NL2004840C2 - Inrichting voor het mechanisch filteren van verontreinigd water. - Google Patents

Inrichting voor het mechanisch filteren van verontreinigd water. Download PDF

Info

Publication number
NL2004840C2
NL2004840C2 NL2004840A NL2004840A NL2004840C2 NL 2004840 C2 NL2004840 C2 NL 2004840C2 NL 2004840 A NL2004840 A NL 2004840A NL 2004840 A NL2004840 A NL 2004840A NL 2004840 C2 NL2004840 C2 NL 2004840C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
water
liquid
liquid container
filter element
filter bag
Prior art date
Application number
NL2004840A
Other languages
English (en)
Inventor
Jonny Bernhard Gieles
Original Assignee
Gieles Trust B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Gieles Trust B V filed Critical Gieles Trust B V
Priority to NL2004840A priority Critical patent/NL2004840C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2004840C2 publication Critical patent/NL2004840C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D29/00Filters with filtering elements stationary during filtration, e.g. pressure or suction filters, not covered by groups B01D24/00 - B01D27/00; Filtering elements therefor
    • B01D29/11Filters with filtering elements stationary during filtration, e.g. pressure or suction filters, not covered by groups B01D24/00 - B01D27/00; Filtering elements therefor with bag, cage, hose, tube, sleeve or like filtering elements
    • B01D29/13Supported filter elements
    • B01D29/23Supported filter elements arranged for outward flow filtration
    • B01D29/27Filter bags
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D29/00Filters with filtering elements stationary during filtration, e.g. pressure or suction filters, not covered by groups B01D24/00 - B01D27/00; Filtering elements therefor
    • B01D29/88Filters with filtering elements stationary during filtration, e.g. pressure or suction filters, not covered by groups B01D24/00 - B01D27/00; Filtering elements therefor having feed or discharge devices
    • B01D29/90Filters with filtering elements stationary during filtration, e.g. pressure or suction filters, not covered by groups B01D24/00 - B01D27/00; Filtering elements therefor having feed or discharge devices for feeding
    • B01D29/908Filters with filtering elements stationary during filtration, e.g. pressure or suction filters, not covered by groups B01D24/00 - B01D27/00; Filtering elements therefor having feed or discharge devices for feeding provoking a tangential stream
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D2201/00Details relating to filtering apparatus
    • B01D2201/48Overflow systems

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Filtration Of Liquid (AREA)

