NL2008542C2 - Vloerelement voorzien van voorspanmiddelen. - Google Patents

Vloerelement voorzien van voorspanmiddelen. Download PDF

Info

Publication number
NL2008542C2
NL2008542C2 NL2008542A NL2008542A NL2008542C2 NL 2008542 C2 NL2008542 C2 NL 2008542C2 NL 2008542 A NL2008542 A NL 2008542A NL 2008542 A NL2008542 A NL 2008542A NL 2008542 C2 NL2008542 C2 NL 2008542C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
concrete
floor element
floor
weight
prestressing
Prior art date
Application number
NL2008542A
Other languages
English (en)
Inventor
Robert Plug
Original Assignee
Barhold B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Barhold B V filed Critical Barhold B V
Priority to NL2008542A priority Critical patent/NL2008542C2/nl
Priority to BE20130205A priority patent/BE1022025B9/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2008542C2 publication Critical patent/NL2008542C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B28WORKING CEMENT, CLAY, OR STONE
    • B28BSHAPING CLAY OR OTHER CERAMIC COMPOSITIONS; SHAPING SLAG; SHAPING MIXTURES CONTAINING CEMENTITIOUS MATERIAL, e.g. PLASTER
    • B28B23/00Arrangements specially adapted for the production of shaped articles with elements wholly or partly embedded in the moulding material; Production of reinforced objects
    • B28B23/0068Embedding lost cores
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B28WORKING CEMENT, CLAY, OR STONE
    • B28BSHAPING CLAY OR OTHER CERAMIC COMPOSITIONS; SHAPING SLAG; SHAPING MIXTURES CONTAINING CEMENTITIOUS MATERIAL, e.g. PLASTER
    • B28B23/00Arrangements specially adapted for the production of shaped articles with elements wholly or partly embedded in the moulding material; Production of reinforced objects
    • B28B23/02Arrangements specially adapted for the production of shaped articles with elements wholly or partly embedded in the moulding material; Production of reinforced objects wherein the elements are reinforcing members
    • B28B23/04Arrangements specially adapted for the production of shaped articles with elements wholly or partly embedded in the moulding material; Production of reinforced objects wherein the elements are reinforcing members the elements being stressed
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B5/00Floors; Floor construction with regard to insulation; Connections specially adapted therefor
    • E04B5/02Load-carrying floor structures formed substantially of prefabricated units
    • E04B5/04Load-carrying floor structures formed substantially of prefabricated units with beams or slabs of concrete or other stone-like material, e.g. asbestos cement
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B5/00Floors; Floor construction with regard to insulation; Connections specially adapted therefor
    • E04B5/16Load-carrying floor structures wholly or partly cast or similarly formed in situ
    • E04B5/32Floor structures wholly cast in situ with or without form units or reinforcements
    • E04B5/326Floor structures wholly cast in situ with or without form units or reinforcements with hollow filling elements
    • E04B5/328Floor structures wholly cast in situ with or without form units or reinforcements with hollow filling elements the filling elements being spherical
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04CSTRUCTURAL ELEMENTS; BUILDING MATERIALS
    • E04C1/00Building elements of block or other shape for the construction of parts of buildings
    • E04C1/24Elements for building-up floors, ceilings, roofs, arches, or beams
    • E04C1/34Elements for building-up floors, ceilings, roofs, arches, or beams designed for use as filling elements

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Electromagnetism (AREA)
  • Manufacturing & Machinery (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Ceramic Engineering (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Reinforcement Elements For Buildings (AREA)
  • Manufacturing Of Tubular Articles Or Embedded Moulded Articles (AREA)

