NL2005053C2 - Spouwmuur, alsmede bouwelement en werkwijze. - Google Patents

Spouwmuur, alsmede bouwelement en werkwijze. Download PDF

Info

Publication number
NL2005053C2
NL2005053C2 NL2005053A NL2005053A NL2005053C2 NL 2005053 C2 NL2005053 C2 NL 2005053C2 NL 2005053 A NL2005053 A NL 2005053A NL 2005053 A NL2005053 A NL 2005053A NL 2005053 C2 NL2005053 C2 NL 2005053C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
wall
cavity
leaf
bricks
outer leaf
Prior art date
Application number
NL2005053A
Other languages
English (en)
Inventor
Patrick Vandenbempt
Jean-Pierre Wuytack
Guy Jans
Mattheus Cornelis Martinus Leest
Original Assignee
Snel Bouw Muren N V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Snel Bouw Muren N V filed Critical Snel Bouw Muren N V
Priority to NL2005053A priority Critical patent/NL2005053C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2005053C2 publication Critical patent/NL2005053C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B1/00Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
    • E04B1/62Insulation or other protection; Elements or use of specified material therefor
    • E04B1/74Heat, sound or noise insulation, absorption, or reflection; Other building methods affording favourable thermal or acoustical conditions, e.g. accumulating of heat within walls
    • E04B1/76Heat, sound or noise insulation, absorption, or reflection; Other building methods affording favourable thermal or acoustical conditions, e.g. accumulating of heat within walls specifically with respect to heat only
    • E04B1/7608Heat, sound or noise insulation, absorption, or reflection; Other building methods affording favourable thermal or acoustical conditions, e.g. accumulating of heat within walls specifically with respect to heat only comprising a prefabricated insulating layer, disposed between two other layers or panels
    • E04B1/7612Heat, sound or noise insulation, absorption, or reflection; Other building methods affording favourable thermal or acoustical conditions, e.g. accumulating of heat within walls specifically with respect to heat only comprising a prefabricated insulating layer, disposed between two other layers or panels in combination with an air space

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Acoustics & Sound (AREA)
  • Electromagnetism (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Building Environments (AREA)

