbeeld ziektebeelden van de aardappel. In het getoonde voorbeeld omvatten de automatische detectiemiddelen een aantal digitale camera’s 19 die met hoge frequentie digitale beelden van de aardappel maken. Op basis van de digitale beelden kunnen de automatische detectiemiddelen bepaalde ziektebeelden van de aardappel identificeren.
Fig. 3 toont voorts automatische aanbrengmiddelen 20 die zijn ingericht om alzijdig op elke aardappel, terwijl deze in de transportgoot 15 met genoemde continu veranderende oriëntatie getransporteerd wordt, behandelstoffen 23 aan te brengen, zoals bijvoorbeeld beschermingsstoffen.
Bij voorkeur kunnen tussen de digitale camera’s 19 en de aanbrengmiddelen 20 automatische sorteermiddelen zijn opgesteld die zijn ingericht om aan de bewegingsinrichting 1 toe gevoerde aardappelen 2 te sorteren op basis van door de automatische detectiemiddelen verkregen inspectieresultaten. Bijvoorbeeld kunnen sorteermiddelen worden toegepast die een door de automatische detectiemiddelen afgekeurde aardappel verwijderen door middel van wegblazen van de aardappel, of door middel van mechanische verwijderingsmiddelen. Voor de eenvoud zijn dergelijke automatische sorteermiddelen niet getoond.
In het getoonde voorbeeld zijn de automatische detectiemiddelen 19 en de automatische aanbrengmiddelen 20 getoond voor toepassing bij één en dezelfde transportgoot 15. Op gemerkt wordt echter dat één enkele dergelijke transportgoot 15 ook zonder dergelijke automatische detectiemiddelen 19, zonder dergelijke automatische aanbrengmiddelen 20, en zonder dergelijke automatische sorteermiddelen uitgevoerd kan zijn. Bijvoorbeeld is het mogelijk dat één enkele dergelijke transportgoot 15 alleen met dergelijke automatische detectiemiddelen 19, eventueel in combinatie met dergelijke automatische sorteermiddelen is uitgevoerd, dat wil zeggen zonder dergelijke automatische aanbrengmiddelen 20. Maar ook is het mogelijk dat de transportgoot 15 alleen met dergelijke automatische aanbrengmiddelen 20 is uitgevoerd, dat wil zeggen zonder dergelijke automatische detectiemiddelen 19 en zonder dergelijke automatische sorteermiddelen.
In het getoonde voorbeeld is te zien dat de rotatierichting 27 van het roteren van de rol 3 zodanig is dat de gootwand die door de rolbuitenomtrek 5 gevormd wordt een naar boven gerichte bewegingscomponent heeft. Hierdoor wordt de aardappel door de aangrijp ing van de draaiende rol 3 continu enigszins omhoog getild ten opzichte van de transportband 6. Dit bevordert de zachte behandeling van de aardappel.
Zoals hierboven inleidend reeds besproken, is de rolbuitenomtrek 5 bij voorkeur elastisch beweegbaar en/of is de transportbandbuitenomtrek 9 elastisch beweegbaar, waarbij de betreffende elastische beweging optreedt onder invloed van een in de transportgoot 15 rollende aardappel. Dit bevordert de zachte behandeling van de aardappel nog verder, waardoor kwetsen en blutsen van de aardappel verder wordt tegengegaan. In het getoonde voorbeeld kan de elastisch beweegbare rolbuitenomtrek 5 bijvoorbeeld gerealiseerd zijn doordat de rolbuitenomtrek 5 deel uitmaakt van een elastische (bijvoorbeeld rubberen) bedekking, bijvoorbeeld een (rubberen) mat. En in het getoonde voorbeeld is de elastisch beweegbare transportbandbuitenomtrek 9 gerealiseerd doordat de band 26 een om de draaiassen 7 en 8 opgespannen elastische band 26 is.
Verwezen wordt nu naar de voorbeelden van de Figuren 4, 5, 6A en 6B. In de Figuren 4 en 5 zijn sommige onderdelen en aspecten, die soortgelijk zijn aan de overeenkomstige onderdelen en aspecten van de Figuren 1 t/m 3, aangeduid met dezelfde referentienummers als gebruikt in de Figuren 1 t/m 3.
Een eerste verschil tussen de bewegingsinrichting 101 van Figuren 4 en 5 en de bewegingsinrichting 1 van Figuren 1 t/m 3 is dat de rolbuitenomtrek 5 van de rol 103 van de bewegingsinrichting 101 een geprofileerd oppervlak heeft. Dit geprofileerde oppervlak is gerealiseerd door middel van noppen 16 (zie Fig. 5).
Een ander verschil tussen de bewegingsinrichting 101 van Figuren 4 en 5 en de bewegingsinrichting 1 van Figuren 1 t/m 3 is dat de eindloze transportband 106 van de bewegingsinrichting 101 gevormd wordt door meerdere, onderling parallele eindloze snaren 126. Een lengtesegment van een van deze snaren 126 is in perspectief getoond in Fig. 6A, terwijl Figuren 4 en 5 de snaren 126 in dwarsdoorneden tonen. Elke snaar 126 is opgespannen over twee draaischijven. Fig. 4 toont voor elke snaar 126 een van de twee draaischijven 40 waarover de snaar is opgespannen aan een van de twee einden van de transportband 106. De draaischijven 40 zijn door middel van een op een as 137 gemonteerde spie 38 en een in elk van de draaischijven aanwezige spiebaan 39 op de as 137 bevestigd. De vier draaischijven 40 vormen samen met de as 137 een draaias 107 die soortgelijk is aan de aangedreven draaias 7 van Fig. 1. Aan het andere eind van de transportband 106 bevindt zich een draaias die identiek is aan deze draaias 107. De getoonde draaias 107 kan via haar as 137 verbonden zijn met tweede aandrijfmiddelen die soortgelijk zijn aan de tweede aandrijfmiddelen 12 van Fig. 1. De draaias aan het andere eind van de transportband 106 is dan weer een vrij draaiende as die automatisch met de getoonde draaias 107 meedraait.
