NL2008123C2 - Elektromechanische omzetter voor het bedienen van een vergrendelmechanisme. - Google Patents
Elektromechanische omzetter voor het bedienen van een vergrendelmechanisme. Download PDFInfo
- Publication number
- NL2008123C2 NL2008123C2 NL2008123A NL2008123A NL2008123C2 NL 2008123 C2 NL2008123 C2 NL 2008123C2 NL 2008123 A NL2008123 A NL 2008123A NL 2008123 A NL2008123 A NL 2008123A NL 2008123 C2 NL2008123 C2 NL 2008123C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- bolt
- lock
- blocking pin
- resilient element
- locking mechanism
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E05—LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
- E05B—LOCKS; ACCESSORIES THEREFOR; HANDCUFFS
- E05B47/00—Operating or controlling locks or other fastening devices by electric or magnetic means
- E05B47/0001—Operating or controlling locks or other fastening devices by electric or magnetic means with electric actuators; Constructional features thereof
- E05B47/0012—Operating or controlling locks or other fastening devices by electric or magnetic means with electric actuators; Constructional features thereof with rotary electromotors
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E05—LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
- E05B—LOCKS; ACCESSORIES THEREFOR; HANDCUFFS
- E05B15/00—Other details of locks; Parts for engagement by bolts of fastening devices
- E05B15/04—Spring arrangements in locks
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E05—LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
- E05B—LOCKS; ACCESSORIES THEREFOR; HANDCUFFS
- E05B15/00—Other details of locks; Parts for engagement by bolts of fastening devices
- E05B15/04—Spring arrangements in locks
- E05B2015/0403—Wound springs
- E05B2015/0406—Wound springs wound in a cylindrical shape
- E05B2015/041—Wound springs wound in a cylindrical shape loaded perpendicular to cylinder axis
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E05—LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
- E05B—LOCKS; ACCESSORIES THEREFOR; HANDCUFFS
- E05B47/00—Operating or controlling locks or other fastening devices by electric or magnetic means
- E05B47/0001—Operating or controlling locks or other fastening devices by electric or magnetic means with electric actuators; Constructional features thereof
- E05B2047/0014—Constructional features of actuators or power transmissions therefor
- E05B2047/0018—Details of actuator transmissions
- E05B2047/0026—Clutches, couplings or braking arrangements
- E05B2047/0031—Clutches, couplings or braking arrangements of the elastic type
Landscapes
- Lock And Its Accessories (AREA)
Description
P92973NL00
Titel: Elektromechanische omzetter voor het bedienen van een vergrendelmechanisme.
De uitvinding heeft betrekking op elektromechanische omzetter voor het bedienen van een vergrendelmechanisme van een elektrisch bediend slot, voorzien van een elektromotor, een schroefspindel die roteerbaar is uitgevoerd en met behulp van de motor kan worden 5 aangedreven voor rotatie van de schroefspindel rondom een axiale as van de schroefspindel en een blokkeerpen die met behulp van de schroefspindel kan worden bewogen door de schroefspindel met de motor aan te drijven voor het met de blokkeerpen bedienen van het vergrendelmechanisme voor het vergrendelen en ontgrendelen van het slot.
10 De uitvinding heeft eveneens betrekking op een elektrisch bediend slot voorzien van een behuizing, een schoot en een knop voor het bedienen van een beweging van de schoot waarbij de schoot beweegbaar is uitgevoerd tussen een eerste schootpositie waarbij de schoot uit de behuizing reikt voor het afsluiten van bijvoorbeeld een deur of raam en een tweede schootpositie 15 waarbij de schoot althans voor een groter deel dan in de eerste schootpositie van de schoot in de behuizing is opgenomen voor het niet afsluiten van bijvoorbeeld de deur of het raam waarbij het slot verder is voorzien van een vergrendelmechanisme voor het vergrendelen of vrijgeven van de schoot wanneer deze zich in de eerste schootpositie bevindt. Een dergelijke 20 omzetter en slot is bekend uit US 2010/0000273 Al.
US 2010/0000273 Al openbaart een elektronisch bediend slot voorzien van een behuizing, een schoot en een knop voor het bedienen van een beweging van de schoot. De schoot is beweegbaar uitgevoerd tussen een eerste schootpositie waarbij de schoot uit de behuizing reikt voor het 25 afsluiten van bijvoorbeeld een deur of raam en een tweede schootpositie waarbij de schoot althans voor een groter deel dan in de eerste schootpositie, 2 van de schoot in de behuizing is op genomen voor het niet afsluiten van de deur of het raam. Het slot is verder voorzien van een vergrendelmechanisme voor het vergrendelen of vrijgeven van de schoot wanneer deze zich in de eerste schootpositie bevindt. Het slot is verder voorzien van de omzetter 5 waarbij de blokkeerpen via een tandwiel overbrenging kinematisch is verbonden met het schroefspindel.
Het is een doel van de uitvinding een omzetter te realiseren die in zeer hoge mate een betrouwbare werking heeft. De elektromechanische omzetter volgens de uitvinding is dienovereenkomstig gekenmerkt in dat de 10 blokkeerpen roteerbaar is uitgevoerd tussen een eerste uiterste rotatiepositie en een tweede uiterste rotatiepositie waarbij de omzetter verder is voorzien van een verend element zoals een veer waarbij de schroefspindel is voorzien van een volgens een hehx verlopende groef met beperkte lengte, een eerste uitloop aan een eerste uiteinde van de volgens 15 een hehx verlopende groef en een tweede uitloop aan een tweede uiteinde van de volgens een helix verlopende groef waarbij het verend element met de roteerpen is verbonden en een contactdeel van het verend element aangrijpt in de volgens een helix verlopende groef waarbij door rotatie van de schroefspindel het contactdeel van het verend element langs de volgens 20 een hehx verlopende groef wordt verplaatst in een richting van de axiale as van de schroefspindel, welke verplaatsing resulteert in een rotatie van de blokkeerpen wanneer deze zich niet in de eerste uiterste rotatiepositie en zich niet in de tweede uiterste rotatiepositie bevindt en waarbij wanneer het contactdeel van het verend element zich in de eerste uitloop bevindt de 25 blokkeerpen zich in de eerste uiterste rotatiepositie bevindt waarbij het verend element dusdanig is gespannen dat het verend element een moment op de blokkeerpen uitoefent die de blokkeerpen in de eerste uiterste rotatiepositie drukt en waarbij wanneer het deel van het verend element 3 zich in de tweede uitloop bevindt de blokkeerpen zich in de tweede uiterste rotatiepositie bevindt waarbij het verend element dusdanig is gespannen dat het verend element een moment op de blokkeerpen uitoefent die de blokkeerpen 5 in de tweede uiterste rotatiepositie drukt. Doordat de schroefspindel is voorzien van een volgens een hebx verlopende groef en een uitloop aan weerszijden van de volgens een hebx verlopende groef, kan het verend element twee eindposities innemen. Door de schroefspindel bijvoorbeeld in een eerste spindel-rotatierichting te draaien, wordt het contactdeel van het 10 verend element langs de volgens een hebx verlopende groef in de richting van de eerste uitloop getransporteerd. De blokkeerpen roteert hierbij in een eerste blokkeerpen-rotatierichting in de richting van de eerste uiterste rotatiepositie. Voordat het contactdeel van het verend element de eerste uitloop bereikt zal de blokkeerpen de eerste uiterste rotatiepositie bereiken. 15 Wanneer de schroefspindel vervolgens in de eerste spindel-rotatierichting verder wordt geroteerd zal het contactdeel van het verend element ook verder wordt getransporteerd in de richting van de eerste uitloop. Omdat de blokkeerpen hierbij niet verder kan roteren in de eerste blokkeerpen-rotatierichting zal het verend element worden gespannen. Dit opent de 20 mogelijkheid, zo men dit wil, de omzetter deels op basis van tijd te sturen. Dit betekent dat wanneer het de bedoeling is dat de blokkeerpen naar de eerste uiterste rotatiepositie wordt bewogen, het slechts noodzakehjk is de motor hiertoe voldoende lang te laten draaien in de eerste spindel rotatierichting. Het draaien van de schroefspindel in deze richting kan dan 25 in de tijd gezien enigszins overgedimensioneerd worden uitgevoerd dat wil zeggen, ruim langer dan nodig is voor de blokkeerpen om de eerste uiterste rotatiepositie te bereiken. Dit maakt een besturing van de motor minder kritisch en betrouwbaar.
