NL1037503C2 - Inrichting voor het ontbladeren van in rijen geplante krop-vormige gewassen. - Google Patents

Inrichting voor het ontbladeren van in rijen geplante krop-vormige gewassen. Download PDF

Info

Publication number
NL1037503C2
NL1037503C2 NL1037503A NL1037503A NL1037503C2 NL 1037503 C2 NL1037503 C2 NL 1037503C2 NL 1037503 A NL1037503 A NL 1037503A NL 1037503 A NL1037503 A NL 1037503A NL 1037503 C2 NL1037503 C2 NL 1037503C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
shafts
positioning
crop
angle
rows
Prior art date
Application number
NL1037503A
Other languages
English (en)
Inventor
Cornelius Johannes Maria Beek
Original Assignee
Ploeger Agro B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ploeger Agro B V filed Critical Ploeger Agro B V
Priority to NL1037503A priority Critical patent/NL1037503C2/nl
Priority to EP10191555A priority patent/EP2327288A1/en
Priority to US12/949,338 priority patent/US8196383B2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1037503C2 publication Critical patent/NL1037503C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D45/00Harvesting of standing crops
    • A01D45/26Harvesting of standing crops of cabbage or lettuce

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Harvesting Machines For Specific Crops (AREA)
  • Harvesting Machines For Root Crops (AREA)
  • Cultivation Of Plants (AREA)
  • Guiding Agricultural Machines (AREA)

