NL1037407C2 - Inrichting voor het verwijderen van een kern van geoogste krop-vormige gewassen. - Google Patents

Description

Inrichting voor het verwijderen van een kern van geoogste krop-vormige gewassen

BESCHRIJVING

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het verwijderen 5 van een kern van geoogste krop-vormige gewassen, welk gewas is voorzien van een stam en op de stam een krop zoals met name broccoli en bloemkool.

Een dergelijke inrichting is bekend, waarbij de krop-vormige gewassen, zoals bijvoorbeeld broccoli, op een schaaltjes omvattende lopende band worden gepositioneerd, waarbij in een eerste handeling de stam van het gewas 10 wordt verwijderd en in een tweede handeling de kern wordt verwijderd of wordt opgedeeld zodat enkel de roosjes, dat wil zeggen de gesloten bloemknoppen bij broccoli en de aanlegsels van de bloemknoppen bij bloemkool, overblijven. Hoewel nagenoeg de gehele kern eetbaar is, heeft deze economisch minder waarde aangezien consumenten voor de bereiding van voedsel in hoofdzaak de roosjes van 15 de broccoli en de bloemkool wensen.

Een nadeel van de bekende inrichtingen is dat deze door de verschillende handelingen niet efficiënt de economisch waardevolle delen vervaardigen van krop-vormige gewassen zoals bijvoorbeeld bloemkool en broccoli.

Het is derhalve een doel van de onderhavige uitvinding om een 20 efficiëntere inrichting te verschaffen voor het verwijderen van een kern van geoogste krop-vormige gewassen.

Dit doel wordt bij de inrichting volgens de onderhavige uitvinding daardoor bereikt dat de inrichting is voorzien van positioneringsmiddelen voor het positioneren van het gewas, de positioneringsmiddelen omvatten klemorganen voor 25 het daartussen klemmen van de stam van het gewas en van scheidingsmiddelen, welke scheidingsmiddelen ten minste een scheidingsorgaan omvatten dat verplaatsbaar is tussen een eerste positie en een tweede positie waarbij in de eerste positie het scheidingsorgaan zich aan één zijde van de stam uitstrekt en in de tweede positie het scheidingsorgaan zich aan de andere zijde van de stam uitstrekt 30 voor het tijdens de verplaatsing van het scheidingsorgaan van de eerste positie naar de tweede positie aanbrengen van een scheiding tussen de stam met de kern en het resterend deel van het gewas.

Het voordeel van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding is dat met behulp van een enkele snijbeweging van het scheidingsorgaan de 1037407 2 commercieel meest waardevolle delen (roosjes) van krop-vormige gewassen zoals bijvoorbeeld de gesloten bloemknoppen bij broccoli, kunnen worden gescheiden van het commercieel minder waardevolle gedeelte van het krop-vormige gewas, namelijk de kern en de stam. Dit in de inrichting plaatsvindende proces kan 5 plaatsvinden op het veld in een continu machinaal proces, waarbij de krop-vormige gewassen sequentieel worden geoogst en ontkernd. Met behulp van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding zijn de geoogste gewassen in enkele stap klaar om te worden verpakt voor bijvoorbeeld verkoop in winkels of klaar voor verdere bereiding voor bijvoorbeeld het maken van voedselproducten waarin enkel de 10 roosjes van de krop-vormige planten zijn benodigd, zoals bijvoorbeeld bij het bereiden van stoommaaltijden.

Een bijzondere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding wordt gekenmerkt, doordat het scheidingsorgaan boogvormig is.

15 Aangepast aan de vorm van de kern van krop-vormige gewassen is het scheidingsorgaan boogvormig, bij voorkeur U-vormig uitgevoerd, zodat door de enkele snijbeweging de roosjes van de kern af worden gesneden en worden gescheiden van de kern met daaraan vast de stam.

Een andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de 20 onderhavige uitvinding wordt gekenmerkt, doordat het scheidingsorgaan roteerbaar om een as verplaatsbaar is.

Dit is een relatief eenvoudige wijze om relatief nauwkeurig een halve cirkelbaan te beschrijven met het boogvormige scheidingsorgaan.

Een verdere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de 25 onderhavige uitvinding wordt gekenmerkt, doordat de scheidingsmiddelen zijn voorzien van detectiemiddelen en van een instelmechanisme voor het instellen van het scheidingsorgaan ten opzichte van het te scheiden gewas afhankelijk van de met behulp van de detectiemiddelen gedetecteerde positie, vorm alsmede omvang van het gewas.