De snaren 126 vertonen in het algemeen een elastisch gedrag onder invloed van een daar overheen rollende aardappel 2 (zie Fig. 5). Doordat de transportband 106 gevormd wordt door meerdere dergelijke snaren 126, vormt de transportband 106 zich automatisch, op dynamische wijze, en in hoge mate naar de specifieke vorm van de daar overheen rollende aardappel. Dat is te zien in Fig. 5, waar getoond is dat sommige van de snaren 126 verder naar beneden doorveren dan andere van de snaren 126. Dit bevordert de grip op de aardappel nog verder, waardoor de aardappel goed meerolt. Tegelijkertijd bevordert dit de zachte behandeling van de aardappel nog verder, waardoor kwetsen en blutsen van de aardappel verder wordt tegengegaan.
In Figuren 4 en 5 is de snaarbuitenomtrek van elke snaar 126 aangeduid met referentienummer 109. Tesamen vormen de vier snaarbuitenomtrekken van de vier snaren 126 de transportbandbuitenomtrek 109 van de transportband 106.
Fig. 6A toont dat de transportbandbuitenomtrek 109 een geprofileerd oppervlak kan hebben door toepassing van locale verdiepingen 17 in de snaarbuitenomtrek van elke snaar 126. In het getoonde voorbeeld worden de verdiepingen 17 gevormd door sleuven in dwarsrichting van de snaar 126. Diverse andere dergelijke geprofileerde oppervlakken zijn echter mogelijk. Zo toont Fig. 6B bijvoorbeeld dat de transportbandbuitenomtrek ook een geprofileerd oppervlak kan hebben door toepassing van noppen 18 in de snaarbuitenomtrek van een daar getoonde snaar 226.
Op gemerkt wordt dat de bovengenoemde voorbeelden van uitvoeringsvormen de uitvinding niet beperken en dat binnen de reikwijdte van de bijgaande conclusies diverse alternatieven mogelijk zijn.
Zo worden in de getoonde voorbeelden de inrichting en werkwijze beschreven aan de hand van (poot)aardappelen als voorbeeld van knolvormige vruchten. In plaats van met aardappelen, kunnen de inrichting en werkwijze echter ook worden toegepast met talrijke andere producten die een enigszins ronde vorm hebben. Ook kunnen de diverse mogelijke producten diverse afmetingen hebben, van klein tot groot. Naarmate men te maken heeft met grotere producten, kan gekozen worden voor een inrichting met een grotere diameter van de rol en/of met een grotere breedte van de transportband (gezien dwars op de transportrichting).
Voorts kan het in de bijgaande conclusies genoemde roteren van de rol om zijn hartlijn ook inhouden dat de rol roteert om een rotatielijn die qua positie en/of qua richting licht afwijkt van genoemde hartlijn. Werkwijzen en inrichtingen, bijvoorbeeld, waarbij de rol licht excentrisch geroteerd wordt (gezien ten opzichte van een als “vast” beschouwde omgeving waarin de rol en de transportband zijn op gesteld), en waarbij de vrucht nog steeds gelijktijdig in genoemde eerste draaizin en tweede draaizin rollend door de transportgoot geroteerd wordt, respectievelijk kan worden, vallen derhalve vanzelfsprekend onder de bijgevoegde conclusies.
Soortgelijke observaties gelden ten aanzien van het in de bijgaande conclusies vermelde loodrecht staan van de draaiassen op genoemde hartlijn, en het in de bijgaande conclusies vermelde parallel zijn van de transportrichting en gootlangsrichting aan genoemde hartlijn, alsmede het onderling parallel zijn van de eindloze snaren. In die gevallen vallen werkwijzen en inrichtingen, waarbij lichte afwijkingen optreden in dat “loodrecht staan” en dat “parallel zijn” vanzelfsprekend eveneens onder de bijgevoegde conclusies, voorzover de vrucht daarbij nog steeds gelijktijdig in genoemde eerste draaizin en tweede draaizin rollend door de transportgoot geroteerd wordt, respectievelijk kan worden. In dat opzicht omvatten genoemd “loodrecht staan” en genoemd “parallel zijn” derhalve tevens “in hoofdzaak loodrecht staan”, respektievelijk “in hoofdzaak parallel zijn”.
Andere varianten of modificaties zijn echter ook mogelijk. Deze en soortgelijke alternatieven worden geacht binnen het kader te vallen van de uitvinding zoals gedefinieerd in de bijgevoegde conclusies.

