NL2009500C2 - Dolly voor het vervoeren of presenteren van goederen. - Google Patents
Dolly voor het vervoeren of presenteren van goederen. Download PDFInfo
- Publication number
- NL2009500C2 NL2009500C2 NL2009500A NL2009500A NL2009500C2 NL 2009500 C2 NL2009500 C2 NL 2009500C2 NL 2009500 A NL2009500 A NL 2009500A NL 2009500 A NL2009500 A NL 2009500A NL 2009500 C2 NL2009500 C2 NL 2009500C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- dolly
- brake body
- bottom part
- foot pedal
- wheels
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B62—LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
- B62B—HAND-PROPELLED VEHICLES, e.g. HAND CARTS OR PERAMBULATORS; SLEDGES
- B62B5/00—Accessories or details specially adapted for hand carts
- B62B5/04—Braking mechanisms; Locking devices against movement
- B62B5/0433—Braking mechanisms; Locking devices against movement foot operated
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B62—LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
- B62B—HAND-PROPELLED VEHICLES, e.g. HAND CARTS OR PERAMBULATORS; SLEDGES
- B62B5/00—Accessories or details specially adapted for hand carts
- B62B5/04—Braking mechanisms; Locking devices against movement
- B62B5/0485—Braking mechanisms; Locking devices against movement by braking on the running surface, e.g. the tyre
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B62—LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
- B62B—HAND-PROPELLED VEHICLES, e.g. HAND CARTS OR PERAMBULATORS; SLEDGES
- B62B5/00—Accessories or details specially adapted for hand carts
- B62B5/04—Braking mechanisms; Locking devices against movement
- B62B5/049—Braking mechanisms; Locking devices against movement locking against movement by contacting the floor or a wall
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B62—LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
- B62B—HAND-PROPELLED VEHICLES, e.g. HAND CARTS OR PERAMBULATORS; SLEDGES
- B62B5/00—Accessories or details specially adapted for hand carts
- B62B5/0083—Wheeled supports connected to the transported object
- B62B5/0093—Flat dollys without hand moving equipment
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Combustion & Propulsion (AREA)
- Transportation (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Handcart (AREA)
Description
Dolly voor het vervoeren of presenteren van goederen
De onderhavige uitvinding betreft een dolly voor het vervoeren of presenteren van goederen.
5
De Amerikaanse octrooipublicatie US 2008/0315537 Al beschrijft een dolly die geschikt is voor transport van producten van een distributiecentrum naar een supermarkt of andere winkel. De dolly is voorzien van een chassis waaronder wielen zijn aangebracht. Onder het chassis is een centraal steundeel in de vorm van een 10 steunpoot gemonteerd die neergelaten en ingetrokken kan worden om de dolly van een geremde naar respectievelijk een ongeremde toestand te brengen.
Een nadeel van deze dolly is echter dat het uitschuifbare, centrale steundeel in verticale richting veel ruimte inneemt, doordat deze in de ingetrokken toestand tot 15 boven het chassis uitsteekt, wat ten koste gaat van het laadvermogen van de dolly. Een ander nadeel is dat het in de praktijk relatief moeilijk blijkt een dergelijk steundeel snel en efficiënt te bedienen.
Het is daarom een doel van de uitvinding een dolly met een uitschuifbaar of 20 neerklapbaar steundeel te verschaffen, waarbij dat uitschuifbare of neerklapbare steundeel relatief weinig ruimte inneemt. Het is een verder doel van de uitvinding een dolly met een verbeterd bedieningssysteem voor het bedienen van het steundeel te verschaffen.
25 Hiertoe is de dolly volgens de uitvinding voorzien van: - een zich tijdens gebruik hoofdzakelijk horizontaal uitstrekkend bodemgedeelte dat tijdens gebruik aan een bovenzijde daarvan kan zijn voorzien van een opbouw voor het omvatten van de te vervoeren of te tonen goederen, - een of meer wielen die aan een onderzijde van het bodemgedeelte zijn aangebracht, 30 - zodanig dat tijdens gebruik een stabiele ondersteuning van het bodemgedeelte door de wielen op een ondergrond kan worden bereikt, - waarbij de dolly van een ongeremde toestand, voor het verrijden van de dolly, naar een geremde toestand, voor het parkeren van de dolly, kan worden gebracht, 2 - waartoe onder het bodemgedeelte een remlichaam is aangebracht, dat zich nagenoeg geheel onder het bodemgedeelte bevindt, waarbij de geremde toestand kan worden bereikt door het neerlaten van het remlichaam weg van het bodemgedeelte en de ongeremde toestand kan worden bereikt door het optrekken van het remlichaam in de 5 richting van het bodemgedeelte, - waarbij het remlichaam is ingericht om in de geremde toestand op het loopvlak van de wielen of op de ondergrond aan te grijpen, - waarbij het remlichaam is voorzien van een eerste bedieningsorgaan om de ongeremde toestand te bereiken, en een tweede bedieningsorgaan waarmee een 10 gebruiker in de ongeremde toestand het remlichaam kan doen aangrijpen om de geremde toestand te bereiken, waarbij het eerste bedieningsorgaan de werking van dat tweede bedieningsorgaan bij het bewegen van de geremde toestand naar de ongeremde toestand opheft.