Description

P91319NL00
Titel: Spouwmuur, alsmede bouwelement en werkwijze
De uitvinding heeft betrekking op een spouwmuur.
Spouwmuren zijn op zichzelf algemeen bekend, en bestaan uit een uit baksteen opgetrokken buitenmuur, een binnenmuur, en daartussen een geventileerde ruimte. De geventileerde ruimte is veelal voorzien van 5 isolatiemateriaal, bijvoorbeeld isolatieplaten die aan de binnenmuur zijn bevestigd. Ventilatie van de spouw van de bekende muur is noodzakelijk om vochtproblemen (te wijten aan via en/of langs de bakstenen indringend water) te voorkomen. De bekende muur biedt diverse voordelen. Zo is toepassing van bakstenen voordelig met het oog op een grote duurzaamheid, 10 goede brandwerendheid, bijzonder goede vorstbestendigheid, gewichtsbesparing, en een uit esthetisch oogpunt aantrekkelijk uiterlijk.
De onderhavige uitvinding beoogt een verbeterde spouwmuur. Volgens een aspect van de uitvinding wordt de muur hiertoe gekenmerkt door de maatregelen van conclusie 1.
15 Met voordeel is de spouwmuur voorzien van: -een buitenblad, voorzien van bakstenen; -een binnenblad; -een zich tussen het buiten- en binnenblad uitstrekkende spouw; waarbij de spouw een in hoofdzaak luchtdicht en waterdicht van 20 een omgeving afgesloten ruimte is.
Een hoofdgedachte van de uitvinding is om de spouw luchtdicht en waterdicht van de omgeving (van de muur) af te sluiten. Aldus wordt een muur verkregen waarvan de zich in de spouw bevindende lucht in hoofdzaak stationair is, althans niet met de buitenomgeving van de muur 25 kan communiceren. In feite kan de zo verkregen muur dezelfde werking leveren als de isolerende werking van een dubbelglas-plaat. Hierbij kan 2 onder verbeterde isolatie zowel geluidsisolatie als warmte-isolatie worden verstaan.
Opgemerkt zij dat met waterdicht wordt bedoeld dat het doorslaan van water, zoals regenwater wordt voorkomen. Luchtdicht en waterdicht 5 dient zodanig geïnterpreteerd te worden dat migratie van waterdamp, bijvoorbeeld transport van waterdamp van een door de muur omsloten binnenruimte naar een buiten de muur voorziene buitenruimte, wel mogelijk is. De spouw is dus niet een dampdicht van een omgeving afgesloten ruimte.
10 Doordat de spouw volledig van de buitenomgeving is afgesloten worden vochtproblemen bovendien op eenvoudige wijze voorkomen.
Bij voorkeur wordt het afsluiten van de spouw uitgevoerd door de op zichzelf waterdoorlatende bakstenen van het buitenblad te voorzien van een waterdichte en luchtdichte laag, en door zich tussen de bakstenen 15 bevindende naden (al dan niet voegen) volledige af te dichten. De bakstenen zijn water doorlatend doordat deze zijn gevormd uit gebakken klei, hetgeen een poreus materiaal tot gevolg heeft.
Bij voorkeur bevindt de waterdichte en luchtdichte laag zich aan de naar de spouw gekeerde zijde van de bakstenen. Op deze manier wordt geen 20 afbreuk gedaan aan de baksteeneigenschappen van een (van de spouw afgekeerde) buitenzijde van de muur, terwijl toch een waterdicht en luchtdicht buitenblad beschikbaar is.
Een uit economisch oogpunt en qua sterkte voordelige voorkeursuitvoering omvat toepassing van een betonlaag of een 25 betonmortellaag (althans een uitgeharde beton- of betonmortellaag) waarin de bakstenen deels zijn verzonken. Een betonmortellaag is in dit verband gedefinieerd als zijnde een laag van een fijn betontype.
Bij voorkeur is de spouw van de muur voorzien van in hoofdzaak afgesloten compartimenten, bijvoorbeeld rondom randaansluitingen zoals 30 aansluitingen van de muur op ramen, vloeren, funderingen, doorboringen en 3 dergelijke. Door het gebruik van compartimenten worden eventuele drukverschillen in de spouw verminderd ofwel geheel geëlimineerd. Het aantal compartimenten in de spouw is bij voorkeur gerelateerd aan de breedte van de spouw. Hoe breder, dus een grotere afstand tussen het 5 binnenblad en het buitenblad, des te meer compartimenten in de spouw kunnen zijn voorzien teneinde een vergrote kans op convectie in de spouw teniet te doen.
Verder levert de uitvinding een bouwelement dat kennelijk bestemd en geschikt is voor het vervaardigen van een buitenblad van een 10 muur volgens de uitvinding. Een dergelijk bouwelement is bij voorkeur voorzien van een groot aantal bakstenen. In dat geval kan een muur relatief snel en efficiënt worden gebouwd, onder behoud van bovengenoemde voordelen.
Voorts wordt voorzien in een werkwijze voor het bouwen van een 15 muur, omvattende het optrekken, meer in het bijzonder het monteren, van een binnen- en buitenblad, met daartussen een spouw, zodanig, dat de spouw in hoofdzaak luchtdicht en waterdicht van een omgeving is afgesloten. Hiermee kunnen bovengenoemde voordelen worden bereikt.
20 Nadere voordelige uitwerkingen van de uitvinding zijn beschreven in de volgconclusies. De uitvinding zal thans worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld en de tekening. Daarin toont:
Figuur 1 een vooraanzicht van een bouwelement volgens een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding, bestemd voor het aanleggen van een 25 muur volgens de uitvinding;
Figuur 2 een detail Q van het in fig. 1 getoonde element;