Description

P6028611NL
Inrichting voor het mechanisch filteren van verontreinigd water 5 De onderhavige uitvinding betreft een inrichting voor het mechanisch filteren van verontreinigd water. In een uitvoeringsvorm is de uitvinding gericht op een inrichting die als zogenaamd nafilter verontreinigingen uit bijvoorbeeld zwembadwater of water uit jacuzzi’s of spa’s, verwijdert. In een andere uitvoeringsvorm is de uitvinding gericht op een inrichting die geschikt is voor toepassing in samenwerking met een 10 waterreinigingssysteem voor bijvoorbeeld vijverwater, waarbij een dergelijke inrichting als zogenaamd voorfilter stroomopwaarts voor een dergelijk waterreinigingssysteem geplaatst is. In een andere uitvoeringsvorm is de uitvinding gericht op een inrichting die geschikt is voor toepassing in samenwerking met een dergelijk waterreinigingssysteem, om tijdens een reinigingsproces van een dergelijk 15 waterreinigingssysteem verontreinigd water afkomstig uit dit systeem op te vangen.
Een dergelijke inrichting voor het mechanisch filteren van verontreinigd water is bekend uit bijvoorbeeld US 2004/060.853. Deze publicatie beschrijft een inrichting voor het mechanisch filteren van vijverwater, waarbij de inrichting is voorzien van een 20 hersluitbare vloeistofhouder, een met de vloeistofhouder in vloeistofverbinding staand vloeistofinvoerkanaal, waarbij het vloeistofïnvoerkanaal is ingericht om in gebruik uit te monden in een in de fïlterhouder aan te brengen fïlterelement, en een met de vloeistofhouder in vloeistofverbinding staand vloeistofuitvoerkanaal, dat ingericht is om vloeistof uit de vloeistofhouder uit te voeren, waarbij de filterhouder is ingericht 25 om een fïlterelement te ontvangen.
Een nadeel van de bekende inrichting voor het mechanisch filteren van verontreinigd water is, dat in geval van verzadiging van het fïlterelement het relatief moeilijk is om dit fïlterelement te reinigen.
De uitvinding verschaft een inrichting voor het mechanisch filteren van verontreinigd water, voorzien van een hersluitbare vloeistofhouder, een in gebruik in de vloeistofhouder aangebracht fïlterelement, omvattende een reinigbare filterzak, een met 30 2 de vloeistofhouder in vloeistofverbinding staand vloeistofïnvoerkanaal, waarbij het vloeistofïnvoerkanaal is ingericht om in gebruik uit te monden in het fïlterelement en een met de vloeistofhouder in vloeistofverbinding staand vloeistofuitvoerkanaal, dat ingericht is om vloeistof uit de vloeistofhouder uit te voeren.
5
In de vloeistofhouder wordt het verontreinigde water gefilterd middels het fïlterelement. Dit filterelement omvat een filterzak, waarin de verontreinigingen opgevangen worden. Deze filterzak is uitneembaar. Als de filterzak verzadigd is met verontreinigingen, opent de gebruiker de vloeistofhouder en neemt de filterzak uit de 10 vloeistofhouder. Vervolgens kan de gebruiker de filterzak legen, door deze bijvoorbeeld binnenstebuiten te keren. Indien gewenst kan de filterzak gewassen worden in een daartoe geschikte wasinrichting. Hierna kan het filterelement weer terug in de vloeistofhouder geplaatst worden. Op deze wijze is het filterelement relatief eenvoudig te reinigen.
15
In het bijzonder verschaft de inrichting volgens de uitvinding voordeel, wanneer de inrichting gebruikt wordt om op een uitvoer voor verontreinigd water van een waterreinigingssysteem aangesloten te worden. Bij het aftappen van het waterreinigingssysteem, wordt het verontreinigde water via achtereenvolgens de 20 uitvoer van het waterreinigingssysteem en het vloeistofïnvoerkanaal van de inrichting volgens de uitvinding in de vloeistofhouder van de inrichting ontvangen. In de vloeistofhouder wordt het verontreinigde water gefilterd middels het fïlterelement. Dit fïlterelement omvat een filterzak, waarin de verontreinigingen opgevangen worden. Deze filterzak is reinigbaar, zodat deze opnieuw gebruikt kan worden. Voorts biedt de 25 filterzak een optimaal fïlteroppervlak. Na filtering door het genoemde filterelement, wordt het gereinigde water via het vloeistofuitvoerkanaal uitgevoerd, waarna het hergebruikt kan worden. Hierbij kan worden gedacht aan uitvoer van het gefilterde water naar bijvoorbeeld de vijver, het zwembad of de jacuzzi, waar het oorspronkelijk vandaan kwam. Zo behoeft het uit het waterreinigingssysteem afkomstige 30 verontreinigde water niet naar het riool afgevoerd te worden, of anderszins verloren te gaan, maar kan het hergebruikt worden, waardoor een waterbesparing bereikt wordt.
3
Het is eveneens voordelig om de vloeistofhouder nabij het vloeistofuitvoerkanaal aan de binnenzijde te voorzien van een vrijhoudlichaam, dat ingericht is om het vloeistofuitvoerkanaal in gebruik vrij te houden van materie die de doorstroming van het vloeistofuitvoerkanaal kan belemmeren. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden 5 aan de filterzak, die door verzadiging met vuil zodanig uitdijt, dat deze voor de uitstroomopening van het vloeistofixitvoerkanaal zakt en deze blokkeert. Ook kan gedacht worden aan andere objecten die potentie hebben om het vloeistofuitvoerkanaal te blokkeren, bijvoorbeeld objecten, die door een na verzadiging overlopen van de filterzak het vloeistofuitvoerkanaal hebben kunnen bereiken. Het vrijhoudlichaam is 10 ingericht om dit te voorkomen.
Daarnaast is het voordelig om het vrijhoudlichaam van een waterdoorlaatbaar rooster, zoals een zeef, te voorzien. Een vrijhoudlichaam in de vorm van een rooster biedt een goede mogelijkheid om blokkerende objecten af te vangen voordat deze het 15 vloeistofuitvoerkanaal bereiken, als ook de mogelijkheid om water door te laten naar het vloeistofuitvoerkanaal.