15 Doordat het remlichaam zich nagenoeg geheel onder het bodemgedeelte bevindt, neemt het remlichaam boven dit bodemgedeelte relatief weinig ruimte in. Daarnaast verschaffen de eerste en tweede bedieningsorganen verbeterde bedieningsmogelijkheden voor het optrekken dan wel neerlaten van het remlichaam, doordat aan het eerste bedieningsorgaan de optrekfunctie toebedeeld is en aan het 20 tweede bedieningsorgaan de neerlaatfunctie, waarbij deze bedieningsorganen tevens eikaars werking bij het bewegen van de geremde naar de ongeremde toestand, en vice versa, opheffen.
Een uitvoeringsvorm betreft een dolly, waarbij de eerste en tweede 25 bedieningsorganen ten opzichte van het remlichaam schamierbare voetpedalen omvatten die aan een omtrekszijde van het remlichaam zijn aangebracht. Dergelijke voetpedalen zijn in allerhande omstandigheden goed door de gebruiker te bereiken en te bedienen.
30 Een verdere uitvoeringsvorm betreft een dolly, waarbij de eerste en tweede schamierbare voetpedalen zich naast elkaar bevinden. Dit zorgt voor een verder verhoogde bereikbaarheid van de voetpedalen.
3
Een voorkeursuitvoeringsvorm betreft een dolly, waarbij het eerste scharnierbare voetpedaal scharnierbaar is ten opzichte van het remlichaam rond een eerste scharnieras en het tweede voetpedaal scharnierbaar is ten opzichte van het eerste voetpedaal rond een tweede scharnieras die zich nabij de eerste scharnieras, hoofdzakelijk parallel 5 daaraan, uitstrekt, waarbij het tweede voetpedaal een pedaalgedeelte omvat dat zich aan één zijde van de tweede scharnieras bevindt en een tegenoverliggend gedeelte dat zich aan de andere zijde van de tweede scharnieras bevindt, waarbij het tegenoverliggende gedeelte een eerste verbindingsdeel omvat dat met één zijde van een kniescharnier is verbonden, waarbij een tweede verbindingsdeel tussen een andere zijde van het 10 kniescharnier en het bodemgedeelte is aangebracht, zodanig dat in de ongeremde toestand het eerste verbindingsdeel en het tweede verbindingsdeel zich nagenoeg op één lijn bevinden en het tweede voetpedaal omhoog is gekanteld en het eerste voetpedaal naar beneden is gekanteld en in de geremde toestand het eerste verbindingsdeel en het tweede verbindingsdeel geroteerd zijn ten opzichte van elkaar 15 en het tweede voetpedaal naar beneden is gekanteld en het eerste voetpedaal naar boven is gekanteld. Zo wordt bereikt dat de voetpedalen op voordelige wijze eikaars functie opheffen, terwijl het de afzonderlijke voetpedalen toegestaan wordt hun individuele optrek- dan wel neerlaatfunctie uit te oefenen.
20 Een voordelige uitvoeringsvorm heeft betrekking op een dolly, waarbij het remlichaam scharnierbaar is opgehangen aan het bodemgedeelte middels een zwenkorgaan. Zo wordt een meer bedrijfzekere en meer betrouwbare beweging van het remlichaam gerealiseerd.
25 Een andere uitvoeringsvorm betreft een dolly, waarbij een uiteinde van een zich langs de bovenzijde van het remlichaam uitstrekkend stangenstelsel scharnierbaar is verbonden met het eerste voetpedaal in de tweede scharnieras en een ander uiteinde van het stangenstelsel scharnierbaar is verbonden met het remlichaam in een verdere scharnieras die zich op afstand van de tweede scharnieras, parallel daaraan uitstrekt.
30 Het stangenstelsel zorgt voor een betere verdeling van de op de voetpedalen uitgeoefende krachten over het remlichaam.
4
In een andere uitvoeringsvorm omvat het remlichaam een blokkeerorgaan dat ingericht is voor aangrijping op het loopvlak van een of meer van de wielen. Naast aangrijping van het remlichaam op een ondergrond, kan op deze wijze kan eveneens remwerking verkregen worden.
5
In het remlichaam kunnen uitsparingen zijn aangebracht nabij de wielen, welke uitsparingen een binnendiameter hebben die groter is dan de buitendiameter van het betreffende wiel, zodanig dat het remlichaam opwaarts en neerwaarts langs de wielen bewogen kan worden om aan te grijpen op een ondergrond. Op deze wijze hindert het 10 remlichaam de functie van de wielen niet.
Een andere aspect van de uitvinding betreft een dolly voor het vervoeren of presenteren van goederen, omvattende: - een zich tijdens gebruik hoofdzakelijk horizontaal uitstrekkend bodemgedeelte dat 15 tijdens gebruik aan een bovenzijde daarvan kan zijn voorzien van een opbouw voor het omvatten van de te vervoeren of te tonen goederen, - een of meer wielen die aan een onderzijde van het bodemgedeelte zijn aangebracht, - zodanig dat tijdens gebruik een stabiele ondersteuning van het bodemgedeelte door de wielen op een ondergrond kan worden bereikt, 20 - waarbij de dolly van een ongeremde toestand, voor het verrijden van de dolly, naar een geremde toestand, voor het parkeren van de dolly, kan worden gebracht, - waartoe onder het bodemgedeelte een remlichaam is aangebracht, dat zich nagenoeg geheel onder het bodemgedeelte bevindt, waarbij de geremde toestand kan worden bereikt door het tijdens gebruik verticaal neerlaten van het remlichaam weg van het 25 bodemgedeelte en de ongeremde toestand kan worden bereikt door het verticaal optrekken van het remlichaam in de richting van het bodemgedeelte, - waarbij het remlichaam is ingericht om in de geremde toestand op de ondergrond aan te grijpen, - waarbij het remlichaam is voorzien van een bedieningsorgaan waarmee een gebruiker 30 in de ongeremde toestand het remlichaam kan doen aangrijpen om de geremde toestand te bereiken en om de werking van het remlichaam in de geremde toestand op te heffen om de ongeremde toestand te bereiken. Zo wordt een eenvoudig bedieningssysteem gerealiseerd om het remlichaam verticaal op te trekken en neer te laten.