Description

Vloerelement voorzien van voorspanmiddelen
De uitvinding heeft betrekking op een betonnen vloerelement, omvattende een betonlichaam met in langsrichting tegenover elkaar liggende einden en daartussen zich 5 uitstrekkende langsranden, in welk betonlichaam zijn opgenomen een of meer gewichtsbesparende lichamen die een totale massa hebben die lager is dan het totale volume van de gewichtsbesparende lichamen vermenigvuldigd met de dichtheid van beton dat de gewichtsbesparende lichamen omringt.
Een dergelijk vloerelement is bijvoorbeeld bekend uit EP 0.552.201 BI. Deze 10 publicatie beschrijft een betonnen vloerelement waarin holle lichamen zijn geplaatst. In de ruimte ingenomen door de holle lichamen zou zich bij niet aanwezig zijn van die lichamen beton bevinden. Dergelijke holle lichamen leiden ertoe dat het vloerelement een relatief laag gewicht heeft, waardoor een daarmee uitgevoerde bouwconstructie eveneens lichter kan zijn.
15 Hoewel een dergelijk vloerelement in de praktijk dus grote voordelen biedt, blijkt dat bij een relatief lange overspanning ondersteuning van het vloerelement door meerdere steunpunten nodig is. Het vloerelement wordt daarbij star op of aan de steunpunten bevestigd. Door deze starre bevestiging kunnen bij belasting van het vloerelement bij vervorming ervan scheuren ontstaan in het vloerelement nabij de 20 steunpunten, waardoor de betrouwbaarheid van de bouwconstructie afneemt. De genoemde vervorming betreft met name het doorbuigen of opbollen van de vloer.
Het is een doel van de uitvinding te voorzien in een vloerelement dat bij belasting minder vervormt nabij de steunpunten. Hiertoe heeft het vloerelement volgens de uitvinding het kenmerk dat in het betonlichaam voorspanmiddelen zijn ingebed die 25 zich uitstrekken tussen beide einden van het betonlichaam.
Doordat op voornoemde wijze voorspanmiddelen zijn aangebracht, wordt vervorming van het vloerelement zoveel mogelijk tegengegaan. De voorspanmiddelen oefenen tijdens gebruik een drukkracht uit op het betonlichaam. Het betonlichaam wordt hierdoor samengedrukt op die plaatsen waar het betonlichaam bij belasting uit 30 zou zetten. Doordat dit uitzetten door de voorspanmiddelen wordt tegengegaan, vervormt het vloerelement minder, met name bij de steunpunten, waardoor de betrouwbaarheid van de bouwconstructie wordt verhoogd.
2
Een uitvoeringsvorm betreft een vloerelement waarbij in het betonlichaam een onderste wapeningsnet en een bovenste wapeningsnet zijn opgenomen, waarbij de gewichtsbesparende lichamen zijn ingeklemd tussen die wapeningsnetten.
Een uitvoeringsvorm betreft een vloerelement waarbij de voorspanmiddelen 5 voorspankabels of voorspanstrengen omvatten. Dergelijke voorspankabels of voorspanstrengen kunnen een relatief grote trekkracht aan en kunnen relatief eenvoudig bij het vervaardigen van het vloerelement gepositioneerd en voorgespannen worden.
De voorspanmiddelen kunnen zich geheel buiten de gewichtsbesparende lichamen uitstrekken, zodat de gewichtsbesparende lichamen niet doorsneden worden. 10 Bij voorkeur bevinden de voorspanmiddelen zich relatief dichtbij het onderoppervlak van het betonlichaam. In het bijzonder kunnen de voorspanmiddelen zich tussen het onderste wapeningsnet en het onderoppervlak van het betonlichaam bevinden. Op deze wijze bevinden de voorspanmiddelen zich op relatief grote afstand van de zogenaamde neutrale as, waardoor een maximaal effect bereikt wordt met 15 betrekking tot het tegengaan van buiging als gevolg van de op de vloer zich bevindende lasten. Eveneens kunnen de voorspanmiddelen op het onderste wapeningsnet aangebracht worden.
Een uitvoeringsvorm betreft een vloerelement waarbij de voorspanmiddelen een of meer, bij voorkeur drie, op regelmatige afstand van elkaar gerangschikte 20 voorspankabels of bundels van voorspanstrengen omvatten. Op deze wijze blijkt in de praktijk een voldoende voorspankracht tot stand gebracht te kunnen worden. Door gebruik te maken van meerdere kabels of strengen wordt de trekkracht beter over het vloerelement verdeeld. Daarnaast kunnen bij een verminderde belastbaarheid van een van de kabels of strengen, bijvoorbeeld door een productiefout, de andere kabels of 25 strengen als “backup” fungeren.
Verder kunnen voorspanmiddelen zich relatief dicht bij het bovenoppervlak van het betonlichaam bevinden. In het bijzonder kunnen zich tussen het bovenste wapeningsnet en het bovenoppervlak van het betonlichaam voorspanmiddelen bevinden. Ook op deze wijze kan een relatief grote afstand van de voorspanmiddelen 30 tot de neutrale as worden verkregen en kan een maximaal effect bereikt wordt met betrekking tot het tegengaan van buiging.