Ook is het van voordeel het vrijhoudlichaam in te richten, dat wil zeggen een zodanige stevigheid te verschaffen, om de filterzak in gebruik te ondersteunen als deze 20 verzadigd raakt. Het vrijhoudlichaam ondersteunt de filterzak, die in gebruik het vloeistofuitvoerkanaal door zijn gewicht zou kunnen blokkeren, als deze zwaar wordt.
Voorts is het voordelig de vloeistofhouder te voorzien van een bodem, die ingericht is om in gebruik af te lopen in de richting van het vloeistofuitvoerkanaal. Op 25 deze wijze wordt voorkomen dat water, in het bijzonder verontreinigd water, in de vloeistofhouder kan blijven staan, waardoor het verder in waterkwaliteit achteruit zou kunnen gaan. Daarbij zouden bijvoorbeeld eveneens rottingsprocessen op kunnen treden. Dit wordt voorkomen door toepassing van een in de richting van het vloeistofuitvoerkanaal aflopende bodem.
Eveneens is het voordelig de vloeistofhouder te voorzien van een overloopgedeelte dat ingericht is om, bij een in gebruik verzadigd zijn van de filterzak, het door het vloeistofïnvoerkanaal aangevoerde water het vloeistofuitvoerkanaal te 30 4 laten bereiken. Op deze wijze wordt voorkomen dat bij een verzadigd zijn van de filterzak, waardoor de filterzak een geringere waterdoorlaatbaarheid zal hebben, deze ongecontroleerd overstroomt. Het overloopgedeelte zorgt er op voordelige wijze voor dat het aangevoerde water gecontroleerd het vloeistofuitvoerkanaal kan bereiken.
5
Daarbij is het voordelig het overloopgedeelte in te richten om de in gebruik bovenzijde van de filterzak althans gedeeltelijk te omsluiten, waarbij het overloopgedeelte is voorzien van doorstroomopeningen om waterdoorlaatbaarheid te bewerkstelligen. Daar bij het verzadigd raken van de filterzak, waardoor de 10 waterdoorlaatbaarheid van de filterzak vermindert, het in gebruik erin lopende water de neiging zal hebben de filterzak nabij de bovenzijde ervan te verlaten, ofwel over te lopen, is het voordelig het voomoemde overloopgedeelte op een dergelijke hoogte aan te brengen in de vloeistofhouder. Het overloopgedeelte is daarbij voorzien van doorstroomopeningen, die het water gecontroleerd doorlaten en daarbij tevens een 15 grove filterfunctie hebben. Het overloopgedeelte kan daarbij de filterzak nabij de bovenzijde ervan geheel of gedeeltelijk omsluiten, al naar gelang in welke mate de filterfunctie gewenst is, en al naar gelang welke mate van doorstroming gewenst is.
Daarnaast is het voordelig de vloeistofhouder te voorzien van een afneembaar 20 afdeklichaam, dat ingericht is om hersluitbaarheid van de vloeistofhouder te bewerkstelligen. Indien een gebruiker van de inrichting toegang wenst tot de vloeistofhouder, bijvoorbeeld om het verzadigde fïlterelement uit te nemen om deze te reinigen, dan is dit mogelijk door het afdeklichaam af te nemen van de vloeistofhouder. Daarbij is het voordelig het afdeklichaam aan een in gebruik bovenzijde van de 25 vloeistofhouder aan te brengen. Ook is het van voordeel dit afdeklichaam te voorzien van een opening, die ingericht is om het vloeistofkanaal te omvatten. Daar dit afdeklichaam, tezamen met de opening, relatief gunstig geplaatst is met betrekking tot de zwaartekracht, zal het via het vloeistofïnvoerkanaal aangevoerde water op relatief eenvoudige en natuurlijke wijze het fïlterelement bereiken.
In een uitvoeringsvorm is het vloeistofïnlaatkanaal ingericht voor het opwekken van een stroming langs het oppervlak van het fïlterelement, in het bijzonder een vortex, in het fïlterelement, voor het schoonspoelen van het fïlterelementoppervlak. Door het 30 5 opwekken van een dergelijke vortexstroming in de filterzak bleek het oppervlak van de filter door de stroming schoongespoeld te worden waardoor het dichtslibben van het filterelement, in het bijzonder de filterzak, voorkomen kan worden.
5 In een uitvoeringsvorm is het vloeistofinlaatkanaal ingericht voor het verschaffen van een vortexstroming in de filterzak. In het bijzonder heeft de hartlijn van het vloeistofinlaatkanaal een richtingscomponent tangentieel in de filterzak gericht. Hierdoor wordt verstopping van de filterzak voorkomen.
10 Verder heeft de uitvinding betrekking op inrichting voor het mechanisch filteren van verontreinigd water, voorzien van een hersluitbare vloeistofhouder, een in gebruik in de vloeistofhouder aangebracht filterelement, omvattende een reinigbare filterzak, een met de vloeistofhouder in vloeistofverbinding staand vloeistofinvoerkanaal, waarbij het vloeistofinvoerkanaal is ingericht om in gebruik uit te monden in het filterelement 15 en een met de vloeistofhouder in vloeistofverbinding staand vloeistofuitvoerkanaal, dat ingericht is om vloeistof uit de vloeistofhouder uit te voeren, waarbij een uitstroomopening van het vloeistofinvoerkanaal zodanig is aangebracht aan een binnenzijde van de vloeistofhouder, dat het vloeistofinvoerkanaal althans gedeeltelijk gericht is op de binnenwand van de vloeistofhouder of een contour van de reinigbare 20 filterzak. Door het richten van de uitstroomopening van het vloeistofinvoerkanaal op de binnenwand van de vloeistofhouder of de reinigbare filterzak kan in de vloeistofhouder een draaikolkachtige stroming worden opgewekt, die een verontreinigde filterzak reinigt. De draaikolkachtige stroming of vortex kan tevens gebruikt worden voor het ontdoen van de binnenwand van de vloeistofhouder van verontreinigingen.
25