Figuur 3 een langsdoorsnede over lijn III-III van fig. 2;
Figuur 4 schematisch een horizontale dwarsdoorsnede van een deel van een constructie omvattende twee muren voorzien van bouwelementen, 30 volgens een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding; 4
Figuur 5 een verticale dwarsdoorsnede een deel van een constructie omvattende een muur voorzien van een of meer bouwelementen, volgens een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding;
Figuur 6 een dwarsdoorsnede van een voorbeeld van een 5 aansluiting tussen twee bouwelementen;
Figuur 7 A een kops eind van een nadere uitvoering van een bouwelement, voorzien van een afdichtingsprofiel, voorafgaand aan plaatsing; en
Figuur 7B een samenstel van twee bouwelementen zoals getoond in 10 Fig. 7A, met kopse einden tegen elkaar, na plaatsing.
Gelijke of overeenkomstige maatregelen worden in deze aanvrage met gelijke of overeenkomstige verwijzingstekens aangeduid.
Figuren 1-3 tonen schematisch een voorbeeld van een bouwelement 15 11, omvattende een in dit geval rechthoekig paneel (gezien in een vooraanzicht). De bouwelementen kunnen tevens andere vormen hebben, bijvoorbeeld vierkant, driehoekig, zeshoekig, of anderszins.
Elk bouwelement 11 is bij voorkeur relatief omvangrijk gezien in vooraanzicht, bijvoorbeeld met een lengte X (bijvoorbeeld gemeten in een 20 horizontale richting) van ten minste 1 meter of meer, bijvoorbeeld ten minste 2 meter of langer, en bijvoorbeeld met een hoogte Y (gemeten in een verticale richting) van ten minste 1 meter of meer, bijvoorbeeld ten minste 2 meter of hoger. De bouwelementen 11 kunnen relatief dun zijn uitgevoerd. Een totale dikte van elk bouwelement 11 is bijvoorbeeld kleiner dan circa 10 25 cm, bijvoorbeeld in het bereik van circa 5-8 cm (bijvoorbeeld een bereik van circa 6-7 cm).
Het bouwelement 11 omvat bij voorkeur een rigide (uitgeharde) laag 12 waarin rijen bakstenen 13 deels verzonken zijn opgenomen, en aldus verankerd. De stenen 13 kunnen bijvoorbeeld over een relatief korte afstand 30 W3 uit de laag 12 naar voren toe uitsteken, bijvoorbeeld een afstand kleiner 5 dan 1 cm, bijvoorbeeld circa 1 a 2 mm. Een voordeel van een dergelijke kleine afstand is dat de voegen 14 tussen de verschillende bakstenen 13 niet meer nagevoegd hoeven te worden. Er hoeft slechts nagevoegd te worden op de naden tussen de verschillende naast elkaar voorziene bouwelementen 11 5 van een spouwmuur volgens de uitvinding. Echter, de afstand W3 kan ook circa 1 cm bedragen, of meer, bijvoorbeeld een afstand in het bereik van circa 1-2 cm, met name indien zich tussen de stenen uitstrekkende voegen 14 met additioneel voegmiddel worden opgevuld.
In het voorbeeld is elk bouwelement 11 voorzien van ten minste 10 tien zich boven elkaar uitstrekkende rijen bakstenen (in dit geval gelegd in een halfsteens verband), waarbij elke rij bakstenen ten minste 5 (in het voorbeeld ten minste 10) zich naast elkaar bevindende stenen 13 omvat.
De verankeringslaag 12 vormt in het voorbeeld een waterdichte en luchtdichte, maar bij voorkeur dampdoorlatende laag. Derhalve is het 15 bouwelement 11 waterdicht, althans staat geen penetratie van water toe in een richting dwars daardoorheen. Volgens een nadere uitwerking bestaat de laag 12 in hoofdzaak uit beton. In een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding kan de laag 12 ook in hoofdzaak van een al dan niet dampdoorlatende materie zijn, bijvoorbeeld van kunststof, of bijvoorbeeld 20 een materiaal op basis van polymeren.
In het voorbeeld zijn de bakstenen 13 op relatief korte laterale afstanden van elkaar geplaatst, met zich daartussen uitstrekkende voegen 14. Deze voegen kunnen bijvoorbeeld een breedte hebben van circa 5 mm of kleiner. Een muur voorzien van bakstenen 13 met dergelijke kleine voegen 25 wordt over het algemeen betiteld als voegloos metselwerk. Een voordeel van een zogenoemd voegloos metselwerk is dat het niet nagevoegd hoeft te worden.
Anderzijds kunnen deze voegen 14 bijvoorbeeld een breedte hebben in het bereik van meer dan 5 mm, bijvoorbeeld een voegbreedte van circa 5-30 15 mm. Dergelijke voegen worden over het algemeen nagevoegd.
6
Zoals uit de tekening volgt zijn de zich tussen de stenen uitstrekkende voegen 14 in elk geval deels met materiaal van de verankeringslaag 12 gevuld, zodanig dat de voegen luchtdicht en waterdicht worden afgesloten. Bij voorkeur worden dergelijke voegen 14 van een 5 additioneel voegmiddel (anders dan het materiaal van de verankeringslaag) voorzien, langs oppervlakken van de laag 12. In dat geval kan een gewenste klassieke uitstraling van het element worden verkregen. Alternatief kunnen de voegen 14 ook in hoofdzaak worden voorzien van hetzelfde materiaal als het materiaal van de verankeringslaag 12.
10 Verder zijn de stenen 13 langs achterzijden elk volledig bedekt door de verankeringslaag 12, en worden zo langs die zijden luchtdicht en waterdicht afgesloten.
