NL2005458C2

NL2005458C2 - Snoeikop voor een snoei-inrichting voor het snoeien van planten.

Info

Publication number: NL2005458C2
Application number: NL2005458A
Authority: NL
Inventors: Antonius Godefridus Maria Cornelis Lommers
Original assignee: Antonius Godefridus Maria Cornelis Lommers
Priority date: 2010-10-05
Filing date: 2010-10-05
Publication date: 2012-04-06
Also published as: WO2012047101A1

Description

Snoeikop voor een snoei-inrichting voor het snoeien van planten BESCHRIJVING: 5

Gebied van de uitvinding

De uitvinding heeft betrekking op een snoei-inrichting voor het snoeien van planten omvattende ten minste één roteerbaar snijelement, voorzien van een 10 snijkant, en ten minste één tijdens gebruik stationair tegenmes voorzien van een verdere snijkant waarlangs tijdens snoeien het snijelement met de snijkant beweegt, welk snijelement aan de van de draaias afgekeerde zijde van het tegenmes aanwezig is, draaibaar is verbonden met een uiteinde van het stationaire tegenmes, en is voorzien van een koppelelement voor koppeling met een aandrijfeenheid.

15

Stand van de techniek

Een snoei-inrichting voorzien van een dergelijke snoeikop is bekend uit US 6 854 524. Deze bekende snoeikop heeft een aantal tegenmessen die gevormd zijn 20 door rechte messen die met het bovenste uiteinde zijn bevestigd aan een ronde schijf en met de onderste uiteinden in de grond rond een te snoeien plant gestoken kunnen worden. Het snijelement is gevormd door een cilinder die is voorzien van sleuven die zich vanaf de onderzijde naar boven uitstrekken. De snijkanten zijn aanwezig aan begrenzingswanden van de sleuven. De cilinder is om de schijf draaibaar en is aan de 25 bovenzijde gesloten. Deze gesloten bovenzijde is in het midden voorzien van een koppelelement voor koppeling van het snijelement met een aandrijfeenheid, bijvoorbeeld een handboormachine of een aandrijfmotor.

Tijdens het snoeien van een plant worden de tegenmessen om de te snoeien plant geplaatst en wordt de van snijkanten voorziene cilinder al roterend naar 30 beneden bewogen waarbij de plant gesnoeid wordt.

Nadeel van deze bekende kop is dat de tegenmessen tijdens het in de grond drukken iets naar buiten of naar binnen gebogen kunnen worden waardoor de van snijkanten voorziene cilinder vastloopt op de tegenmessen of op geringe afstand van de tegenmessen draait waardoor de snijwerking minder is.

2

Samenvatting van de uitvinding

Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een snoeikop voor een 5 snoei-inrichting van de in de aanhef omschreven soort waarbij de kans dat de snijwerking tijdens het snoeien afneemt geringer is dan bij de bekende snoeikop. Hiertoe is de snoeikop volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat het tegenmes met het andere uiteinde is verbonden met een uiteinde van frame-element dat aan de van de draaias afgekeerde zijde van het tegenmes aanwezig is zich op afstand van het tegenmes 10 uitstrekt, waarbij het snijelement tussen het tegenmes en het frame-element draaibaar is. Het frame-element is met het andere uiteinde koppelbaar met een frame waarmee een aandrijfbron is verbonden. Het vrije uiteinde van het tegenmes wordt vastgehouden door het frame-element waardoor de kans op verbuigen van het tegenmes kleiner is dan bij de bekende snoeikop. Hierdoor is de kans op afname van de snijwerking ook 15 geringer dan bij de bekende snoeikop.

Een uitvoeringsvorm van de snoei-inrichting volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat de snijkanten van het snijelement en het tegenmes een gebogen vorm hebben.

Een verdere uitvoeringsvorm van de snoei-inrichting volgens de 20 uitvinding is gekenmerkt, doordat het snijelement is gevormd door een U- of V-vormig plat element.

Nog een verdere uitvoeringsvorm van de snoei-inrichting volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat met het andere uiteinde van het tegenmes en/of met het daarmee verbonden uiteinde van het frame-element een poot is verbonden waarmee 25 de snoeikop op de bodem kan rusten. Hierdoor is de kans dat tijdens het snoeien zand tussen het snij-element en het tegenmes raakt gereduceert. Bij de bekende snoeikop is deze kans veel groter omdat daar de tegenmessen met de vrije uiteinden in de grond gedrukt worden.

Bij voorkeur omvat de snoeikop een aantal tegenmessen waarvan het 30 genoemde tegenmes deel uitmaakt, waarbij de tegenmessen in een koepel- of kegelvorm aanwezig zijn. Hierdoor kan de plant ook in hoogterichting gesnoeid worden. Dit is bij de bekende snoeikop niet mogelijk.