Voorts heeft de uitvinding betrekking op een filterelement, kennelijk bedoeld voor gebruik in een reinigingsinrichting volgens de uitvinding, waarbij dit filterelement is voorzien van een filterzak. De voordelige uitvoering met een filterzak zorgt er zoals reeds genoemd voor dat in gebruik een relatief groot filteroppervlak wordt bereikt. 30 Tevens is de filterzak relatief gemakkelijk te reinigen wanneer deze verzadigd raakt. Het filterelement kan daartoe uit de inrichting genomen worden, waarna de filterzak omgekeerd wordt om de verontreinigingen uit de filterzak te laten. De filterzak kan eveneens gewassen worden middels een daarvoor geschikte wasinrichting. Vervolgens 6 kan het fïlterelement met de filterzak terug in de reinigingsinrichting geplaatst worden om opnieuw gebruikt te worden.
Daarbij is het voordelig de filterzak te voorzien van een steunlichaam, dat 5 ingericht is om de filterzak steun te verschaffen. Dit steunlichaam kan bijvoorbeeld een ringvormig element omvatten. Een dergelijk steunlichaam zorgt ervoor dat de filterzak relatief gemakkelijk te hanteren is.
Daarbij is het voordelig om de genoemde filterzak te voorzien van 10 waterdoorlaatbaar materiaal, bijvoorkeur waterdoorlaatbaar materiaal dat relatief goede filtereigenschappen heeft en tevens relatief duurzaam is. Hierbij kan gedacht worden aan bijvoorbeeld nylon, polyester of doek.
Voorts heeft de uitvinding in een uitvoeringsvorm betrekking op een samenstel 15 van een inrichting volgens de uitvinding en het genoemde fïlterelement met de filterzak.
Verder heeft de uitvinding in een uitvoeringsvorm betrekking op een samenstel van een inrichting volgens de uitvinding, al dan niet voorzien van het genoemde 20 filterelement, en een in gebruik met de inrichting volgens de uitvinding in vloeistofverbinding staand waterreinigingssysteem, waarbij de inrichting is ingericht om in gebruik verontreinigd water van het waterreinigingssysteem te ontvangen.
Ook heeft de uitvinding in een andere uitvoeringsvorm betrekking op een 25 samenstel van een inrichting volgens de uitvinding, en een met de inrichting in vloeistofVerbinding staand waterreinigingssysteem, waarbij de inrichting is ingericht om in gebruik aan het waterreinigingssysteem toe te voeren verontreinigd water althans gedeeltelijk te reinigen.
7
Figuurbeschrijving
De uitvinding zal aan de hand van een uitvoering met behulp van figuren nader worden toegelicht, daarbij tonen: 5
Figuur 1 een opengewerkt, perspectivisch aanzicht van een uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding;
Figuur 2 een vooraanzicht van een uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding; 10 Figuur 3 een perspectivisch aanzicht van uitvoeringsvorm van een filterelement volgens de uitvinding;
Figuur 4 een samenstel van een uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding en een waterreinigingssysteem, waarbij tijdens het reinigingsproces van een dergelijk waterreinigingssysteem verontreinigd water afkomstig uit dit systeem door de 15 inrichting opgevangen wordt;
Figuur 5 een samenstel van een uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding en een waterreinigingssysteem, waarbij de inrichting als voorfilter voor een vijver gebruikt wordt;
Figuur 6 een samenstel van een uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de 20 uitvinding en een vijver, waarbij de inrichting als nafilter gebruikt wordt;
Figuur 7a een schematisch, perspectivisch aanzicht van een inrichting volgens de uitvinding, waarbij het vloeistofinvoerkanaal zodanig op het afdeklichaam is gepositioneerd, dat er in een gebruik een draaikolkbeweging van de vloeistof in de vloeistofhouder ontstaat; en 25 Figuur 7b een schematisch, perspectivisch aanzicht van een inrichting volgens de uitvinding, waarbij het vloeistofinvoerkanaal zodanig op de vloeistofhouder is gepositioneerd, dat er in een gebruik een draaikolkbeweging van de vloeistof in de vloeistofhouder ontstaat.
30 In de navolgende figuurbeschrijving zullen overeenkomende onderdelen met identieke verwijzingscijfers worden aangeduid.
8
Figuur 1 toont een opengewerkt, perspectivisch aanzicht van een uitvoeringsvorm van de inrichting. De figuur toont een vloeistofhouder 1, welke in figuur 1 een cilindrische vorm heeft. In gebruik is de getoonde vloeistofhouder 1 voorzien van een onderzijde en een bovenzijde. Aan de onderzijde maakt de vloeistofhouder 1 contact 5 met een ondersteuning, die niet in de figuur opgenomen is. Deze ondersteuning kan bijvoorbeeld een vloer omvatten, zoals deze vaak te vinden is rondom een siervijver die binnenshuis geplaatst is, alsook de rand van een buitenzwembad of -vijver, maar ook een andere daartoe geschikte constructie. Voorts is de vloeistofhouder 1 voorzien van een vloeistofinvoerkanaal 2 en een vloeistofuitvoerkanaal 3. Het vloeistofkanaal 2 10 bevindt zich in gebruik bij voorkeur aan de bovenzijde van de vloeistofhouder 1, zodat er optimaal gebruik gemaakt wordt van zwaartekracht om vloeistof in de vloeistofhouder 1 te brengen. Het vloeistofuitvoerkanaal 3 bevindt zich in gebruik bij voorkeur aan een onderzijde van de vloeistofhouder 1. Deze plaatsing ten opzichte van de vloeistofhouder is eveneens voordelig, omdat wederom optimaal gebruik kan 15 worden gemaakt van zwaartekracht om de vloeistof uit de vloeistofhouder 1 te geleiden. In deze uitvoeringsvorm is het vloeistofinvoerkanaal 2 langs de lengte-as van de vloeistofhouder 1 geplaatst. Het vloeistofuitvoerkanaal 3 is in deze uitvoeringsvorm loodrecht op de lengte-as van de vloeistofhouder 1 geplaatst. Om voldoende debiet door het vloeistofinvoerkanaal 2 te bewerkstelligen, dient de diameter van dit kanaal 2 20 voor een vijver van gangbare afmetingen 60-100 mm te bedragen. Voor het vloeistofuitvoerkanaal 3 geldt eveneens dat een diameter van omstreeks 60-100 mm voor een vijver van gangbare afmetingen een voldoende debiet oplevert. De in houd van een de getoonde vloeistofhouder 1 bedraagt circa 100 1.