Description

Inrichting voor het ontbladeren van in rijen geplante krop-vormige gewassen
BESCHRIJVING
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het 5 ontbladeren van in rijen geplante krop-vormige gewassen, welke in een transportrichting verplaatsbare inrichting is voorzien van ten minste twee roteerbare assen waarop zich in hoofdzaak dwars op de assen uitstrekkende ontbladermiddelen zijn voorzien.
De uitvinding heeft verder betrekking op een verplaatsbare eenheid. 10 Een dergelijke inrichting alsmede verplaatsbare eenheid zijn bekend uit US-4.301.646. In dit Amerikaanse octrooi is een inrichting beschreven voor het ontbladeren van gewassen. De bekende inrichting is enkel geschikt voor het ontbladeren van gewassen waarvan de te oogsten delen zich in de grond bevinden. Voor dergelijke gewassen kan namelijk het deel van het gewas dat boven 15 de grond groeit, volledig worden verwijderd.
Een nadeel van de bekende inrichting is dat deze voor het oogsten van gewassen waarvan de economisch waardevolle delen boven de grond groeien in plaats van in de grond niet geschikt is.
Het is derhalve een doel van de onderhavige uitvinding om een 20 inrichting te verschaffen waarmee in het veld in een continu proces de bovengrondse nagenoeg geen waarde omvattende delen, namelijk de bladeren, te scheiden zijn van de bovengronds groeiende economisch waardevolle delen van krop-vormige gewassen, namelijk de krop.
Dit doel wordt bij de inrichting volgens de onderhavige uitvinding 25 daardoor bereikt doordat de assen zich in hoofdzaak uitstrekken in de transportrichting van de inrichting zodanig dat tussen de assen met behulp van de ontbladermiddelen de zich onder een krop bevindende bladeren van een stam van een gewas zoals met name broccoli en bloemkool, verwijderbaar zijn.
Het voordeel van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding is 30 dat deze de krop-vormige gewassen ontbladert, hetgeen de kroppen van de gewassen blootlegt. Deze kroppen kunnen in een navolgende handeling eenvoudiger worden geoogst. Bovendien omvatten de geoogste kroppen minder vervuiling in de vorm van bladeren. De gewassen dienen op een nagenoeg rechte lijn of te wel in rij te zijn geplant, zodat de economisch waardevolste delen van de \ 0 3 7 S 0 3 2 gewassen, namelijk de kroppen, enigszins zijn uitgelijnd ten opzichte van elkaar. Door aan weerszijden van de rij de assen te laten roteren met een hoge snelheid zullen de bladeren met behulp van de ontbladermiddelen ten minste gedeeltelijk worden verwijderd, zodat de krop ten minste gedeeltelijk vrij wordt gemaakt voor te 5 oogsten.
Een bijzondere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding wordt gekenmerkt, doordat de in een virtueel vlak gelegen assen een hoek met elkaar insluiten, zodanig dat de voorste uiteinden van de assen op een grotere afstand van elkaar zijn gelegen dan de achterste uiteinden van de 10 assen.
Door deze trechtervorm of gedeeltelijke V-vorm van de assen wordt de economisch waardevolle krop of beter gezegd de stam langzaam tussen de assen gecentreerd zodat de bladeren goed verwijderd kunnen worden van de stam. Bovendien zorgt de trechtervorm ervoor dat de assen in bedrijf niet snel vast lopen. 15 De V-vorm bepalende hoek tussen de assen is voordat de inrichting wordt ingezet, in te stellen afhankelijk van de omstandigheden.
In dit document worden voor en achter gebruikt in relatie tot de transportrichting, waarbij het voorste uiteinde van het achterste uiteinde wordt onderscheiden doordat het voorste uiteinde in de transportrichting een bepaald punt 20 eerder bereikt dan het achterste uiteinde.
Een andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding wordt gekenmerkt, doordat de voorste uiteinden van de assen hoger zijn gelegen dan de achterste uiteinden van de assen.
Op deze wijze kunnen nabij de voorste uiteinden langere 25 ontbladermiddelen worden gebruikt, zonder dat deze ontbladermiddelen de grond zullen gaan raken.