5
Een voorkeursuitvoeringsvorm betreft een dolly, waarbij het bedieningsorgaan met een uiteinde in een punt schamierbaar is verbonden met het remlichaam en tevens met een uiteinde van een eerste scharnierelement en een uiteinde van een tweede scharnierelement, waarbij het eerste scharnierelement met een ander uiteinde 5 schamierbaar is verbonden met een star aan het bodemgedeelte verbonden bevestigingselement, en het tweede scharnierelement met een ander uiteinde schamierbaar is verbonden met een tijdens gebruik verticaal beweegbaar uitschuifelement dat star verbonden is met het remlichaam, waarbij het uitschuifelement is ingericht om hoofdzakelijk verticaal uitschuifbaar te zijn.
10
Een verdere uitvoeringsvorm betreft een dolly, waarbij het remlichaam, wanneer dit is ingericht om op een ondergrond aan te grijpen, zodanig is ingericht dat de dolly in de geremde toestand op stabiele wijze op een andere dolly geplaatst kan worden. Zo kan stapelen van meerdere dolly’s, bijvoorbeeld in een distributiecentrum, supermarkt, 15 of anderszins, bereikt worden. Daarbij is het van voordeel dat het remlichaam een of meer hoofdzakelijk vlakke onderzijden heeft.
Een voordelige uitvoeringsvorm betreft een dolly, waarbij de tijdens gebruik bovenzijde van het bodemgedeelte is voorzien van een of meer handgrepen. Dit maakt 20 dat de dolly relatief eenvoudig opgepakt kan worden, bijvoorbeeld tijdens het op elkaar stapelen van dolly’s.
Daarbij kunnen de een of meer handgrepen een of meer sleuven omvatten die in de tijdens gebruik bovenzijde van het bodemgedeelte zijn aangebracht. Het voordeel 25 van het gebruik van sleuven is dat deze niet boven de bovenzijde van het bodemgedeelte uitsteken, wat het voomoemde stapelen van dolly’s vergemakkelijkt.
Voorts is het van voordeel als een of meer omtrekszijden van het bodemgedeelte of het remlichaam een afgeronde vorm hebben. Dit vergemakkelijkt met name het 30 verrijden van de dolly over een ongelijke ondergrond. Daarnaast wordt voorkomen dat bij botsing van de dolly met een persoon of ander object verwondingen of schade ontstaan.
6
Figuur 1 toont een schematisch aanzicht van een dolly volgens de onderhavige uitvinding;
Figuur 2a toont een zijaanzicht van een onderstel volgens de uitvinding, waarbij de remplaat zich in de opgetrokken toestand bevindt; 5 Figuur 2b toont het onderstel van figuur 2a, waarbij de remplaat zich in de neergelaten toestand bevindt;
Figuur 3 toont een schematisch aanzicht in perspectief van een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een onderstel volgens de uitvinding;
Figuur 4 toont de onderzijde van het onderstel volgens het eerste 10 uitvoeringsvoorbeeld van figuur 3;
Figuur 5 toont de onderzijde van een tweede uitvoeringsvoorbeeld van het onderstel volgens de uitvinding; en
Figuur 6 toont het onderstel volgens een derde uitvoeringsvoorbeeld.
15 Figuur 1 toont een dolly 1 met een onderstel 2 voorzien van een viertal wielen 6, 7 om de dolly 1 stabiel te kunnen positioneren en te kunnen verrijden. Deze wielen 6, 7 kunnen zowel niet-zwenkbare als zwenkbare wielen omvatten. Op het onderstel 2 kan tijdens gebruik een opbouw 3 aangebracht worden, waarin de goederen opgeslagen worden, ter transport van die goederen, bijvoorbeeld in een vrachtwagen, of ter 20 presentatie van die goederen, bijvoorbeeld in een supermarkt. Deze goederen kunnen bijvoorbeeld levensmiddelen, schoonmaakmiddelen, huishoudelijke producten, elektronica en dergelijke omvatten. Alternatief kan op het onderstel 2 een zogeheten ‘display’ aangebracht worden. Een dergelijke dolly 1 is voorzien van een remsysteem om ongewenst verrijden van de dolly 1 te verhinderen. De afmetingen in de lengte L, 25 breedte B en hoogte H van de dolly 1 met opbouw 3 zoals getoond bedragen respectievelijk ongeveer 0,5 m, 1 m en 1,80 m.