In een bijzonder praktische uitvoeringsvorm kan het vloerelement aan een langsrand zijn voorzien van een oplegstrook. Twee van dergelijke naast elkaar liggende 3 vloerelementen vormen ter plaatse van de oplegstroken een voeg waarin wapeningsstaven alsmede een betonvulling aangebracht kunnen worden om een starre onderlinge verbinding te vormen.
Daarnaast betreft de uitvinding een vloer voorzien van meerdere zich naast 5 elkaar bevindende vloerelementen waarbij de vloerelementen twee aan twee telkens een met beton gevulde voeg insluiten. Voomoemde voeg is gevuld met beton om een egale uitvoering van de vloer te verkrijgen en om voldoende krachtoverdracht tussen de naburige vloerelementen te bewerkstelligen. Deze wapeningsstaven of koppelstaven zorgen voor krachtoverdracht tussen naburige vloerelementen, om voldoende 10 “ schij fwerki ng” te verkrij gen.
Tevens betreft de uitvinding een werkwijze voor het vervaardigen van een betonnen vloerelement omvattende de stappen van: - het verschaffen van dimensioneringsmiddelen, - het binnen de ruimte begrenst door de dimensioneringsmiddelen aanbrengen 15 van gewichtsbesparende lichamen die een totale massa hebben die lager is dan het totale volume van de gewichtsbesparende lichamen vermenigvuldigd met de dichtheid van het beton dat de gewichtsbesparende lichamen komt te omringen, - het aanbrengen van voorspanmiddelen, - het op voorspanning brengen van de voorspanmiddelen door op 20 tegenoverliggende einden daarvan werkzame trekmiddelen, - het storten van het beton, zodanig dat de gewichtsbesparende lichamen en de voorspanmiddelen in het beton worden ingebed, - het doen verharden van het beton, - het opheffen van de werking van de trekmiddelen onder handhaving van de 25 voorspanning in de voorspanmiddelen als gevolg van de inbedding van de voorspanmiddelen in het verharde beton.
Tevens kan de werkwijze voorts de volgende stappen omvatten: - het aanbrengen van een wapeningskorf binnen de dimensioneringsmiddelen omvattende een onderste wapeningsnet en een bovenste wapeningsnet, waarbij 30 de gewichtsbesparende lichamen tussen die wapeningsnetten zijn ingeklemd, waarbij de stap van het storten van het beton vervolgens zodanig wordt uitgevoerd dat het onderste wapeningsnet, het bovenste wapeningsnet, de 4 gewichtsbesparende lichamen en de voorspanmiddelen in het beton worden ingebed.
Door het aanbrengen van de wapeningsnetten kan een extra versterkingseffect worden bereikt.
5 Het vloerelement kan in een richting dwars op de voorspanmiddelen doorgezaagd worden ter verkrijging van een vloerelement met een nader gewenste lengte. Bij voorkeur wordt een vloerelement echter meteen via voomoemde werkwijze met de juiste lengte en breedte vervaardigd.
Doordat de voorspanning in de voorspanmiddelen gehandhaafd blijft als gevolg 10 van de inbedding van de voorspanmiddelen in het verharde beton, kan het vloerelement op elke gewenste lengte gezaagd worden met daartoe geschikte zaagmiddelen.
De uitvinding betreft tevens een werkwijze voor het vervaardigen van een vloer uit meerdere vloerelementen, omvattende de stappen van: - het met de langsranden naast en/of tegen elkaar plaatsen van de vloerelementen, 15 - het plaatsen van wapeningsstaven in de voeg gevormd boven de oplegstroken van twee naburige vloerelementen in de richting dwars op de langsrichting van de vloerelementen, - het storten van beton in de voeg en het inbedden van de wapeningsstaven in het beton, 20 - het doen verharden van het beton.
Op deze wijze wordt een vloer gerealiseerd met een starre, momentvaste verbinding tussen de vloerelementen.
Overigens dient opgemerkt te worden dat het voorspannen van betonnen vloerelementen zonder gewichtsbesparende lichamen in principe bekend is. De 25 specifieke combinatie van een vloerelement met gewichtsbesparende lichamen en voorspanmiddelen biedt echter een significant hogere weerstand tegen vervorming dan enkel een voorgespannen vloerelement zonder gewichtsbesparende lichamen of enkel een niet-voorgespannen vloerelement met gewichtsbesparende lichamen. Met name de betrouwbaarheid van de bouwconstructie is aanzienlijk hoger door de wisselwerking 30 tussen het vloerelement met gewichtsbesparende lichamen en de voorspanmiddelen.
5
Figuurbeschrijving
