NL2006169C2 - Persinrichting, samenstelling en verzameleenheid voor het samenpersen van vezelig materiaal. - Google Patents

Description

Persinrichting, samenstelling en verzameleenheid voor het samenpersen van vezelig materiaal

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een 5 persinrichting, een samenstelling en een verzameleenheid voor het samenpersen van vezelig materiaal, zoals stro of hooi.

Tijdens het voeren van hooi en bij het instrooien van een bedding bij met name paarden kan veel stof, veelal in de 10 vorm van fijn stof, vrijkomen. Dit stof bestaat uit anorganische en organische materialen. De anorganische materialen bestaan veelal uit grond welke met het oogsten van het ruwvoer of het bedding materiaal van het land is mee gekomen door slecht afgestelde oogstmachines of door 15 verontreinigingen in de grond voor de oogst van het plantaardige materiaal zelf. Het organische stofvormende materiaal bestaat hoofdzakelijk uit afgebroken plantdelen, stuifmeel, schimmels en bacteriën.

Op de schadelijke gevolgen voor de gezondheid van mens 20 en dier te beperken kan het hooi of stro gereinigd worden.

Hiervoor zijn op zich bekende machines beschikbaar welke het stro of hooi veelal in baalvorm verwerken tot gereinigd los materiaal.

Vezelig materiaal dat uit een reinigingsmachine komt 25 heeft een groot volume en een laag soortelijk gewicht, bijvoorbeeld stro 30kg/m3. Om het materiaal hanteerbaar en verplaatsbaar te maken is het wenselijk het weer samen te persen tot een hoger soortelijk gewicht, bij voorkeur in balen welke verdeeld zijn in porties van enkele kilo's. Dit 30 om het voeren van dieren individueel te vergemakkelijken.

Persinrichtingen zijn bekend welke vierkante balen persen. Deze inrichtingen werken allemaal met een perswagen waarmee porties materiaal tegen de baal worden samengeperst.

2

Dit vraagt veel vermogen aangezien er een relatief groot oppervlak wordt samengeperst met een hoge snelheid om de aanvoer niet te lang te blokkeren. Tevens is er een perswagen nodig en een perskanaal om tegendruk te verkrijgen 5 voor het persen. Daarbij dient de aanvoer constant te zijn om een gelijke vulling van de porties in de baal te verkrij gen.

Een doel van de onderhavige uitvinding is een verbeterde persinrichting te verschaffen waarbij 10 bovenstaande nadelen zich niet tot nauwelijks voordoen.

Hiertoe verschaft de uitvinding een samenstelling voor het samenpersen van vezelig materiaal, zoals stro of hooi, omvattende een persinrichting en een beweegbare verzameleenheid voor het opvangen van het door de 15 persinrichting uitgeperst vezelige materiaal. Hierbij omvat de persinrichting een opvangruimte voor het opvangen van samen te persen vezelig materiaal, een perskanaal door welke het vezelige materiaal wordt geperst, en een grijpeenheid voor het aangrijpen van het in de opvangruimte geplaatste 20 vezelige materiaal en het door het perskanaal in een uitvoerrichting persen van het vezelige materiaal. Volgens de onderhavige uitvinding mondt bij geschikte positionering van de verzameleenheid ten opzichte van de persinrichting het perskanaal uit in de verzameleenheid.

25 Doordat het perskanaal in de beweegbare verzameleenheid uitmondt wordt voorkomen dat geperst materiaal wordt gemorst.

Volgens een eerste uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat de persinrichting een opvangruimte voor het 30 opvangen van samen te persen vezelig materiaal alsook een perskanaal gevormd door een veelvoud aan zijwanden waarvan ten minste één zijwand beweegbaar is voor het verschaffen van een opening in het perskanaal. De persinrichting omvat 3 verder een uitstoter voor het door de opening naar de verzameleenheid uitstoten van in het perskanaal aanwezig vezelig materiaal. Voorts omvat de persinrichting een aandrijfeenheid ingericht voor het laten bewegen van de 5 beweegbare zijwand voor het verschaffen van de genoemde opening en voor het aansturen van de uitstoter voor het genoemde uitstoten.

Het vezelige materiaal wordt doorgaans in een richting schuin dan wel haaks op de uitvoerrichting door de opening 10 uit het perskanaal in de verzameleenheid geperst. Hierbij stuit het materiaal veelal op reeds in de verzameleenheid aanwezig vezelig materiaal. Hierdoor wordt het samengeperste materiaal in het perskanaal geperst tegen reeds in de verzameleenheid aanwezig geperst materiaal. Op deze wijze 15 wordt een massa aan samenperst materiaal gevormd in de verzameleenheid zonder dat hierbij verpakkingsmateriaal gebruikt dient te worden. Anders gezegd, de verzameleenheid vormt zelf de verpakking voor het samengeperste vezelige materiaal. Overigens kan de verzameleenheid ook niet 20 beweegbaar worden uitgevoerd.

In de eerste uitvoeringsvorm wordt het vezelige materiaal eerst in het perskanaal geperst waarna het in een andere richting wordt uitgestoten in een verzameleenheid. Doorgaans worden hiervoor twee verschillende actuatoren 25 gebruikt die elk met een verschillend vermogen werken. Een voordeel van de onderhavige uitvinding is dat een hoge persdichtheid in het perskanaal kan worden bereikt doordat de diameter of dwarsafmeting van dit kanaal veelal kleiner is dan een lengte of breedte van het oppervlak waarover het 30 vezelige materiaal wordt samengeperst. De onderhavige uitvinding maakt het dus mogelijk kolommen in het perskanaal te creëren met hoge dichtheid welke vervolgens via een 4 separate handeling worden uitgestoten en verzameld in de verzameleenheid.

In een verdere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding strekt het perskanaal zich in een lengterichting 5 schuin dan wel verticaal omhoog uit en wordt de opening voor het uitstoten in een richting met een component loodrecht op de genoemde lengterichting verschaft. Het oppervlakte waarover de grijpeenheid het vezelige materiaal in het perskanaal perst is aanzienlijk kleiner dan het oppervlak 10 van het vezelige materiaal in de uitstootrichting. De verticale dan wel schuine opstelling van het perskanaal heeft het voordeel dat het bewegen van de beweegbare zijwand niet snel zal leiden tot het uiteenvallen van het in het perskanaal verzamelde vezelige materiaal.

15 In een verdere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is de beweegbare zijwand beweegbaar tussen een gesloten positie voor het begrenzen van het perskanaal en een open positie voor het verschaffen van de opening, waarbij het veelvoud aan zijwanden een verdere zijwand omvat 20 welke tegenover de beweegbare zijwand ligt in de gesloten positie.

Een voorbeeld van een perskanaal omvat een kanaal met een rechthoekige doorsnede. Bij een dergelijke vorm kunnen de verdere zijwand en de beweegbare zijwand de grotere 25 wanden vormen welke parallel ten opzichte van elkaar zijn geplaatst. Eventueel kunnen aan een zijkant van het perskanaal stationair geplaatste zijwanden voorzien zijn.