25 De vloeistofhouder 1 wordt althans in gebruik voorzien van een verwijderbaar filterelement 7 om het in het water verzamelde vuil op te vangen, waarbij het filterelement 7 waterdoorlaatbaar is zodat het water door het filterelement 7 kan stromen en het vuil aan een binnenzijde van het filterelement 7 achterblijft. Het filterelement 7 is in figuur 1 uitgevoerd met een zak om het vuil op te vangen. Het 30 filterelement 7 omvat daartoe een filterzak 10 met een steunlichaam 11, dat de filterzak 10 stevigheid verschaft. De filterzak 10 omvat bij voorkeur doek, nylon of polyester. Voor de vakman zal het echter duidelijk zijn dat ook andere materialen voor de genoemde filter functie in aanmerking kunnen komen. Tevens dient het steunlichaam 11 9 om de filterzak 10 in gebruik uitneembaar te verbinden met de fïlterhouder 5 aan de binnenzijde van de vloeistofhouder 1.
Daarnaast is de vloeistofhouder 1 voorzien van een overloopgedeelte 6, dat 5 ingericht is om het door het vloeistofinvoerkanaal 2 toegevoerde water een mogelijkheid te bieden om het vloeistofüitvoerkanaal 3 te bereiken als de filterzak 10 vol is, dat wil zeggen als de filterzak 10 verzadigd is met het uit het water te filteren materiaal. Doordat de filterzak 10 vol is, is de waterdoorlaatbaarheid van de filterzak 10 minimaal geworden en de filterzak 10 zal dientengevolge overstromen. Teneinde te 10 voorkomen dat het water ongecontroleerd een uitweg zoekt uit de filterzak 10, waarbij het niet onwaarschijnlijk is dat het water zelfs door openingen in de vloeistofhouder 1 naar buiten treedt, is zodoende in een overloopgedeelte 6 voorzien. In de getoonde uitvoering van figuur 1 is het overloopgedeelte 6 van doorstroomopeningen voorzien om waterdoorlaatbaarheid te bewerkstelligen.
15
Voorts is de binnenzijde van de vloeistofhouder 1 nabij een in gebruik onderzijde voorzien van een vrijhoudlichaam 8 dat ervoor zorgt, dat de uitstroomopening van het vloeistofüitvoerkanaal 3 vrij blijft van verstoppende of blokkerende materie. Dit vrijhoudlichaam 8 is uitneembaar ten opzichte van de vloeistofhouder 1. Het 20 vrijhoudlichaam 8 steunt af op de binnenwand van de vloeistofhouder. Evenzo is het mogelijk het vrijhoudlichaam 8 af te laten steunen op de bodem van de vloeistofhouder 1. Onder verstoppende materie zoals aanwezig in het aangevoerde water dient ook de verstoppende werking van een in gebruik gevulde filterzak 10 verstaan te worden. Als de filterzak 10 in gebruik gevuld wordt met te filteren materiaal, zal deze zwaarder 25 worden en als gevolg van de zwaartekracht richting een in gebruik onderzijde van de vloeistofhouder 1 uitdijen of zakken, alwaar zich het vloeistofüitvoerkanaal 3 bevindt, dat aldus verstopt kan raken. In de in figuur 1 getoonde uitvoeringsvorm heeft het vrijhoudlichaam 8 de vorm van een rooster met perforaties. Dit rooster is ingericht om bij een in gebruik verzadigd zijn van de filterzak 10 de filterzak 10 te ondersteunen, 30 zodat deze de uitstroomopening van het vloeistofüitvoerkanaal 3 niet blokkeert, waarbij de perforaties bewerkstelligen dat het rooster waterdoorlaatbaar is, zodat water het vloeistofüitvoerkanaal 3 kan bereiken. Het rooster is ook zodanig geplaatst dat al het water door dit vrijhoudlichaam 8 stroomt, voordat het de vloeistofhouder 1 via het 10 vloeistofuitvoerkanaal 3 kan verlaten. In deze uitvoeringsvorm bevindt het rooster zich daartoe in gebruik boven het vloeistofuitvoerkanaal 3.
Eveneens is de vloeistofhouder 1 in deze uitvoeringsvorm nabij een in gebruik 5 onderzijde voorzien van een in de richting van het vloeistofuitvoerkanaal 3 aflopende bodem 9. Deze aflopende bodem 9 bewerkstelligt dat, bijvoorbeeld bij een uitschakelen van de niet in figuur 1 getoonde watertoevoervoorziening van de vloeistofhouder 1, al het in de vloeistofhouder 1 aanwezige water de vloeistofhouder 1 via het vloeistofuitvoerkanaal 3 verlaat. Hierdoor blijft geen water staan, waardoor rotting 10 wordt voorkomen. De aflopende bodem 9 sluit aan op de onderzijde van het vloeistofuitvoerkanaal 3. Tevens bevindt de aflopende bodem 9 zich in gebruik onder het niveau van het vrijhoudlichaam 8 in de vloeistofhouder 1.
Figuur 1 toont tevens een afdeklichaam 4. Dit afdeklichaam 4 verschaft de 15 gebruiker van de inrichting een eenvoudige toegang tot het inwendige van de vloeistofhouder 1. Daartoe is het afdeklichaam 4 uitgevoerd om afneembaar te zijn ten opzichte van de vloeistofhouder 1. In de getoonde uitvoering van figuur 1 is het afdeklichaam in zijn geheel afneembaar van de vloeistofhouder 1. Het is eveneens mogelijk om het afdeklichaam 4 gedeeltelijk afneembaar te maken. Hierbij kan gedacht 20 worden aan een scharnier, dat het afdeklichaam 4 en de vloeistofhouder 1 met elkaar verbindt, zodat het afdeklichaam 4 middels een roterende beweging van de vloeistofhouder 1 afgenomen kan worden. In figuur 1 is het afdeklichaam 4 aan een bovenzijde van de vloeistofhouder 1 aangebracht. Het is eveneens mogelijk het afdeklichaam 4 aan een andere zijde van de vloeistofhouder 1 aan te brengen, zoals aan 25 een in gebruik zijwand van de vloeistofhouder 1. Het inwendige van de vloeistofhouder 1 dient echter op eenvoudige wijze toegankelijk te blijven, ook wanneer zich vloeistof in de vloeistofhouder 1 bevindt.
Ook toont figuur 1 een tweede vloeistofïnvoerkanaal 12 in het afdeklichaam 4. 30 Dit vloeistofïnvoerkanaal 12 kan, bij gebruik van de inrichting samen met een waterreinigingssysteem 15, gebruikt worden om een stroomopwaarts van het waterreinigingssysteem 15 geplaatst - niet getoond - voorfilter op aan te sluiten, naast het waterreinigingssysteem 15 zelf, dat op vloeistofïnvoerkanaal 2 aangesloten wordt.
11