Figuur 2a toont het onderstel 2 van de dolly 1 volgens de uitvinding in zijaanzicht. Het onderstel 2 is voorzien van een bodemdeel 4 waarop aan de bovenzijde 30 de opbouw 3 kan worden aangebracht. Aan de onderzijde van het bodemdeel 4 is een remlichaam in de vorm van een remplaat 5, 5’ aangebracht. Aan een omtrekszijde van de remplaat 5, 5’ is een eerste bedieningsorgaan in de vorm van een voetpedaal 9 aangebracht om de remplaat 5, 5’ van een neergelaten, geremde toestand naar een 7 opgetrokken, ongeremde toestand te bewegen. In de opgetrokken toestand bevindt de remplaat 5, 5’ zich nabij de onderzijde van het bodemdeel 4. Bij het intrappen van het voetpedaal 9 door een gebruiker wordt de remplaat 5, 5’ opwaarts bewogen om de opgetrokken toestand, zoals getoond in figuur 2b, te bereiken. Het naast het voetpedaal 5 9 geplaatste tweede bedieningsorgaan in de vorm van een voetpedaal 10, dat eveneens op de remplaat 5, 5” is aangebracht dient om bij intrappen daarvan de neergelaten, geremde toestand te bereiken, waarbij de remplaat 5, 5’ contact met de wielen 6, 7 of de ondergrond maakt zodat draaiing van de wielen 6, 7 en rijden van het onderstel 2 wordt voorkomen.
10
De remplaat 5, 5’ biedt zoals genoemd de mogelijkheid tot afsteunen van het onderstel 2 en de dolly 1 op een ondergrond. Deze ondergrond kan bijvoorbeeld de vloer van een supermarkt of een soortgelijke vloer betreffen, maar ook bijvoorbeeld de bovenkant van een andere dolly, waardoor de dolly’s gestapeld kunnen worden. Met 15 name in een distributiecentrum ter bevoorrading van de betreffende supermarkt, of in de supermarkt zelf, biedt dit grote voordelen doordat zo veel ruimte bespaard wordt.
Figuur 3 toont een detailaanzicht van een eerste uitvoeringsvoorbeeld van het onderstel 2. Het bodemdeel 4 heeft een afschermingsrand om de remplaat 5 daaronder 20 te beschermen tegen beschadiging. De remplaat 5 zelf is uitgevoerd als een vrijwel massieve plaat. Nabij een omtrekszijde van het bodemdeel 4, linksboven in figuur 3, zijn twee zwenkwielen 6 aangebracht om gemakkelijk sturen van het onderstel 2 mogelijk te maken. Aan de tegenoverliggende omtrekszijde, rechtsonder in figuur 3, zijn twee niet-zwenkbare wielen 7 onder het bodemdeel 4 aangebracht. Rondom de 25 wielen 6, 7 zijn uitsparingen aangebracht, in de vorm van ronde gaten 22 bij de zwenkwielen 6 en rechthoekige sleuven 23 bij de niet-zwenkbare wielen 7, zodat de remplaat 5 langs die wielen 6, 7 opwaarts en neerwaarts kan bewegen. De grootte van die gaten 22 en sleuven 23 kan zo gekozen worden dat deze ofwel tegen het loopvlak van de wielen 6, 7 aan bewegen om remwerking te verkrijgen, ofwel hierlangs te 30 bewegen zodat de remplaat 5 kan aangrijpen op de ondergrond. Aan de omtrekszijde van de remplaat 5 linksboven in figuur 3 zijn twee voetpedalen 9, 10 aangebracht. Het voetpedaal 9 dient om de remplaat 5 opwaarts te kunnen bewegen naar de opgetrokken toestand. Het voetpedaal 10 dient om de remplaat 5 neerwaarts te kunnen bewegen naar 8 de neergelaten, geremde toestand. Het voetpedaal 9 is scharnierend verbonden met de remplaat 5 middels vast met dat voetpedaal 9 verbonden schamierelementen 18 en 20. Deze schamierelementen 18, 20 creëren een eerste schamieras SI rondom welke het voetpedaal 9 ten opzichte van de remplaat 5 kan roteren. Het voetpedaal 10 is 5 schamierbaar aan het voetpedaal 9 bevestigd middels voornoemd schamierelement 20 dat is ingericht om het voetpedaal 10 rond een op afstand van die eerste schamieras SI, parallel daaraan gelegen, tweede schamieras S2 te laten scharnieren.
De schamierelementen 18, 20 zijn elk middels een hoofdzakelijk parallel aan de 10 onderzijde van het bodemdeel 4 verlopende activatiestang 11 in de schamieras S2 verbonden met twee op afstand gelegen scharnieren 15 die nabij een tegenoverliggende omtrekszijde van de remplaat 5 aan die remplaat 5 zijn aangebracht. De remplaat 5 is voorts middels een zwenkstang 12 schamierbaar opgehangen aan een bevestigingspunt 13 aan de onderzijde van het bodemdeel 4. Bij voorkeur bevindt deze zwenkstang 12 15 zich nabij het zwaartepunt van de remplaat 5.
Het voetpedaal 10 is eveneens schamierbaar opgehangen aan een scharnierpunt 17, dat een parallel aan de schamierassen SI en S2 gelegen schamieras S4 definieert, aan de onderzijde van het bodemdeel 4 via een stangenstelsel 27. Dit stangenstelsel 27 20 omvat een stang 27a en een stang 27b die onderling schamierbaar zijn verbonden via een kniescharnier 19, dat een parallel aan de schamierassen SI, S2, S4 gelegen schamieras S3 definieert, waarbij de stang 27a zich uitstrekt tussen de schamieras S2 van het schamierelement 20 en het kniescharnier 19 en de stang 27b zich uitstrekt tussen het kniescharnier 19 en het scharnierpunt 17. Door middel van het kniescharnier 25 19 kunnen de stangen 29a, 29b ten opzichte van elkaar knikken.