In een verdere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is de verdere zijwand beweegbaar en kan deze 30 samen met de beweegbare zijwand bewegen voor het verschaffen van de opening, welke opening zich uitstrekt van een zijde van het perskanaal naar een tegenovergelegen zijde. Een voorbeeld hiervan is dat bovengenoemde grotere wanden van 5 het perskanaal met rechthoekige doorsnede samen naar boven bewegen waardoor het vezelige materiaal in het perskanaal enkel nog geklemd wordt door de zijwanden. Vervolgens wordt het materiaal uitgestoten in een richting met een component 5 loodrecht op de weg bewogen zijwanden.

Het is overigens mogelijk dat het vezelige materiaal bij de start van het proces voor het uitstoten reeds in de verzameleenheid valt. Echter, naar gelang de vulgraad van de verzameleenheid toeneemt zal het reeds in de verzameleenheid 10 aanwezige vezelige materiaal het vallen verhinderen. Tevens zal in een dergelijk geval het vezelige materiaal in het perskanaal tegen het in de verzameleenheid aanwezige vezelige materiaal gedrukt worden door de uitstoter.

Hierdoor blijven de porties geperst materiaal hun vorm 15 behouden.

In een andere verdere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is de uitstoter verbonden met de verdere zijwand of grijpt de uitstoter deze zijwand aan voor het genoemde uitstoten. Een voorbeeld hiervan is dat de 20 verdere zijwand eveneens beweegbaar is in de uitstootrichting.

In een andere verdere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding kan de beweegbare zijwand draaien om een draaiingsas voor het verschaffen van de genoemde 25 opening. Een voorbeeld hiervan is dat de beweegbare zijwand functioneert als een klep welke in de gesloten positie het perskanaal afschermt en in open positie de eerdergenoemde opening verschaft.

In een andere verdere uitvoeringsvorm van de 30 onderhavige uitvinding omvatten de verdere zijwand en de beweegbare zijwand elk een afzonderlijke tandvormige structuur welke toestaan dat de beweegbare zijwand door en/of tussen de verdere zijwand beweegt, waarbij de 6 uitstoter de beweegbare zijwand omvat en waarbij de aandrijfeenheid is ingericht voor het vanuit de gesloten positie achtereenvolgens laten bewegen van de beweegbare zijwand in 1) een lengterichting van het perskanaal, 2) een 5 richting naar de verdere zijwand zodanig dat de beweegbare zijwand samenvalt met of beweegt door de verdere zijwand, 3) een richting tegenovergesteld aan de genoemde lengterichting, en 4) een richting tegenovergesteld aan de genoemde richting naar de verdere zijwand tijdens welke 10 beweging het vezelige materiaal wordt uitgestoten en na welke beweging de beweegbare zijwand wederom de gesloten positie inneemt.

Bij een voorbeeld van de bovenstaande beweging zal de beweegbare zijwand vanuit een positie waarin de zijwand 15 samenvalt met de verdere zijwand of vanuit een positie achter de zijwand, en derhalve buiten het perskanaal, het vezelige materiaal aangrijpen door middel van een beweging met een component loodrecht op de zijwanden.

In een verdere uitvoeringsvorm van de onderhavige 20 uitvinding omvat de aandrijfeenheid een loopwagen aan welke de beweegbare zijwand is gekoppeld, welke loopwagen een lusbeweging beschrijft voor het genoemde uitstoten.

In een verdere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat de aandrijfeenheid verder een in een lus 25 opgestelde transportband of ketting aan welke de loopwagen of verdere zijwand is gekoppeld. Doorgaans omvat een transportband of ketting twee tandwielen tussen welke de transportband of ketting is gespannen en welke voor de beweging van de transportband of ketting zorgen. Bij een 30 dergelijke opstelling is de richting tussen de tandwielen in hoofdzaak parallel aan de lengterichting van het perskanaal.

In een verdere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat de persinrichting een schakelaar voor het 7 uitschakelen van de aandrijfeenheid indien de beweegbare zijwand wederom de eerste positie heeft bereikt. Het kan tevens voorzien zijn dat de grijpeenheid wordt gestopt tijdens het genoemde uitstoten en dat bij het bereiken van 5 de gesloten positie de eerdergenoemde schakelaar een signaal afgeeft aan de grijpeenheid voor het hervatten van de werking daarvan.

In een verdere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat de persinrichting een detector voor het 10 detecteren van een vooraf bepaalde afmeting van een in het perskanaal gevormde kolom aan vezelig materiaal, waarbij de detector bij het bereiken van de vooraf bepaalde afmeting een signaal afgeeft aan de aandrijfeenheid om de beweegbare zijwand te bewegen voor het verschaffen van de opening en om 15 het vezelige materiaal aansluitend uit te stoten. Dezelfde detector kan worden gebruikt om de grijpeenheid een signaal te verschaffen om de werking daarvan te stoppen zodanig dat tijdens bovengenoemde beweging, geen vezelige materiaal in het perskanaal wordt geperst.

20 In een verdere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is de detector vormgegeven als een wand welke zich in dwarsrichting uitstrekt in het perskanaal, waarbij de detector bij voorkeur is ingericht bij een vooraf bepaalde druk uitgeoefend op de wand door het vezelige 25 materiaal het signaal af te geven. Door deze maatregel kan de hoogte van een in het perskanaal opgebouwde kolom aan vezelig materiaal worden bepaald.

In een verdere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is de positie en/of de vooraf bepaalde druk 30 instelbaar voor het regelen van de hoogte en/of dichtheid van de in het perskanaal opgebouwde kolom.

In een verdere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding heeft de verzameleenheid aan een naar de 8 persinrichting toe gerichte zijde een achterwand welke is voorzien van een uitsparing voor het ten minste ten dele opnemen van het perskanaal zodanig dat bij geschikte positionering van de verzameleenheid ten opzichte van de 5 persinrichting het perskanaal uitmondt in de verzameleenheid. Hierbij duidt geschikte positionering veelal op het tegen de persinrichting aan plaatsen of aan de persinrichting koppelen van de verzameleenheid.

In een verdere uitvoeringsvorm van de onderhavige 10 uitvinding heeft de verzameleenheid aan een van de persinrichting af gerichte zijde een voorwand voor het tegenhouden van het door de persinrichting uitgestoten vezelige materiaal en waarbij de verzameleenheid is ingericht het uitgestoten vezelige materiaal op te sluiten 15 tussen de voorwand en de achterwand.

Bij bovenstaande uitvoering wordt het vezelige materiaal dus in de verzameleenheid uitgestoten. Op een gegeven moment komt dit materiaal in aanraking met de voorwand, bijvoorbeeld doordat het eerst uitgestoten 20 materiaal bij elke uitstoot van nieuw materiaal wordt voortgeduwd richting voorwand. De achterwand zorgt ervoor dat het uitgestoten vezelige materiaal niet aan de achterzijde de verzameleenheid uit kan vallen.

Het moge overigens de vakman duidelijk zijn dat het 25 gebruik van de termen voorwand en achterwand willekeurig zijn en niet gerelateerd zijn aan een specifieke gebruikstoestand van de verzameleenheid.