Bij voorkeur is de laag 12 voorzien van bewapening (op zichzelf niet weergegeven), bijvoorbeeld een in de laag opgenomen, zich achter de 15 bakstenen 13 uitstrekkend verankeringsnet, bijvoorbeeld een bewapening vervaardigd van metaal of staal. In een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding kan de laag 12 zijn voorzien van bewapening door middel van een gewapende mortel, te weten een mortel voorzien van staalvezels, glasvezels, melaminevezels of andere voor deze toepassing geschikte vezels.
20 Een dikte W1 van een zich achter de bakstenen 13 uitstekkend deel van de laag 12 (gemeten in een richting normaal ten opzichte van een voorzijde van het bouwelement, zie Fig. 3) is bijvoorbeeld kleiner dan 10 cm, bijvoorbeeld circa 5 cm of kleiner, bijvoorbeeld circa 2 cm. Dit deel van de laag wordt ook wel de rug van het element 11 genoemd.
25 De bakstenen 13 kunnen op zichzelf verschillende afmetingen hebben. Zo kan een lengte L (i.e. de strek) van de meeste van de stenen 13 (of elk van de stenen 13) groter zijn dan 10 cm, bijvoorbeeld circa 21 cm of minder of meer dan 21 cm.
Een hoogte H van een steen 13 (zie Fig. 2) kan bijvoorbeeld circa 5 30 cm bedragen De hoogte H kan in een andere uitvoeringsvorm ook iets meer 7 of iets minder dan 5 cm bedragen. Elke baksteen kan bijvoorbeeld een dikte W2 hebben in het bereik van 1-11 cm, in het bijzonder 3-6 cm, gemeten in een dwarsrichting van het buitenblad 2. Bij voorkeur zijn de stenen 13 relatief dun, gemeten in een richting normaal ten opzichte van de 5 verankeringslaag 12. Een dikte W2 van de steen 13 kan bijvoorbeeld circa 5 cm bedragen, of dunner of dikker. De bakstenen 13 kunnen bijvoorbeeld zijn verkregen uit gebakken tussenproducten met een bepaalde dikte W=2xW2, welke tussenproducten elk zijn gehalveerd, bijvoorbeeld door breking en/of snijding langs een centraal middenlangsvlak, om twee eindproducten van de 10 gewenste dikte W2 te verkrijgen.
Zoals figuur 1 toont kan het bouwelement bijvoorbeeld zijn voorzien van hoofdstenen met een genoemde lengte, en kortere stenen 13’ (bijvoorbeeld randstenen of sluitstenen) ten behoeve van het voorzien van een geschikt verband tussen de verschillende rijen stenen. In het voorbeeld 15 zijn deze kortere stenen 13’ even hoog en even dik als elk van de hoofdstenen 13. In een alternatieve uitvoering kunnen de kortere stenen 13’ ( randstenen of sluitstenen) worden weggelaten, waardoor ruimtes ontstaan. Na plaatsing van twee bouwelementen naast elkaar worden deze ruimtes gevuld door stenen van de volledige lengte van het naastliggende 20 bouwelement, teneinde een doorlopend verband te verkrijgen.
Volgens een verder aspect van de uitvinding kunnen de bakstenen 13, of genoemde tussenproducten, elk in een vormbak zijn vervaardigd, of op een andere wijze, bijvoorbeeld door extrusie (strengpersen). Bij voorkeur zijn de stenen elk uit klei vervaardigd. De bakstenen 13 zijn dan op zichzelf 25 waterdoorlatend en/of poreus, dus ook dampdoorlatend.
Met een of meer dergelijke bouwelementen 11 kan volgens een voorkeursuitvoeringsvoorbeeld een muur (in het bijzonder een buitenmuur van een gebouw, bijvoorbeeld een buitengevel) worden gebouwd, in het bijzonder een spouwmuur. Figuren 4 en 5 tonen voorbeelden van dergelijke 30 muren IA, IB, 1C.
8
Figuur 4 toont in het bijzonder een hoek tussen twee aangrenzende spouwmuren IA, 1B, in een horizontale dwarsdoorsnede.
Figuur 5 toont in het bijzonder een muur 1C, nabij een boveneind, een verticale dwarsdoorsnede.
5 Elk van de muren IA, IB, 1C is voorzien van een buitenblad 2, een binnenblad 3, een zich tussen het buiten- en binnenblad uitstrekkende, met lucht gevulde spouw 4. Elk buitenblad 2 omvat een of meer genoemde bouwelementen, en is derhalve voorzien van bakstenen 13 (op zichzelf niet weergegeven in figuren 4-5). De verschillende bouwelementen 11 zijn in 10 hoofdzaak luchtdicht en waterdicht met elkaar verbonden, bijvoorbeeld met behulp van een afsluitmiddel of een verbindingsmiddel. Een dergelijk middel kan bijvoorbeeld een profiel omvatten dat zich ten minste gedeeltelijk rondom het bouwelement 11 uitstrekt. Het profiel kan bijvoorbeeld een verbindingsstrip 9 (zie figuur 6) zijn die zich ten minste 15 aan één van de zijkanten en aan één kant van de boven- of onderkant uitstrekt. Na bevestiging van de bouwelementen 11 aan elkaar wordt de ruimte tussen de bouwelementen 11 en het profiel 9 dichtgekit met een kitrand 7.
De spouw 4 kan relatief dun zijn uitgevoerd. Volgens een extra 20 voordelige uitwerking is een dikte van spouw 4, gemeten in een richting haaks op de twee bladen 2, 3, kleiner is dan 4 cm, teneinde te bewerkstelligen dat zo weinig mogelijk convectie in de spouw plaatsvindt en zodoende de isolatiewaarde van de spouwmuur wordt verhoogd. Voorts kan elke spouw 4 bijvoorbeeld een lengte hebben van ongeveer 2 m, of meer of 25 minder en een hoogte van ongeveer 2 meter of meer of minder.
Elk binnenblad 3 kan op verschillende manieren zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld met een of meer binnenblad-bouwelementen, welke bijvoorbeeld van verschillende materialen kunnen zijn vervaardigd (bijvoorbeeld hout, steen, beton, gipsbeton, of andere materialen), hetgeen 30 de vakman duidelijk zal zijn.
9