3

Beknopte omschrijving van de tekeningen

Hieronder zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeelden van de snoeikop volgens de 5 uitvinding. Hierbij toont:

Figuur 1 een eerste uitvoeringsvorm van de snoeikop volgens de uitvinding in perspectief; en

Figuur 2 het snij-element en de tegenmessen van een tweede uitvoeringsvorm van de snoeikop volgens de uitvinding in perspectief.

10

Gedetailleerde omschrijving van de tekeningen

In figuur 1 is een eerste uitvoeringsvorm van de snoeikop volgens de uitvinding in perspectief weergegeven. De snoeikop 1 heeft een roteerbaar snijelement 3 15 dat is gevormd door een U-vormig plat element dat voorzien is van twee naar elkaar toe gekeerde snijkanten 5 aan de binnenzijde van de U-vorm. De snoeikop heeft voorts een aantal stationaire tegenmessen 7, die voorzien zijn van verdere snijkanten 9 waarlangs tijdens snoeien het snijelement met de snijkanten beweegt.

Het snijelement 3 bevindt zich aan de van de draaias 11 afgekeerde zijde 20 van de tegenmessen 7 en is gelagerd in een schijf 13 waaraan de tegenmessen 7 met een uiteinde zijn bevestigd. Aan het snijelement 3 is een koppelelement 15 bevestigd voor koppeling met een aandrijfeenheid.

De tegenmessen 7 zijn met de andere uiteinden verbonden met uiteinden van frame-elementen 17 die aan de van de draaias 11 af gekeerde zijden van de 25 tegenmessen 7 aanwezig zijn en zich op afstand van de tegenmessen uitstrekken. Het snijelement 3 is hierbij tussen de tegenmessen 7 en de frame-elementen 17 draaibaar.

De snijkanten 5 en 9 van het snijelement 3 en de tegenmessen 7 hebben een gebogen vorm, waarbij de tegenmessen 7 in een koepelvorm aanwezig zijn. De onderste uiteinden van de frame-elementen 17 kunnen voorzien worden van poten 30 waarmee de snoeikop op de bodem kan rusten. Eén van deze poten 19 is in figuur 1 ter illustratie weergegeven.

In figuur 2 zijn het snij-element 23 en de tegenmessen 25 van een tweede uitvoeringsvorm van de snoeikop 21 volgens de uitvinding in perspectief weergegeven.

4

Het snijelement 23 is hierbij gevormd door een V-vormig plat element en de tegenmessen 25 zijn hierbij in een koepelvorm aanwezig.

Hoewel in het voorgaande de uitvinding is toegelicht aan de hand van de tekeningen, dient te worden vastgesteld dat de uitvinding geenszins tot de in de 5 tekeningen getoonde uitvoeringsvormen is beperkt. De uitvinding strekt zich mede uit tot alle van de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvormen afwijkende uitvoeringsvormen binnen het door de conclusies gedefinieerde kader.

Claims

1. Snoeikop (1,21) voor een snoei-inrichting voor het snoeien van planten omvattende ten minste één roteerbaar snijelement (3,23), voorzien van een snijkant (5), en ten minste één tijdens gebruik stationair tegenmes (7,25) voorzien van een verdere 5 snijkant (9) waarlangs tijdens snoeien het snijelement met de snijkant beweegt, welk snijelement aan de van de draaias (11) afgekeerde zijde van het tegenmes aanwezig is, draaibaar is verbonden met een uiteinde van het stationaire tegenmes (7,25), en is voorzien van een koppelelement (15) voor koppeling met een aandrijfeenheid, met het kenmerk, dat het tegenmes (7,25) met het andere uiteinde is verbonden met een uiteinde 10 van frame-element (17) dat aan de van de draaias (11) afgekeerde zijde van het tegenmes aanwezig is zich op afstand van het tegenmes uitstrekt, waarbij het snijelement (3,23) tussen het tegenmes en het frame-element draaibaar is.

2. Snoeikop (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de snijkanten (5,9) van het snijelement (3) en het tegenmes (7) een gebogen vorm hebben.

3. Snoeikop (1,21) volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het snijelement (3,23) is gevormd door een U- of V-vormig plat element.

4. Snoeikop (1) volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat met het andere uiteinde van het tegenmes (7) en/of met het daarmee verbonden uiteinde van het frame-element (17) een poot (19) is verbonden waarmee de snoeikop op de bodem kan 20 rusten.

5. Snoeikop (1,21) volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de snoeikop een aantal tegenmessen (3,23) omvat waarvan het genoemde tegenmes deel uitmaakt, waarbij de tegenmessen in een koepel- of kegelvorm aanwezig zijn.