In een verdere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding vormt de achterwand samen met de verdere zijwand 30 het perskanaal bij de genoemde geschikte positionering.

In een verdere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is de achterwand gevormd door een getande structuur welke, althans bij de geschikte positionering van 9 de verzameleenheid, kan samenwerken met de getande structuur van de verdere zijwand voor het samen vormen van een zijwand van het perskanaal, waarbij de getande structuur van de achterwand openingen definieert welke het mogelijk maken dat 5 de getande structuur van de beweegbare zijwand zowel tussen en/of door de achterwand als tussen en/of door de verdere zijwand kan bewegen tijdens het genoemde samenwerken van de verdere zijwand en achterwand.

In een uitvoeringsvoorbeeld omvat de verdere zijwand 10 een veelvoud aan U-profielen. De achterwand van de verzameleenheid is in dit voorbeeld voorzien van tanden die naar beneden zijn gericht. Deze tanden vallen bij geschikte positionering, bijvoorbeeld bij plaatsing van de verzameleenheid tegen de persinrichting, in de openingen 15 tussen de armen van de U-profielen. Verder is de beweegbare zijwand voorzien van neerwaarts gerichte tanden welke enerzijds door de ruimte tussen de afzonderlijke U-profielen kunnen bewegen en anderzijds ook door de ruimte tussen de afzonderlijke tanden van de achterwand van de 20 verzameleenheid kunnen bewegen.

Door bovenstaande maatregelen is de verzameleenheid ten minste ten dele als kooi gevormd welke tevens ten dele het perskanaal vormt. Bovendien mondt het perskanaal uit in de verzameleenheid. De achterwand functioneert dus zowel als 25 zijwand voor het perskanaal als wand voor het in de verzameleenheid opsluiten van het uitgestoten vezelige materiaal.

In een verdere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding strekt de getande structuur van de achterwand 30 zich in hoofdzaak over de volledige breedte van de verzameleenheid uit.

10

In een verdere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is de verzameleenheid uitgevoerd als een kar, bolderwagen, aanhanger, container, plateau.

Volgens een tweede uitvoeringsvorm van de onderhavige 5 uitvinding omvat het perskanaal een eerste wand en tweede wand, welke tweede wand zich in de uitvoerrichting verder uitstrekt dan de eerste wand waardoor het perskanaal een gesloten deel omvat, waarbij een binnenruimte van het perskanaal wordt omsloten door de eerste en tweede wand, en 10 een open deel, waarbij de binnenruimte van het perskanaal wordt omsloten door de tweede wand. Voorts wordt de verzamelruimte ten minste aan een naar de persinrichting gerichte zijde begrensd door een opstaande wand welke een beweegbaar deel omvat dat vanuit een opstaande positie naar 15 de verzamelruimte kan scharnieren voor het verschaffen van een opening in de opstaande wand. De persinrichting en de verzameleenheid kunnen onderling bewogen worden in een eerste positie waarin de tweede wand van het perskanaal het beweegbare deel naar binnen scharniert waardoor het gesloten 20 deel van het perskanaal uitmondt in de verzamelruimte.

Verder omvat de verzameleenheid een schraapdeel dat bij het van elkaar af bewegen van de verzameleenheid en de persinrichting vezelig materiaal in het open deel van het perskanaal tegenhoudt de verzamelruimte te verlaten.

25 Bij de persinrichting volgens de tweede uitvoeringsvorm verlaat het samengeperste vezelige materiaal de persinrichting via een perskanaal dat zich tot buiten de behuizing van de persinrichting uitstrekt. Het perskanaal is niet symmetrisch opgebouwd en omvat een eerste en tweede 30 wand, waarbij de tweede wand zich verder naar buiten uitstrekt. In een uitvoeringsvoorbeeld omvat het perskanaal twee parallel opgestelde vlakke platen of plaatdelen waarvan één langer is dan de andere.

11

De verzameleenheid en/of persinrichting kunnen beweegbaar zijn. Echter, het geniet de voorkeur de persinrichting stationair uit te voeren zodat enkel de verzameleenheid verplaatst dient te worden. Hiertoe kan de 5 verzameleenheid uitgerust zijn met wielen.

Door de verzameleenheid en de persinrichting in de genoemde eerste positie te brengen steekt het perskanaal in de verzamelruimte van de verzameleenheid. Dit wordt bereikt doordat de tweede wand het beweegbare deel van de opstaande 10 wand naar binnen doet scharnieren. Bij activering van de persinrichting wordt het vezelige materiaal derhalve direct in de verzameleenheid uitgestoten.

De verzameleenheid omvat tevens een schraapdeel. Dit deel voorkomt dat tijdens het scheiden van de 15 verzameleenheid en de pers, met andere woorden bij het uitnemen van de verzameleenheid, vezelig materiaal morst doordat het uit de verzameleenheid of het perskanaal valt. Dit wordt bereikt doordat het schraapdeel zodanig is geplaatst dat het in staat is om tijdens het uitnemen het op 20 de tweede wand aanwezige vezelige materiaal aan te grijpen om te voorkomen dat het samen met het perskanaal buiten de verzameleenheid geraakt. Dit is mogelijk omdat de tweede wand zich verder uitstrekt dan de eerste wand. Immers, dit laat een deel van het perskanaal open waardoor het vezelige 25 materiaal in dat deel kan worden aangegrepen.

In een inrichting waarbij het perskanaal zou zijn uitgevoerd met twee even lange wanden, met andere woorden een volledig dicht perskanaal met enkel een uitvoeropening aan het einde, zou dit voordeel niet optreden. Dit zou tot 30 gevolg hebben dat bij het scheiden van persinrichting en verzameleenheid, waarbij het perskanaal uit de verzameleenheid beweegt, vezelig materiaal aan het einde van het perskanaal buiten de verzameleenheid zou kunnen vallen.

12

Dit brengt de eerdergenoemde gezondheidsrisico's met zich mee alsook verlies aan materiaal.

In een verdere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is het schraapdeel ingericht om bij het van 5 elkaar bewegen van de persinrichting en de verzameleenheid de tweede wand af te schrapen. Hierbij treedt bij voorkeur contact op tussen het schraapdeel en de tweede wand. Echter, het is tevens mogelijk een schrapende werking te verkrijgen bij een zeer dichte nadering van het schraapdeel ten 10 opzichte van de tweede wand.

In een verdere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding sluiten het schraapdeel en het beweegbare deel in de opstaande positie ten minste ten dele aan voor het afsluiten van de verzamelruimte. Hierbij geniet het de 15 voorkeur het beweegbare deel en het schraapdeel zodanig uit te voeren dat deze elkaar niet raken om te voorkomen dat vezelig materiaal geklemd kan worden tussen het beweegbare deel en het schraapdeel.

In een verdere uitvoeringsvorm van de onderhavige 20 uitvinding omvat het schraapdeel een veelvoud aan tanden.

Het gebruik van tanden vergemakkelijkt het aangrijpen van het vezelige materiaal door het schraapdeel.