4
Er geldt dus dat wanneer het verend element zich in de eerste uitloop bevindt, de blokkeerpen zich in de eerste uiterste rotatiepositie bevindt waarbij het verend element gespannen is Het verend element is hierbij dusdanig gespannen dat deze een moment op de blokkeerpen 5 uitoefent die de blokkeerpen in de eerste uiterste rotatiepositie drukt. Het gespannen zijn van het verend element heeft weer tot gevolg dat wanneer het schroefspindel vervolgens in een tweede spindel-rotatierichting wordt geroteerd die tegengesteld is aan de eerste spindel-rotatierichting, de volgens een helix verlopende groef altijd in het contactdeel van het verend 10 element zal aangrijpen waardoor de volgens een helix verlopende groef het contactdeel van het verend element weer zal gaan aandrijven en meenemen in de richting van de tweede uitloop. Wanneer het contactdeel van het verend element in de richting van de tweede uitloop wordt bewogen zal de blokkeerpen in een tweede blokkeerpen-rotatierichting worden bewogen die 15 tegengesteld is aan de eerste blokkeerpen-rotatierichting. Hierbij zal wederom als eerste de blokkeerpen de tweede uiterste rotatiepositie bereiken. De blokkeerpen kan dan dus niet verder draaien in de tweede blokkeerpen-rotatierichting. Vervolgens zal door het verder draaien van de schroefspindel in de tweede spindel-rotatierichting het contactdeel van het 20 verend element wel verder worden bewogen naar de tweede uitloop.
Hierdoor zal het verend element weer worden gespannen. Het contactdeel van het verend element wordt niet verder getransporteerd wanneer het contactdeel van het verend element de tweede uitloop bereikt. Dit opent zoals gezegd de mogelijkheid, zo men dit wil, de omzetter deels op basis van 25 tijd te sturen. Dit betekent dat wanneer het de bedoeling is dat de blokkeerpen naar de tweede uiterste rotatiepositie wordt bewogen, het slechts noodzakelijk is de motor hiertoe voldoende lang te laten draaien in de tweede spindel rotatierichting. Het draaien van de schroefspindel in deze richting kan dan in de tijd gezien enigszins overgedimensioneerd worden 5 uitgevoerd dat wil zeggen, ruim langer dan nodig is voor de blokkeerpen om de tweede uiterste rotatiepositie te bereiken. Dit maakt een besturing van de motor minder kritisch en betrouwbaar.
Het verend element is hierbij dusdanig gespannen dat het verend 5 element een moment op de blokkeerpen uitoefent die de blokkeerpen in de tweede uiterste rotatiepositie drukt. Het gevolg hiervan is dat wanneer het schroefspindel weer in de eerste spindel-rotatierichting wordt geroteerd de volgens een hehx verlopende groef van het schroefspindel het contactdeel van het verend element weer zal aangrijpen waardoor het verend element 10 door draaiing van het schroefspindel weer kan worden meegenomen in de richting van de eerste uitloop. Het betreft een zeer betrouwbare constructie die in zijn algemeenheid altijd zal functioneren.
De blokkeerpen heeft bij voorkeur een zodanige geometrie dat deze statisch volledig in balans is. Hierdoor is de blokkeerpen ongevoelig voor 15 trillingen en schokken in alle richtingen. Onder het statisch in balans zijn wordt verstaan dat het zwaartepunt van het rotatielichaam zich bevindt op de rotatieas van het rotatielichaam. In het algemeen zal het verend element een geringe massa hebben ten opzichte van de massa van de blokkeerpen. Daardoor heeft het verend element een verwaarloosbare onbalans tot 20 gevolg. Bij voorkeur geldt dat de schroefspindel rechtstreeks is verbonden met een rotatieas van de motor. Hierbij geldt in het bijzonder dat de motor in combinatie met de schroefspindel een zodanige geometrie heeft dat deze statisch in balans is.
Bij voorkeur geldt dat de omzetter verder is voorzien van tenminste 25 één sensor voor het waarnemen van een positie van het verend element en/of blokkeerpen. In het bijzonder geldt dat de sensor is ingericht voor het waarnemen van tenminste een vooraf bepaalde positie van het verend element en/of blokkeerpen. Deze sensor kan afhankelijk van de toepassing van de omzetter binnen een elektrisch bedient slot, verschillende 6 toepassingen hebben. Bij voorkeur geldt dat het verend element vast is verbonden met de blokkeerpen. Verder geldt bij voorkeur dat het verend element is uitgevoerd als een buigveer.
Volgens een zeer praktische uitvoeringsvorm geldt dat de omzetter 5 is voorzien van een frame waarmee de motor is verbonden. Bij voorkeur geldt voorts dat de blokkeerpen roteerbaar rond de axiale as van de blokkeerpen is verbonden met het frame. Indien de omzetter is voorzien van een sensor, is deze eveneens bij voorkeur met het frame verbonden. Ook geldt zoals gezegd bij voorkeur dat de schroefspindel rechtstreeks is 10 verbonden met de rotatieas van de motor. Het gevolg is dat de blokkeerpen, de motor, schroefspindel en de eventuele sensor elk met het frame kunnen zijn verbonden. Het voordeel hiervan is dat alle onderdelen van de omzetter reeds met het frame zijn verbonden en kunnen worden gecontroleerd op een goede werking alvorens de omzetter in een elektrisch slot wordt 15 gemonteerd. Uiteraard zal in dat geval bijvoorbeeld de roteerpen nog met andere delen van het slot zijn verbonden hetgeen er aan bijdraagt dat de roteerpen goed gepositioneerd blijft.
De omzetter volgens de uitvinding kan in diverse typen elektrisch bedienbare sloten worden gebruikt. Hierbij kan worden gedacht aan een slot 20 voor een raam of deur. In het bijzonder kan het gaan om sloten die worden gebruikt voor het afsluiten van zwembadkluisjes. Het elektrisch bediende slot volgens de uitvinding is gekenmerkt in dat het slot verder is voorzien van een omzetter volgens de uitvinding waarbij het slot dusdanig is ingericht dat door rotatie van de blokkeerpen het vergrendelmechanisme 25 wordt bediend voor het vergrendelen of vrijgeven van het slot. Meer in het bijzonder kan door rotatie van de blokkeerpen het vergrendelmechanisme in een vergrendelde toestand worden gebracht waarbij de schoot in de eerste schootpositie wordt gehouden of in een ontgrendelde toestand worden 7 gebracht voor het vrijgeven van de vergrendelde schoot en/of voor het niet kunnen vergrendelen van de schoot.