30 De detectiemiddelen omvatten bekende detectiemiddelen zoals bijvoorbeeld een camera en/of infraroodmeetinstrumenten waarmee de positie, de vorm en de omvang van het te scheiden gewas worden bepaald. Afhankelijk van het met behulp van de detectiemiddelen vastgestelde resultaat wordt het scheidingsorgaan ten opzichte van het gewas dat zich bevindt tussen de 3 klemorganen, in alle richtingen met behulp van het instelmechanisme gepositioneerd. Eenmaal gepositioneerd wordt de snijbeweging tussen de eerste en tweede positie of omgekeerd uitgevoerd, daarna wordt het scheidingsorgaan met behulp van het instelmechanisme ten opzichte van het volgende ingeklemde gewas 5 verplaatst.

Het is mogelijk om de inrichting van verschillende scheidingsorganen te voorzien zodat de productiviteit van de inrichting kan worden verhoogd.

Een nog verdere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de 10 onderhavige uitvinding wordt gekenmerkt, doordat de positioneringsmiddelen aanvullend een grijper omvatten voor het na de klemorganen vastgrijpen van de stam van het gewas, waarna het scheidingsorgaan verplaatsbaar is tussen een eerste positie en een tweede positie.

Met behulp van de grijper kan het gewas afkomstig van de 15 klemorganen betrouwbaar worden vastgepakt, waardoor het gewas stevig gefixeerd en optimaal gepositioneerd met behulp van het scheidingsorgaan kan worden gesneden. Bij voorkeur is de grijper voorzien van twee paar boven elkaar opgestelde grijparmen voor het op twee op afstand van elkaar gelegen posities vastgrijpen van de stam van elk gewas. Op deze wijze wordt het gewas stevig 20 vastgehouden en wordt het beschermd tegen kantelen bijvoorbeeld tijdens het snijden van het gewas.

De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het verwijderen van een kern van geoogste krop-vormige gewassen met behulp van een hierboven beschreven inrichting.

25 Tenslotte heeft de uitvinding nog betrekking op een verplaatsbare eenheid. Een dergelijke eenheid is bijvoorbeeld voorzien van wielen en koppelmiddelen waarmee de eenheid aan een tractor of dergelijke kan worden gekoppeld. Door de eenheid over het land te verplaatsen met behulp van de tractor kunnen de gewassen direct nadat deze zijn geoogst worden bewerkt met behulp van 30 de inrichting volgens de onderhavige uitvinding.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van een in de navolgende tekeningen getoond uitvoeringsvoorbeeld waarin:

Figuur 1 een bovenaanzicht toont van een inrichting volgens de onderhavige uitvinding, 4

Figuur 2 een bovenaanzicht toont van een grijper van een inrichting volgens de onderhavige uitvinding,

Figuur 3 een bovenaanzicht toont van de snij-inrichting met een scheidingsorgaan van een inrichting volgens de onderhavige uitvinding.

5 In de figuren zijn overeenkomende onderdelen voorzien van dezelfde verwijzingscijfers.

In figuur 1 is een inrichting volgens de onderhavige uitvinding getoond voor het verwijderen van een kern van geoogste krop-vormige gewassen, 5 welk gewas 5 is voorzien van een stam en op de stam een krop. De onderhavige 10 uitvinding is met name geschikt voor het verwijderen van de kernen van de kroppen met de stammen van broccoli en bloemkool.

De inrichting 1 is voorzien van positioneringsmiddelen 2, 3 voor het positioneren van het gewas 5. De positioneringsmiddelen 2, 3 omvatten eerste klemorganen in de vorm van klembanden 7, 9 voor het daartussen klemmen van de 15 stam van het gewas 5. Met behulp van de klembanden 7, 9 worden de gewassen 5 vanaf een beginpositie 11 van de klembanden 7, 9 getransporteerd in een door pijl P1 aangegeven richting naar een scheidingspositie 13. Dergelijke klembanden 7, 9 zijn op zich bekend en zullen derhalve hier niet in detail worden besproken. De positioneringsmiddelen 2, 3 omvatten verder een nabij de 20 scheidingspositie 13 gelegen tweede klemorgaan in de vorm van een grijper 3 voor het vastgrijpen van de door de klembanden 7, 9 aangevoerde gewassen.

Verder is de inrichting 1 voorzien van scheidingsmiddelen omvattende een nabij de scheidingspositie 13 opgestelde snij-inrichting 15 met een boogvormig of sikkelvormig scheidingsorgaan 16.