In een verdere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding zijn de tanden, of het schraapdeel in zijn 25 algemeenheid, verbonden met of maken zij onderdeel uit van de opstaande wand.

In een verdere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding vormt de tweede wand van het perskanaal althans in een gebruikstoestand een onderste deel van het perskanaal 30 en de eerste wand een bovenste deel. Hierbij geniet het de voorkeur de tanden neerwaarts en onder hoek richting opvangruimte te plaatsen.

13

In een verdere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvatten de persinrichting en de verzameleenheid elk koppelmiddelen welke kunnen samenwerken voor het in de eerste positie koppelen van de persinrichting en de 5 beweegbare verzameleenheid. Dit maakt het mogelijk de persinrichting en de verzameleenheid te koppelen waarna deze zonder een actie van de gebruiker in gekoppelde toestand blijven.

Het geniet de voorkeur indien in de eerste positie, 10 waarbij de persinrichting het perskanaal vult met vezelig materiaal, het schraapdeel niet het perskanaal blokkeert. Derhalve zijn de koppelmiddelen in een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding zodanig ingericht dat deze de persinrichting en de verzameleenheid koppelen in de eerste 15 positie zodanig dat in deze positie het schraapdeel zich boven de eerste wand bevindt.

Zoals eerder vermeld functioneert het schraapdeel tijdens het scheiden van persinrichting en verzameleenheid. Doordat de koppeling tussen persinrichting en 20 verzameleenheid dan verbroken wordt dan wel wordt verminderd bestaat het gevaar dat de verzameleenheid met het schraapdeel op de tweede wand valt. Echter, in een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding vormen de koppelmiddelen een geleiding voor ten minste een deel van de 25 van elkaar af gerichte beweging van de persinrichting en de verzameleenheid. Hierdoor ontstaat er een gecontroleerde beweging van het schraapdeel ten opzichte van de tweede wand. Een voorbeeld van een dergelijke geleiding is dat de koppelmiddelen van de persinrichting of de verzameleenheid 30 een steun vormen voor de andere van de persinrichting of de verzameleenheid tijdens het genoemde deel van de van elkaar af gerichte beweging van de persinrichting en de 14 verzameleenheid. Een dergelijke steun kan bijvoorbeeld dienen om het vallen van de verzameleenheid te voorkomen.

In een verdere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat de persinrichting of de verzameleenheid een 5 uitsteeksel en omvat de andere van de persinrichting of de verzameleenheid een opening waardoor het uitsteeksel kan steken voor het genoemde koppelen van de persinrichting en de verzameleenheid. Hierbij blijft de persinrichting of de verzameleenheid tijdens het onderling scheiden met een rand 10 van de opening rusten op het uitsteeksel van de andere van de persinrichting of de verzameleenheid waardoor het eerdergenoemde vallen wordt voorkomen.

In een verdere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding heeft de verzameleenheid wielen welke zijn 15 opgesteld aan tegenovergestelde einden van een aan de verzameleenheid gekoppelde as, waarbij de verzameleenheid verder is voorzien van aangrijpmiddelen welke een gebruiker in staat stellen de verzameleenheid te kantelen met betrekking tot de genoemde as, waarbij de positionering en 20 vorm van het uitsteeksel en de opening zodanig zijn dat een gebruiker de verzameleenheid dient te kantelen om het uitsteeksel in de opening te kunnen steken. Het is verder mogelijk de positionering en vorm van het uitsteeksel en de opening zodanig te kiezen dat bij het achtereenvolgens terug 25 kantelen een zekering wordt bereikt van de verzameleenheid aan de pers.

Door middel van bovenstaande configuratie van uitsteeksel en opening wordt bereikt dat de gebruiker eenvoudig de verzameleenheid aan de persinrichting kan 30 koppelen. Hiertoe gebruikt de gebruiker bijvoorbeeld de aangrijpmiddelen, zoals handvatten, om de verzameleenheid naar de persinrichting te rijden. Vervolgens kantelt de gebruiker de verzameleenheid waardoor het uitsteeksel in de 15 opening kan worden gebracht. Het is mogelijk dat in deze situatie de verzameleenheid en persinrichting vanzelf naar de eerste positie geraken, bijvoorbeeld onder invloed van de zwaartekracht. Het is echter ook mogelijk dat de gebruiker 5 een duwbeweging dient uit te oefenen om de verzameleenheid naar de persinrichting te duwen om de benodigde koppeling te verkrijgen. In deze gevallen dient de gebruiker bij het scheiden van verzameleenheid en persinrichting een trekbeweging uit te oefenen om de koppeling te verbreken.

10 Het is echter ook mogelijk dat de positionering en vorm van het uitsteeksel en de opening zodanig is dat de koppeling wordt bereikt doordat de gebruiker de verzameleenheid weer terug kantelt, eventueel onder licht duwen richting pers. Vervolgens kan de persinrichting worden 15 aangezet om de verzameleenheid te vullen. Indien de verzameleenheid vol is kan de gebruiker de persinrichting stoppen. Persinrichting en verzameleenheid kunnen worden ontkoppeld door de verzameleenheid te kantelen en naar achteren te trekken totdat het uitsteeksel uit de opening is 20 gekomen. Hierna kan de gebruiker de verzameleenheid verplaatsen op reguliere wijze.

In een verdere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat de persinrichting een schakelaar voor het aan- en uitschakelen van de grijpeenheid, waarbij de 25 schakelaar is uitgevoerd zodanig dat in de eerste positie de verzameleenheid de schakelaar door middel van contact met de opstaande wand bedient voor het inschakelen van de grijpeenheid en dat als gevolg van het van elkaar af bewegen van de persinrichting en verzameleenheid de grijpeenheid 30 direct dan wel na een vooraf bepaalde periode uitschakelt. Hierdoor wordt eens sterk geautomatiseerde inrichting verkregen.

16

De onderhavige uitvinding verschaft tevens een persinrichting en/of een verzameleenheid welke is uitgevoerd zoals hierboven beschreven. Hierbij kan de verzameleenheid uitgevoerd zijn als kruiwagen, bolderkar, container of 5 plateau.

In het hiernavolgende zal de uitvinding in meer detail worden besproken onder verwijzing naar de bij gevoegde figuren, waarbij:

Figuur 1 een tweede uitvoeringsvorm toont van de 10 onderhavige inrichting welke een kruiwagen en een persinrichting omvat;

Figuren 2 en 3 de uitvoeringvorm uit figuur 1 weergeven waarbij de kruiwagen wordt gekoppeld aan de pers;

Figuur 4 de uitvoeringsvorm uit figuur 1 toont waarbij 15 de kruiwagen is gekoppeld aan de pers;

Figuur 5 de uitvoeringsvorm uit figuur 1 in werking laat zien;

Figuur 6 het wegnemen van de kruiwagen van de persinrichting toont; 20 Figuren 7A en 7B een eerste uitvoeringsvorm tonen van de onderhavige uitvinding;

Figuren 8A en 8B de uitvoeringsvorm uit figuur 7A tonen gekoppeld aan een verzameleenheid;

Figuren 9A en 9B respectievelijk een schematisch en 25 zijaanzicht geven van de verzameleenheid uit figuur 8A; en

Figuren 10A-10C aanzichten tonen van de zijwand, de verdere zijwand en de achterwand van de uitvoeringsvorm uit figuur 7A.