Uitvoeringsvormen van een betonnen vloerelement volgens de uitvinding zullen nader worden toegelicht aan de hand van de bij gevoegde figuren.
5 Fig. 1 toont een schematische weergave in dwarsdoorsnede van een vloerelement volgens de uitvinding in een eerste uitvoeringsvorm;
Fig. 2 toont een schematische weergave in langsdoorsnede van een vloerelement volgens de uitvinding in de eerste uitvoeringsvorm;
Fig. 3 toont een schematische weergave in dwarsdoorsnede van een 10 vloerelement volgens de uitvinding in een tweede uitvoeringsvorm; en
Fig. 4 toont een opengewerkte, perspectivische weergave van een vloerelement volgens de uitvinding in een derde uitvoeringsvorm.
Fig. 5 toont een perspectivische weergave van een vloer gevormd uit meerdere vloerelementen volgens de uitvinding.
15 Figuur 1 toont een eerste uitvoeringsvorm van een betonnen vloerelement 1 volgens de uitvinding in dwarsdoorsnede. Het getoonde vloerelement 1 heeft een bodemgedeelte 8 van relatief geringe dikte en een ten opzichte van het bodemgedeelte 8 verhoogd, relatief dik centraal gedeelte 9. Het bodemgedeelte 8 heeft een geringere hoogte dan het verhoogde gedeelte 9. Het verhoogde gedeelte 9 heeft een hoogte die 20 overeenkomt met de uiteindelijke dikte van de vloer waar het vloerelement 1 deel van uit maakt. Het bovenoppervlak van het vloerelement 1 is aangeduid met verwijzingscijfer 19 en het onderoppervlak met verwijzingscijfer 18.
In het verhoogde gedeelte 9 is in de dwarsdoorsnede van figuur 1 een rij van drie gewichtsbesparende lichamen 5 aangebracht, waarbij ‘dwars’ wil zeggen: 25 horizontaal en in het vlak van de tekening. In langsrichting, dat wil zeggen: loodrecht op het vlak van de tekening, kunnen zich meerdere van deze dwarsrijen met gewichtsbesparende lichamen 5 achter elkaar bevinden. De vakman zal overigens begrijpen dat zich in een dergelijke dwarsrij meer of minder dan drie gewichtsbesparende lichamen 5 kunnen bevinden. Deze gewichtsbesparende lichamen 30 5 kunnen holle bollen, kegels, kubussen of soortgelijke vormen betreffen. Belangrijk is echter dat deze lichamen 5 een totale massa hebben die lager is dan het totale volume van de gewichtsbesparende lichamen 5 vermenigvuldigd met de dichtheid van het beton van het betonlichaam 2 dat de gewichtsbesparende lichamen 5 omringt. Op deze 6 wijze wordt voorkomen dat het vloerelement 1 onnodig zwaar wordt. Door het volume van de gewichtsbesparende lichamen 5 is relatief weinig beton nodig. Daarnaast is de buigstijfheid van het vloerelement 1 hoog door de relatief grote dikte daarvan.
Een onderste wapeningsnet 3 strekt zich horizontaal door het bodemgedeelte 8 5 uit. Op eenzelfde wijze strekt een bovenste wapeningsnet 4 zich horizontaal uit nabij de bovenzijde van het verhoogde gedeelte 9. De gewichtsbesparende lichamen 5 zijn tussen de wapeningsnetten 3 en 4 ingeklemd ter vorming van een zogenaamde wapeningskorf. Het gebruik van de wapeningsnetten 3, 4 is echter niet strikt noodzakelijk.
10 Nabij het onderste wapeningsnet 3 zijn voorspanmiddelen 6 in de vorm van zes bundels met elk drie voorspankabels 6 aangebracht. Deze strekken zich in langsrichting van het vloerelement 1 uit. De voorspankabels 6 zorgen voor voorspanning van met name het bodemgedeelte 8 van het vloerelement 1. De voorspankabels 6 bevinden zich tussen het onderste wapeningsnet 3 en het onderoppervlak 18, hoewel een positie boven 15 het wapeningsnet 3 ook denkbaar is. De ligging nabij het onderoppervlak 18 voorkomt in het bijzonder excessief doorbuigen van het vloerelement 1. De tussenafstand tussen de bundels met voorspankabels 6 komt bijvoorkeur overeen met de tussenafstand tussen de gewichtsbesparende lichamen 5. De vakman zal begrijpen dat de breedte van het bodemgedeelte 8 kan variëren, al naar gelang de wensen van de gebruiker.
20 Op eenzelfde wijze kunnen nabij het bovenste wapeningsnet 4 voorspanmiddelen 7, zoals de getoonde voorspankabels 7, aangebracht worden. Deze voorspankabels 7 bevinden zich eveneens tussen het bovenste wapeningsnet 4 en het bovenoppervlak 19 om een maximale werking te hebben.
Aan de zijranden 16, 17 zijn oplegstroken 10 voorzien. In de ruimte boven de 25 oplegstroken 10 zijn wapeningsstaven 12 aangebracht om een stijve verbinding met een naburig vloerelement 1 te maken. De ruimte is afgestort met beton. Deze wapeningsstaven 12 zijn bijvoorkeur bevestigd langs de bovenzijde van de oplegstroken 10. De zijkant van het verhoogde gedeelte 9 loopt bij voorkeur enigszins schuin af, om het afstorten te vergemakkelijken.