Een verdere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding wordt gekenmerkt, doordat de ontbladermiddelen vingerachtige uitsteeksels zijn.
30 Dergelijke vingerachtige uitsteeksels zijn flexibel en worden met een dergelijke hoge snelheid geroteerd dat de bladeren van een gewas daarmee van de stam te slaan of te snijden zijn.
Bij voorkeur zijn de vingerachtige uitsteeksels nabij voorste uiteinden van de assen langer dan de vingerachtige uitsteeksels nabij achterste 3 uiteinden van de assen, zodat deze in het breedste gebied tussen de assen het grootste bereik hebben en dus de grootste bladeren eerst met de langste uitsteeksels worden geslagen of gesneden. Naarmate de inrichting zich verplaatst in de transportrichting zullen de assen meer ten opzichte van de stam worden 5 gecentreerd, zodat met behulp van de kortste uitsteeksels ten minste delen van de bladeren nabij de goed tussen de assen gecentreerde stam kunnen worden verwijderd. Op deze wijze worden de bladeren van de gewassen trapsgewijs verwijderd.
Een nog verdere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de 10 onderhavige uitvinding wordt gekenmerkt, doordat de assen via een frame met elkaar zijn verbonden, waarbij met behulp van het frame de hoek tussen de assen alsmede de hoek van het virtuele vlak van de assen ten opzichte van de horizontaal aanpasbaar is.
Met behulp van het frame dat van verschillende op zich bekende 15 aandrijfmechanismen is voorzien, kunnen de assen worden ingesteld afhankelijk van de omstandigheden.
Tenslotte heeft de uitvinding nog betrekking op een verplaatsbare eenheid. Een dergelijke eenheid is bijvoorbeeld voorzien van wielen en koppelmiddelen waarmee de eenheid aan een tractor of dergelijke kan worden 20 gekoppeld.
Een uitvoeringsvorm van de verplaatsbare eenheid volgens de onderhavige uitvinding wordt gekenmerkt, doordat voor de inrichting voor het ontbladeren van in rijen geplante krop-vormige gewassen een blad-positioneerinrichting is voorzien, welke blad-positioneerinrichting twee in een 25 virtueel vlak onder een hoek zich uitstrekkende roteerbare positioneerassen omvat, waarbij op de positioneerassen blad positioneermiddelen zijn aangebracht voor het positioneren van de bladeren van het gewas tot in het werkgebied van de inrichting voor het ontbladeren van in rijen geplante krop-vormige gewassen.
Om het ontbladeren van de gewassen effectief te laten 30 plaatsvinden, dienen de bladeren te worden verplaatst. De blad-positioneerinrichting zorgt ervoor dat de bladeren, ook de bladeren die zich aan de voor- en aan de achterzijde van het gewas bevinden met behulp van de positioneermiddelen tijdelijk worden meegenomen en zo worden gepositioneerd dat deze met behulp van de ontbladerinrichting kunnen worden afgesneden of afgeslagen.
4
Een verdere uitvoeringsvorm van de verplaatsbare eenheid volgens de onderhavige uitvinding wordt gekenmerkt, doordat de blad positioneermiddelen zijn gevormd door spiralen.
Door het roteren van de positioneerassen worden de drie 5 dimensionale spiralen aangedreven en deze kunnen tussen de wikkelingen daarvan bladeren tijdelijk inklemmen en zo meenemen naar een positie waar deze gesneden kunnen worden met behulp van de ontbladerinrichting. Dergelijke spiralen zijn relatief eenvoudig en kostengunstig te vervaardigen terwijl de effectiviteit daarvan relatief hoog is.
10 Een nog verdere uitvoeringsvorm van de verplaatsbare eenheid volgens de onderhavige uitvinding wordt gekenmerkt, doordat de positioneerassen via een frame met elkaar zijn verbonden, waarbij met behulp van het frame de hoek tussen de positioneerassen alsmede de hoek van het virtuele vlak van de positioneerassen ten opzichte van de horizontaal aanpasbaar is.
15 Bij voorkeur zijn de voorste uiteinden van de positioneerassen hoger gelegen dan de achterste uiteinden van de positioneerassen, waarbij de achterste uiteinden van de positioneerassen nabij de voorste uiteinden van de assen van de inrichting voor het ontbladeren van in rijen geplante krop-vormige gewassen zijn gelegen.