Figuur 1 toont een tweede uitvoeringsvorm van de 30 inrichting volgens de onderhavige uitvinding. De inrichting omvat een persinrichting 1 en een kruiwagen 2. De persinrichting is voorzien van een perskanaal 3 welke wordt gevormd door een eerste wand 4 en een tweede wand 5.

17

Kruiwagen heeft aan de achterzijde een opstaande achterwand 6 welke een beweegbaar deel 7 en een schraapdeel 8 omvat. Beweegbaar deel 7 is scharnierbaar bevestigd zodat het naar binnen toe kan scharnieren. Verder omvat 5 schraapdeel 8 een veelvoud aan tanden. Schraapdeel 8 en beweegbaar deel 7 sluiten in de getoonde opstaande positie van beweegbaar deel 7 aan of naderen elkaar dicht. Verder is achterwand 6 voorzien van openingen 9 welke kunnen samenwerken met uitsteeksels 10 van persinrichting 1.

10 Kruiwagen 2 is beweegbaar door middel van wielen 11 en is voorzien van een hendel 12 waarmee de gebruiker kruiwagen 2 kan besturen.

Figuur 2 geeft een dwarsdoorsnede van persinrichting 1 en kruiwagen 2 waarbij uitsteeksels 10 in openingen 9 zijn 15 geplaatst. Verder is een opvangruimte 13 zichtbaar in persinrichting 1 waarin het samen te persen vezelig materiaal 14, zoals stro of hooi, gestort kan worden. Uit figuur 2 is eveneens duidelijk dat vanwege het lengteverschil tussen eerste wand 4 en tweede wand 5, 20 perskanaal 3 opdeelbaar is in een gesloten deel, waarbij perskanaal 3 eerste wand 4 en tweede wand 5 als zijwanden heeft, en een open deel, waarbij perskanaal 3 enkel tweede wand 5 als zijwand heeft.

In persinrichting 1 is een grijpeenheid 15 gemonteerd 25 welke vezelig materiaal 14 kan aangrijpen om dit door perskanaal 3 te persen. Hiertoe omvat grijpeenheid een getande arm 16 welke excentrisch op een schijf 17 is aangesloten welke wordt aangedreven door een motor 18.

Figuur 3 toont hoe kruiwagen 2 gekanteld wordt waardoor 30 kruiwagen 2 verder over uitsteeksel 10 richting persinrichting 1 bewogen kan worden. Eveneens zichtbaar in de figuur is dat schraapdeel 8 in deze positie over tweede 18 wand 5 schraapt. Verder duwt tweede wand 5 beweegbaar deel 7 naar binnen.

Figuur 4 toont de situatie nadat kruiwagen 2 nog verder richting persinrichting 1 is bewogen. Hierbij geeft figuur 5 5 de uiteindelijke situatie weer waarbij kruiwagen 2 op een horizontaal stuk van uitsteeksel 10 rust. Zoals volgt uit de figuren vormt uitsteeksel 10 een geleider voor de beweging tussen persinrichting 1 en kruiwagen 2. De in figuur 5 getoonde situatie wordt aangeduid als eerste positie.

10 In figuur 5 is de inrichting in werking getoond.

Hierbij is zichtbaar hoe perskanaal 3 uitmondt in een verzamelruimte 19 van de kruiwagen 2. Ook zichtbaar is hoe schraapdeel 8 perskanaal 3 niet blokkeert.

Bij deze uitvoeringsvorm wordt grijpeenheid 15 15 geactiveerd door contact tussen achterwand 6 en een schakelaar 20 welke is geplaatst op de achterwand van persinrichting 1, zie figuur 1.

Figuur 6 toont de situatie waarin kruiwagen 2 en persinrichting 1 van elkaar worden gescheiden. Zoals 20 weergegeven in de figuur schraapt schraapdeel 8 hierbij over tweede wand 5 op vergelijkbare wijze als getoond in figuur 3.

Zoals duidelijk blijkt uit figuur 6 zorgt de schrapende werking van schraapdeel 8 er voor dat tijdens de onderlinge 25 scheiding van kruiwagen 2 en persinrichting 1 geen vezelig materiaal 14 morst op de ondergrond. Dit effect wordt versterkt doordat schraapdeel 8 en beweegbaar deel 7 op elkaar aansluiten zoals getoond in figuur 1.

Indien de eerste en tweede wand even lang zouden zijn 30 was het niet mogelijk geweest het perskanaal schoon te schrapen. Hierdoor zou aan het uiteinde van het perskanaal vezelig materiaal op de ondergrond kunnen vallen. De 19 gezondheidsrisico's die hiermee gepaard gaan worden met de onderhavige uitvinding voorkomen.

Verder is het mogelijk eerste wand 4 te voorzien van openingen waartussen tanden van schraapdeel 8 kunnen vallen.

5 Hierdoor wordt het mogelijk ook in het gesloten deel van perskanaal 3 materiaal aan te grijpen.

Figuur 7A toont een dwarsdoorsnede van een eerste uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.

Persinrichting 21 omvat een opvangruimte 22 waarin het samen 10 te persen vezelig materiaal 23 gestort kan worden. Voorts omvat persinrichting 21 een perskanaal 24 door welke het vezelige materiaal naar buiten geperst wordt, perskanaal 24 wordt in deze uitvoeringsvorm gevormd door een beweegbare zijwand 25 en een stationaire zijwand 26. Beweegbare zijwand 15 25 is uitgevoerd als een rij tanden en kan bewegen tussen een gesloten positie, zoals weergegeven in figuur 7A, en een open positie waarin zijwand 25 een opening in perskanaal 24 achterlaat, zoals weergegeven in figuur 7B. Verder is beweegbare zijwand 25 aangesloten op een loopwagen 27 welke 20 op zijn beurt is gekoppeld aan een in een lus opgestelde ketting 28. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een tandwiel 29 en een tandwiel 30.

Ketting 28 wordt aangedreven door een tandwiel 31. Indien dit tandwiel wordt bekrachtigd zal loopwagen 27 25 achtereenvolgens de volgende bewegingen maken (startend vanuit de gesloten positie in figuur 7A): 1) een beweging omhoog in de lengterichting van perskanaal 24. Door deze beweging laat zijwand 25 een opening achter in de wand van perskanaal 24.

30 2) een beweging richting zijwand 26 zodra loopwagen 27 tandwiel 29 bereikt; 3) een beweging naar beneden tegengesteld aan de beweging onder 1); 20 4) een beweging tegenovergesteld aan de beweging onder 2) zodra loopwagen 27 tandwiel 30 bereikt.