30 Fig. 2 toont een schematische weergave in langsdoorsnede van een vloerelement 1 volgens de uitvinding in de eerste uitvoeringsvorm. Te zien is dat de voorspankabels 6 zich hoofdzakelijk nabij het bovenoppervlak 19 en het onderoppervlak 18 bevinden. In de getoonde uitvoeringsvorm bevinden de voorspankabels 6 zich ook buiten 7 voornoemde ‘korf gevormd door het onderste wapeningsnetwerk 3, het bovenste wapeningsnetwerk 4 en de daartussen geplaatste gewichtsbesparende lichamen 5.
Fig. 3 toont een schematische weergave in dwarsdoorsnede van een vloerelement 1 volgens de uitvinding in een tweede uitvoeringsvorm. Het 5 bodemgedeelte 8 met relatief geringe dikte is in de getoonde uitvoeringsvorm smaller dan in de uitvoeringsvorm van figuur 1 en wel zodanig dat de randen 16, 17 hoofdzakelijk samenvallen met de zijwanden van het verhoogde gedeelte 9. Op deze wijze wordt een zogeheten ‘kelkvoeg’ 11 gevormd tussen naburige vloerelementen 1.
Fig. 4 toont een opengewerkte, perspectivische weergave van een vloerelement 10 volgens de uitvinding in een derde uitvoeringsvorm, waarbij zich vijf gewichtsbesparende lichamen 5 in een dwarsrij bevinden.
Voomoemde vloerelementen 1 kunnen door het achtereenvolgens toepassen van de volgende werkwij zestappen verkregen worden. Allereerst worden middelen ter dimensionering en begrenzing van de buitenmaten van het te verkrijgen vloerelement 15 verschaft, zoals bekisting. Daarna worden de onderste voorspanmiddelen 6 aangebracht. Vervolgens wordt een wapeningskorf binnen de dimensioneringsmiddelen aangebracht omvattende een onderste wapeningsnet 3 en een bovenste wapeningsnet 4, waarbij de gewichtsbesparende lichamen 5 tussen die wapeningsnetten 3, 4 zijn ingeklemd. De lichamen 5 hebben een totale massa die lager is dan het totale volume 20 van de gewichtsbesparende lichamen 5 vermenigvuldigd met de dichtheid van het beton dat de gewichtsbesparende lichamen 5 komt te omringen. Achtereenvolgens worden de voorspanmiddelen 6 op voorspanning gebracht door op tegenoverliggende einden daarvan werkzame trekmiddelen. Dan wordt het beton gestort, zodanig dat het onderste wapeningsnet 3, het bovenste wapeningsnet 4, de gewichtsbesparende 25 lichamen 5 en de voorspanmiddelen 6 in het beton worden ingebed. Vervolgens dient het beton hard te worden, waarna de werking van de trekmiddelen opgeheven kan worden onder handhaving van de voorspanning in de voorspanmiddelen 6 als gevolg van de inbedding van de voorspanmiddelen 6 in het verharde beton. Het gebruik van de wapeningsnetten 3 en 4 is overigens niet strikt noodzakelijk voor toepassing van de 30 uitvinding, maar kan ter verdere versterking van het vloerelement 1 dienen.
Het vloerelement 1 kan in een richting dwars op de voorspanmiddelen 6 doorgezaagd worden ter verkrijging van een vloerelement met een gewenste lengte. Doordat de voorspanning in de voorspanmiddelen gehandhaafd blijft als gevolg van de 8 inbedding van de voorspanmiddelen 6 in het verharde beton, kan het vloerelement op elke gewenste lengte gezaagd worden met daartoe geschikte zaagmiddelen.
Daarnaast kan op de volgende wijze een vloer uit meerdere vloerelementen 1 vervaardigd worden. Allereerst worden de vloerelementen 1 met de langsranden 16, 17 5 naast en/of tegen elkaar geplaatst. Dan worden wapeningsstaven 12 geplaatst in de voeg 11 gevormd boven de oplegstroken 10 van twee naburige vloerelementen 1 in de richting dwars op de langsrichting van de vloerelementen, waarna beton in de voeg 11 wordt gestort en de wapeningsstaven 12 in het beton ingebed worden. Daarna dient het beton uit te harden.
10 Fig. 5 toont een perspectivische weergave van een vloer gevormd uit meerdere vloerelementen 1 volgens de uitvinding. De onderoppervlakken van de vloerelementen 1 zijn nabij einden 14 van de vloerelementen 1 ondersteund op een dwarsbalk 22. Deze dwarsbalk 22 steunt af op steunkolommen 21.
9
Lijst met verwijzingscijfers 1. Vloerelement 2. Beton 5 3. Onderste wapeningsnet 4. Bovenste wapeningsnet 5. Gewichtsbesparend lichaam 6. Voorspankabels nabij onderste wapeningsnet 7. Voorspankabels nabij bovenste wapeningsnet 10 8. Bodemgedeelte vloerelement 9. Verhoogd gedeelte vloerelement 10. Oplegstrook 11. Voeg 12. Wapeningsstaaf 15 13. Langssleuf in verhoogd gedeelte 14. Eind van vloerelement 15. Eind van vloerelement 16. Zijrand vloerelement 17. Zijrand vloerelement 20 18. Onderoppervlak vloerelement 19. Bovenoppervlak vloerelement 20. Vloer 21. Steunkolom 22. Dwarsbalk 25

