NL1005036C2 - Inrichting en werkwijze voor transport van vruchten over een bed van rollen. - Google Patents

Description

INRICHTING EN WERKWIJZE VOOR TRANSPORT VAN VRUCHTEN OVER EEN BED VAN ROLLEN

In de thans gangbare praktijk worden door aanvraagster bedden van roteerbaar aangedreven sponsrollen geleverd voor het transporteren en gelijktijdig drogen van vruchten. De vruchten worden hierbij getrans-5 porteerd vanuit een tussenruimte tussen twee sponsrollen naar een volgende tussenruimte enerzijds door de roterende beweging van de sponsrollen, en anderzijds doordat de vruchten elkaar als het ware voortduwen. Hierbij maken de vruchten echter contact met elkaar, hetgeen in het bij-10 zonder bij zachte vruchten, zoals bepaalde soorten appels, peren en dergelijke, tot beschadigingen en/of beurse plekken, en derhalve kwaliteitsverlies, aanleiding kan geven.

Teneinde dit te vermijden, is reeds voorgesteld 15 naast de roteerbare aandrijving van de sponsrollen, tevens de rollen tijdens het transport te verplaatsen in het vlak waarin zich de roteerassen van de sponsrollen bevinden. Dit leidt echter tot een gecompliceerde en dure constructie, terwijl het moeilijk is voorzieningen te 20 treffen om de sponsrollen uit te wringen. Voorts zullen de vruchten van de bewegende rollen op de lokatie waar de beweegrichting van de rollen omkeert, een valbeweging ondergaan, hetgeen eveneens vanuit het oogpunt van kwaliteit van de vruchten ongewenst is.

25 Voorts is in het Amerikaanse octrooischrift 2.070.043 een inrichting bekend waarbij meenemers elk afzonderlijk om hun eigen aandrijfas worden geroteerd. De hierin getoonde constructie is gecompliceerd, terwijl door de uiteinden van de meenemers een relatief grote 30 boog met relatief hoge snelheid wordt beschreven, waar- 1005036 2 door de vruchten beschadigd kunnen geraken op het moment dat deze in contact komen met de meenemers, terwijl door de grote diameter van de beschreven cirkel het eveneens niet goed mogelijk is, dat de vruchten vanuit een tussen-5 ruimte naar een opvolgende tussenruimte worden voortbewogen. Vanwege de grote cirkel kunnen de meenemers hetzij kleine vruchten niet voortbewegen, hetzij zullen zij een grote vrucht die zich in een opvolgende of voorafgaande tussenruimte bevindt, aanstoten, of tegen een voorafgaan-10 de vrucht aanduwen, waardoor opnieuw het probleem van kwaliteitsverlies optreedt.

Bij de in het Japanse octrooischrift 58146265 beschreven constructie, worden vruchten tussen over elkaar aangebrachte aandrijfbare borstelrollen getrans-15 porteerd, waarbij de vruchten of de groenten tevens wordt geschrapt.

De onderhavige uitvinding verschaft een inrichting voor transport van relatief kwetsbare produkten, zoals vruchten, omvattende: 20 - een aantal roteerbaar en op een vaste positie opgestelde rolelementen, waarbij opvolgende tussenruimten tussen opvolgende rolementen worden gevormd; - aandrijfmiddelen voor het roterend aandrijven van de rolelementen; en 25 - meeneemmiddelen voor het uit een tussenruimte naar een opvolgende tussenruimte verplaatsen van een produkt, met het kenmerk dat de meeneemmiddelen tot in en vanuit de tussenruimten beweegbaar zijn, teneinde zo veel mogelijk achter en onder een vrucht daarop aan te grij-30 pen.

Alhoewel de rolelementen borstelrollen, bijv. volgens het bovengenoemde Japanse octrooischrift kunnen omvatten, zijn zij in een eerste voorkeursuitvoeringsvorm voorzien van ten minste gedeeltelijk vloeistof absorbe-35 rend materiaal, maar bij voorkeur zogeheten sponsrollen.

Voorts verschaft de onderhavige uitvinding een werkwijze voor transport van relatief kwetsbare produkten, omvattende de volgende stappen: 1005036 3 - het brengen van de produkten op roteerbaar aandrijfbare rolelementen; - het roterend aandrijven van de rolelementen; en 5 - het naar en vanuit tussenruimten tussen opvolgende rolelementen bewegen van meeneemmiddelen.

Door de inrichting en werkwijze volgens de onderhavige uitvinding wordt vermeden dat vruchten op het bed van sponsachtige rollen met elkaar contact maken, 10 terwijl voor transport van de vruchten kan worden volstaan met een weinig gecompliceerde constructie, die eveneens kan worden toegevoegd aan bestaande constructies. De meeneemorganen grijpen zodoende tangentieel aan op de vruchten, teneinde beschadigingen te voorkomen.

15 De inrichting wordt bij voorkeur toegepast bij rollen die vocht kunnen absorberen, zoals sponsrollen en (in mindere mate) ook borstelrollen. In de voorkeursuitvoeringsvorm van sponsrollen, is de inrichting bij voorkeur tevens voorzien van wringorganen voor het uitwringen 20 van de roterend aangedreven rolelementen.