Dit is getoond in figuur 4. Kort gezegd toont figuur 4 een samenstel van een uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding en een waterreinigingssysteem 15, waarbij tijdens het reinigingsproces van een dergelijk waterreinigingssysteem 15 verontreinigd water afkomstig uit dit systeem door de 5 inrichting opgevangen wordt. Middels het tweede vloeistofinvoerkanaal 12 kan ook een met het waterreinigingssysteem 15 verbonden voorfilter op de inrichting volgens de uitvinding aangesloten worden om op dezelfde wijze verontreinigd water afkomstig uit het voorfilter op te vangen.
10 Figuur 2 toont een vooraanzicht van een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding; de figuur toont de vloeistofhouder 1, waarbij aan de in gebruik onderzijde het vloeistofuitvoerkanaal 3 is aangebracht. Tevens zijn de aan de binnenzijde van de vloeistofhouder 1 aangebrachte filterhouder 5, en het overloopgedeelte 6 te zien.
15
Figuur 3 toont een perspectivisch aanzicht van een uitvoeringsvorm van een filterelement 7 volgens de uitvinding. Het filterelement 7 omvat daarbij een filterzak 10 en een steunlichaam 11. Het steunlichaam 11 is in de getoonde uitvoeringsvorm ringvormig uitgevoerd. Daarnaast zijn nog vele andere uitvoeringsvormen van het 20 steunlichaam 11 denkbaar. Eveneens is het mogelijk het genoemde overloopgedeelte 6 aan te brengen op het filterelement 7 zelf, in plaats van in de vloeistofhouder 1, waarbij het overloopgedeelte 6 dan zelf als steunlichaam 11 fungeert, en samen met het filterelement 7 uitneembaar in de vloeistofhouder 1 geplaatst kan worden.
25 Figuur 4 toont schematisch een samenstel van een uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding en een waterreinigingssysteem. Bij het reinigingsproces van het waterreinigingssysteem 15 wordt verontreinigd water afgetapt van dit systeem 15, en ingelaten in de inrichting 14 volgens de uitvinding, middels het vloeistofinvoerkanaal 2. Na voomoemde filtering door de inrichting 14, wordt het 30 gereinigde water in deze uitvoeringsvorm weer teruggevoerd naar de vijver. Voorts toont de figuur een pomp 16 om het water te verplaatsen.
12
Figuur 5 toont een samenstel van een uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding en een waterreinigingssysteem, waarbij de inrichting als voorfïlter voor een vijver, bijvoorbeeld een vijver geschikt voor koi-karpers, gebruikt wordt. Een pomp 16 pompt water uit een vijver op, waarna het water via het vloeistofïnvoerkanaal 5 2 in de vloeistofhouder 1 van de inrichting 14 ingevoerd wordt. Via vloeistofuitvoerkanaal 3 komt het in de inrichting 14 gefilterde water in een verder waterreinigingssysteem 15 terecht, waar eventuele verdere verontreinigingen van het water weggenomen worden door deze bijvoorbeeld te laten bezinken.
10 Figuur 6 toont een samenstel van een uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding en een vijver, waarbij de inrichting als nafilter gebruikt wordt. Een pomp 16 pompt water uit een vijver op, waarna het water via het vloeistofïnvoerkanaal 2 in de vloeistofhouder 1 van de inrichting 14 ingevoerd wordt. Via vloeistofuitvoerkanaal 3 komt het in de inrichting 14 gefilterde water weer in de vijver terecht.
15
Figuur 7a toont een schematisch, perspectivisch aanzicht van een inrichting volgens de uitvinding, waarbij het vloeistofïnvoerkanaal zodanig op het afdeklichaam is gepositioneerd, dat er in een gebruik een draaikolkbeweging van de vloeistof in de vloeistofhouder ontstaat. Meer specifiek toont figuur 7a een vloeistofhouder 1, waarop 20 in gebruik het afdeklichaam 4 geplaatst is. Het vloeistofïnvoerkanaal 2 is daarbij onder een hoek op het afdeklichaam 4 aangebracht, zodat de in de vloeistofhouder 1 ingevoerde vloeistof een draaikolkachtige beweging ondergaat.
Figuur 7b toont een schematisch, perspectivisch aanzicht van een inrichting 25 volgens de uitvinding, waarbij het vloeistofïnvoerkanaal zodanig op de vloeistofhouder is gepositioneerd, dat er in een gebruik een draaikolkbeweging van de vloeistof in de vloeistofhouder ontstaat. Meer specifiek toont figuur 7b een vloeistofhouder 1, waarop in gebruik het afdeklichaam 4 geplaatst is. Het afdeklichaam 4 is niet in de figuur getoond. Het vloeistofïnvoerkanaal 2 is daarbij onder een hoek op de vloeistofhouder 1 30 aangebracht, zodat de in de vloeistofhouder 1 ingevoerde vloeistof een draaikolkachtige beweging ondergaat.
13
De uitvoeringsvormen getoond in figuren 7a en 7b bewerkstelligen een vortex in het filterelement. Hierdoor wordt vuil dat op het filterelement kan neerslaan en het fïlterelement kan verstoppen weggespoeld van het fïlteroppervlak. Verstopping van het filterelement wordt op deze wijze nog beter voorkomen. De inlaatstroming van de 5 uitvoeringen van figuren 7a en 7b heeft een richtingscomponent die tangentieel gericht is ten opzichte van het fïlterelement. Daardoor ontstaat in het filterelement de vortex die de binnenwand van het filterelement schoonspoelt.
Het moge verder duidelijk zijn dat de bovenstaande beschrijving is opgenomen 10 om de werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen voor een vakman vele variaties evident zijn die vallen onder de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding.
15 Het moge duidelijk zijn dat de verschillende aspecten genoemd in deze octrooiaanvrage gecombineerd kunnen worden en elk afzonderlijk in aanmerking kunnen komen voor een afgesplitste octrooiaanvrage.
14
Lijst met elementen I. Vloeistofhouder 5 2. Vloeistofmvoerkanaal 3. Vloeistofuitvoerkanaal 4. Afdeklichaam 5. Filterhouder 6. Overloopgedeelte 10 7. Verwijderbaar fïlterelement 8. Vrijhoudlichaam 9. Aflopende bodem 10. Reinigbare fïlterzak II. Steunlichaam
15 12.X
13. X
14. Inrichting 15. Waterreinigingssysteem 16. Pomp 20