Wanneer de gebruiker de remplaat 5 wil neerlaten om op de wielen 6, 7 aan te grijpen om deze te remmen of om de remplaat 5 te laten afsteunen op de ondergrond, trapt deze gebruiker het voetpedaal 10 naar beneden. Hierdoor knikken de stangen 27a 30 en 27b ten opzichte van elkaar en wordt de remplaat 5 neergelaten. Ook wordt het voetpedaal 9 als gevolg van het intrappen van het voetpedaal 10 naar boven gekanteld. Tevens worden de activatiestangen 11 richting de wielen 7 bewogen. Eveneens maakt de zwenkstang 12 een zwenkbeweging waarbij de remplaat 5 neerwaarts wordt 9 bewogen, waarbij de zwenkstang 12 zich uiteindelijk in de neergelaten positie van de remplaat 5 in een nagenoeg verticale stand zal bevinden. Om vervolgens weer terug te keren naar de ongeremde, opgetrokken toestand van de remplaat 5 wordt het voetpedaal 9 ingetrapt, waarbij het voetpedaal 10 weer omhoog kantelt en de stangen 29a en 29b 5 daarbij in het verlengde van elkaar komen te liggen. Daarbij zijn de stangen 29a en 29b niet of nauwelijks geknikt ten opzichte van elkaar. Dit laatste voorkomt onbedoelde beweging van de remplaat 5.
Figuur 4 toont de onderzijde van het onderstel 2, in het bijzonder de remplaat 5, 10 volgens het voorgaande, eerste uitvoeringsvoorbeeld. In deze weergave is te zien dat de onderzijde van de remplaat 5 is voorzien van een aantal sleuven 24, 25, 26 om respectievelijk het scharnier 15, de zwenkstang 12, en de scharnieren 18, 20 te accommoderen.
15 Figuur 5 toont het onderstel 2’ volgens een tweede uitvoeringsvoorbeeld. De remplaat 5’ is nu geen massieve plaat meer, maar is vervangen door een kleinere plaat die rond de wielen 6 is aangebracht, en is nabij de wielen 7 vervangen door een remlichaam 8, dat bij het neerlaten van de remplaat 5’ op de loopvlakken van de wielen 7 aangrijpt. Tevens zijn de twee activatiestangen 11 vervangen door een enkele 20 activatiestang 11. Daarnaast is het voetpedaal roterend aangebracht rond een as 21 die in een aan het bodemdeel 4 bevestigd frame 14 is aangebracht.
Figuur 6 toont het onderstel 2” volgens het derde uitvoeringsvoorbeeld. Bij dit uitvoeringsvoorbeeld wordt de remplaat 5” vervangen door een frame 5”, dat in 25 essentie verticaal opwaarts en neerwaarts wordt bewogen, waarbij remwerking wordt verkregen door aangrijping van een het frame 5”, op de ondergrond. Het onderstel 2” is voorzien van een enkel voetpedaal 9’ dat in een scharnierpunt S scharnierend is verbonden met een uiteinde van een eerste scharnierelement 29a en een uiteinde van een tweede scharnierelement 29b. Het scharnierelement 29a is met een 30 tegenoverliggend uiteinde schamierbaar verbonden met een bevestigingselement 28, dat vast verbonden is met een neerwaarts projecterend deel 31 van het bodemdeel 4. Het tweede scharnierelement 29b is met een tegenoverliggend uiteinde schamierbaar verbonden met een uitschuifelement 30 dat verticaal langs het bevestigingselement 28 10 kan in- en uitschuiven. Dit uitschuifelement 30 is aangebracht nabij een van de wielen. Bij in- en uitschuiven van dit uitschuifelement 30 wordt het frame 5” op en neer bewogen. Daarnaast is in het scharnierpunt S een activatiestang 11 ’ schamierbaar aangebracht om de beweging van het voetpedaal 9’ over te brengen naar 5 schamierelementen nabij de andere wielen om aldaar in- en uitschuiven van een uitschuifelement en daarmee het frame 5” aldaar te bewerkstelligen.
Het aangrijpen van het frame 5” op de ondergrond wordt bereikt door het voetpedaal 9’ zoals getoond in figuur 6 omhoog te kantelen, waarbij de 10 schamierelementen 29a, 29b een scharende beweging ten opzichte van elkaar maken om uiteindelijk in het verlengde van elkaar te komen te liggen. Doordat het tweede schamierelement 29b en daarmee het uitschuifelement 30 naar beneden beweegt, wordt het frame 5” aldaar ook naar beneden bewogen om uiteindelijk op de ondergrond aan te grijpen en daarop af te steunen. De activatiestang 1Γ beweegt daarbij naar rechts om 15 de werking van het voetpedaal 9’ op verdere schamierelementen nabij de overige wielen te over te brengen en verticaal uitschuiven van het frame 5” aldaar te veroorzaken. Na het neerwaarts uitschuiven van het frame 5” bevinden de wielen zich geheel binnen het frame 5”. In plaats van het gebruik van een enkel voetpedaal 9’, zoals hierboven beschreven, kan ook een systeem met twee voetpedalen gebruikt 20 worden, zoals besproken met betrekking tot het eerste en tweede uitvoeringsvoorbeeld.