Teneinde schade aan de vruchten te voorkomen, worden de meeneemmiddelen bij voorkeur gevormd door één of meer organen van zacht en/of slap materiaal die bij contact met de vruchten beurse plekken zullen vermijden. 25 In een eerste uitvoeringsvorm omvatten de meeneemorganen borstelharen en in een tweede voorkeurs-uitvoeringsvorm een flexibele plaat van kunststof, bijv. voorzien van vingers aan de onderzijde daarvan.

Bij een verdere voorkeursuitvoeringsvorm worden 30 de meeneemmiddelen gevormd door meeneemorganen die zijn aangebracht aan een eindloze transporteur, terwijl in verdere voorkeursuitvoeringsvormen de meeneemmiddelen worden gevormd door meeneemorganen die aan een heen en weer beweegbaar of roterend framedeel zijn aangebracht.

35 Verdere voordelen, kenmerken en details van de onderhavige uitvinding zullen worden verduidelijkt aan de hand van de navolgende beschrijving van een voorkeursuit 1005036 4 voeringsvorm daarvan, onder verwijzing naar de bijgevoegde tekening, waarin tonen: fig. 1 een gedeeltelijk uit elkaar getrokken aanzicht in perspectief van een minder de voorkeur heb-5 bende uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de onderhavige uitvinding; fig. 2A en fig. 2B resp. schematische zijaanzichten van een de meest de voorkeur hebbende uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de onderhavige 10 uitvinding in twee resp. werkingsstanden; en fig. 3A en 3B resp. schematische zijaanzichten van een meer de voorkeur-hebbende uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de onderhavige uitvinding.

Een minder de voorkeur hebbende uitvoeringsvorm 15 van een inrichting 10 (fig. 1) omvat een aantal naast elkaar plaatsvast opgestelde rollen 11, die met behulp van een aandrijfmotor 12 en een ketting 13 aandrijfbaar zijn voor transport van vruchten A in de richting van de pijl B. De rollen 11 zijn tenminste langs de buitenomtrek 20 voorzien van een laag sponsachtig materiaal 14, daar de vruchten veelal in natte toestand op het door de rollen 11 gevormde bed worden gebracht, alvorens aan verdere inrichting te worden toegevoerd voor sortering op grootte, gewicht en/of kwaliteit. Onder elke rol 11 is telkens 25 een roteerbaar gelagerde wringrol 15 aangebracht voor het uitwringen van de bekledingslaag 14. Voor het verplaatsen van de vruchten A vanuit de tussenruimte tussen de roterend aangedreven rollen 11, die op zich al voor enige transportwerking zorgdragen, is aan de bovenzijde een 30 transportband 16 aangebracht die voorzien is van borstels 17 met langgerekte haren 18, die enigszins flexibel zijn en over de rollen 11 tot in de tussenruimte daartussen worden voortgesleept door de op niet getoonde wijze aangedreven transporteur 16. Door deze transportinrich-35 ting 16 wordt voorkomen dat de vruchten A met elkaar in contact komen, waardoor beurse plekken worden vermeden, hetgeen in het bijzonder van belang is in geval van zachte appels, peren, perziken etc. Bij voorkeur is de 1005036 5 afstand tussen de meenemers gelijk aan de afstand tussen de rollen, alhoewel dit bij deze minder de voorkeur hebbende uitvoeringsvorm in fig. 1 niet zodanig is getoond .

5 Bij de meest de voorkeur hebbende uitvoerings vorm volgens fig. 2A en 2B is een inrichting 20 volgens de onderhavige uitvinding voorzien van sponsrollen 21 en meeneemorganen 22, in de vorm van borstels zoals in fig. l of in de vorm van een tenminste enigszins buigbare 10 platen of vellen (slabs) van kunststof voor het telkens vanuit een tussenruimte tussen de rollen 21 tenminste enigszins oplichten en transporteren van een vrucht C. Daartoe zijn de meenemers 22 aangebracht aan een frame-deel 23 dat via een arm 24 via een scharnierpunt 25 15 excentrisch om een as uit motor 26 wordt geroteerd ten opzichte van het verder niet getoonde vaste frame. De meenemers 22 worden achtereenvolgens bewogen vanuit de in fig. 2A met gebroken lijnen aangegeven stand, naar de met getrokken lijnen in fig. 2A aangegeven stand, de in fig. 20 2B met getrokken lijnen aangegeven stand, tot in de in fig. 2B met gebroken lijnen aangegeven stand, waarbij de meenemers 22 de vrucht wederom over een steekafstand van de rol 21 transporteren. Zodra de vruchten zich aan de bovenzijde van de rol bevinden, wordt verder transport 25 bewerkstelligd door de aangedreven sponsrollen 21.

Doordat de uiteinden van de meenemers 22 een relatief kleine cirkel beschrijven, kunnen deze meenemers goed op en neer worden bewogen in de tussenruimte tussen de rollen 21, waardoor een vrucht tangentieel wordt 30 aangestoten en vervolgens als het ware wordt opgelicht uit de tussenruimte, ongeacht de grootte van de vrucht en zonder gevaar dat een voorafgaande of opvolgende vrucht eveneens wordt geraakt of de vruchten tegen elkaar worden geduwd.