Het buitenblad (i.e. een of meer bouwelementen 2) van elke muur IA, IB, 1C is zodanig gepositioneerd dat buitenzijden van de respectieve bakstenen naar buiten toe zijn gekeerd, i.e. in een van de respectieve spouw 4 en binnenblad 3 afgekeerde richting. Aldus levert het buitenblad een in 5 hoofdzaak bakstenen vooraanzicht aan de muur (met een bakstenen, van de spouw 4 afgekeerde, buitenzijde), als ware het een traditionele gemetselde muur.
Elk genoemd binnenblad 3 wordt in het bijzonder luchtdicht uitgevoerd. Een naar de spouw 4 toegekeerde achterzijde van elk buitenblad 10 2 is in het voorbeeld bovendien in hoofdzaak waterdicht en luchtdicht uitgevoerd. Immers, de een of meer bouwelementen van het buitenblad 2 omvatten genoemde waterdichte en luchtdichte laag 12, aan de naar de spouw 4 toegekeerde zijden van de bakstenen 13. Aldus is elke spouw 4 een in hoofdzaak luchtdicht en waterdicht van een omgeving afgesloten ruimte 15 (i.e. een niet-geventileerde binnenruimte van de muur IA, IB, 1C). Door toepassing van een dergelijke spouw 4 (die een afgesloten, stationaire luchtlaag levert) wordt warmtetransport -door de muur heen- goed tegengegaan. Zo wordt een hogere isolatiewaarde van de muur verkregen, met name ten opzichte van traditionele gemetselde baksteenmuren.
20 In het bijzonder kan het buitenblad zijn voorzien van een minimale ventilatieopening, dus een ventilatieopening met een totaaloppervlak kleiner dan 10 mm2 per strekkende meter buitenblad (bijvoorbeeld gemeten in een horizontale langsrichting. De genoemde totale ventilatieopening kan meer in het bijzonder nihil zijn (i.e. nul). Het buitenblad 2 van elke muur 25 IA, IB, 1C is bijvoorbeeld voorzien van een totale ventilatieopening met een oppervlak kleiner dan 1 mm2 per strekkende meter buitenblad.
Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding kan een naar elke spouw 4 toegekeerde zijde van het buitenblad in hoofdzaak door materiaal worden geleverd, dat een warmtegeleidingscoëfficiënt λ heeft die 30 groter is dan 0,1 W/m.K (gemeten bij 293 K). Een naar de spouw 4 10 toegekeerde zijde van een tegenoverliggend binnenblad 3 kan in hoofdzaak door materiaal wordt geleverd, dat een warmtegeleidingscoëfficiënt λ heeft die lager is dan 0,1 W/m.K (gemeten bij 293 K). Hiertoe kan het binnenblad 3 aan een binnenzijde zijn voorzien van een of meer (bij voorkeur rigide) 5 lagen isolatiemateriaal 5, bijvoorbeeld isolatieplaten. In een alternatieve uitvoering is een naar de spouw toegekeerde zijde van het binnenblad 3 niet voorzien van dergelijk isolatiemateriaal; in dat geval kan de naar de spouw 4 toegekeerde zijde van het binnenblad 3 eveneens in hoofdzaak door materiaal wordt geleverd dat een warmtegeleidingscoëfficiënt λ heeft die 10 groter is dan 0,1 W/m.K (gemeten bij 293 K). Ook in dat geval kan de muur IA, IB, 1C nog goede isolatie bieden, ten gevolge van de afgesloten spouw 4.
Zoals de tekening toont kunnen langwerpige afstandhouders 6 zijn aangebracht tussen naar elkaar toe gekeerde zijden van het buitenblad 2 en binnenblad 3 (en in dit geval tussen het buitenblad 2 enerzijds en de op het 15 respectieve binnenblad 3 aangebrachte isolatielaag 5 anderzijds). Elke afstandhouder 6 kan bijvoorbeeld een compressieband zijn (bijvoorbeeld met een klevende laag), en kan bijvoorbeeld van kunststof zijn vervaardigd. Volgens een nadere uitwerking zijn de afstandhouders 6 elk in hoofdzaak van flexibel (bijvoorbeeld veerkrachtig) materiaal vervaardigd, en na 20 montage tussen de twee bladen 2, 3 samengedrukt. Bijvoorkeur levert elke afstandhouder 6 (bijvoorbeeld in een samengedrukte toestand) een locaal waterdichte afsluiting van de spouw 4. Zoals figuur 4 (in dwarsdoorsnede) toont kunnen bijvoorbeeld zich in verticale richting uitstrekkende afstandhouders 6 in een spouw 4 zijn aangebracht, op een horizontale of 25 verticale afstand P van elkaar, bijvoorbeeld een afstand van circa 0,5 meter of meer. De afstandhouders 6 kunnen zich tevens in een andere richting uitstrekken, bijvoorbeeld schuin ten opzichte van een verticale richting, of horizontaal. Dergelijke afstandhouders 6 kunnen zodanig in de spouw 4 zijn dat de afstandhouders 6 afgesloten compartimenten in de spouw 4 30 definiëren. Dergelijke compartimenten zijn bij voorkeur voorzien rondom 11 randafsluitingen, zoals aansluitingen van de muur IA, IB, 1C op ramen, deuren, fundering, doorboringen en dergelijke.
Volgens een nadere uitwerking kan een buitenblad 2 bijvoorbeeld aan een bijbehorend binnenblad 3 worden bevestigd door toepassing van 5 bevestigingsmiddelen (bijvoorbeeld pluggen en bijbehorende verankeringsmiddelen), welke bevestigingsmiddelen zich na montage in beide bladen 2, 3 uitstrekken. Zo kunnen bijvoorbeeld telkens onderling uitgelijnde boorgaten in de twee bladen 2, 3 worden gemaakt, door boring via het buitenblad 2 en vervolgens naar het binnenblad 3 (door een optionele 10 isolatielaag 5 heen), om vervolgens een langwerpige plug in de zo verkregen boorgaten te steken, welke plug in de bladen wordt vastgezet door een geschikt verankeringsmiddel (bijvoorbeeld een schroef of bout). In een andere uitvoeringsvorm kan het buitenblad aan het binnenblad 3 zijn bevestigd met behulp van speciale pluggen die aan beide einden een 15 expansie-element bezitten. Dergelijke expansie-elementen voorkomen luchtdoorlating en bewerkstelligen een verbeterde stabiliteit.