Claims (19)

1. Inrichting (14) voor het mechanisch filteren van verontreinigd water, voorzien 5 van: een hersluitbare vloeistofhouder (1), een in gebruik in de vloeistofhouder (1) aangebracht filterelement (7), omvattende een reinigbare fïlterzak (10), 10. eenmetde vloeistofhouder (1) in vloeistofverbinding staand vloeistofïnvoerkanaal (2), waarbij het vloeistofïnvoerkanaal (2) is ingericht om in gebruik uit te monden in het filterelement (7) en een met de vloeistofhouder (1) in vloeistofverbinding staand vloeistofuitvoerkanaal (3), dat ingericht is om vloeistof uit de 15 vlo eisto fhouder (1) uit te vo eren.
2. Inrichting (14) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de vloeistofhouder (1) nabij het vloeistofuitvoerkanaal (3) aan de binnenzijde is voorzien van een vrijhoudlichaam (8), dat ingericht is om het vloeistofuitvoerkanaal (3) in gebruik 20 vrij te houden van materie die de doorstroming van het vloeistofuitvoerkanaal (3) kan belemmeren.
3. Inrichting (14) volgens conclusie 2, met het kenmerk dat het vrijhoudlichaam (8) een waterdoorlaatbaar rooster omvat. 25
4. Inrichting (14) volgens conclusie 3, met het kenmerk dat het rooster is ingericht om de fïlterzak (10) in gebruik te ondersteunen.
5. Inrichting (14) volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de 30 vloeistofhouder (1) aan de binnenzijde is voorzien van een bodem (9), die ingericht is om in gebruik af te lopen in de richting van het vloeistofuitvoerkanaal (3).
6. Inrichting (14) volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de vloeistofhouder (1) is voorzien van een overloopgedeelte (6) dat ingericht is om, bij een in gebruik verzadigd zijn van de filterzak (10), het door het vloeistofïnvoerkanaal (2) aangevoerde water langs het filterelement (7) het 5 vloeistofuitvoerkanaal (3) te laten bereiken.
7. Inrichting (14) volgens conclusie 6, met het kenmerk dat het overloopgedeelte (6) de in gebruik bovenzijde van de filterzak (10) althans gedeeltelijk omsluit, waarbij het overloopgedeelte (6) is voorzien van doorstroomopeningen om 10 waterdoorlaatbaarheid te bewerkstelligen.
8. Inrichting (14) volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat vloeistofhouder (1) is voorzien van een afneembaar afdeklichaam (4), dat ingericht is om hersluitbaarheid van de vloeistofhouder te bewerkstelligen. 15
9. Inrichting (14) volgens conclusie 8, met het kenmerk dat het afneembare afdeklichaam (4) aan de in gebruik bovenzijde van de vloeistofhouder (1) is aangebracht, waarbij het afneembare afdeklichaam (4) is voorzien van een opening, die ingericht is om het vloeistofïnvoerkanaal (2) te omvatten. 20
10. Inrichting (14) volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het vloeistofinlaatkanaal (2) ingericht is voor het opwekken van een stroming langs het oppervlak van het filterelement (7), in het bijzonder een vortex, in het filterelement (7), voor het schoonspoelen van het filterelementoppervlak. 25
11. Inricgting (14) volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het vloeistofinlaatkanaal (2) ingericht is voor het verschaffen van een vortexstroming in de filterzak (10), in het bijzonder heeft de hartlijn van het vloeistofinlaatkanaal (2) een richtingscomponent tangentieel in de filterzak (10) gericht. 30
12. Filterelement (7), kennelijk bedoeld voor gebruik in een inrichting (14) volgens een der voorgaande conclusies, omvattende een filterzak (10).
13. Filterelement (7) volgens conclusie 10, omvattende een steunlichaam (11), dat ingericht is voor het verschaffen van steun aan de fïlterzak (10).
14. Filterelement (7) volgens conclusie 11, waarbij het steunlichaam (11) een 5 ringvormig element omvat aan de rand van de fïlterzak (10).
15. Filterelement (7) volgens eender conclusies 10-12, met het kenmerk dat de fïlterzak (10) waterdoorlaatbaar materiaal omvat.
16. Filterelement (7) volgens conclusie 13, waarbij het waterdoorlaatbare materiaal nylon, polyester of doek omvat.
17. Samenstel van een inrichting (14) volgens een der conclusies 1-9 en een filterelement (7) volgens een der conclusies 10-14. 15
18. Waterbeheerssamenstel van een inrichting (14) volgens een der conclusies 1-9, en een met de inrichting (14) in vloeistofverbinding staand waterreinigingssysteem (15), waarbij de inrichting (14) is ingericht om in gebruik verontreinigd water van het waterreinigingssysteem (15) te ontvangen, waarbij een pomp (16) in of nabij 20 het watereinigingssysteem (15) is geplaatst om het verontreinigde water te verpompen.
19. Waterbeheerssamenstel van een inrichting (14) volgens een der conclusies 1-9, en een met de inrichting (14) in vloeistofverbinding staand waterreinigingssysteem 25 (15), waarbij de inrichting (14) is ingericht om in gebruik aan het waterreinigingssysteem (15) middels een pomp (16) uit een waterbassin toe te voeren verontreinigd water althans gedeeltelijk te reinigen.
NL2004840A 2010-06-08 2010-06-08 Inrichting voor het mechanisch filteren van verontreinigd water. NL2004840C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2004840A NL2004840C2 (nl) 2010-06-08 2010-06-08 Inrichting voor het mechanisch filteren van verontreinigd water.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2004840 2010-06-08
NL2004840A NL2004840C2 (nl) 2010-06-08 2010-06-08 Inrichting voor het mechanisch filteren van verontreinigd water.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2004840C2 true NL2004840C2 (nl) 2011-12-12