Figuur 7B toont de situatie vlak voordat beweging 4) wordt gestart. Hierbij is zichtbaar dat de tanden van 5 zijwand 25 samenvallen met zijwand 26. Dit is mogelijk omdat zijwand 26 openingen omvat waartussen de tanden van zijwand 25 kunnen bewegen. Verder wordt opgemerkt dat persinrichting 21 is voorzien van een geleider 32 voor het geleiden van de beweging onder 1). Geleider 32 zorgt er voor dat zijwand 25 10 parallel aan zijwand 26 omhoog beweegt.

Figuur 7B laat duidelijk zien hoe het vezelige materiaal, dat zich als kolom heeft geaccumuleerd in het perskanaal 24, kan worden uitgestoten tijdens de beweging onder 4). Immers, bij de beweging van zijwand 25 vanuit een 15 positie in lijn met zijwand 26, of zelfs vanuit een positie achter zijwand 26, naar de startpositie (gesloten positie) wordt de kolom vezelige materiaal door zijwand 26 weggeduwd.

De beweging van zijwand 25 door zijwand 26 is mogelijk doordat beide wanden een getande structuur omvatten. Hierbij 20 kan elke tand van zijwand 25 door een opening tussen de tanden van zijwand 26 passeren.

Persinrichting 21 is tevens voorzien van een wand 33 welke zich in hoofdzaak dwars uitstrekt in perskanaal 24. Wand 33 functioneert hierbij als een detector/schakelaar 25 voor het aansturen van tandwiel 31. Bij het bereiken van een bepaalde hoogte aan vezelig materiaal in perskanaal 24 zal het vezelige materiaal wand 33 aangrijpen. Hierdoor zal met wand 33 verbonden elektronica een signaal afgeven aan de aandrijfeenheid (niet getoond) welke zorgt voor de 30 aandrijving van tandwiel 31. Vervolgens zal ketting 28 in beweging worden gebracht en zal het in perskanaal 24 aanwezige vezelige materiaal uitgestoten worden zoals getoond in figuur 7B. Hierbij wordt opgemerkt dat het moment 21 waarop de elektronica voor wand 33 een signaal afgeeft afhankelijk gemaakt kan worden van bijvoorbeeld de druk op wand 33, of, indien wand 33 kan scharnieren als in figuur 7A, van de hoekverdraaiing. Het geniet de voorkeur indien de 5 parameters welke het moment van afgifte van het signaal, zoals hoekverdraaiing, druk, positie van wand 33 in perskanaal 24, e.d. instelbaar zijn. Dit stelt de gebruiker in staat de hoogte en eventueel de dichtheid van het vezelige materiaal te bepalen.

10 In figuur 7A is tevens een grijpeenheid 34 zichtbaar welke een grijparm 35 omvat die excentrisch verbonden is met een schijf 36. Deze schijf wordt aangedreven door een motor 37. Bekrachtiging van schijf 36 zorgt er voor dat het vezelige materiaal in opvangruimte 23 wordt aangegrepen en 15 in perskanaal 24 wordt geperst.

Het moge de vakman duidelijk zijn dat het de voorkeur geniet indien de elektronica van wand 33 bij het bereiken van de gewenste hoogte aan vezelig materiaal eveneens een signaal afgeeft aan motor 37 om het persen te staken tijdens 20 het uitstoten.

Verder kan persinrichting 21 voorzien zijn van een schakelaar welke is ingericht de aandrijving van tandwiel 31 te staken indien zijwand 26 wederom de gesloten positie uit figuur 7A aanneemt. Dit om te voorkomen dat zijwand 25 25 continu de uitstootbeweging uitvoert.

Figuren 8A en 8B tonen persinrichting 21 gekoppeld aan een verzameleenheid 38, welke in meer detail is weergegeven in figuren 9A en 9B.

Verzameleenheid 38 is uitgevoerd als een kar of 30 gemotoriseerd voertuig op wielen 39. Verder is verzameleenheid 38 voorzien van een verzamelruimte 40 waarin het door persinrichting 21 uitgestoten vezelige materiaal kan worden opgevangen.

22

De naar de persinrichting 21 toe gekeerde zijde van verzameleenheid 38 is voorzien van een achterwand 41 met uitsparingen 42. Hierbij loopt achterwand 41 een stuk door aan de bovenzijde van verzameleenheid 38.

5 In figuur 8A is verzameleenheid 38 tegen persinrichting 21 geplaatst. Hierdoor zal verzameleenheid 38 een schakelaar 43 door middel van contact activeren. Als gevolg hiervan zal persinrichting 21 in werking treden. Schakelaar 43 omvat een pin welke onder veerspanning staat door veer 44. De werking 10 hiervan zal later worden beschreven.

Uitsparingen 42 in achterwand 41 zijn zodanig uitgevoerd dat achterwand 41 kan samenvallen met zijwand 26. Bovendien, doordat uitsparingen 42 doorlopen aan de bovenzijde, staan zij de eerdergenoemde beweging van zijwand 15 26 toe. Door de uitsparingen 42 wordt het mogelijk dat perskanaal 24 uitmondt in verzamelruimte 40 en dat tegelijkertijd de verzamelruimte wordt afgeschermd door achterwand 41.

Figuren 10A-10C tonen de vormgeving van zijwanden 25, 20 26 en achterwand 41 welke bovenstaande functionaliteit mogelijk maakt.

In dit voorbeeld omdat zijwand 26 een veelvoud aan U-profielen waarvan de open einden naar perskanaal 24 gericht zijn. Zijwand 25 omvat een veelvoud aan neerwaarts gerichte 25 tanden welke tussen de U-profielen kunnen passeren.

Achterwand 41 omvat eveneens neerwaarts gerichte tanden welk in de afzonderlijke U-profielen opgenomen kunnen worden.

Figuur 10A toont een aanzicht van verdere zijwand zoals gezien in een horizontale richting vanuit perskanaal 24. In 30 dit figuur bewegen tanden van beweegbare zijwand 25 dus naar de kijker toe voor het genoemde uitstoten.

Achterwand 41 van verzameleenheid 38 vormt samen met zijwand 26 een wand van perskanaal 24. In de situatie dat 23 zijwand 26 en achterwand 41 samen een zijwand vormen voor perskanaal 24 vallen deze wanden samen. Verder is zichtbaar dat de tanden van zijwand 25 tussen de afzonderlijke U-profielen kunnen bewegen. Tevens wordt opgemerkt dat 5 verzameleenheid 38 een uitsparing 46 kan omvatten voor het ontvangen van een stationair deel van perskanaal 24.

Figuur 10B is een bovenaanzicht. Hierbij is duidelijk dat achterwand 41 ook een horizontale component heeft.

Figuur IOC geeft een zijaanzicht van zijwand 25 en 10 verdere zijwand 26, waarbij achterwand 41 voor de duidelijkheid is weggelaten.

Als verzameleenheid 38 tegen de persinrichting 21 aan wordt geplaatst zal schakelaar 43 persinrichting 21 activeren. Echter, een dergelijke activering kan ook 15 handmatig geschieden. Vervolgens zal persinrichting 21 stapsgewijs kolommen vezelig materiaal in verzameleenheid 38 duwen. Aangezien verzameleenheid 38 bij voorkeur niet tot nauwelijks geremd is, zal bij voldoende vulling in verzameleenheid 38 zijwand 25 tijdens het uitstoten 20 verzameleenheid 38 naar achteren duwen. Hierdoor zal schakelaar 43 persinrichting 21 uitschakelen. Meer in het bijzonder zal schakelaar 43 voorkomen dat een nieuwe cyclus van grijpeenheid 34 gestart wordt.