25 Het scheidingsorgaan 16 is een mes met één snijkant met een bovenvlak en een ondervlak (niet getoond), waarbij voor het bereiken van een correct snijvlak het belangrijk is dat het bovenvlak in de langsrichting van het mes gezien korter is dan het ondervlak, zodat het mes een driehoekvormige mespunt bij de snijkant omvat, van welke driehoek de virtuele rechthoek wordt gevormd door het 30 ondervlak van het mes en een virtuele loodlijn daarop.

Het scheidingsorgaan 16 is via een rotatiestang 17 bevestigd aan een motoreenheid 19, met behulp waarvan het sikkelvormige scheidingsorgaan 16 roteerbaar over een rotatieas verplaatsbaar is in en tegengesteld aan een door pijl P2 (figuur 3) aangegeven richting tussen een eerste positie en een tweede 5 positie en vice versa. In de eerste positie bevindt het scheidingsorgaan 16 zich in bedrijf aan één zijde van de stam van het gewas 5, bij voorkeur de in figuur 1 weergegeven gewas ontvangpositie en in de tweede positie bevindt het scheidingsorgaan 16 zich aan de andere zijde van de stam van het gewas. De 5 rotatieverplaatsing van het scheidingsorgaan 16 is ongeveer 180 graden. Tussen de motoreenheid 19 en de rotatiestang 17 is een op een frame 18 van de inrichting 1 verplaatsbaar instelmechanisme 20 bevestigd voor het instellen van de hoogte door in een zich dwars op het vlak van tekening in figuur 1 uitstrekkende richting het scheidingsorgaan 16 te verplaatsen ten opzichte van het te scheiden gewas 5. 10 Verder kan het scheidingsorgaan 16 met behulp van het instelmechanisme 20 over het frame 18 verplaatst worden in en tegengesteld aan de door pijl P1 aangegeven richting en kan het instelmechanisme 20 het scheidingsorgaan 16 verplaatsen in en tegengesteld aan een door pijl P3 aangegeven richting.

De scheidingsmiddelen zijn verder voorzien van op zich bekende 15 detectiemiddelen 21, 23 met behulp waarvan de positie, de vorm alsmede de omvang van het zich in pijl P1 met behulp van de klembanden 7,9 getransporteerde gewas 5 kan worden bepaald. Deze gegevens van de te scheiden gewassen worden via bijvoorbeeld een draadloze verbinding overgezonden van de detectiemiddelen 21, 23 naar een in het instelmechanisme 20 gelegen processor (niet 20 getoond) met behulp waarvan het scheidingsorgaan 16 ten opzichte van het te scheiden gewas 5 met behulp van het instelmechanisme 20 wordt verplaatst naar een correcte positie afhankelijk van de met behulp van de detectiemiddelen 21, 23 gedetecteerde positie, vorm alsmede omvang van het gewas 5.

Met de grijper 3 wordt de stam van het gewas 5 na de 25 klembanden 7, 9 vastgegrepen met behulp van twee paar (slechts een paar is getoond in de figuren) boven elkaar opgestelde grijparmen 31, 33 voor het op twee op afstand van elkaar gelegen posities vastgrijpen van de stam van elk gewas 5 zodat het gewas 5 stevig en betrouwbaar wordt vastgepakt en gepositioneerd op de scheidingspositie 13. In totaal zijn er vier grijparmen ondanks dat de figuren slechts 30 twee grijparmen 31, 33 tonen. Elke grijparm 31, 33 is met behulp van een pneumatische of hydraulische cilinderconstructie 35 roteerbaar over rotatieassen 37, 39 verplaatsbaar van een in figuur 1 getoonde positie van de grijparmen 31, 33 naar een in figuur 2 getoonde positie van de grijparmen 31, 35 waarin de grijparmen een gesloten opname of doorgang 40 definiëren voor het 6 opnemen van de stam van het gewas 5. De vorm van de grijparmen 31, 33 is zodanig dat de stam van het gewas automatisch vanaf de klembanden naar de met de grijparmen 31, 33 te vormen doorgang 40 wordt geleid. De armen 31, 33 zijn via een roteerbare bevestiging verbonden met het stationaire grijperframe 42. Op het 5 grijperframe 42 is eveneens de cilinderconstructie 35 bevestigd.