35 Bij de in fig. 3A en 3B getoonde uitvoerings vorm 30, die meer de voorkeur heeft dan de in fig. 1 geschetste uitvoeringsvorm, waarbij vruchten D over sponsrollen 31 dienen te worden getransporteerd, zijn 1005036 6 meenemers 32 aan een framedeel 33 aangebracht, welk framedeel 33 via een op en neer beweegbare arm 34 met behulp van een motor 35 heen en weer, dat wil zeggen in de richting van de pijlen E en F wordt aangedreven.

5 Vanuit de in fig. 3A met gebroken lijnen gete kende stand wordt het framedeel 33 door de aandrijver van de motor 35 in richting van de pijl E benedenwaarts bewogen, totdat een meenemer 32 achter de vrucht D steekt, waarna deze enigszins wordt opgelicht door de 10 desbetreffende meenemer tot in de in fig. 3B getekende stand, waarna verder transport van die vrucht plaatsvindt met behulp van de aandrijving van sponsrol 31. Vanuit de in fig. 3B met getrokken lijnen getekende stand, wordt framedeel 33 in de richting van de pijl F door middel van 15 beweging van arm 34 opwaarts bewogen tot boven het niveau van de bovenzijde van de vruchten D, waarna de meenemers opnieuw benedenwaarts worden bewogen tot de in fig. 3A getoonde stand. Daar de meenemers 32 enigszins flexibel zijn, zouden deze bij de teruggaande stand enigszins 20 contact mogen maken met de vruchten D, temeer daar deze teruggaande beweging tegengesteld is aan de richting van de aandrijving van de sponsrollen 31.

De onderhavige uitvinding is geenszins beperkt tot de boven beschreven voorkeursuitvoeringsvormen; de 25 gevraagde rechten, binnen de strekking waarvan velerlei modificaties denkbaar zijn, wordt bepaald door de navolgende conclusies.

Een niet beperkend bedoelde modificatie, betreft bijv. het aanbrengen van meenemers, die zich uit-30 strekken evenwijdig aan de rollen onderin de tussenruimte tussen die rollen, die dan achtereenvolgens opwaarts, en in hoofdzaak eveneens langs het oppervlak van de rollen worden bewogen, evenals de meenemers uit bovengenoemde voorkeursuitvoeringsvoorbeeld.

1005036

Claims (12)

1. Inrichting voor transport van relatief kwetsbare produkten, zoals vruchten, omvattende: - een aantal roteerbaar en op een vaste positie opgestelde rolelementen, waarbij opvolgende tussenruimten 5 tussen opvolgende rolementen worden gevormd; - aandrijfmiddelen voor het roterend aandrijven van de rolelementen; en - meeneemmiddelen voor het uit een tussenruimte naar een opvolgende tussenruimte verplaatsen van een 10 produkt, met het kenmerk dat de meeneemmiddelen tot in en vanuit de tussenruimten beweegbaar zijn, teneinde zo veel mogelijk achter en onder een vrucht daarop aan te grijpen .

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de 15 rolelementen ten minste gedeeltelijk van vloeistof absorberend materiaal zijn.

3. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij de rolelementen sponsrollen zijn.

4. Inrichting volgens conclusie 3, voorzien van 20 wringorganen voor het uitwringen van de sponsrollen.

5. Inrichting volgens conclusie 1-4, waarbij de meeneemmiddelen worden gevormd door één of meer organen van zacht en/of slap materiaal, die aan de bovenzijde van de rolelementen daarlangs beweegbaar zijn.

6. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afstand tussen opvolgende elementen van de meeneemmiddelen ongeveer gelijk is aan de afstand tussen opvolgende rolelementen.

7. Inrichting volgens conclusie 5 of 6, waarbij 30 de meeneemorganen borstelharen omvatten.

8. Inrichting volgens conclusie 5 of 6, waarbij de meeneemorganen een plaat of vel van flexibele kunststof omvatten. 100503e

9. Inrichting volgens één van de conclusies 1 -8, waarbij de meeneemorganen zijn aangebracht aan een roteerbaar framedeel dat excentrisch roteerbaar is aangebracht ten opzichte van een vast opgesteld framedeel.

10. Inrichting volgens één van de conclusies 1-9, waarbij de meeneemorganen zijn aangebracht aan een beweegbaar framedeel dat heen en weer beweegbaar is, teneinde de kwetsbare produkten naar een vanuit de tussenruimte tussen de rolelementen te bewegen.

11. Werkwijze voor transport van relatief kwetsbare produkten, omvattende de volgende stappen: - het brengen van de produkten op roteerbaar aandrijfbare rolelementen; - het roterend aandrijven van de rolelementen; 15 en - het naar en vanuit tussenruimten tussen opvolgende rolelementen bewegen van meeneemmiddelen.

12. Werkwijze volgens conclusie 11, waarbij een inrichting volgens één of meer van de conclusies 1-10 20 wordt toegepast. 1005036