20 Een dergelijke opstelling van de positioneerinrichting ten opzichte van de ontbladerinrichting zorgt ervoor dat de bladeren relatief hoog worden vastgepakt met behulp van de blad-positioneerinrichting en daarna naar beneden in de richting van de assen van de ontbladerinrichting worden meegenomen. Bij de ontbladerinrichting worden de bladeren efficiënt van het krop-vormige gewas 25 gescheiden zonder dat de bovengronds groeiende krop wordt beschadigd.
Afhankelijk van het veld, overige omstandigheden en de toestand of het type te oogsten gewassen, bijvoorbeeld bloemkool of broccoli, kan de hoek van positioneerassen met de horizontaal worden ingesteld.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van een in 30 de navolgende tekeningen getoond uitvoeringsvoorbeeld waarin:
Figuur 1 een zijaanzicht toont van een inrichting volgens de onderhavige uitvinding voor het ontbladeren van in rijen geplante krop-vormige gewassen,
Figuur 2 een perspectivisch aanzicht toont van de in figuur 1 5 getoonde inrichting volgens de onderhavige uitvinding,
Figuur 3a-c verschillende aanzichten tonen van de blad-positioneerinrichting volgens de onderhavige uitvinding.
In de figuren zijn overeenkomende onderdelen voorzien van 5 dezelfde verwijzingscijfers.
In figuur 1 is een inrichting 1 voor het ontbladeren van in rijen geplante krop-vormige gewassen volgens de onderhavige uitvinding getoond. De onderhavige uitvinding is met name geschikt voor het verwijderen van de bladeren van de stammen van broccoli en bloemkool voor het blootleggen van de krop zodat 10 deze efficiënter oogstbaar is. De gewassen zijn in rijen geplant in bijvoorbeeld een bed zodanig dat de te ontbladeren gewassen zich uitstrekken over een nagenoeg rechte lijn.
De in een transportrichting P1 verplaatsbare inrichting 1 is voorzien van ten minste twee roteerbare assen 3, 5 waarop zich in hoofdzaak dwars op de 15 assen 3,5 uitstrekkende ontbladermiddelen in de vorm van flexibele vinger-achtige uitsteeksels 7 zijn voorzien. De transportrichting P1 zal zich voor het ontbladeren van de krop-vormige gewassen in hoofdzaak parallel uitstrekken aan de rechte lijn gevormd door de rij of het bed waarin de gewassen geplant zijn.
De assen 3, 5 strekken zich in hoofdzaak uit in de transportrichting 20 P1 van de inrichting 1 zodanig dat tussen de assen 3, 5 met behulp van de uitsteeksels 7 de zich onder een krop bevindende bladeren van een stam van een gewas (niet getoond) zoals met name broccoli en bloemkool, verwijderbaar zijn. De afstand tussen de assen 3, 5 is zodanig ingesteld dat er een middenzone is waar de roterende uitsteeksels 7 in bedrijf niet kunnen geraken, zodat de stam van het 25 gewas niet doorgesneden wordt.
In figuur 1 is zichtbaar dat de assen 3, 4 in een virtueel vlak zijn gelegen, waarbij de assen met de (virtuele) horizontaal 10 een hoek a insluiten. Door deze hoek kunnen de eerste uitsteeksels 7 nabij een voorste uiteinde 11, 13 van de assen 3, 5 langer zijn uitgevoerd dan de uitsteeksels 7 nabij het achterste 30 uiteinde 15, 17, aangezien de afstand tot de grond groter is bij de voorste uiteinden 11,13 van de assen 3, 5 dan bij de achterste uiteinden 15, 17 van de assen 3, 5. Deze hoek a is instelbaar.
In figuur 2 is zichtbaar dat vanuit een bovenaanzicht bekeken de assen 3, 5 V-vormig ten opzichte van elkaar zich uitstrekken zodanig dat de voorste 6 uiteinden 11,13 van de assen 3, 5 op een grotere afstand van elkaar zijn gelegen dan de achterste uiteinden 15, 17 van de assen 3, 5. Op deze wijze wordt een trechtervorm verschaft met behulp van de assen 3, 5 hetgeen ervoor zorgt dat de assen 3, 5 minder vaak vastlopen in bedrijf. Door deze trechtervorm van de assen 3, 5 5 wordt de stam ten opzichte van de assen 3, 5 gecentreerd, doordat de V-vorm zich in de rijrichting verplaatst, wordt het gewas in deze V-vorm gestuurd / gedrukt. De hoek tussen de assen 3, 5 is eveneens vooraf instelbaar.