Zoals figuur 5 toont kan de spouw 4 van een muur 1C bijvoorbeeld nabij of langs een boveneind door een genoemde (zich in dit geval in 20 horizontale richting uitstrekkende) afstandhouder 6 luchtdicht zijn afgesloten. Een dergelijke afdichting is bij voorkeur tevens langs een onderzijde van de spouw 4 aangebracht. Aldus kan de spouw geheel luchtdicht worden omsloten.
Zoals figuur 4 voorts toont kunnen tegenoverliggende langsranden 25 van twee aangrenzende muren IA, 1B bijvoorbeeld waterdicht en luchtdicht op elkaar aansluiten, bijvoorbeeld onder gebruikmaking van een afsluitmiddel 7 om een zich tussen die muren IA, 1B uitstrekkende voeg waterdicht af te sluiten. Een dergelijk afsluitmiddel 7 kan bijvoorbeeld een elastisch, bijvoorkeur veerkrachtig, afdichtingsprofiel omvatten, een 30 vulmiddel (bijvoorbeeld een geschikte afdichtingskit), of dergelijke. In dit 12 voorbeeld is een genoemde voeg tevens voorzien van een vulmiddel 8, bijvoorbeeld een voegmiddel of een kit, om het afsluitmiddel 7 af te dekken (langs een van de spouw af gekeerde buitenzijde daarvan). Bovendien toont figuur 4 toepassing van verbindingsmiddelen 9, bijvoorbeeld een of meer 5 verbindingsprofielen, om de aangrenzende buitenbladelementen 11 onderling te borgen. De verbindingsmiddelen kunnen bijvoorbeeld van een duurzame kunststof, metaal of staal zijn vervaardigd.
Figuur 6 toont een deel van een enkele muur welke een aantal waterdicht en luchtdicht op elkaar aansluitende bouwelementen 11 omvat. 10 De waterdichte en luchtdichte aansluiting omvat afsluitmiddel 7 (bijvoorbeeld van een hierboven genoemde configuratie) om een zich tussen tegenoverliggende randen van de bouwelementen 11 uitstrekkende voeg (bijvoorbeeld met een breedte van circa 1 tot 2 cm) waterdicht en luchtdicht af te sluiten. Genoemde voeg bevindt zich in het bijzonder tussen naar 15 elkaar toegekeerde buitenvlakken van de verankeringslagen 12 van de elementen 11. De voeg is tevens voorzien van een vulmiddel 8, bijvoorbeeld een voegmiddel of een afdekkingskit, om het afsluitmiddel 7 af te dekken. Verbindingsmiddelen 9 (bijvoorbeeld een of meer kunststof, metalen of stalen profielen) zijn op binnenzijden van de elementen 11 bevestigd om de 20 twee elementen 11 onderling te borgen.
Figuur 7A toont een kops eind van een nadere uitwerking van een bouwelement 11, dat daarin van het in figuren 1-3 getoonde element verschilt, dat een kops eind integraal is voorzien van een afsluitmiddel vormend afdichtingsprofiel 17. Het profiel 17 is bijvoorbeeld voorzien van 25 een flensdeel 17a dat in de verankeringslaag 12 van het bouwelement 11 is opgenomen (bijvoorbeeld via een achterzijde van het element 11), en een afdichtingsdeel 17b dat uit één stuk met het flensdeel 17a is vervaardigd, en zich langs een kops eind van het element 11 uitstrekt. Het profiel is bijvoorbeeld van flexibel, veerkrachtig materiaal vervaardigd, bijvoorbeeld 30 rubber, een elastomeer, of dergelijke. Figuur 7B toont toepassing van twee 13 dergelijke bouwelementen 11, met kopse einden naar elkaar toe, waarbij respectieve afdichtingsdelen 17b tussen de kopse einden zijn samengedrukt en zo een waterdichte aansluiting tussen de elementen 11 leveren.
Samenvattend kan een buitengevelpaneel/element 11 worden 5 voorzien, om een volledig luchtdichte en waterdichte muur te bouwen, bijvoorbeeld een buitenste schil van een gebouw. Een dergelijke muur kan worden opgebouwd door het aan elkaar vastzetten van deze elementen 11. Deze elementen (bijvoorbeeld elk met een dikte van circa 6 — 7 cm) kan bijvoorbeeld bestaan uit een genoemde verankeringslaag 12 (bijvoorbeeld 10 een gewapende mortellaag) waarin halve bakstenen 13 (met bijvoorbeeld een dikte van circa 4 — 5 cm) zijn verwerkt. Een voorzijde van het bouwelement kan de uitstraling van klassiek metselwerk bieden. Wanneer voegen 14 tussen de stenen 12 aanwezig zijn, worden die voegen 14 bij voorkeur opgevoegd (bijvoorbeeld na plaatsing van het element 11 in een 15 gewenste eindpositie, ter vorming van de gevelmuur). Alternatief zijn de stenen voegloos (i.e. met een zeer kleine voeg van bijvoorbeeld 3-6 mm) op elkaar aangebracht, in het element 11.
Om te vermijden dat luchtstroming ontstaat met andere bouwvolumes kunnen genoemde afdichtende strips of band 6 in de spouw 4 20 worden toegepast, in het bijzonder om de spouw te compartimenteren (i.e. in afzonderlijke spouwruimtes te verdelen). Op deze manier kan optreden van interne luchtconvectie bijvoorbeeld worden tegengegaan. Dergelijke afdichtingsmiddelen 6 kunnen tevens in de spouw worden toegepast langs locaties waar een muur doorbroken dient te worden, bijvoorbeeld langs 25 raam- en deuropeningen.
Voor de vakman spreekt zal duidelijk zijn dat de uitvinding niet is beperkt tot de beschreven uitvoeringsvoorbeelden. Diverse wijzigingen zijn mogelijk binnen het raam van de uitvinding zoals is verwoord in de navolgende conclusies.