In het bijzonder geldt dat het slot is voorzien van een lezer voor het uitlezen van een identificatiecode van een ID-label zoals een smartcard en 5 een met de lezer verbonden elektronische besturingseenheid, waarbij de besturingseenheid dusdanig is ingericht dat wanneer een vooraf bepaalde identificatiecode door de lezer wordt gedetecteerd en het vergrendelmechanisme niet is vergrendeld, de besturingseenheid de elektromotor aanstuurt voor het roteren van de blokkeerpen naar de eerste 10 eindpositie zodat het vergrendelmechanisme de schoot vergrendelt wanneer de schoot met de knop in de eerste schootpositie wordt gebracht. Een dergelijk elektrisch bedient slot kan bij voorkeur worden gebruikt bij bijvoorbeeld zwembadkluisjes. Een persoon die een dergelijk kluisje wenst te gebruiken presenteert zijn ID-label aan de lezer voor het uitlezen van de 15 identificatiecode van het label. Wanneer de lezer een identificatiecode detecteert die overeenstemt met een vooraf bepaalde identificatiecode terwijl het vergrendelmechanisme niet is vergrendeld, activeert de besturingseenheid de elektromotor voor het roteren van de blokkeerpen naar de eerste eindpositie zodat het vergrendelmechanisme de schoot kan 20 vergrendelen wanneer de gebruiker de schoot met de knop in de eerste schootpositie brengt. Praktisch gezien zal het indrukken van de knop en het aanbieden van het ID-label min of meer tegelijkertijd door een gebruiker worden uitgevoerd.
In het bijzonder geldt dat het slot dusdanig is ingericht dat als de 25 schoot zich in de eerste schootpositie bevindt en de schoot is vergrendeld met het vergrendelmechanisme, de schoot van de eerste schootpositie naar de tweede schootpositie beweegt indien de blokkeerpen van de eerste eindpositie in, of in de richting van, de tweede eindpositie wordt geroteerd met de elektromotor. Door de rotatie van de blokkeerpen wordt de het 8 vergrendelmechanisme ontgrendeld zodat de schoot niet langer in de eerste schootpositie wordt vastgehouden. Het bewegen van de schoot van de eerste schootpositie naar de tweede schootpositie kan bijvoorbeeld met behulp van een voorgespannen veer zoals een drukveer worden bewerkstelligd. In het 5 bijzonder geldt hierbij dat de besturingseenheid dusdanig is ingericht dat als het vergrendelmechanisme zich in een vergrendelde toestand bevindt en een vooraf bepaalde identificatie code door de lezer wordt gedetecteerd, de besturingseenheid de elektromotor aanstuurt voor het roteren van de blokkeerpen van de eerste eindpositie naar de tweede eindpositie zodat het 10 vergrendelmechanisme van een vergrendelde toestand in een ontgrendelde toestand komt waarbij de schoot wordt ontgrendeld. Bijvoorkeur wordt dan de schoot door de drukveer, naar de tweede schootpositie bewogen.. Het effect is dus dat wanneer het slot is vergrendeld terwijl een gebruiker zijn identificatielabel presenteert bij de lezer voor het uitlezen van een 15 identificatiecode die correspondeert met een vooraf bepaalde identificatiecode, dan zal het slot automatisch worden geopend. In geval van toepassing in een zwembadkluisje betekent dit dat de gebruiker zijn kluisje kan openen door zijn identificatielabel bij zijn kluisje te laten uitlezen.
In het bijzonder geldt hierbij dat het slot is voorzien van tenminste 20 één sensor die met de besturingsinrichting is verbonden om te detecteren of het vergrendelmechanisme zich in de vergrendelde- of ontgrendelde toestand bevindt. Bevindt het vergrendelmechanisme zich in de vergrendelde toestand, dan zal bij het uitlezen van een identificatiecode die overeenstemt met een vooraf bepaalde identificatiecode, het 25 vergrendelmechanisme in de ontgrendelde toestand worden gebracht doordat de besturingsinrichting de motor dienovereenkomstig aandrijft. Indien de schoot zich in de eerste schootpositie bevindt dan zal bijvoorbeeld door de drukveer de schoot van de eerste schootpositie naar de tweede schootpositie bewegen zodat het slot wordt geopend. Wordt echter met de 9 sensor gedetecteerd dat het vergrendelmechanisme zich in de ontgrendelde toestand bevindt, dan zal de besturingseenheid bij het uitlezen van een identificatiecode die overeenkomt met een vooraf bepaalde identificatiecode de motor dusdanig aandrijven dat de blokkeerpen in de eerste uiterste 5 rotatiepositie wordt geroteerd. Indien tevens door de gebruiker de knop wordt bediend dan beweegt de schoot van de tweede schootpositie naar de eerste schootpositie en wordt de schoot in de eerste schootpositie vergrendeld. Indien het slot is voorzien van de genoemde drukveer, beweegt een gebruiker de knop in dat geval tegen de druk van het verend element in. 10 In het bijzonder geldt voorts dat het slot verder is voorzien van een met de besturingsinrichting verbonden slotsensor om te detecteren wanneer de schoot met de knop naar de eerste schootpositie is bewogen. Een dergelijke slotsensor kan worden gebruikt om te controleren of, nadat de identificatiecode is uitgelezen en de blokkeerpen naar de eerste uiterste 15 rotatiepositie is bewogen, een gebruiker ook daadwerkebjk de knop bekrachtigt om de schoot naar de eerste schootpositie te bewegen. Indien dit niet zou gebeuren, kan de besturingsinrichting dusdanig zijn ingericht dat deze, bijvoorbeeld na afloop van een vooraf bepaald tijdsverloop, zoals 1 minuut, de motor dusdanig wordt aangestuurd dat de blokkeerpen van de 20 eerste uiterste rotatiepositie naar de tweede uiterste rotatiepositie wordt geroteerd. Indien de blokkeerpen in de eerste uiterste rotatiepositie is geroteerd is het slot bijvoorkeur dusdanig ingericht dat het slot niet kan worden vergrendeld door de schoot met de knop in de eerste schoorpositie te drukken. Bij het loslaten van de knop zal de schoot weer terugbewegen naar 25 de tweede schootpositie.
De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de tekening.
Hierin toont: 10
Figuur 1 in perspectief een mogelijke uitvoeringsvorm van een elektromechanische omzetter volgens de uitvinding;
Figuur 2 een aanzicht van de omzetter volgens figuur 1 in de richting van de pijl P van figuur 1; 5 Figuur 3 een aanzicht van de motor, schroefspindel, veer en blokkeerpen van figuur 1 in de richting van de pijl Q van figuur 1 wanneer de blokkeerpen zich in de eerste uiterste rotatiepositie bevindt;
Figuur 4 een aanzicht van de motor, schroefspindel, veer en blokkeerpen van figuur 1 in de richting van de pijl Q van figuur 1 wanneer 10 de blokkeerpen zich in de tweede uiterste rotatiepositie bevindt;
Figuur 5 een aanzicht van de omzetter van figuur 1 in de richting van de pijl R van figuur 1 wanneer de blokkeerpen zich in de tweede uiterste rotatiepositie bevindt voordat een vergrendelmechanisme van het slot wordt gesloten; 15 Figuur 6 de omzetter volgens figuur 5 nadat het vergrendelmechanisme van een slot is vergrendeld;
Figuur 7 een uitvoeringsvorm van een elektrisch slot volgens de uitvinding voorzien van een omzetter van een type volgens de figuren 1-6 waarbij het vergrendelmechanisme zich in een ontgrendelde toestand 20 bevindt en een schoot zich in een tweede schootpositie bevindt;
Figuur 8 het slot volgens figuur 7 waarbij het vergrendelmechanisme naar een vergrendelde toestand wordt gebracht en de schoot zich in een tweede schootpositie bevindt;
Figuur 9 het slot volgens figuur 7 waarbij het 25 vergrendelmechanisme naar een vergrendelde toestand wordt gebracht en de schoot zich in een eerste schootpositie bevindt;
Figuur 10 het slot volgens figuur 7 waarbij het vergrendelmechanisme zich in een vergrendelde toestand bevindt en de schoot zich in een eerste schootpositie bevindt; 11
Figuur 11 het slot volgens figuur 7 waarbij het vergrendelmechanisme zich in een vergrendelde toestand bevindt en de schoot zich in een eerste schootpositie bevindt en is vergrendeld;
Figuur 12 het slot volgens figuur 7 waarbij het 5 vergrendelmechanisme zich in ontgrendelde toestand bevindt en de schoot zich nog juist in een eerste schootpositie bevindt en is ontgrendeld;
In figuur 1 is met referentienummer 1 een elektromechanische omzetter aangegeven voor het bedienen van een vergrendelmechanisme van een elektrisch bediend slot. De omzetter 1 is voorzien van een elektromotor 10 2 en een roteerbaar uitgevoerde schroefspindel 4. Het schroefspindel 4 is in dit voorbeeld rechtstreeks verbonden met een rotatieas 6 van de motor. De rotatieas 6 van de motor strekt zich uit tot in een binnenruimte van de motor waarbij de op zich bekende rotoren van de motor met de rotatieas 6 zijn verbonden en waarbij de motor tevens is voorzien van tenminste één 15 stator (niet getoond). De motor is een op zich bekende elektromotor.