De assen 3, 5 zijn via een frame 20 met elkaar zijn verbonden. Het frame 20 omvat op zich bekende aandrijfmechanismen 21 om de assen 3, 5 te laten 10 roteren. Verder omvat het frame 20 twee ten opzichte van elkaar verplaatsbare benen 23, 25 die met elkaar zijn verbonden door een brugdeel 27 van het frame 20. De benen 23, 25 zijn verschuifbaar bevestigbaar op het brugdeel 27 zodanig dat de afstand tussen de assen 3, 5 daarmee in te stellen is. Verder is de hoek tussen de zich V-vormig ten opzichte van elkaar uitstrekkende assen 3, 5 instelbaar, alsmede 15 de hoek a van het virtuele vlak van de assen 3, 5 ten opzichte van de horizontaal 10 met behulp van verschillende op zich bekende instelmechanisme.
De figuren 3a-c tonen een blad-positioneerinrichting 50 om het ontbladeren van de gewassen met behulp van de hierboven beschreven inrichting 1, hierna ontbladerinrichting, effectief te laten plaatsvinden. De bladeren worden, met 20 name aan de voor- en aan de achterzijde van het gewas met behulp van deze blad-positioneerinrichting 50 verplaatst naar het werkgebied van de ontbladerinrichting 1. De blad-positioneerinrichting 1 zorgt ervoor dat de bladeren met behulp van de positioneermiddelen in de vorm van spiralen 55 worden meegenomen en zo worden gepositioneerd dat deze door de ontbladerinrichting 1 kunnen worden afgesneden.
25 De blad-positioneerinrichting 50 omvat twee in een virtueel vlak onder hoek p zich uitstrekkende roteerbare positioneerassen 57, 59, waarbij op de positioneerassen 57, 59 de spiralen 55 zijn aangebracht. De positioneerassen 57, 59 sluiten een hoek p in met de horizontaal 10 van 50 graden. Deze hoek p met de horizontaal 10 kan worden gevarieerd. Zoals zichtbaar is in figuur 3c zijn de voorste 30 uiteinden 63, 65 van de positioneerassen 57, 59 hoger gelegen dan de achterste uiteinden 67, 69 van de positioneerassen 57, 59. De blad-positioneerinrichting 50 is in figuur 3c zo weergegeven dat de transportrichting zich in de tegengestelde richting van P1 uitstrekt, welke transportrichting in figuur 3c wordt aangeduid met de pijl P2.
7
De positioneerassen 57, 59 zijn via een frame 100 met elkaar verbonden, waarbij met behulp van het op het frame 100 aanwezige instel-mechanismen de hoek cp tussen de positioneerassen 57, 59 alsmede de hoek P tussen het virtuele vlak van de positioneerassen 57, 59 en de horizontaal 10 5 aanpasbaar is. Het aanpassen van deze hoeken kan bijvoorbeeld nodig zijn bij veranderde omstandigheden op het veld.
Met behulp van op de positioneerassen 57, 59 bevestigde aandrijfmechanismen 61 worden de positioneerassen 57, 59 geroteerd, waarbij bladeren met behulp van de spiraal 55 worden gevangen en meegenomen in de 10 richting van het werkgebied van de ontbladerinrichting 1.
De blad-positioneerinrichting 50 zal nabij de voorste uiteinden 11, 13 van de assen 3, 5 van de ontbladerinrichting 1 worden gepositioneerd. Indien de in figuren 3c getoonde blad-positioneerinrichting 50 wordt gepositioneerd voor de in figuur 1 getoonde ontbladerinrichting 1 zal een van deze inrichtingen moeten 15 worden omgekeerd. De achterste uiteinden 67, 69 van de assen 57, 59 van de positioneerinrichting 50 moeten namelijk nabij de voorste uiteinden 11, 13 van de assen 3, 5 van de inrichting 1 voor het ontbladeren liggen.
Normaliter zal de blad-positioneerinrichting 50 in een verplaatsbare eenheid (niet getoond) worden gecombineerd met de ontbladerinrichting 1. Het 20 frame 100 van de blad-positioneerinrichting 50 zal dan via het chassis van de eenheid zijn verbonden met het frame 20 van de ontbladerinrichting 1.
In plaats van de getoonde uitsteeksels 7 kunnen uiteraard ook andere ontbladermiddelen voor het lossnijden of losslaan van de bladeren worden gebruikt. Hetzelfde geldt voor de spiraal 55 waarvoor eventueel ook andere blad 25 positioneermiddelen kunnen worden gebruikt.
1 Ö 3 7 3 0 o