Claims (14)

1. Bewegingsinrichting voor het met continu veranderende oriëntatie bewegen van knolvormige vruchten (2), zoals aardappelen, omvattende: - een rol (3; 103) met een hartlijn (4) en een rolbuitenomtrek (5); - eerste aandrijfmiddelen (11) voor het roteren van de rol om de hartlijn; - een eindloze transportband (6; 106) met draaiassen (7, 8; 107) en een transportbandbuitenomtrek (9; 109), welke draaiassen loodrecht staan op de hartlijn van de rol, waarbij de transportband een transportrichting (14) heeft waarin een aan de bovenzijde van de transportband door de transportband gedragen dergelijke vrucht door de transportband getransporteerd wordt, en waarbij genoemde transportrichting parallel is aan de hartlijn van de rol; en - tweede aandrijfmiddelen (12) voor het roteren van de transportband om de draaiassen van de transportband; waarbij de rolbuitenomtrek en de transportbandbuitenomtrek respectievelijk tegenover elkaar liggende gootwanden vormen van een transportgoot (15), die een gootlangsrichting heeft die parallel is aan de hartlijn van de rol, en die is ingericht om in gelijktijdig bedrijf van de eerste aandrijfmiddelen en de tweede aandrijfmiddelen de vrucht in de transportrichting door de transportgoot te transporteren, tijdens welk transporteren de vrucht in een eerste draaizin (21) in de transportgoot rolt als gevolg van het onder zijn zwaartekracht aandrukken tegen de roterende rolbuitenomtrek, en gelijktijdig in een tweede draaizin (22) in de transportgoot rolt als gevolg van het onder zijn zwaartekracht aandrukken tegen de roterende transportbandbuitenomtrek.
2. Bewegingsinrichting volgens conclusie 1, waarbij de rolbuitenomtrek (5) een geprofileerd oppervlak heeft.
3. Bewegingsinrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de transportbandbuitenomtrek (9; 109) een geprofileerd oppervlak heeft.
4. Bewegingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de rolbuitenomtrek (5) elastisch beweegbaar is, en waarbij de betreffende elastische beweging optreedt onder invloed van een in de transportgoot (15) rollende vrucht (2).
5. Bewegingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de transportbandbuitenomtrek (9; 109) elastisch beweegbaar is, en waarbij de betreffende elastische beweging optreedt onder invloed van een in de transportgoot (15) rollende vrucht (2).
6. Bewegingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de eindloze transportband (106) tenminste deels gevormd wordt door meerdere, onderling parallele eindloze snaren (126).
7. Bewegingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, verder omvattende automatische detectiemiddelen (19) die zijn ingericht om een vrucht (2), terwijl deze in de transportgoot (15) met genoemde continu veranderende oriëntatie getransporteerd wordt, alzijdig te inspecteren op eigenschappen van de vrucht, zoals bijvoorbeeld ziektebeelden van de vrucht.
8. Bewegingsinrichting volgens conclusie 7, verder omvattende automatische sorteermiddelen die zijn ingericht om aan de bewegingsinrichting (1; 101) toe gevoerde vruchten (2) te sorteren op basis van door de automatische detectiemiddelen (19) verkregen inspectieresultaten.
9. Bewegingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, verder omvattende automatische aanbrengmiddelen (20) die zijn ingericht om alzijdig op een vrucht (2), terwijl deze in de transportgoot (15) met genoemde continu veranderende oriëntatie getransporteerd wordt, behandelstoffen (23) aan te brengen, zoals bijvoorbeeld beschermingsstoffen.
10. Werkwijze voor het met continu veranderende oriëntatie bewegen van knolvormige vruchten (2), zoals aardappelen, omvattende: het in een transportrichting (14) door een transportgoot (15) transporteren van de vruchten, welke transportgoot tegenover elkaar liggende gootwanden heeft die respectievelijk gevormd worden door een rolbuitenomtrek (5) van een rol (3; 103) en een transportbandbuitenomtrek (9; 109) van een eindloze transportband (6; 106), waarbij de transportgoot een gootlangsrichting heeft die parallel is aan de hartlijn (4) van de rol, en waarbij de transportband draaiassen (7, 8; 107) heeft die loodrecht staan op de hartlijn van de rol, en waarbij genoemde transportrichting parallel is aan de hartlijn van de rol, en waarbij, tijdens genoemd transporteren van de vruchten, de rol om zijn hartlijn geroteerd wordt en gelijktijdig de transportband om zijn draaiassen geroteerd wordt, zodat een dergelijke vrucht in een eerste draaizin (21) in de transportgoot rolt als gevolg van het onder zijn zwaartekracht aandrukken tegen de roterende rolbuitenomtrek, en gelijktijdig in een tweede draaizin (22) in de transportgoot rolt als gevolg van het onder zijn zwaartekracht aandrukken tegen de roterende transportbandbuitenomtrek.
11. Werkwijze volgens conclusie 10, waarbij de rotatierichting (27) van het roteren van de rol (3) zodanig is dat de gootwand die door de rolbuitenomtrek (5) gevormd wordt een naar boven gerichte bewegingscomponent heeft.
12. Werkwijze volgens conclusie 10 of 11, verder omvattende het met behulp van automatische detectiemiddelen (19) alzijdig inspecteren van een dergelijke vrucht (2) op eigenschappen, zoals bijvoorbeeld ziektebeelden, waarbij het inspecteren geschiedt terwijl de vrucht in de transportgoot (15) met genoemde continu veranderende oriëntatie getransporteerd wordt.
13. Werkwijze volgens conclusie 12, verder omvattende het met behulp van automatische sorteermiddelen sorteren van aan de bewegingsinrichting (1) toe gevoerde vruchten (2) op basis van door de automatische detectiemiddelen (19) verkregen inspectieresultaten.
14. Werkwijze volgens een der conclusies 10 t/m 13, verder omvattende het met behulp van automatische aanbrengmiddelen (20) alzijdig aanbrengen van behandelstoffen (23), zoals bijvoorbeeld beschermingsstoffen, op een dergelijke vrucht (2), waarbij genoemd aanbrengen geschiedt terwijl de vrucht in de transportgoot (15) met genoemde continu veranderende oriëntatie getransporteerd wordt.
NL2010436A 2013-03-12 2013-03-12 Bewegingsinrichting en werkwijze voor het bewegen van knolvormige vruchten. NL2010436C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2010436A NL2010436C2 (nl) 2013-03-12 2013-03-12 Bewegingsinrichting en werkwijze voor het bewegen van knolvormige vruchten.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2010436 2013-03-12
NL2010436A NL2010436C2 (nl) 2013-03-12 2013-03-12 Bewegingsinrichting en werkwijze voor het bewegen van knolvormige vruchten.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2010436C2 true NL2010436C2 (nl) 2014-09-15