De schroefspindel kan met behulp van de motor worden aangedreven voor rotatie van het schroefspindel rondom een axiale as 8 (in de tekening gestippeld getoond) van de schroefspindel. De omzetter is verder voorzien van een blokkeerpen 10 die door aandrijving van de motor kan worden 20 bewogen voor het bedienen van een vergrendelmechanisme voor het vergrendelen en ontgrendelen van een slot. In dit voorbeeld is van het betreffende vergrendelmechanisme een eerste staaf 12 en een tweede staaf 14 getoond. De eerste en tweede staaf maken geen deel uit van de elektromagnetische omzetter maar maken deel uit van een 25 vergrendelmechanisme van een elektrisch bediend slot.
De blokkeerpen 10 is roteerbaar uitgevoerd en is hiertoe draaiend opgenomen in een eerste en tweede lager 16A, 16B die vast zijn verbonden met een frame 18 via respectievelijk een eerste mechanische verbinding 17A en een tweede mechanische verbinding 17B. In dit voorbeeld hebben de 12 lagers 16A, 16B een dusdanige eigenschap dat de blokkeerpen roteerbaar is uitgevoerd tussen een eerste uiterste rotatiepositie die is getoond in figuur 3 en een tweede uiterste rotatiepositie die is getoond in figuur 4. De blokkeerpen 10 kan dus heen en weer roteren tussen de in figuur 3 en 4 5 gegeven posities waarbij de roteerpen een slag maakt om van de eerste rotatiepositie naar de tweede rotatiepositie te draaien van ongeveer 45 graden.
Zoals blijkt uit figuur 1 is de motor mechanisch gemonteerd aan het frame 18. Voorts geldt dat de blokkeerpen roteerbaar rond een axiale as 10 19 van de roteerpen is verbonden met het frame met behulp van de lagers 16A, 16B en de mechanische verbinding 17A, 17B.
De schroefspindel 14 is voorzien van een volgens een helix verlopende groef 20 met een beperkte lengte, een eerste uitloop 22 aan een eerste uiteinde van de volgens een hebx verlopende groef en een tweede 15 uitloop 24 aan het tweede uiteinde van de volgens een helix verlopende groef.
De omzetter is voorts voorzien van een verend element, in dit voorbeeld in de vorm van een veer 26. De veer 26 is middels een gebogen gedeelte 28 van de veer met de roteerpen 10 verbonden. De veer 26 is in dit 20 voorbeeld vervaardigd van staaldraad. De veer is voorts voorzien van een contactdeel 30 dat aangrijpt in de volgens een hebx verlopende groef 20 van het schroefspindel. De omzetter is verder nog voorzien van een sensor 32A en een sensor 32B die elk met het frame 18 zijn verbonden. De sensor 32A en de sensor 32B zijn elk ingericht voor het waarnemen van een positie van 25 de veer. In dit voorbeeld is de sensor 32A uitgevoerd als een optische sensor voorzien van enerzijds een lichtbron en anderzijds een lichtdetector. Wanneer een uiteinde 34 van de veer door de sensor 32A beweegt wordt de door de lichtbron van de sensor 32A uitgezonden lichtbundel onderbroken en dit wordt door de lichtdetector van de sensor 32A gedetecteerd. De 13 sensor 32A is in dit voorbeeld dus ingericht voor het waarnemen dat de veer een eerste vooraf bepaalde positie inneemt. Geheel analoog is de sensor 32A in dit voorbeeld ingericht voor het waarnemen dat de veer een tweede vooraf bepaalde positie inneemt.
5 De tot op dit punt omschreven werking van de omzetter werkt als volgt.
Wanneer de schroefspindel wordt geroteerd in een richting Tl (zie figuur 1), heeft dit tot gevolg dat het deel van het verend element 28 langs de volgens een helix verlopende groef wordt verplaatst in een richting van 10 de axiale as 8 van de spindel. Het contactdeel 30 van de veer wordt hierbij verplaatst in de richting van de eerste uitloop 22 van de volgens een helix verlopende groef. Hierdoor roteert tegelijkertijd de blokkeerpen in een richting Sl (zie figuur 1). Nog voor dat het contactdeel 30 van de veer de eerste uitloop 22 bereikt, bereikt de blokkeerpen de eerste uiterste 15 rotatiepositie. Dit betekent dat de blokkeerpen niet verder kan roteren in de richting Sl. De motor draait op dat moment echter nog wel door met als gevolg dat het contactdeel 30 van de veer verder wordt bewogen en uiteindelijk in de eerste uitloop 22 terecht zal komen. Bij dit verder bewegen van de veer zal de veer worden gespannen. Er geldt dus wanneer het 20 contactdeel 30 van de veer zich in de eerste uitloop 22 bevindt, de blokkeerpen zich in de eerste uiterste rotatiepositie bevindt waarbij de veer dusdanig is gespannen dat de veer een moment op de blokkeerpen uitoefent die de blokkeerpen in de eerste uiterste rotatiepositie drukt (figuur 3).
Wanneer het schroefspindel vervolgens verder wordt geroteerd in 25 de richting Sl gebeurt er verder niets met de positie van de veer. Het contactdeel 30 van de veer blijft dan gepositioneerd in de eerste uitloop. Dit opent overigens de mogelijkheid, zo men dit wil, de omzetter deels op basis van tijd te sturen. Dit betekent dat wanneer het de bedoeling is dat de roteerpen naar de eerste uiterste rotatiepositie wordt bewogen, het slechts 14 noodzakelijk is de motor hiertoe voldoende lang te laten draaien in de richting SI. Het draaien van het schroefspindel in de richting Sl kan dan in de tijd gezien enigszins over gedimensioneerd worden uitgevoerd dat wil zeggen, ruim langer dan nodig is voor de blokkeerpen om de eerste uiterste 5 rotatiepositie te bereiken (figuur 3).