Naast bovengenoemde werking van schakelaar 43 is het 25 natuurlijk ook mogelijk een handmatige bediening te realiseren met welke een gebruiker kan aangeven dat de vulling van verzameleenheid 38 toereikend. Doorgaans zal de vulling echter zich uitstrekken tussen achterwand 41 en voorwand 45, zie figuur 9B.

30 Doordat de persinrichting het geperste materiaal direct op een transporteenheid of op een plateau plaatst voor direct gebruik is er verder geen verpakkingsmateriaal nodig.

24

Dit is mede te danken aan de vezelige structuur van het materiaal hierdoor haakt het materiaal in elkaar waardoor het na samenpersen slechts gedeeltelijk expandeert waardoor het zijn vorm, de persvorm, grotendeels behoud mits het niet 5 naderhand meerdere handelingen ondergaat. Hierdoor vormen de eenheden geperst materiaal porties in de samengestelde baal op een plateau of in een container zodra deze tegen elkaar worden geperst of gedrukt bij het uitdrukken uit het perskanaal.

10 In het bovenstaande is de uitvinding beschreven onder meer met behulp van uitvoeringsvormen daarvan. Het moge de vakman duidelijk zijn dat verscheidene wijzigingen mogelijk zijn zonder hierbij af te wijken van de beschermingsomvang welke wordt gedefinieerd door de bijgevoegde conclusies.

15

Claims (37)

1. Samenstelling voor het samenpersen van vezelig materiaal, zoals stro of hooi, in een verzameleenheid, 5 omvattende een persinrichting en een beweegbare verzameleenheid voor het opvangen van het door de persinrichting uitgeperste vezelige materiaal, de persinrichting omvattende: een opvangruimte voor het opvangen van samen te persen 10 vezelig materiaal; een perskanaal door welke het vezelige materiaal wordt geperst; een grijpeenheid voor het aangrijpen van het in de opvangruimte geplaatste vezelige materiaal en het door het 15 perskanaal in een uitvoerrichting persen van het vezelige materiaal; waarbij bij geschikte positionering van de verzameleenheid ten opzichte van de persinrichting het perskanaal uitmondt in de verzameleenheid. 20

2. Samenstelling volgens conclusie 1, waarbij de verzameleenheid aan een naar de persinrichting toe gerichte zijde een achterwand heeft welke is voorzien van een uitsparing voor het ten minste ten dele opnemen van het 25 perskanaal zodanig dat bij geschikte positionering van de verzameleenheid ten opzichte van de persinrichting het perskanaal uitmondt in de verzameleenheid.

3. Samenstelling volgens conclusie 2, waarbij de 30 verzameleenheid aan een van de persinrichting af gerichte zijde een voorwand heeft voor het tegenhouden van het door de persinrichting uitgestoten vezelige materiaal en waarbij de verzameleenheid is ingericht het uitgestoten vezelige materiaal op te sluiten tussen de voorwand en de achterwand.

4. Samenstelling volgens een van de conclusies 1-3, 5 waarbij het perskanaal wordt gevormd door een veelvoud aan zijwanden waarvan ten minste één zijwand beweegbaar is voor het verschaffen van een opening in het perskanaal, de persinrichting verder omvattende: een uitstoter voor het door de opening naar de 10 verzameleenheid uitstoten van in het perskanaal aanwezig vezelig materiaal; en een aandrijfeenheid ingericht voor het laten bewegen van de beweegbare zijwand voor het verschaffen van de genoemde opening en voor het aansturen van de uitstoter voor 15 het genoemde uitstoten.

5. Samenstelling volgens conclusie 4, waarbij het perskanaal zich in een lengterichting schuin dan wel verticaal omhoog uitstrekt en waarbij de opening voor het 20 uitstoten wordt verschaft in een richting met een component loodrecht op de genoemde lengterichting.

6. Samenstelling volgens conclusie 4 of 5, waarbij de beweegbare zijwand beweegbaar is tussen een gesloten positie 25 voor het begrenzen van het perskanaal en een open positie voor het verschaffen van de opening, waarbij het veelvoud aan zijwanden een verdere zijwand omvat welke tegenover de beweegbare zijwand ligt in de gesloten positie.

7. Samenstelling volgens conclusie 6, waarbij de achterwand samen met de verdere zijwand het perskanaal vormt bij de genoemde geschikte positionering.

8. Samenstelling volgens conclusie 6 of 7, waarbij de verdere zijwand beweegbaar is en samen met de beweegbare zijwand kan bewegen voor het verschaffen van de opening, welke opening zich uitstrekt van een zijde van het 5 perskanaal naar een tegenovergelegen zijde.

9. Samenstelling volgens conclusie 6 of 7, waarbij de uitstoter verbonden is met de verdere zijwand of deze aangrijpt voor het genoemde uitstoten. 10

10. Samenstelling volgens conclusie 6 of 7, waarbij de beweegbare zijwand kan draaien om een draaiingsas voor het verschaffen van de genoemde opening.

11. Samenstelling volgens conclusie 6 of 7, waarbij de verdere zijwand en de beweegbare zijwand elk een afzonderlijke tandvormige structuur omvatten welke toestaan dat de beweegbare zijwand door en/of tussen de verdere zijwand beweegt, waarbij de uitstoter de beweegbare zijwand 20 omvat en waarbij de aandrijfeenheid is ingericht voor het vanuit de gesloten positie achtereenvolgens laten bewegen van de beweegbare zijwand in: een lengterichting van het perskanaal; een richting naar de verdere zijwand zodanig dat de 25 beweegbare zijwand samenvalt met of beweegt door de verdere zijwand; een richting tegenovergesteld aan de genoemde lengterichting; en een richting tegenovergesteld aan de genoemde richting 30 naar de verdere zijwand tijdens welke beweging het vezelige materiaal wordt uitgestoten en na welke beweging de beweegbare zijwand wederom de gesloten positie inneemt.

12. Samenstelling volgens conclusie 11, waarbij de achterwand is gevormd door een getande structuur welke, althans bij de geschikte positionering van de verzameleenheid, kan samenwerken met de getande structuur 5 van de verdere zijwand voor het samen vormen van een zijwand van het perskanaal, waarbij de getande structuur van de achterwand openingen definieert welke het mogelijk maken dat de getande structuur van de beweegbare zijwand zowel tussen en/of door de achterwand als tussen en/of door de verdere 10 zijwand kan bewegen tijdens het genoemde samenwerken van de verdere zijwand en achterwand.

13. Samenstelling volgens conclusie 12, waarbij de getande structuur van de achterwand zich in hoofdzaak over de 15 volledige breedte van de verzameleenheid uitstrekt.