Family

ID=43416398

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2004840A NL2004840C2 (nl) 2010-06-08 2010-06-08 Inrichting voor het mechanisch filteren van verontreinigd water.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2004840C2 (nl)

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3931015A (en) * 1974-12-04 1976-01-06 C. B. Kaupp & Sons, Inc. Filter vessel and filter element assembly
US5049263A (en) * 1990-05-25 1991-09-17 Cincinnati Milacron Inc. Fluid strainer with blockage detection
WO2002096535A1 (en) * 2001-05-28 2002-12-05 Akzo Nobel Coatings International B.V Filtration device
FR2840544A1 (fr) * 2002-06-05 2003-12-12 Piscines Desjoyaux Sa Ensemble compact de filtration pour bassin de piscines
DE202008008682U1 (de) * 2008-06-27 2008-10-02 Funke Kunststoffe Gmbh Schachtfilter für einen Straßenabfluss

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3931015A (en) * 1974-12-04 1976-01-06 C. B. Kaupp & Sons, Inc. Filter vessel and filter element assembly
US5049263A (en) * 1990-05-25 1991-09-17 Cincinnati Milacron Inc. Fluid strainer with blockage detection
WO2002096535A1 (en) * 2001-05-28 2002-12-05 Akzo Nobel Coatings International B.V Filtration device
FR2840544A1 (fr) * 2002-06-05 2003-12-12 Piscines Desjoyaux Sa Ensemble compact de filtration pour bassin de piscines
DE202008008682U1 (de) * 2008-06-27 2008-10-02 Funke Kunststoffe Gmbh Schachtfilter für einen Straßenabfluss

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6878266B2 (en) Spa and pool filter
US6797164B2 (en) Filtering system for a pool or spa
RU2451480C2 (ru) Посудомоечная машина
CN109789347B (zh) 具有用于防止旁路水用于反洗的旁路水控制的框架型盘式过滤器
KR101814898B1 (ko) 회전식 디스크 필터
US20030094423A1 (en) Internal spa filter
JP3840249B2 (ja) 閉鎖循環養殖装置
JPH0910162A (ja) 食器洗浄器の洗浄水浄化装置
CN117482596A (zh) 具有改进的反洗的多层介质床过滤器
KR20190083289A (ko) 합류식 하수관거 월류수의 부유물질 제거를 위한 여과시스템 및 이를 이용한 수처리 방법
US5866018A (en) Vortex aquarium filter
JP4181440B2 (ja) 濾過装置およびそれを用いた濾過方法
CN208465326U (zh) 污水处理除砂石结构
CN110201444A (zh) 一种带反冲洗装置的微滤机及微滤沉淀一体机
KR101468655B1 (ko) 수처리용 여과장치
KR20160010952A (ko) 비점오염저감시설
NL2004840C2 (nl) Inrichting voor het mechanisch filteren van verontreinigd water.
JP3903451B2 (ja) 茶生葉洗浄装置
KR101616225B1 (ko) 세정용 필터를 갖는 협잡물 제거장치
JP4094116B2 (ja) 玉摺機の研削泡除去方法及びその装置
JPH11320407A (ja) 玉摺機の濾過装置及び研削屑除去装置
KR102175759B1 (ko) 수처리용 이물질 분리장치
JP5097884B2 (ja) 野菜洗浄機
KR100707828B1 (ko) 토양 속의 식물유체 및 유물을 분리하는 장치
JP7466967B1 (ja) 洗浄汚水処理装置及び仮設機材洗浄装置

Legal Events

Date Code Title Description
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20140101