Wanneer het de bedoeling is dat de blokkeerpen vervolgens van de eerste uiterste rotatiepositie naar de tweede uiterste rotatiepositie wordt bewogen, zal de motor dusdanig worden aangedreven dat het schroefspindel in een aan de richting Tl tegengestelde richting T2 gaat draaien. Omdat het 10 contactdeel 30 van de veer dat zich nog in de eerste uitloop bevindt, onder spanning staat, dat wil zeggen, licht is gebogen, drukt de veer zichzelf in de richting van de volgens een helix verlopende groef. Het gevolg hiervan is dat wanneer het schroefspindel gaat draaien in de richting T2, de volgens een helix verlopende groef het contactdeel 30 van de veer altijd zal aangrijpen.
15 Vervolgens wordt aldus het contactdeel 30 van de veer in een axiale richting 8 door de volgens een helix verlopende groef bewogen in de richting van de tweede eerste uitloop 24. Nog voor dat het contactdeel 30 van de veer de tweede uitloop 24 bereikt, zal echter de roteerpen 10 die ten gevolge van genoemde beweging van de veer thans in de richting S2 draait, de tweede 20 uiterste rotatiepositie bereiken. Hierna zal het schroefspindel nog langer doordraaien in de richting T2 met als gevolg dat het contactdeel 30 van de veer verder wordt getransporteerd naar de tweede uitloop 24. (figuur 4) Hierbij wordt het contactdeel 30 van de veer gespannen (gebogen) omdat de blokkeerpen niet verder kan draaien in de richting S2. Ook hier geldt dat de 25 motor langer kan doordraaien dan noodzakelijk is om het contactdeel 30 van de veer naar de tweede uitloop te transporteren. De besturing kan dusdanig zijn ingericht dat enige tijd nadat het gedeelte van de veer in de tweede uitloop is aangekomen, het roteren van de motor wordt gestopt. Hierbij geldt dat wanneer het contactdeel 30 van de veer zich in de tweede uitloop 15 bevindt, de blokkeerpen zich in de tweede uiterste rotatiepositie bevindt waarbij de veer dusdanig is gespannen dat de veer een moment op de blokkeerpen uitoefent die de blokkeerpen in de tweede uiterste rotatiepositie drukt.
5 Met behulp van de sensor 32A kan worden gedetecteerd dat het contactdeel 30 van de veer zich in de eerste uitloop 22 bevindt. Met behulp van de sensor 32B kan worden gedetecteerd dat het contactdeel 30 van de veer zich in de tweede uitloop 242 bevindt.
Alhoewel niet essentieel voor de uitvinding, is in dit voorbeeld 10 getoond (figuur 6) dat wanneer de blokkeerpen zich in de tweede uiterste rotatiepositie bevindt, een staaf 12 achter een deel van een uitsparing 36 in de blokkeerpen haakt en aldus niet in een verticale richting V naar beneden toe kan worden bewogen. Evenzo geldt voor de staaf 14 dat deze niet in de richting van de pijl P in horizontale richting kan worden bewogen omdat de 15 staaf 14 achter een deel van een andere uitsparing 37 van de blokkeerpen 10 haakt. Wanneer vervolgens echter de blokkeerpen van de tweede uiterste rotatiepositie naar de eerste uiterste rotatie-eindpositie wordt gedraaid zal het duidelijk zijn dat de staaf 12 niet langer achter de blokkeerpen blijft haken en in verticale richting V naar beneden toe kan worden bewogen.
20 Tevens geldt dat de staaf 14 dan niet langer achter de blokkeerpen 10 blijft haken en in horizontale richting van de pijl P kan worden bewogen. De staven 12 en 14 kunnen deel uitmaken van een vergrendelmechanisme van een slot waarin de omzetter wordt toegepast. Uiteraard kan de staaf ook op andere wijze een vergrendelmechanisme bedienen bijvoorbeeld middels 25 tandwielen en dergelijke. Het gaat hier slechts om een voorbeeld waarbij door rotatie van de roteerpen een vergrendelmechanisme kinematisch kan worden bestuurd.
Ook blijkt uit figuur 5 dat wanneer de blokkeerpen zich in de tweede uiterste rotatiepositie bevindt, de staaf 12 in verticale richting 16 omhoog kan worden bewogen om vast te worden gehaakt achter de blokkeerpen. Doordat de blokkeerpen zich in figuur 5 zich in de tweede uiterste rotatiepositie bevindt, is het contactdeel 30 van de veer dat zich in de tekening achter het gedeelte 34 van de veer bevindt, gespannen.
5 Wanneer de staaf 12 omhoog wordt bewogen, zal deze in de uitsparing 36 van de blokkeerpen terechtkomen. Uiteindelijk zal de staaf 12 de blokkeerpen raken waarbij delen 38, 40 van respectievelijk de staaf 12 en de blokkeerpen 10 langs elkaar af zullen schuiven. Hierbij zal de roteerpen door de staaf 12 in de richting S2 worden gedraaid en hiermee de tweede 10 uiterste rotatiepositie verlaten. Hierbij zal de veer verder worden gespannen. Wanneer de staaf 12 voldoende omhoog is bewogen, zal een gedeelte 42 van de staaf in een uitsparing 44 van de staaf worden op genomen. Ten gevolge van de spanning van de veer zal dan de blokkeerpen weer terug draaien naar de tweede uiterste rotatie positie en 15 dit heeft tot gevolg dat de staaf 12 wederom is vergrendeld met behulp van de blokkeerpen 10 en niet langer in verticale richting V naar beneden toe kan bewegen. Geheel analoog kan op deze wijze de staaf 14 in een aan de pijl P tegengestelde horizontale richting worden bewogen om vast te haken achter de blokkeerpen 10.
20 In figuur 6 wordt dan de situatie getoond waarbij de staaf 12 achter de blokkeerpen haakt.
In dit voorbeeld heeft de blokkeerpen en dusdanige geometrie dat deze statisch in balans is. Voor de motor in combinatie met het schroefspindel geldt dat deze een dusdanige geometrie heeft dat deze 25 statisch in balans is.
Thans zal aan de hand van een voorbeeld in de figuren 7-12 een elektrisch bediend slot worden besproken dat is voorzien van een omzetter van een type zoals besproken aan de hand van de figuren 1-6. Hierbij wordt opgemerkt dat de staaf 12 in de figuren 1-6 enerzijds en in de figuren 7-12 17 anderzijds vanaf tegenover gestelde richtingen met de blokkeerpen vergrendelen. Dit betekent dat bij de figuren 7-12 de staaf wordt vergrendelt met de blokkeerpen wanneer de blokkeerpen zich in de eerste uiterste rotatiepositie bevindt in plaats van in de tweede uiterste 5 rotatiepositie zoals besproken bij de figuren 1-6.
Het elektrisch bediend slot is voorzien van een behuizing 50. Het slot is verder voorzien van een schoot 52. De schoot is beweegbaar uitgevoerd tussen een eerste schootpositie waarbij de schoot uit de behuizing reikt voor het afsluiten van bijvoorbeeld een deur of raam (zie bijvoorbeeld figuur 9) en 10 een tweede schootpositie waarbij de schoot, althans voor een groter gedeelte dan in de eerste schootpositie van de schoot, in de behuizing is opgenomen voor het niet afsluiten van een deur of raam (zie bijvoorbeeld figuur 7). Het slot is verder voorzien van een vergrendelmechanisme 54 voor het vergrendelen of vrijgeven van de schoot wanneer deze zich in de eerste 15 schootpositie bevindt. Het slot is verder voorzien van een knop 56 die kinematisch is verbonden met de schoot voor het bewegen van de schoot.