Claims (11)

1. Inrichting voor het ontbladeren van in rijen geplante krop-vormige gewassen, welke in een transportrichting verplaatsbare inrichting is voorzien van ten 5 minste twee roteerbare assen waarop zich in hoofdzaak dwars op de assen uitstrekkende ontbladermiddelen zijn voorzien, met het kenmerk, dat de assen zich in hoofdzaak uitstrekken in de transportrichting van de inrichting zodanig dat tussen de assen met behulp van de ontbladermiddelen de zich onder een krop bevindende bladeren van een stam van een gewas zoals met name broccoli en bloemkool, 10 verwijderbaar zijn.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de in een virtueel vlak gelegen assen een hoek met elkaar insluiten, zodanig dat de voorste uiteinden van de assen op een grotere afstand van elkaar zijn gelegen dan de achterste uiteinden van de assen.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de voorste uiteinden van de assen hoger zijn gelegen dan de achterste uiteinden van de assen.
4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de ontbladermiddelen vingerachtige uitsteeksels zijn.
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de 20 vingerachtige uitsteeksels nabij voorste uiteinden van de assen langer zijn dan de vingerachtige uitsteeksels nabij achterste uiteinden van de assen.
6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de assen via een frame met elkaar zijn verbonden, waarbij met behulp van het frame de hoek tussen de assen alsmede de hoek van het virtuele vlak van 25 de assen ten opzichte van de horizontaal aanpasbaar is.
7. Verplaatsbare eenheid omvattende een inrichting volgens een der voorgaande conclusies.
8. Verplaatsbare eenheid volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat voor de inrichting voor het ontbladeren van in rijen geplante krop-vormige gewassen 30 een blad-positioneerinrichting is voorzien, welke blad-positioneerinrichting twee in een virtueel vlak onder hoek zich uitstrekkende roteerbare positioneerassen omvat, waarbij op de positioneerassen blad-positioneermiddelen zijn aangebracht voor het positioneren van de bladeren van het gewas tot in het werkgebied van de inrichting voor het ontbladeren van in rijen geplante krop-vormige gewassen. 1037503
9. Verplaatsbare eenheid volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de blad-positioneermiddelen zijn gevormd door spiralen.
10. Verplaatsbare eenheid volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat de positioneerassen via een frame met elkaar zijn verbonden, waarbij met 5 behulp van het frame de hoek tussen de positioneerassen alsmede de hoek van het virtuele vlak van de positioneerassen ten opzichte van de horizontaal aanpasbaar is.
11. Verplaatsbare eenheid volgens een der conclusies 8-10, met het kenmerk, dat voorste uiteinden van de positioneerassen hoger zijn gelegen dan achterste uiteinden van de positioneerassen, waarbij de achterste uiteinden van de 10 positioneerassen nabij de voorste uiteinden van de assen van de inrichting voor het ontbladeren van in rijen geplante krop-vormige gewassen zijn gelegen. 1037503
NL1037503A 2009-11-26 2009-11-26 Inrichting voor het ontbladeren van in rijen geplante krop-vormige gewassen. NL1037503C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1037503A NL1037503C2 (nl) 2009-11-26 2009-11-26 Inrichting voor het ontbladeren van in rijen geplante krop-vormige gewassen.
EP10191555A EP2327288A1 (en) 2009-11-26 2010-11-17 Device for stripping the leaves from heading plants grown in rows
US12/949,338 US8196383B2 (en) 2009-11-26 2010-11-18 Device for stripping the leaves from heading plants grown in rows