Claims (25)

1. Spouwmuur voorzien van: -een buitenblad (2), voorzien van bakstenen (13); -een binnenblad (3); -een zich tussen het buiten- en binnenblad uitstrekkende spouw (4); 5 met het kenmerk dat de spouw een in hoofdzaak luchtdicht en waterdicht van een omgeving afgesloten ruimte is.
2. Muur volgens conclusie 1, waarbij het buitenblad (2) is voorzien van een ventilatieopening met een totaaloppervlak kleiner dan 10 mm2 per strekkende meter buitenblad, en in het bijzonder kleiner dan 1 mm2 per 10 strekkende meter buitenblad.
3. Muur volgens conclusie 1 of 2, waarbij het buitenblad (2) is voorzien zonder ventilatieopening teneinde geheel luchtdicht en waterdicht te zijn.
4. Muur volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de bakstenen 15 (13) op zichzelf waterdoorlatend zijn.
5. Muur volgens conclusie 4, waarbij de bakstenen (13) op naar de spouw (4) toegekeerde zijde zijn voorzien van waterdicht en luchtdicht materiaal.
6. Muur volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de spouw is 20 voorzien van meerdere in hoofdzaak afgesloten compartimenten.
7. Muur volgens conclusie 6, waarbij de compartimenten ten minste zijn voorzien rondom randaansluitingen, zoals aansluitingen van de muur op ramen, vloeren, funderingen en dergelijke.
8. Muur volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het 25 buitenblad (2) is voorzien van een of meer luchtdichte en waterdichte, en luchtdicht en waterdicht op elkaar aansluitende bouwelementen (11).
9. Muur volgens conclusie 8, waarbij naast elkaar voorziene bouwelementen in hoofdzaak luchtdicht en waterdicht met elkaar zijn verbonden, bijvoorbeeld met behulp van een afsluitmiddel of een verbindingsmiddel.
10. Muur volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het buitenblad (2) is voorzien van een bakstenen, van de spouw afgekeerde, buitenzijde.
11. Muur volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het buitenblad (2) is voorzien van een luchtdichte en waterdichte, naar de 10 spouw toegekeerde binnenzijde.
12. Muur volgens conclusies 8-11, waarbij elk bouwelement (11) is voorzien van een uitgeharde laag (12), bijvoorbeeld een betonlaag of een kunststoflaag, waarin de bakstenen (13) deels zijn verzonken.
13. Muur volgens conclusie 12, waarbij een dikte (Wl) van een zich 15 achter de bakstenen (13) uitstekkend deel van de betonlaag (12) kleiner is dan 10 cm, bijvoorbeeld circa 5 cm of kleiner, bijvoorbeeld circa 2 cm.
14. Muur volgens een der voorgaande conclusies, waarbij elke baksteen (13) een dikte (W2) heeft in het bereik van 1-11 cm, in het bijzonder 3-6 cm, gemeten in een dwarsrichting van het buitenblad (2).
15. Muur volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het buitenblad (2) is voorzien van zich tussen de bakstenen (13) uitstrekkende voegen, bijvoorbeeld met een breedte van ongeveer 10 mm of minder.
16. Muur volgens een der voorgaande conclusies, waarbij een naar de spouw (4) toegekeerde zijde van het binnenblad (3) niet is voorzien van 25 isolatiemateriaal.
17. Muur volgens conclusie 16, waarbij een naar de spouw toegekeerde zijde van het binnenblad (3) in hoofdzaak door materiaal wordt geleverd, dat een warmtegeleidingscoëfficiënt λ heeft die hoger is dan 0,1 W/m.K (gemeten bij 293 K).
18. Muur volgens een der conclusies 1-15, waarbij een naar de spouw (4) toegekeerde zijde van het binnenblad (3) is voorzien van isolatiemateriaal (5).
19. Muur volgens een der conclusies 1-15, waarbij een naar de spouw 5 toegekeerde zijde van het binnenblad (3) in hoofdzaak door materiaal wordt geleverd, dat een warmtegeleidingscoëfficiënt λ heeft die lager is dan 0,1 W/m.K (gemeten bij 293 K).
20. Muur volgens een der voorgaande conclusies, waarbij een naar de spouw toegekeerde zijde van het buitenblad (2) in hoofdzaak door materiaal 10 wordt geleverd, dat een warmtegeleidingscoëfficiënt λ heeft die groter is dan 0,1 W/m.K (gemeten bij 293 K).
21. Muur volgens een der voorgaande conclusies, waarbij een dikte van de spouw (4), gemeten in een richting haaks op de twee bladen, kleiner is dan 4 cm.
22. Muur volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de spouw met een lucht is gevuld, en een lengte heeft van ongeveer 2 meter, en een hoogte van ongeveer 2 meter.
23. Bouwelement kennelijk bestemd en geschikt voor het vervaardigen van een buitenblad van een muur volgens een der voorgaande conclusies.
24. Bouwelement, bijvoorbeeld een element volgens conclusie 23, voorzien van een laag (12), bijvoorbeeld een betonlaag of een kunststoflaag, waarin bakstenen (13) deels zijn verzonken, en verankerd.
25. Werkwijze voor het bouwen van een muur, in het bijzonder een muur volgens een der conclusies 1-22, omvattende het optrekken, meer in 25 het bijzonder het monteren, van een binnen- en buitenblad (2, 3), met daartussen een spouw (4), zodanig, dat de spouw (4) in hoofdzaak luchtdicht en waterdicht van een omgeving is afgesloten.
NL2005053A 2010-07-08 2010-07-08 Spouwmuur, alsmede bouwelement en werkwijze. NL2005053C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2005053A NL2005053C2 (nl) 2010-07-08 2010-07-08 Spouwmuur, alsmede bouwelement en werkwijze.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2005053A NL2005053C2 (nl) 2010-07-08 2010-07-08 Spouwmuur, alsmede bouwelement en werkwijze.
NL2005053 2010-07-08