Bij alle getoonde uitvoeringsvormen kunnen voordelig aan de bovenzijde van het bodemgedeelte 4 handgrepen (niet getoond) aangebracht worden, bijvoorbeeld in de vorm van sleuven, voor het met de hand optillen van de dolly. Eveneens is het van 25 voordeel wanneer een van de omtrekszijden van de remplaat 5, 5’ of frame 5” een afgeronde vorm heeft zodat verrijden van de dolly over een ongelijkmatige ondergrond vergemakkelijkt wordt en bij botsing met een persoon of object geen schade of verwondingen ontstaan. Tevens is het van voordeel als de diverse onderdelen van de dolly uit biologisch afbreekbaar kunststof worden vervaardigd.
Het moge duidelijk zijn dat de bovenstaande beschrijving is bedoeld om de werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting 30 5 11 zullen voor een vakman vele variaties evident zijn die zich bevinden binnen de uitvindingsgedachte en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding.
12
Lijst met verwijzingstekens 1. Dolly 2, 2’,2”. Onderstel 5 3. Opbouw 4. Bodemdeel 5,5’. Remplaat 5”. Frame 6. Zwenkwiel 10 7. Wiel 8. Remlichaam 9. Voetpedaal 10. Voetpedaal 11. Activatie stang 15 12. Zwenkstang 13. Bevestigingspunt 14. Bevestigingsframe 15. S charni er (rempl aat) 16. Scharnier (bevestigingspunt) 20 17. Ophangpunt 18. Scharnier (voetpedaal) 19. Knieschamier 20. Scharnier (tussen beide voetpedalen) 21. Rotatieas 25 22. Uitsparing voor zwenkwiel 23. Uitsparing voor wiel 24. Sleuf voor remplaatscharnier 25. Sleuf voor zwenkstangscharnier 26. Sleuf voor voetpedaalschamier 30 27. Stangenstelsel knieschamier 27a. Stang verbonden met knieschamier 27b. Stang verbonden met knieschamier 28. Bevestigingselement 29a. Eerste schamierelement 13 29b. Tweede scharnierelement 30. Uitschuifelement 5
Claims (15)
1. Dolly (1) voor het vervoeren of presenteren van goederen, omvattende: 5. een zich tijdens gebruik hoofdzakelijk horizontaal uitstrekkend bodemgedeelte (4) dat tijdens gebruik aan een bovenzijde daarvan kan zijn voorzien van een opbouw (3) voor het omvatten van de te vervoeren of te tonen goederen, - een of meer wielen (6, 7) die aan een onderzijde van het bodemgedeelte (4) zijn aangebracht, 10. zodanig dat tijdens gebruik een stabiele ondersteuning van het bodemgedeelte (4) door de wielen (6, 7) op een ondergrond kan worden bereikt, - waarbij de dolly (1) van een ongeremde toestand, voor het verrijden van de dolly (1), naar een geremde toestand, voor het parkeren van de dolly (1), kan worden gebracht, - waartoe onder het bodemgedeelte (4) een remlichaam (5, 5’) is aangebracht, dat zich 15 nagenoeg geheel onder het bodemgedeelte (4) bevindt, waarbij de geremde toestand kan worden bereikt door het neerlaten van het remlichaam (5, 5’) weg van het bodemgedeelte (4) en de ongeremde toestand kan worden bereikt door het optrekken van het remlichaam (5, 5’) in de richting van het bodemgedeelte (4), - waarbij het remlichaam (5, 5’) is ingericht om in de geremde toestand op het loopvlak 20 van de wielen (6, 7) of op de ondergrond aan te grijpen, - waarbij het remlichaam (5, 5’) is voorzien van een eerste bedieningsorgaan (9) om de ongeremde toestand te bereiken, en een tweede bedieningsorgaan (10) waarmee een gebruiker in de ongeremde toestand het remlichaam (5, 5’) kan doen aangrijpen om de geremde toestand te bereiken, waarbij het eerste bedieningsorgaan (9) de werking van 25 dat tweede bedieningsorgaan (10) bij het bewegen van de geremde toestand naar de ongeremde toestand opheft.
2. Dolly (1) volgens conclusie 1, waarbij de eerste en tweede bedieningsorganen (9, 10) ten opzichte van het remlichaam (5, 5’) schamierbare voetpedalen (9, 10) omvatten 30 die aan een omtrekszijde van het remlichaam (5, 5’) zijn aangebracht.
3. Dolly (1) volgens conclusie 2, waarbij de eerste en tweede schamierbare voetpedalen (9, 10) zich naast elkaar bevinden.
4. Dolly (1) volgens conclusie 3, waarbij het eerste scharnierbare voetpedaal (9) schamierbaar is ten opzichte van het remlichaam (5, 5’) rond een eerste scharnieras (51) en het tweede voetpedaal schamierbaar is ten opzichte van het eerste voetpedaal (9) rond een tweede scharnieras (S2) die zich nabij de eerste scharnieras (SI), 5 hoofdzakelijk parallel daaraan, uitstrekt, waarbij het tweede voetpedaal (10) een pedaalgedeelte omvat dat zich aan één zijde van de tweede scharnieras (S2) bevindt en een tegenoverliggend gedeelte dat zich aan de andere zijde van de tweede scharnieras (52) bevindt, waarbij het tegenoverliggende gedeelte een eerste verbindingsdeel (27b) omvat dat met één zijde van een knieschamier (19) is verbonden, waarbij een tweede 10 verbindingsdeel (27a) tussen een andere zijde van het knieschamier (19) en het bodemgedeelte (4) is aangebracht, zodanig dat in de ongeremde toestand het eerste verbindingsdeel (27b) en het tweede verbindingsdeel (27a) zich nagenoeg op één lijn bevinden en het tweede voetpedaal (10) omhoog is gekanteld en het eerste voetpedaal (9) naar beneden is gekanteld en in de geremde toestand het eerste verbindingsdeel 15 (27b) en het tweede verbindingsdeel (27a) geroteerd zijn ten opzichte van elkaar en het tweede voetpedaal (10) naar beneden is gekanteld en het eerste voetpedaal (9) naar boven is gekanteld.