Het slot is verder voorzien van een op zich bekende lezer voor het uitlezen van een identificatiecode van een ID-label zoals een smartcard. Het slot is voorts voorzien van een met de lezer verbonden elektronische 20 besturingseenheid 60 (in de tekening zijn de lezer 58 en de besturingseenheid 60 als één eenheid uitgevoerd), waarbij de besturingseenheid 60 via een elektrische besturingskabel 62 met de motor 2 is verbonden. Het slot is verder nog voorzien van een ruimte 64 waarin een batterij of accu kan worden op genomen voor de energie voorziening van het 25 slot. Het slot is voorts voorzien van de omzetter 1 waarbij in de tekening de motor 2, de blokkeerpen 10, het schroefspindel 4 en de sensor 32A, 32B van de omzetter zijn getoond
De werking van het slot is als volgt. In figuur 7 is de situatie getoond dat het slot open is. De schoot 52 bevindt zich binnen de contouren van de 18
behuizing 50. Een gebruiker activeert het slot door zijn smartcard te laten uitlezen met behulp van de lezer 58. De lezer 58 leest de identificatiecode uit het label en controleert of deze overeenkomt met (tenminste) een vooraf bepaalde identificatiecode die in de lezer is opgeslagen. Wanneer de 5 gedetecteerde identificatiecode overeenkomt met de vooraf bepaalde identificatiecode zal de lezer 58 dit doorgeven aan de elektronische besturingseenheid 60. De elektronische besturingseenheid 60 stuurt vervolgens de motor 2 dusdanig aan dat het contactdeel 30 van de veer naar de eerste uitloop 22 wordt getransporteerd. Hierdoor draait de blokkeerpen 10 10 in de eerste uiterste rotatiepositie. Dat de blokkeerpen in de richting PI
wordt gedraaid, is getoond in figuur 8. Figuur 8 toont het moment waarop de blokkeerpen de eerste uiterste rotatiepositie nog niet heeft bereikt. Dit geldt eveneens voor figuur 9. Terwijl de blokkeerpen door de motor wordt geroteerd zal de gebruiker in het algemeen ongeveer tegelijkertijd de knop 15 56 gaan indrukken. Deze situatie is getoond in figuur 9. Wanneer de knop 56 wordt ingedrukt, wordt door een kinematische koppeling tussen de knop 56 en de schoot 52, de schoot van de tweede schootpositie naar de eerste schootpositie bewogen. Genoemde kinematische koppeling wordt veroorzaakt door een rand 70 van een aan de schoot statisch gekoppelde 20 plaat 71, waarbij de rand, onder een hoek van 45 graden is gericht ten opzichte van een axiale as A van de knop 56 (figuur 9). Deze rand 70 is dus vast verbonden met de schoot 52. Doordat bij het indrukken van de knop een gedeelte 59 van de knop afglijdt langs de rand 70 wordt de schoot 52 van de tweede schootpositie naar de eerste schootpositie bewogen. In dit 25 voorbeeld is de staaf 12 vast met de knop verbonden. De staaf 12 zal wanneer deze in de richting van de pijl V wordt bewogen achter de blokkeerpen gaan haken zoals dit aan de hand van de figuren 1-6 is besproken. Deze situatie is getoond in figuur 10. In figuur 10 is eveneens zichtbaar dat de blokkeerpen inmiddels de eerste uiterste rotatiepositie 19
heeft bereikt. Het bewegen van de knop 56 in de richting van de pijl V zoals aangetoond in figuur 9, gaat gepaard met het in drukken van een drukveer (in de tekening niet getoond). De besturingseenheid is in dit voorbeeld dusdanig ingericht dat de motor lang genoeg draait om het contactdeel 30 5 van de veer 26 naar de eerste uitloop te verplaatsen. De sensor 32A
detecteert ook dat de roteerpen daadwerkehjk heeft geroteerd en de eerste uiterste rotatiepositie althans nagenoeg heeft bereikt. De sensor 32A is hiertoe verbonden met de besturingseenheid 60 die in dit voorbeeld dusdanig is ingericht dat nadat een signaal van de sensor 32A is ontvangen 10 de motor nog voldoende lang wordt aangestuurd opdat zeker gesteld is dat de blokkeerpen de eerste uiterste rotatiepositie volledig bereikt. Wanneer een gebruiker de knop 56 indrukt in een situatie zoals getoond in figuur 10 en de knop vervolgens los laat zal de knop vervolgens in een richting van de pijl Q (zie figuur 10) worden bewogen ten gevolge van de (niet getoonde) 15 drukveer. Hierbij zal de staaf 12 achter de blokkeerpen 10 haken, waarbij de knop dus vastgehouden wordt. Het gevolg hiervan is dat de schoot 52 is vergrendeld in de eerste schootpositie. De vergrendelmiddelen worden in dit voorbeeld dus gevormd door een combinatie van de staaf 12, de knop 56 en de schuine rand 70. De schuine rand 70 kan immers niet in een richting van 20 de pijl Hl van figuur 11 bewegen omdat deze vastloopt tegen het gedeelte 59 van de knop.
Er geldt hierbij dus dat de besturingseenheid dusdanig is ingericht dat wanneer een vooraf bepaalde identificatiecode door de lezer wordt gedetecteerd en de blokkeerpen zich in de tweede uiterste rotatiepositie 25 bevindt, de besturingseenheid de elektromotor aanstuurt voor het roteren van de blokkeerpen in de eerste uiterste rotatiepositie zodat het vergrendelmechanisme de schoot vergrendelt wanneer de schoot met de knop in de eerste schootpositie wordt gebracht. Wanneer vervolgens het slot dient te worden geopend kan een gebruiker wederom zijn smartcard 20
aanbieden aan de lezer. De lezer leest de identificatiecode van het ID-label uit en geeft deze door aan de besturingseenheid. De besturingseenheid controleert of de uitgelezen identificatiecode overeenkomt met een in een geheugen van de besturingseenheid opgeslagen vooraf bepaalde 5 identificatiecode. Indien dit het geval blijkt te zijn, zal de besturingseenheid 60 de motor 2 dusdanig aansturen dat de roteerpen 10 van de eerste uiterste rotatiepositie in de richting van de tweede uiterste rotatiepositie wordt geroteerd. Met behulp van de sensor 32B kan de besturingseenheid controleren dat de roteerpen daadwerkelijk naar de tweede uiterste 10 rotatiepositie wordt geroteerd. Wanneer de roteerpen in de richting van de tweede rotatie eindpositie wordt bewogen, ontstaat een situatie zoals getoond in figuur 12. Het gevolg is dat er een moment ontstaat waardoor de staaf 12 niet langer achter de blokkeerpen 10 blijft haken. Dit heeft tot gevolg dat de drukveer de knop 56 in een richting Q zoals getoond in figuur 15 12 zal doen bewegen. Wanneer de knop 56 in de richting van de pijl Q
beweegt zal dit ook tot gevolg hebben dat de schoot 52 van de tweede schootpositie naar de eerste schootpositie zal bewegen. Dit wordt veroorzaakt door de kinematische koppeling tussen de knop 56 en de schoot 52. Hierdoor bereikt het slot weer de status zoals getoond in figuur 7.