Claims (14)

1. Betonnen vloerelement (1), omvattende een betonlichaam (2) met in langsrichting tegenover elkaar liggende einden (14, 15) en daartussen zich 5 uitstrekkende langsranden (16, 17), in welk betonlichaam (2) zijn opgenomen een of meer gewichtsbesparende lichamen (5) die een totale massa hebben die lager is dan het totale volume van de gewichtsbesparende lichamen (5) vermenigvuldigd met de dichtheid van beton dat de gewichtsbesparende lichamen (5) omringt, met het kenmerk dat in het betonlichaam (2) voorspanmiddelen (6) zijn ingebed die zich uitstrekken 10 tussen beide einden (14, 15) van het betonlichaam (2).
2. Vloerelement (1) volgens conclusie 1, waarbij in het betonlichaam (2) een onderste wapeningsnet (3) en een bovenste wapeningsnet (4) zijn ingeklemd, waarbij de gewichtsbesparende lichamen (5) zijn opgenomen tussen die wapeningsnetten (3, 4). 15
3. Vloerelement (1) volgens conclusie 1 of 2, waarbij de voorspanmiddelen (6) voorspankabels of voorspanstrengen omvatten.
4. Vloerelement (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de 20 voorspanmiddelen (6) zich geheel buiten de gewichtsbesparende lichamen (5) uitstrekken.
5. Vloerelement (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de voorspanmiddelen (6) zich tussen het onderste wapeningsnet (3) en het onderoppervlak 25 (18) van het betonlichaam (2) bevinden.
6. Vloerelement (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de voorspanmiddelen (6) een of meer, bij voorkeur drie, op regelmatige afstand van elkaar gerangschikte voorspankabels of bundels van voorspanstrengen omvatten. 30
7. Vloerelement (1) volgens een der conclusies 2-6, waarbij zich tussen het bovenste wapeningsnet (4) en het bovenoppervlak (19) van het betonlichaam (2) de voorspanmiddelen (7) zich bevinden.
8. Vloerelement (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het vloerelement (1) aan een langsrand (16, 17) is voorzien van een oplegstrook (10).
9. Vloer, voorzien van meerdere zich naast elkaar bevindende vloerelementen (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de vloerelem enten (1) twee aan twee telkens een met beton gevulde voeg (11) insluiten.
10. Vloer volgens conclusie 9, waarbij in de voeg (11) wapeningsstaven (12) zijn 10 opgenomen die zich van het ene vloerelement (1) naar het andere vloerelement (1) uitstrekken.
11. Werkwijze voor het vervaardigen van een betonnen vloerelement (1), omvattende de stappen van: 15. het verschaffen van dimensioneringsmiddelen, - het binnen de ruimte begrenst door de dimensioneringsmiddelen aanbrengen van gewichtsbesparende lichamen (5) die een totale massa hebben die lager is dan het totale volume van de gewichtsbesparende lichamen (5) vermenigvuldigd met de dichtheid van het beton (2) dat de gewichtsbesparende 20 lichamen (5) komt te omringen, - het aanbrengen van voorspanmiddelen (6), - het op voorspanning brengen van de voorspanmiddelen (6) door op tegenoverliggende einden daarvan werkzame trekmiddelen, - het storten van het beton (2), zodanig dat de gewichtsbesparende lichamen (5) 25 en de voorspanmiddelen (6) in het beton (2) worden ingebed, - het doen verharden van het beton, - het opheffen van de werking van de trekmiddelen onder handhaving van de voorspanning in de voorspanmiddelen (6) als gevolg van de inbedding van de voorspanmiddelen (6) in het verharde beton. 30
12. Werkwijze volgens conclusie 11, voorts omvattende de stappen van: - het aanbrengen van een wapeningskorf binnen de dimensioneringsmiddelen omvattende een onderste wapeningsnet (3) en een bovenste wapeningsnet (4), waarbij de gewichtsbesparende lichamen (5) tussen die wapeningsnetten (3, 4) zijn ingeklemd, 5. waarbij de stap van het storten van het beton (2) vervolgens zodanig wordt uitgevoerd dat het onderste wapeningsnet (3), het bovenste wapeningsnet (4), de gewichtsbesparende lichamen (5) en de voorspanmiddelen (6) in het beton (2) worden ingebed.
13. Werkwijze volgens conclusie 11 of 12, waarbij het vloerelement (1) in een richting dwars op de voorspanmiddelen (6) doorgezaagd wordt ter verkrijging van een vloerelement (1) met een nader gewenste lengte.
14. Werkwijze voor het vervaardigen van een vloer uit meerdere vloerelementen (1) 15 volgens conclusie 8, omvattende de stappen van: - het met de langsranden (16, 17) naast en/of tegen elkaar plaatsen van de vloerelementen (1), - het plaatsen van wapeningsstaven (12) in de voeg (11) gevormd boven de oplegstroken (10) van twee naburige vloerelementen (1) in de richting dwars op 20 de langsrichting van de vloerelementen (1), - het storten van beton in de voeg (11) en het inbedden van de wapeningsstaven (12) in het beton, - het doen verharden van het beton.
NL2008542A 2012-03-27 2012-03-27 Vloerelement voorzien van voorspanmiddelen. NL2008542C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2008542A NL2008542C2 (nl) 2012-03-27 2012-03-27 Vloerelement voorzien van voorspanmiddelen.
BE20130205A BE1022025B9 (nl) 2012-03-27 2013-03-27 Vloerelement voorzien van voorspanmiddelen