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1037503 2009-11-26
NL1037503A NL1037503C2 (nl) 2009-11-26 2009-11-26 Inrichting voor het ontbladeren van in rijen geplante krop-vormige gewassen.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1037503C2 true NL1037503C2 (nl) 2011-05-30

Family

ID=42260312

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1037503A NL1037503C2 (nl) 2009-11-26 2009-11-26 Inrichting voor het ontbladeren van in rijen geplante krop-vormige gewassen.

Country Status (3)

Country Link
US (1) US8196383B2 (nl)
EP (1) EP2327288A1 (nl)
NL (1) NL1037503C2 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3485023A (en) * 1967-02-06 1969-12-23 Gary G See Cabbage harvester
US3690049A (en) * 1971-09-16 1972-09-12 Carlton E Roberson Broccoli harvester
US4301646A (en) * 1980-08-04 1981-11-24 Gates Donald C Defoliator
EP0502789A1 (fr) * 1991-03-06 1992-09-09 Centre D'etudes Et De Strategies Industrielles Machine pour la récolte des brocolis

Family Cites Families (22)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2731782A (en) * 1956-01-24 mason
US1053917A (en) * 1911-01-05 1913-02-18 George D Luce Cane-stripper.
US1538662A (en) * 1922-01-27 1925-05-19 United Cigarette Mach Co Inc Tobacco-stemming machine
US2468276A (en) * 1945-07-26 1949-04-26 Wendell L Sorenson Apparatus for harvesting vegetables
US2641888A (en) * 1949-11-14 1953-06-16 Ventura Farms Frozen Foods Inc Bean harvester
US2816411A (en) * 1954-07-21 1957-12-17 Robert W Wilson Tobacco priming device
US2834174A (en) * 1955-10-24 1958-05-13 Research Corp Tobacco priming device
US3093949A (en) * 1961-06-09 1963-06-18 Research Corp Tobacco harvester
US3344591A (en) * 1964-04-27 1967-10-03 Oeco Corp Moving carriage mechanical berry harvester with rotationally oscillative shakers
US3406506A (en) * 1966-07-25 1968-10-22 Deere & Co Tobacco harvester with mechanism for orienting leaves before defoliation
US3513650A (en) * 1967-02-16 1970-05-26 Wellington W Porter Deleafer
US3524308A (en) * 1967-07-18 1970-08-18 Robert H Spry Detasseling apparatus
US3589117A (en) * 1968-04-09 1971-06-29 William R Wadsworth Harvesting apparatus
US3601959A (en) * 1969-08-29 1971-08-31 Reynolds Tobacco Co R Method and apparatus for harvesting tobacco
US3858660A (en) * 1972-09-14 1975-01-07 William F Wadsworth Feed conveyor apparatus
US3827219A (en) * 1973-06-25 1974-08-06 J Ackerman Detasseling apparatus
US3830048A (en) * 1973-08-31 1974-08-20 J Ervin Rotary cutter unit for grape harvesters
US3992860A (en) * 1975-02-10 1976-11-23 Bobbitt Jr Louis W Towed tobacco harvester
FR2341279A1 (fr) * 1976-02-18 1977-09-16 Seita Procede et dispositif pour effeuiller des plants de tabac et trier des feuilles
US4192124A (en) * 1978-06-05 1980-03-11 Balthes Farm Equipment Manufacturing Tobacco harvester
US4354340A (en) * 1980-09-26 1982-10-19 Huggins Edgar M Mechanical pruning device
IL63818A (en) * 1981-09-14 1984-12-31 Israel State Apparatus for harvesting and separating of produce

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3485023A (en) * 1967-02-06 1969-12-23 Gary G See Cabbage harvester
US3690049A (en) * 1971-09-16 1972-09-12 Carlton E Roberson Broccoli harvester
US4301646A (en) * 1980-08-04 1981-11-24 Gates Donald C Defoliator
EP0502789A1 (fr) * 1991-03-06 1992-09-09 Centre D'etudes Et De Strategies Industrielles Machine pour la récolte des brocolis

Also Published As

Publication number Publication date
EP2327288A1 (en) 2011-06-01
US20110120074A1 (en) 2011-05-26
US8196383B2 (en) 2012-06-12

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA2638043C (en) Mechanized harvester
US5428946A (en) Row crop cutter and conveyor
EP0690177B1 (en) Cleaning apparatus
CN103338628A (zh) 机械生产收割机
US4212148A (en) Agricultural machine
EP1579755B1 (de) Strohleitrechen
US4584824A (en) Sugar cane harvester
NL2017172B1 (nl) Loofbewerkingsinrichting alsmede rooimachine omvattende een dergelijke loofbewerkingsinrichting
US4175621A (en) Fruit dislodger for a harvesting machine
NL1037503C2 (nl) Inrichting voor het ontbladeren van in rijen geplante krop-vormige gewassen.
US6945292B1 (en) Tree harvesting apparatus
US4244165A (en) Harvester apparatus
US3628609A (en) Harvesting machine
JP6115984B2 (ja) 農作業機
JP7204225B2 (ja) 野菜等自動収穫装置
BRPI1003832A2 (pt) mÁquina ceifadeira de canas de aÇécar inteiras acionada por uma unidade motriz independente
US5501067A (en) Selective harvesting machine
US3742691A (en) Harvesting machine
US7559188B2 (en) Harvester rollers with fingers and lifting and conveyor mechanisms
US4569188A (en) Harvesting apparatus
JP6762839B2 (ja) 茎葉処理機
US2664692A (en) Picker for cranberries and the like
JP4418393B2 (ja) 根菜収穫機の根切断部
JPS61212217A (ja) タバコ葉収穫用脱葉装置
JP7270933B2 (ja) 作物収穫機

Legal Events

Date Code Title Description
HC Change of name(s) of proprietor(s)

Owner name: PLOEGER OXBO EUROPE B.V.; NL

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), CHANGE OF OWNER(S) NAME; FORMER OWNER NAME: PLOEGER AGRO B.V.

Effective date: 20180927