20 Overigens geldt voor het slot in de toestand zoals getoond in figuur 7 dat het slot niet kan worden vergrendeld door de schoot met de knop in de eerste schoorpositie te drukken. Bij het loslaten van de knop zal de schoot weer terugbewegen naar de tweede schootpositie.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor geschetste 25 uitvoeringsvormen van de omzetter en het slot. Zo kan het slot nog zijn voorzien van een met de besturingsinrichting verbonden sensor om te detecteren of het vergrendelmechanisme zich in de vergrendelde of ontgrendelde toestand bevindt. Ook kan het slot zijn voorzien van een slotsensor om te detecteren dat de schoot met de knop naar de eerste 21 schootpositie is bewogen. De omzetter kan echter ook worden toegepast in andere type sloten. In het hiervoor gaande voorbeeld betreft het een slot dat met een handbediende knop moet worden gesloten waarbij de knop en het slot weer worden geopend doordat de omzetter het vergrendelmechanisme 5 de schoot en de knop niet langer vergrendelt. Het is echter eveneens denkbaar dat het slot is voorzien van een aparte motor voor het verplaatsen van de schoot. In dat geval kan de knop en de drukveer worden weggelaten. De omzetter bedient dan bijvoorbeeld nog steeds een vergrendelmechanisme om de schoot 52 in een vergrendelde toestand te houden wanneer de schoot 10 zich in de tweede schootpositie bevindt. Ook is het denkbaar dat de omzetter wordt gebruikt in combinatie met een slot dat met behulp van een externe toevoerleiding van energie wordt voorzien en dus niet is voorzien van een eigen energievoorziening in de vorm van een accu. Ook is het denkbaar dat het elektrisch bediend slot dat is voorzien van een omzetter volgens de 15 uitvinding niet is voorzien van een eigen lezer. In plaats daarvan kan de motor worden bestuurd door bijvoorbeeld een externe besturingseenheid. Deze externe besturingseenheid kan bijvoorbeeld zijn voorzien van een separaat toetsenbord waarin een gebruiker een code kan ingeven om het slot te bedienen. In de hiervoor gegeven voorbeelden grijpt de groef van de 20 spindel rechtstreeks aan op een contactdeel 30 van de veer 26. Het is denkbaar dat de veer nabij een uiteinde van de veer is voorzien van een speciaal deel van een slijtvast materiaal dat in de groef ligt. Een dergelijk deel wordt ook behorend tot de veer gerekend. De hier omschreven veer is vervaardigd van een ronddraad. Andere typen verende elementen zoals een 25 bladveer zijn echter ook mogelijk. Dergelijke varianten worden elk geacht binnen het kader van de uitvinding te vallen.
Claims (22)
1. Elektromechanische omzetter voor het bedienen van een vergrendelmechanisme van een elektrisch bediend slot, voorzien van een elektromotor, een schroefspindel die roteerbaar is uitgevoerd en met behulp van de motor kan worden aangedreven voor rotatie van de schroefspindel 5 rondom een axiale as van de schroefspindel en een blokkeerpen die met behulp van de schroefspindel kan worden bewogen door de schroefspindel met de motor aan te drijven voor het met de blokkeerpen bedienen van het vergrendelmechanisme voor het vergrendelen en ontgrendelen van het slot, met het kenmerk, dat de blokkeerpen roteerbaar is uitgevoerd tussen een 10 eerste uiterste rotatiepositie en een tweede uiterste rotatiepositie waarbij de omzetter verder is voorzien van een verend element zoals een veer waarbij de schroefspindel is voorzien van een volgens een hehx verlopende groef met beperkte lengte, een eerste uitloop aan een eerste uiteinde van de volgens een hehx verlopende groef en een tweede uitloop aan een tweede uiteinde 15 van de volgens een helix verlopende groef waarbij het verend element met de roteerpen is verbonden en een contactdeel van het verend element aangrijpt in de volgens een helix verlopende groef waarbij door rotatie van de schroefspindel het contactdeel van het verend element langs de volgens een hehx verlopende groef wordt verplaatst in een richting van de axiale as 20 van de schroefspindel, welke verplaatsing resulteert in een rotatie van de blokkeerpen wanneer deze zich niet in de eerste uiterste rotatiepositie bevindt en zich niet in de tweede uiterste rotatiepositie bevindt en waarbij wanneer het contactdeel van het verend element zich in de eerste uitloop bevindt de blokkeerpen zich in de eerste uiterste rotatiepositie bevindt 25 waarbij het verend element dusdanig is gespannen dat het verend element een moment op de blokkeerpen uitoefent die de blokkeerpen in de eerste uiterste rotatiepositie drukt en waarbij wanneer het contactdeel van het verend element zich in de tweede uitloop bevindt de blokkeerpen zich in de tweede uiterste rotatiepositie bevindt waarbij het verend element dusdanig is gespannen dat het verend element een moment op de blokkeerpen 5 uitoefent die de blokkeerpen in de tweede uiterste rotatiepositie drukt.
2. Omzetter volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de omzetter verder is voorzien van tenminste een sensor voor het waarnemen van een positie van het verend element en/of blokkeerpen. 10
3. Omzetter volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de sensor is ingericht voor het waarnemen dat het verend element en/of blokkeerpen tenminste een vooraf bepaalde positie inneemt.
4. Omzetter volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het verend element is voorzien van een verend deel en een van het contactdeel deeluitmakend tweede deel dat is vervaardigd van teflon of een ander slijtvast materiaal waarbij het tweede deel aangrijpt op de volgens een helix verlopende groef. 20
5. Omzetter volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het verend element vast is verbonden met de blokkeerpen.
6. Omzetter volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, 25 dat het verend element is uitgevoerd als een buigveer.
7. Omzetter volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de omzetter is voorzien van een frame waarmee de motor is verbonden.
8. Omzetter volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de blokkeerpen roteerbaar rond een axiale as van de blokkeerpen is verbonden met het frame.
9. Omzetter volgens conclusie 2 of 3 en volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat de sensor met het frame is verbonden.
10. Omzetter volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de schroefspindel rechtstreeks is verbonden met een rotatieas van de 10 motor.
11. Omzetter volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de blokkeerpen een zodanige geometrie heeft dat deze statisch in balans is. 15
12. Omzetter volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de motor in combinatie met de schroefspindel een zodanige geometrie heeft dat deze statisch in balans is.
13. Elektrisch bediend slot voorzien van een behuizing, een schoot en een knop voor het bedienen van een beweging van de schoot waarbij de schoot beweegbaar is uitgevoerd tussen een eerste schootpositie waarbij de schoot uit de behuizing reikt voor het afsluiten van bijvoorbeeld een deur of raam en een tweede schootpositie waarbij de schoot althans voor een groter 25 deel dan in de eerste schootpositie van de schoot in de behuizing is op genomen voor het niet afsluiten van bijvoorbeeld de deur of het raam waarbij het slot verder is voorzien van een vergrendelmechanisme voor het vergrendelen of vrijgeven van de schoot wanneer deze zich in de eerste schootpositie bevindt, met het kenmerk, dat het slot verder is voorzien van een omzetter volgens een der voorgaande conclusies waarbij het slot dusdanig is ingericht dat door rotatie van de blokkeerpen het vergrendelmechanisme: (a) in een vergrendelde toestand kan worden gebracht waarbij de schoot in 5 de eerste schootpositie wordt gehouden; of (b) in een ontgrendelde toestand kan worden gebracht voor het vrijgeven van de vergrendelde schoot en/of voor het niet kunnen vergrendelen van de schoot.
14. Elektrisch bediend slot volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat het slot is voorzien van een lezer voor het uitlezen van een identificatiecode van een ID-label zoals een smartcard en een met de lezer verbonden elektronische besturingseenheid, waarbij de besturingseenheid dusdanig is ingericht dat wanneer een vooraf bepaalde identificatie code door de lezer 15 wordt gedetecteerd en het vergrendelmechanisme bevindt zich in de ontgrendelde toestand, de besturingseenheid de elektromotor aanstuurt voor het roteren van de blokkeerpen in de eerste uiterste rotatiepositie zodat het vergrendelmechanisme in de vergrendelde toestand kan worden gebracht en de schoot vergrendelt wanneer de schoot met de knop in de 20 eerste schootpositie wordt gebracht.