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2008542 2012-03-27
NL2008542A NL2008542C2 (nl) 2012-03-27 2012-03-27 Vloerelement voorzien van voorspanmiddelen.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2008542C2 true NL2008542C2 (nl) 2013-09-30

Family

ID=45990680

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2008542A NL2008542C2 (nl) 2012-03-27 2012-03-27 Vloerelement voorzien van voorspanmiddelen.

Country Status (2)

Country Link
BE (1) BE1022025B9 (nl)
NL (1) NL2008542C2 (nl)

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL6814757A (nl) * 1967-10-16 1969-04-18
EP0342090A1 (fr) * 1988-05-09 1989-11-15 Societe Anonyme De Recherche Et D'etudes Techniques S.A.R.E.T Elément de construction en béton précontraint, du type prédalle, et installation pour sa fabrication
DE19903304A1 (de) * 1999-01-28 2000-08-03 Hauser Manfred Gewebematte als Mikrobewehrung mit integrierten Verdrängungskörpern
EP1350898A1 (en) * 2000-05-16 2003-10-08 Jaime Enrique Jimenez Sanchez Process for fabricating in situ a light alveolar plate, plate thus obtained and its application to the construction of houses
US20040088940A1 (en) * 2002-11-07 2004-05-13 Michael Lejeune Insulated concrete cast panels with voids in billits
WO2011050487A2 (es) * 2009-10-29 2011-05-05 Pastorini, Carlos Alberto Discos alivianadores, mallas diseñadas especialmente y el método que los incluye para realizar estructuras alivianadas, como ser losas, prelosas, plateas, tabiques y vigas