Family

ID=48444542

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2010436A NL2010436C2 (nl) 2013-03-12 2013-03-12 Bewegingsinrichting en werkwijze voor het bewegen van knolvormige vruchten.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2010436C2 (nl)

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1671924A (en) * 1923-07-23 1928-05-29 Brogdex Co Art of handling fresh fruits
US1732180A (en) * 1924-12-15 1929-10-15 Brogdex Co Apparatus for preparing fresh fruit for market
DE850127C (de) * 1949-11-01 1952-09-22 Continental Gummi Werke Ag Foerder- und Siebanlage fuer stueckiges Gut
EP0841267A1 (fr) * 1996-11-08 1998-05-13 Xeda International Dispositif de manutention de produits
WO2005061130A1 (en) * 2003-12-22 2005-07-07 Newtec Engineering A/S Apparatus for use to check potatoes or similar items
WO2012013476A1 (de) * 2010-07-27 2012-02-02 Evk Di Kerschhaggl Gmbh Verfahren, sensoreinheit und maschine zum detektieren von "zuckerspitzen"-defekten in kartoffeln

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1671924A (en) * 1923-07-23 1928-05-29 Brogdex Co Art of handling fresh fruits
US1732180A (en) * 1924-12-15 1929-10-15 Brogdex Co Apparatus for preparing fresh fruit for market
DE850127C (de) * 1949-11-01 1952-09-22 Continental Gummi Werke Ag Foerder- und Siebanlage fuer stueckiges Gut
EP0841267A1 (fr) * 1996-11-08 1998-05-13 Xeda International Dispositif de manutention de produits
WO2005061130A1 (en) * 2003-12-22 2005-07-07 Newtec Engineering A/S Apparatus for use to check potatoes or similar items
WO2012013476A1 (de) * 2010-07-27 2012-02-02 Evk Di Kerschhaggl Gmbh Verfahren, sensoreinheit und maschine zum detektieren von "zuckerspitzen"-defekten in kartoffeln

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP0036088B1 (fr) Dispositif pour enrouler des morceaux de matière en forme de feuilles
US9668513B2 (en) Leaf removal apparatus and methods of use
JPH11206357A (ja) ピーナッツ粒の皮剥き装置
JPH1159877A (ja) 物品検査装置
NL2010436C2 (nl) Bewegingsinrichting en werkwijze voor het bewegen van knolvormige vruchten.
MX2010013907A (es) Sistema y metodo de limpieza y manejo automatizado de tapetes.
NL2013911B1 (en) Apparatus for singulating products.
US10472183B1 (en) Cylinder singulator apparatus and system
KR20120114113A (ko) 롤러체인 컨베이어
FR2996468A1 (fr) Dispositif de tri a ecartement variable et plaque de calibrage
NL2009493C2 (en) Roller screen and method for sieving, especially for tubers or such bulbous products.
US8931630B2 (en) Quick access allergen cleaning open frame conveyors
KR20220009824A (ko) 건조용 컨베이어 장치
KR100779974B1 (ko) 선별기
JP6043162B2 (ja) 青果物の外観検査装置及び外観検査方法
JP2020018264A (ja) 卵の処理装置
KR20130110463A (ko) 이송물 운반장치
WO2007017904A3 (en) Orientation unit for a fruit sorting and grading machine
NL1005036C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor transport van vruchten over een bed van rollen.
NL2010623C2 (nl) Rollentransporteur.
JP6274807B2 (ja) 反転機
JPH1191932A (ja) 物品検査装置
JP7493226B2 (ja) 青果物選別システム
JP2020019631A (ja) 搬送位置調整機構及びこれを備えたインライン検査装置並びに生産設備
KR20130003965U (ko) 롤러체인 컨베이어

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20210401