15. Elektrisch bediend slot volgens conclusie 13 of 14, met het kenmerk, dat het slot dusdanig is ingericht dat als de schoot zich in de eerste schootpositie bevindt en de schoot is vergrendeld met het 25 vergrendelmechanisme, de schoot van de eerste schootpositie naar de tweede schootpositie beweegt indien de blokkeerpen van de eerste uiterste rotatiepositie naar of in de richting van de tweede uiterste rotatiepositie wordt bewogen met de elektromotor.
16. Elektrisch bediend slot volgens conclusies 14 of 15, met het kenmerk, dat de besturingseenheid dusdanig is ingericht dat als het vergrendelmechanisme zich in de vergrendelde toetstand bevindt en een vooraf bepaalde identificatie code door de lezer wordt gedetecteerd, de 5 besturingseenheid de elektromotor aanstuurt voor het roteren van de blokkeerpen van de eerste uiterste rotatiepositie naar of in de richting van de tweede uiterste rotatiepositie zodat het vergrendelmechanisme in de ontgrendelde toestand komt waarbij het slot dusdanig is ingericht dat indien bij het ontgrendelen van het ontgrendelmechanisme de schoot zich in 10 de eerste schootpositie bevindt, de schoot naar de tweede schootpositie beweegt.
17. Elektrisch bediend slot volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat het slot is voorzien van een drukveer voor het bewegen van de schoot van de 15 eerste schootpositie naar de tweede schootpositie wanneer de schoot niet is vergrendeld met het vergrendelmechanisme waarbij met de knop de schoot van de tweede schootpositie naar de eerste schootpositie kan worden bewogen tegen druk van de drukveer in.
18. Elektrische bediend slot volgens een der conclusies 13-17, met het kenmerk, dat het slot is voorzien van ten minste een sensor die met de besturingsinrichting is verbonden om te detecteren of het vergrendelmechanisme zich in de vergrendelde of ontgrendelde toestand bevindt en/of om een rotatiepositie van de blokkeerpen te detecteren en/of 25 om een positie van het verend element te detecteren.
19. Elektrische bediend slot tenminste volgens conclusies 14 en 18, met het kenmerk, dat de besturingsinrichting dusdanig is ingericht dat wanneer met de sensor wordt gedetecteerd dat de het vergrendelmechanisme zich in de vergrendelde toestand bevindt en met de lezer wordt een identificatiecode gedetecteerd die overeenkomt met een vooraf bepaalde identificatiecode de besturinginrichting de motor aandrijft voor het ontgrendelen van het vergrendelmechanisme en dat wanneer met de sensor wordt gedetecteerd 5 dat het vergrendelmechanisme zich in de ontgrendelde toestand bevindt en met de lezer wordt een identificatiecode gedetecteerd die overeenkomt met een vooraf bepaalde identificatiecode de besturinginrichting de motor aandrijft voor het vergrendelen van het vergrendelmechanisme.
20. Elektrisch bediend slot volgens een der voorgaande conclusies 13- 19, met het kenmerk, dat het slot verder is voorzien van een met de besturingsinrichting verbonden slotsensor, tenminste om te detecteren wanneer de schoot met de knop naar de eerste schootpositie is bewogen.
21. Elektrisch bediend slot volgens een der voorgaande conclusies 13- 20 waarbij het slot is voorzien van een omzetter volgens tenminste conclusie 2 of 3, met het kenmerk dat de sensor is verbonden met de besturingsinrichting waarbij bijvoorkeur het slot dusdanig is ingericht dat de besturingsinrichting met de sensor kan detecteren of de blokkeerpen zich 20 in de eerste uiterste rotatiepositie of de tweede uiterste rotatiepositie bevindt.
22. Elektrisch bediend slot volgens een der voorgaande conclusies 13-21, met het kenmerk, dat de blokkeerpen een zodanige geometrie heeft dat 25 deze statisch in balans is.
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2008123A NL2008123C2 (nl) | 2012-01-16 | 2012-01-16 | Elektromechanische omzetter voor het bedienen van een vergrendelmechanisme. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2008123 | 2012-01-16 | ||
NL2008123A NL2008123C2 (nl) | 2012-01-16 | 2012-01-16 | Elektromechanische omzetter voor het bedienen van een vergrendelmechanisme. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2008123C2 true NL2008123C2 (nl) | 2013-07-18 |
Family
ID=45990654
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2008123A NL2008123C2 (nl) | 2012-01-16 | 2012-01-16 | Elektromechanische omzetter voor het bedienen van een vergrendelmechanisme. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL2008123C2 (nl) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2023241936A1 (en) * | 2022-06-17 | 2023-12-21 | Assa Abloy Ab | Blocker, arrangement and lock device |
Citations (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US20100000273A1 (en) * | 2008-07-02 | 2010-01-07 | Ojmar, S.A. | Programmable electronic lock |
WO2010130850A1 (es) * | 2009-05-13 | 2010-11-18 | Talleres De Escoriaza, S.A. | Dispositivo de embrague en cerraduras de embutir eléctricas con función antipánico |
-
2012
- 2012-01-16 NL NL2008123A patent/NL2008123C2/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US20100000273A1 (en) * | 2008-07-02 | 2010-01-07 | Ojmar, S.A. | Programmable electronic lock |
WO2010130850A1 (es) * | 2009-05-13 | 2010-11-18 | Talleres De Escoriaza, S.A. | Dispositivo de embrague en cerraduras de embutir eléctricas con función antipánico |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2023241936A1 (en) * | 2022-06-17 | 2023-12-21 | Assa Abloy Ab | Blocker, arrangement and lock device |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US3530968A (en) | Ticket handling and storage mechanism especially useful in automatic fare collection systems | |
US7891222B2 (en) | Electronic locking system | |
EP1660742B1 (en) | Device at lock | |
JP5215465B2 (ja) | 現金自動取引装置 | |
US6434987B1 (en) | Motorized security locking system | |
CN110469212B (zh) | 箍状锁 | |
US4251009A (en) | Security door assembly for an automatic document dispensing device | |
US10287802B2 (en) | Electromagnetic Opening Device for safe deposit box | |
NL2008123C2 (nl) | Elektromechanische omzetter voor het bedienen van een vergrendelmechanisme. | |
KR20120108909A (ko) | 카드 처리 장치 | |
WO2017199936A1 (ja) | 電気錠及び電気錠システム | |
EP0887496B1 (fr) | Dispositif destiné à annuler l'interdiction d'ouverture d'une serrure à ouverture conditionnelle | |
JP7184592B2 (ja) | 安全スイッチ | |
JP2009297402A (ja) | 景品払出装置 | |
EP4303385A1 (en) | Lock and storage cabinet | |
JP6913887B2 (ja) | 電気錠及び電気錠システム | |
JP5740331B2 (ja) | 電気錠 | |
EP3309287B1 (en) | Top-loading washing and/or drying machine with safety mechanism | |
JP2013181380A (ja) | 電気錠 | |
CN207731379U (zh) | 内闸门结构及接钞装置 | |
JP6748959B2 (ja) | 電気錠及び電気錠システム | |
JP4453913B2 (ja) | 自動扉の施錠装置 | |
JP2017206924A (ja) | 電気錠 | |
EP0991833B1 (fr) | Dispositif d'entrainement permettant le verrouillage et le deverrouillage d'une serrure a ouverture conditionnelle | |
ITMI970051U1 (it) | Azionamento perfezionato per la movimentazione di un cancello |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20150801 |