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL6814757A (nl) * 1967-10-16 1969-04-18
EP0342090A1 (fr) * 1988-05-09 1989-11-15 Societe Anonyme De Recherche Et D'etudes Techniques S.A.R.E.T Elément de construction en béton précontraint, du type prédalle, et installation pour sa fabrication
DE19903304A1 (de) * 1999-01-28 2000-08-03 Hauser Manfred Gewebematte als Mikrobewehrung mit integrierten Verdrängungskörpern
EP1350898A1 (en) * 2000-05-16 2003-10-08 Jaime Enrique Jimenez Sanchez Process for fabricating in situ a light alveolar plate, plate thus obtained and its application to the construction of houses
US20040088940A1 (en) * 2002-11-07 2004-05-13 Michael Lejeune Insulated concrete cast panels with voids in billits
WO2011050487A2 (es) * 2009-10-29 2011-05-05 Pastorini, Carlos Alberto Discos alivianadores, mallas diseñadas especialmente y el método que los incluye para realizar estructuras alivianadas, como ser losas, prelosas, plateas, tabiques y vigas
US20120200004A1 (en) * 2009-10-29 2012-08-09 Ricardo Horacio Levinton Weight-reducing discs, specially designed meshes and the method that includes the aforesaid, for producing weight-reduced structure such as slabs, pre-slabs, floors, partitions and beams

Non-Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
GUÖMUNDUR BJÖRNSON: "BubbleDeck - TWO-WAY HOLLOW DECK", 1 September 2003 (2003-09-01), pages 1 - 16, XP055042240, Retrieved from the Internet <URL:http://www.bubbledeck-uk.com/pdf/BDOverview9-03.pdf> [retrieved on 20121025] *

Also Published As

Publication number Publication date
BE1022025B1 (nl) 2016-02-04
BE1022025B9 (nl) 2017-01-13

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1039249C2 (nl) Brug.
US8621797B2 (en) Steel structure including pre-stressing brackets for improving load-carrying capacity and serviceability
JP5442421B2 (ja) ハーフプレキャスト床版及びそれを用いたスラブ構築方法
JP6108595B2 (ja) リブ付きプレキャストコンクリート板と、それを用いた合成床スラブと梁のコンクリート打ち分け方法
NL2008542C2 (nl) Vloerelement voorzien van voorspanmiddelen.
US8122674B2 (en) Grating system forvehicular and pedestrian traffic
SE530934C2 (sv) Sätt för framställning av en bjälklagsbalk av stål och betong
NL1026388C2 (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van een bouwconstructie, alsmede bekisting daarvoor.
KR101274990B1 (ko) 중간가로보 및 이를 포함하는 플레이트 거더교
JP6868994B2 (ja) 合成床版
JP7007709B2 (ja) プレテンション付与装置
BE1006516A3 (nl) Betonnen vloerplaat en werkwijze voor het vervaardigen van deze vloerplaat.
RU2158196C2 (ru) Стенд формы для изготовления предварительно напряженных железобетонных элементов
KR101892962B1 (ko) 종단부의 부가블럭 설치에 의한 종단부 부모멘트 발생억제 구성의 프리텐션 콘크리트 거더 제작방법 및 이에 의해 제작된 프리텐션 콘크리트 거더를 이용한 교량 시공방법
KR101010109B1 (ko) 조립형 콘크리트 충전 강합성 복공판
KR101043710B1 (ko) 가각부가 형성된 하로교 및 하로교에 가각부를 형성시키는 방법
NL2009607C2 (en) Lattice structure for forming the reinforcing structure of a reinforced concrete floor.
JP6370167B2 (ja) 立て起こし具及び立て起こし方法
JP7041892B2 (ja) 繊維強化樹脂製歩廊
NL2007556C2 (nl) Geprefabriceerd vloerelement.
KR101284198B1 (ko) 블록 교각
NL2003626C2 (nl) Werkwijze voor het verbeteren van een stalen brug, alsmede aldus verbeterde stalen brug.
KR20100002506A (ko) 골형 웨브 강판 조립보
NL2001087C1 (nl) Geprefabriceerd vloerelement en een werkwijze voor het vervaardigen van een vloer.
NL1039434C2 (nl) Vloerconstructie.

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20220401