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2005053C2 true NL2005053C2 (nl) 2012-01-10

Family

ID=43589618

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2005053A NL2005053C2 (nl) 2010-07-08 2010-07-08 Spouwmuur, alsmede bouwelement en werkwijze.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2005053C2 (nl)

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1529890A2 (de) * 2003-11-09 2005-05-11 Terraglobe (Europe) GmbH Anordnung und Verfahren zur Temperierung sowie Be-und Entlüftung von Innenräumen
GB2459936A (en) * 2008-05-16 2009-11-18 Victor Joseph Wigley Insulated wall structure

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1529890A2 (de) * 2003-11-09 2005-05-11 Terraglobe (Europe) GmbH Anordnung und Verfahren zur Temperierung sowie Be-und Entlüftung von Innenräumen
GB2459936A (en) * 2008-05-16 2009-11-18 Victor Joseph Wigley Insulated wall structure

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US10961708B2 (en) Prefabricated insulated building panel with cured cementitious layer bonded to insulation
US6964136B2 (en) Flashing and weep apparatus for masonry wall window and door installations
EA013769B1 (ru) Изолирующая система, содержащая соединенные между собой изолирующие панели, расположенные напротив стены
CA2258241A1 (en) Expansion joint guide for masonry walls
NL2005053C2 (nl) Spouwmuur, alsmede bouwelement en werkwijze.
RU103372U1 (ru) Строительная панель
GB2244298A (en) Insulated cavity closers
JP7126705B2 (ja) 通気層を有する密着型外断熱に用いられる火災対応型外壁構造
EP0618989A1 (en) PANEL STRUCTURE AND PANEL FOR THEIR DESIGN.
RU79903U1 (ru) Стеновая панель
EP3059354B1 (en) Structural module and method for mounting structural modules
BE1018783A5 (nl) Gelaagd isolatiepaneel, gebruik van een dergelijk isolatiepaneel, en werkwijze voor plaatsing van een dergelijk isolatiepaneel.
ES2336528B2 (es) Pared arquitectonica para casas prefabricadas.
RU2160347C1 (ru) Многоэтажное здание
US20060101760A1 (en) Vapor barrier and cavity seal
NL2033072B1 (nl) Geïsoleerde spouwmuurconstructie met folie-dragende zetelelementen.
NL2012461B1 (nl) Werkwijze voor renovatie van een gevel en element voor gebruik daarbij.
RU2318101C1 (ru) Трехслойный строительный блок
AU2007231542A1 (en) Precast wall panel
NL1027965C2 (nl) Dorpel met bekleding.
RU52419U1 (ru) Многослойная монолитная стена
NL1021938C2 (nl) Blokvormig bouwelement.
RU2220261C2 (ru) Утепленная стена здания и сооружения
WO2014120027A1 (en) A construction module, particularly a wall module or a roof module
EP1258573B1 (en) Structural element in block form

Legal Events

Date Code Title Description
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20140201