Als het gewas 5 eenmaal met de grijper 3 op de scheidings-positie 13 is vastgepakt en het gewas 5 tot in de U-vorm van het zich in de eerste positie (weergegeven in figuur 1) bevindende scheidingsorgaan is verplaatst, wordt het scheidingsorgaan 13, nadat het scheidingsorgaan 13 met behulp van de 10 detectiemiddelen 21, 23 en het instelmechanisme 20 correct is gepositioneerd, over ongeveer 180 graden geroteerd met behulp van de motoreenheid 19 en de rotatiestang 17 tussen de eerste positie en de tweede positie. Tijdens deze rotatie-verplaatsing van het scheidingsorgaan 16 van de eerste positie naar de tweede positie wordt een scheiding tussen de stam met de kern en het resterend deel van 15 het gewas aangebracht zodanig dat het commercieel of economisch waardevolle gedeelte van het gewas wordt gescheiden van het minder waardevolle gedeelte van het gewas 5, namelijk de kern en de stam. Met bijvoorbeeld luchtdruk (opgewekte wind) kunnen na de scheidingshandeling de lichtere waardevolle gedeelten van het gewas 5 worden gescheiden van de zwaardere minder waardevolle gedeelten van 20 het gewas 5, de stam zit immers vast aan de kern en dit gedeelte van het gewas is ten opzichte van bijvoorbeeld de bloemkool of broccoli roosjes relatief groot en zwaar. Vanuit de tweede positie wordt het scheidingsorgaan 13 bij voorkeur weer terug geroteerd naar de eerste positie zodat het volgende gewas 5 kan worden ontvangen in de boogvorm van het scheidingsorgaan.

25 Bij voorkeur bevindt de inrichting 1 zich in een verplaatsbare eenheid (niet getoond). Een dergelijke eenheid is bijvoorbeeld voorzien van wielen en koppelmiddelen waarmee de eenheid aan een tractor of dergelijke kan worden gekoppeld. Door de eenheid over het land te verplaatsen met behulp van de tractor kunnen de gewassen direct nadat deze zijn geoogst worden bewerkt met behulp van 30 de inrichting 1 volgens de onderhavige uitvinding.

De inrichting 1 kan ook enkel de eerste klemorganen in de vorm van klembanden 7, 9 omvatten waarbij de snij-inrichting 15 langs de klembanden 7, 9 tussen de beginpositie en de in de figuren weergegeven scheidingspositie 15 is gepositioneerd. Uiteraard bevindt de scheidingspositie 15 zich bij een dergelijke uitvoeringsvorm niet meer op de in figuur 1 weergegeven positie. Bij deze uitvoeringsvorm worden de gewassen 5 direct gescheiden op de klemband.

7 5 1037407

Claims (8)

1. Inrichting voor het verwijderen van een kern van geoogste krop vormige gewassen, welk gewas is voorzien van een stam en op de stam een krop 5 zoals met name broccoli en bloemkool, welke inrichting is voorzien van positioneringsmiddelen voor het positioneren van het gewas, de positioneringsmiddelen omvatten klemorganen voor het daartussen klemmen van de stam van het gewas en van scheidingsmiddelen, welke scheidingsmiddelen ten minste een scheidingsorgaan omvatten dat verplaatsbaar is tussen een eerste 10 positie en een tweede positie waarbij in de eerste positie het scheidingsorgaan zich aan één zijde van de stam uitstrekt en in de tweede positie het scheidingsorgaan zich aan de andere zijde van de stam uitstrekt voor het tijdens de verplaatsing van het scheidingsorgaan van de eerste positie naar de tweede positie aanbrengen van een scheiding tussen de stam met de kern en het resterend deel van het gewas.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het scheidingsorgaan boogvormig is.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het scheidingsorgaan roteerbaar om een as verplaatsbaar is.

4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het 20 kenmerk, dat de scheidingsmiddelen zijn voorzien van detectiemiddelen en van een instelmechanisme voor het instellen van het scheidingsorgaan ten opzichte van het te scheiden gewas afhankelijk van de met behulp van de detectiemiddelen gedetecteerde positie, vorm alsmede omvang van het gewas.

5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het 25 kenmerk, dat de positioneringsmiddelen aanvullend een grijper omvatten voor het na de klemorganen vastgrijpen van de stam van het gewas, waarna het scheidingsorgaan verplaatsbaar is tussen een eerste positie en een tweede positie.

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de grijper is voorzien van twee paar boven elkaar opgestelde grijparmen voor het op twee op 30 afstand van elkaar gelegen posities vastgrijpen van de stam van elk gewas.

7. Werkwijze voor het verwijderen van een kern van geoogste kropvormige gewassen, met behulp van een inrichting volgens een der conclusies 1-6.

8. Verplaatsbare eenheid omvattende een inrichting volgens een der conclusies 1-6. 1037407