14. Samenstelling volgens één van de conclusies 11-13, waarbij de aandrijfeenheid een loopwagen omvat aan welke de beweegbare zijwand is gekoppeld, welke loopwagen een 20 lusbeweging beschrijft voor het genoemde uitstoten.

15. Samenstelling volgens één van de conclusies 11-14, waarbij de aandrijfeenheid verder een in een lus opgestelde transportband of ketting omvat aan welke de loopwagen of 25 verdere zijwand is gekoppeld.

16. Samenstelling volgens een van de conclusies 11-15, verder omvattende een schakelaar voor het uitschakelen van de aandrijfeenheid indien de beweegbare zijwand wederom de 30 eerste positie heeft bereikt.

17. Samenstelling volgens een van de voorgaande conclusies, verder omvattende een detector voor het detecteren van een vooraf bepaalde afmeting van een in het perskanaal gevormde kolom aan vezelig materiaal, waarbij de detector bij het bereiken van de vooraf bepaalde afmeting een signaal afgeeft aan de aandrijfeenheid om de beweegbare zijwand te bewegen 5 voor het verschaffen van de opening en om het vezelige materiaal aansluitend uit te stoten.

18. Samenstelling volgens conclusie 17, waarbij de detector is vormgegeven als een wand welke zich in dwarsrichting 10 uitstrekt in het perskanaal, waarbij de detector bij voorkeur is ingericht bij een vooraf bepaalde druk uitgeoefend op de wand door het vezelige materiaal het signaal af te geven.

19. Samenstelling volgens conclusie 18, waarbij de positie en/of de vooraf bepaalde druk instelbaar is voor het regelen van de hoogte en/of dichtheid van de in het perskanaal opgebouwde kolom.

20. Samenstelling volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de verzameleenheid is uitgevoerd als een kar, bolderwagen, aanhanger container, plateau.

21. Samenstelling volgens conclusie 1, waarbij het 25 perskanaal een eerste wand en tweede wand omvat, welke tweede wand zich in de uitvoerrichting verder uitstrekt dan de eerste wand waardoor het perskanaal een gesloten deel omvat, waarbij een binnenruimte van het perskanaal wordt omsloten door de eerste en tweede wand, en een open deel, 30 waarbij de binnenruimte van het perskanaal wordt omsloten door de tweede wand, en waarbij de verzameleenheid een verzamelruimte omvat welke ten minste aan een naar de persinrichting gerichte zijde wordt begrensd door een opstaande wand welke een beweegbaar deel omvat dat vanuit een opstaande positie naar de verzamelruimte kan scharnieren voor het verschaffen van een opening in de opstaande wand; waarbij de persinrichting en de verzameleenheid 5 onderling bewogen kunnen worden in een eerste positie waarin de tweede wand van het perskanaal het beweegbare deel naar binnen scharniert waardoor het gesloten deel van het perskanaal uitmondt in de verzamelruimte; waarbij de verzameleenheid verder een schraapdeel omvat 10 dat bij het van elkaar af bewegen van de verzameleenheid en de persinrichting vezelig materiaal in het open deel van het perskanaal tegenhoudt de verzamelruimte te verlaten.

22. Samenstelling volgens conclusie 21, waarbij het 15 schraapdeel is ingericht om bij het van elkaar bewegen van de persinrichting en de verzameleenheid de tweede wand af te schrapen.

23. Samenstelling volgens conclusie 21 of 22, waarbij het 20 schraapdeel en het beweegbare deel in de opstaande positie ten minste ten dele aansluiten voor het afsluiten van de verzamelruimte.

24. Samenstelling volgens een van de conclusies 21-23, 25 waarbij het schraapdeel een veelvoud aan tanden omvat.

25. Samenstelling volgens conclusie 24, waarbij de tanden verbonden zijn met of onderdeel uitmaken van de opstaande wand.

26. Samenstelling volgens conclusie 24 of 25, waarbij althans in een gebruikstoestand de tweede wand van het perskanaal een onderste deel vormt van het perskanaal en waarbij althans in de gebruikstoestand de eerste wand van het perskanaal een bovenste deel vormt van het perskanaal.

27. Samenstelling volgens conclusie 26, waarbij de tanden 5 neerwaarts en onder hoek richting opvangruimte geplaatst zijn.

28. Samenstelling volgens een van de conclusies 21-27, waarbij de persinrichting en de verzameleenheid elk 10 koppelmiddelen omvatten welke kunnen samenwerken voor het in de eerste positie koppelen van de persinrichting en de beweegbare verzameleenheid.

29. Samenstelling volgens conclusie 26 en 28, waarbij de 15 koppelmiddelen de persinrichting en de verzameleenheid koppelen in de eerste positie zodanig dat in deze positie het schraapdeel zich boven de eerste wand bevindt.

30. Samenstelling volgens conclusie 28 of 29, waarbij de 20 koppelmiddelen een geleiding vormen voor ten minste een deel van de van elkaar af gerichte beweging van de persinrichting en de verzameleenheid.

31. Samenstelling volgens conclusie 30, waarbij de 25 koppelmiddelen van de persinrichting of de verzameleenheid een steun vormen voor de andere van de persinrichting of de verzameleenheid tijdens het genoemde deel van de van elkaar af gerichte beweging van de persinrichting en de verzameleenheid. 30

32. Samenstelling volgens één van de conclusies 28-31, waarbij de persinrichting of de verzameleenheid een uitsteeksel omvat en waarbij de andere van de persinrichting of de verzameleenheid een opening omvat waardoor het uitsteeksel kan steken voor het genoemde koppelen van de persinrichting en de verzameleenheid.

33. Samenstelling volgens conclusie 32, waarbij de verzameleenheid wielen heeft welke zijn opgesteld aan tegenovergestelde einden van een aan de verzameleenheid gekoppelde as, waarbij de verzameleenheid verder is voorzien van aangrijpmiddelen welke een gebruiker in staat stellen de 10 verzameleenheid te kantelen met betrekking tot de genoemde as, waarbij de positionering en vorm van het uitsteeksel en de opening zodanig zijn dat een gebruiker de verzameleenheid dient te kantelen om het uitsteeksel in de opening te kunnen steken. 15

34. Samenstelling volgens conclusie 33, waarbij de positionering en vorm van het uitsteeksel en de opening zodanig zijn dat het achtereenvolgens terug kantelen voor een zekering zorgt van de verzameleenheid aan de pers. 20

35. Samenstelling volgens één van de conclusies 21-34, waarbij de persinrichting een schakelaar omvat voor het aan-en uitschakelen van de grijpeenheid, waarbij de schakelaar is uitgevoerd zodanig dat in de eerste positie de 25 verzameleenheid de schakelaar door middel van contact met de opstaande wand bedient voor het inschakelen van de grijpeenheid en dat als gevolg van het van elkaar af bewegen van de persinrichting en verzameleenheid de grijpeenheid direct dan wel na een vooraf bepaalde periode uitschakelt. 30

36. Persinrichting volgens één van de conclusies 1-35.

37. Beweegbare verzameleenheid volgens één de conclusies 21-35, bij voorkeur uitgevoerd als een kruiwagen of bolderkar.