5. Dolly (1) volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het remlichaam (5, 20 5’) schamierbaar is opgehangen aan het bodemgedeelte (4) middels een zwenkorgaan (12).
6. Dolly (1) volgens conclusie 4 of 5, waarbij een uiteinde van een zich langs de bovenzijde van het remlichaam (5, 5’) uitstrekkend stangenstelsel (11) schamierbaar is 25 verbonden met het eerste voetpedaal (9) in de tweede scharnieras (S2) en een ander uiteinde van het stangenstelsel (11) schamierbaar is verbonden met het remlichaam (5, 5’) in een verdere scharnieras (S5) die zich op afstand van de tweede scharnieras (S2), parallel daaraan uitstrekt.
7. Dolly (1) volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het remlichaam een blokkeerorgaan (8) omvat dat ingericht is voor aangrijping op het loopvlak van een of meer van de wielen (6, 7).
8. Dolly (1) volgens een van de voorgaande conclusies, waarin uitsparingen (22, 23) zijn aangebracht nabij de wielen (6, 7), welke uitsparingen (22, 23) een binnendiameter hebben die groter is dan de buitendiameter van het betreffende wiel (6, 7), zodanig dat het remlichaam (5, 5’) opwaarts en neerwaarts langs de wielen bewogen kan worden 5 om aan te grijpen op een ondergrond.
9. Dolly (1) voor het vervoeren of presenteren van goederen, omvattende: - een zich tijdens gebruik hoofdzakelijk horizontaal uitstrekkend bodemgedeelte (4) dat 10 tijdens gebruik aan een bovenzijde daarvan kan zijn voorzien van een opbouw (3) voor het omvatten van de te vervoeren of te tonen goederen, - een of meer wielen (6, 7) die aan een onderzijde van het bodemgedeelte (4) zijn aangebracht, - zodanig dat tijdens gebruik een stabiele ondersteuning van het bodemgedeelte (4) 15 door de wielen (6, 7) op een ondergrond kan worden bereikt, - waarbij de dolly (1) van een ongeremde toestand, voor het verrijden van de dolly (1), naar een geremde toestand, voor het parkeren van de dolly (1), kan worden gebracht, - waartoe onder het bodemgedeelte (4) een remlichaam (5”) is aangebracht, dat zich nagenoeg geheel onder het bodemgedeelte (4) bevindt, waarbij de geremde toestand 20 kan worden bereikt door het tijdens gebruik verticaal neerlaten van het remlichaam (5”) weg van het bodemgedeelte (4) en de ongeremde toestand kan worden bereikt door het verticaal optrekken van het remlichaam (5”) in de richting van het bodemgedeelte (4), - waarbij het remlichaam (5”) is ingericht om in de geremde toestand op de ondergrond 25 aan te grijpen, - waarbij het remlichaam (5”) is voorzien van een bedieningsorgaan (9’) waarmee een gebruiker in de ongeremde toestand het remlichaam (5”) kan doen aangrijpen om de geremde toestand te bereiken en om de werking van het remlichaam (5”) in de geremde toestand op te heffen om de ongeremde toestand te bereiken. 30
10. Dolly (1) volgens conclusie 10, waarbij het bedieningsorgaan (9’) met een uiteinde in een punt (S) scharnierbaar is verbonden met het remlichaam (5”) en tevens met een uiteinde van een eerste scharnierelement (29a) en een uiteinde van een tweede schamierelement (29b), waarbij het eerste schamierelement (29a) met een ander uiteinde schamierbaar is verbonden met een star aan het bodemgedeelte (4) verbonden bevestigingselement (28), en het tweede schamierelement (29b) met een ander uiteinde schamierbaar is verbonden met een tijdens gebruik verticaal beweegbaar 5 uitschuifelement (30) dat star verbonden is met het remlichaam (5”), waarbij het uitschuifelement (30) is ingericht om hoofdzakelijk verticaal uitschuifbaar te zijn.
11. Dolly (1) volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het remlichaam (5, 5’, 5”), wanneer dit is ingericht om op een ondergrond aan te grijpen, zodanig is 10 ingericht dat de dolly in de geremde toestand op stabiele wijze op een andere dolly (1) geplaatst kan worden.
12. Dolly (1) volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het remlichaam (5, 5’, 5”) een of meer hoofdzakelijk vlakke onderzijden heeft. 15
13. Dolly (1) volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de tijdens gebruik bovenzijde van het bodemgedeelte (4) is voorzien van een of meer handgrepen.
14. Dolly (1) volgens conclusie 13, waarbij de een of meer handgrepen een of meer 20 sleuven omvatten die in de tijdens gebruik bovenzijde van het bodemgedeelte (4) zijn aangebracht.
15. Dolly (1) volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij een of meer omtrekszijden van het bodemgedeelte (4) of het remlichaam (5, 5’, 5”) een afgeronde 25 vorm hebben.
Priority Applications (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2009500A NL2009500C2 (nl) | 2012-09-21 | 2012-09-21 | Dolly voor het vervoeren of presenteren van goederen. |
US14/429,460 US9505422B2 (en) | 2012-09-21 | 2013-09-23 | Dolly |
PCT/NL2013/050682 WO2014046546A1 (en) | 2012-09-21 | 2013-09-23 | Dolly |
EP13771232.9A EP2897849B1 (en) | 2012-09-21 | 2013-09-23 | Dolly |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2009500A NL2009500C2 (nl) | 2012-09-21 | 2012-09-21 | Dolly voor het vervoeren of presenteren van goederen. |
NL2009500 | 2012-09-21 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2009500C2 true NL2009500C2 (nl) | 2014-03-24 |
Family
ID=47016808
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2009500A NL2009500C2 (nl) | 2012-09-21 | 2012-09-21 | Dolly voor het vervoeren of presenteren van goederen. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL2009500C2 (nl) |
Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3247931A (en) * | 1963-10-11 | 1966-04-26 | Lockheed Aircraft Corp | Cargo pallet with telescoping skids |
DE2216101A1 (de) * | 1972-04-01 | 1973-10-04 | Rodehau Metallwarenfabrik R | Bremsvorrichtung fuer servierwagen, insbesondere fuer servierwagen in verkehrsflugzeugen |
US4073369A (en) * | 1977-01-14 | 1978-02-14 | Nordskog Company Inc. | Brake and tie-down mechanism |
WO1999006260A1 (nl) * | 1997-07-29 | 1999-02-11 | Driessen Aircraft Holding B.V. | Onderstel voor een wagen, met name voor een trolley, alsmede een wagen voorzien van een dergelijk onderstel |
GB2482570A (en) * | 2010-08-02 | 2012-02-08 | Loadhog Ltd | A load-carrying apparatus convertible between a pallet and a dolly |
-
2012
- 2012-09-21 NL NL2009500A patent/NL2009500C2/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3247931A (en) * | 1963-10-11 | 1966-04-26 | Lockheed Aircraft Corp | Cargo pallet with telescoping skids |
DE2216101A1 (de) * | 1972-04-01 | 1973-10-04 | Rodehau Metallwarenfabrik R | Bremsvorrichtung fuer servierwagen, insbesondere fuer servierwagen in verkehrsflugzeugen |
US4073369A (en) * | 1977-01-14 | 1978-02-14 | Nordskog Company Inc. | Brake and tie-down mechanism |
WO1999006260A1 (nl) * | 1997-07-29 | 1999-02-11 | Driessen Aircraft Holding B.V. | Onderstel voor een wagen, met name voor een trolley, alsmede een wagen voorzien van een dergelijk onderstel |
GB2482570A (en) * | 2010-08-02 | 2012-02-08 | Loadhog Ltd | A load-carrying apparatus convertible between a pallet and a dolly |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US5927745A (en) | Foldable utility cart | |
US6575491B2 (en) | Versatile cart for transporting packages to a vehicle | |
CA3009156C (en) | Cart and dolly handle with stacking position | |
NL8002376A (nl) | Laadinrichting voor laadborden. | |
EP1700765B1 (en) | Shopping cart | |
CN101282866A (zh) | 行李推车 | |
NL2000215C2 (nl) | Transporthulp met opzetstuk. | |
US4601479A (en) | Combination shopping cart and stock cart | |
KR101617602B1 (ko) | 휠 캠버 변화에 의한 들어올림 효과를 갖는 팔레트를 들어올리고 이동시키기 위한 수동식 롤링 디바이스 | |
NL2009500C2 (nl) | Dolly voor het vervoeren of presenteren van goederen. | |
KR20010023408A (ko) | 개인용 운반 차량을 위한 적재 트레이 | |
WO2007092439A2 (en) | Cart with cam action handle | |
NL2001880C2 (nl) | Voertuig. | |
US20030180130A1 (en) | Cart and lift system | |
JPH10244944A (ja) | カート | |
NL1001294C2 (nl) | Verrijdbare hefinrichting. | |
NL7906341A (nl) | Laaghefwagen. | |
FR2579158A1 (fr) | Chariot a provisions pliable et retractable utilisable en grandes surfaces et pour les marches | |
FR2522597A1 (fr) | Appareil pour la manutention de charges | |
BE1031222B1 (nl) | Verrijdbaar reksysteem met een modulair draagsysteem | |
US20140021698A1 (en) | Collapsible Cart for Transporting Bags | |
KR20090000250U (ko) | 무게 중심 축을 개량한 수직 적재식 손수레 | |
US8646803B2 (en) | Baby carriage with stand to prevent tipping | |
NL2017094B1 (nl) | Transportwagen en werkwijze voor het transporteren van goederen | |
CN216709348U (zh) | 一种物料运输车装置 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD | Change of ownership |
Owner name: JAN KNIJNENBURG B.V.; NL Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: VERANDERING VAN EIGENAAR(S), OVERDRACHT; FORMER OWNER NAME: GERTJAN LEIJDEKKERS Effective date: 20160812 |
|
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20201001 |