NL2004526C2 - Duw-trek inrichting, heftruck en werkwijze voor het verplaatsen van goederen. - Google Patents

Description

DUW-TREK INRICHTING, HEFTRUCK EN WERKWIJZE VOOR HET VERPLAATSEN VAN GOEDEREN

De onderhavige uitvinding betreft een duw-trek 5 inrichting voor bevestiging op een hefinrichting. Een dergelijke hefinrichting betreft bijvoorbeeld een heftruck of palletwagen. Duw-trek inrichtingen worden ook wel aangeduid als "push-pull" inrichtingen.

Uit de praktijk bekende duw-trek inrichtingen 10 worden veelal gebruikt voor het trekken van goederen op een draagelement. Hierbij is het draagelement bijvoorbeeld bevestigd op een heftruck. Nadat de goederen op een dergelijke draagelement zijn getrokken kunnen deze goederen worden verplaatst met de heftruck. Nadat de goederen zijn 15 gebracht naar de gewenste locatie worden deze met een duwplaat van het draagelement af geduwd. De te verplaatsen goederen bevinden zich hierbij bijvoorbeeld op een zogeheten "slipsheet". Een dergelijke slipsheet wordt in de praktijk met een soort knijp- of grijpmechanisme vastgepakt en 20 vervolgens op het draagelement of de draagplaat getrokken.

Bij het neerzetten van de goederen worden deze goederen door het duwmechanisme met of zonder slipsheet van het draagelement af geduwd en op de gewenste positie neergezet. Een nadeel met de bekende duw-trek inrichtingen is de 25 beperkte flexibiliteit voor variatie in afmetingen van de te verplaatsen goederen.

De onderhavige uitvinding heeft tot doel bovengenoemde problemen met de bekende duw-trek inrichtingen op te lossen of ten minste te reduceren.

30 Daartoe verschaft de onderhavige uitvinding een duw-trek inrichting voor bevestiging op een hefinrichting, de duw-trek inrichting omvattende: een dragend element waarop goederen plaatsbaar zijn; 2 een grijpmechanisme voor het aangrijpen op te transporteren goederen; en een afduwmechanisme voor het van het dragend element afduwen van daarop geplaatste goederen, waarbij het 5 afduwmechanisme ten minste twee aandrijfmechanismen omvat.

De te verplaatsen goederen zijn veelal voorzien op een slipsheet. Het is voor de vakman duidelijk dat goederen ook op andere wijze voorzien kunnen worden, bijvoorbeeld op 10 een plaat van triplex, kunststof of karton. Met behulp van een grijpmechanisme wordt de slipsheet vastgepakt waarna het op een dragend element wordt getrokken. In plaats van een aangrijping op een slipsheet kunnen de te transporteren goederen ook op een andere wijze worden aangegrepen met 15 behulp van het grijpmechanisme. Het dragend element betreft bijvoorbeeld een draagplaat of plaatvork. Hierbij is het mogelijk dat deze draagplaat uit bijvoorbeeld twee delen bestaat, waarbij elk deel bevestigd is op een vorkenbord van een heftruck. Het duw-trekmechanisme trekt de te 20 transporteren goederen die zijn vastgegrepen door het grijpmechanisme op het dragend element en vervolgens worden de goederen getransporteerd. Na het transport worden de goederen met een duwplaat of afduwmechanisme van het duw-trek mechanisme van het dragend element af geduwd. Bij 25 voorkeur is het grijpmechanisme verbonden met de duwplaat of afduwmechanisme. Het duw-trek mechanisme volgens de onderhavige uitvinding is hierbij voorzien van ten minste twee separate aandrijfmechanismen.

Bijkomend voordeel van het gebruik van ten minste 30 twee aandrijfmechanismen is dat het overbrengen van krachten op de te transporteren goederen bij het van de draagplaat afduwen hiervan beter worden verdeeld. Hiermee wordt bijvoorbeeld het scheef duwen van de te transporteren 3 goederen op het dragend element tegen gegaan. Door de betere verdeling van krachten kan bij een gevoelige lading ook schade hieraan worden vermeden. Een verder bijkomend voordeel van het gebruik van twee aandrijfmechanismen is dat 5 het zicht voor een bestuurder van een hefinrichting wordt verbeterd. Bij voorkeur is het mogelijk voor de bestuurder om tussen de beide mechanismen door te kijken en zicht te verkrijgen op de op te pakken goederen.

Bij voorkeur omvatten de ten minste twee 10 aandrijfmechanismen twee schaarmechanismen. Door het voorzien van twee schaarmechanismen wordt op effectieve wijze een constructie verkregen geschikt voor het duwen van de te transporteren goederen van het dragend element af en eveneens voor het daarop trekken. Een dergelijk 15 schaarmechanisme is bij voorkeur voorzien van een cilinder waarbij door het uitschuiven van de cilinder ook het schaarmechanisme wordt uitgezet. Na het vastgrijpen van de lading of het verwijderen van de lading van het dragend element kan door het inschuiven van de cilinder het 20 schaarmechanisme worden ingetrokken naar de uitgangspositie.

In een voordelige voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding is een zijdelings stelmechanisme voor het in zijdelings richting stellen van de ten minste twee aandrijfmechanismen voorzien.

25 Door een zijdelings stelmechanisme wordt bewerkstelligd dat de ten minste twee aandrijfmechanismen in zijdelingse richting gesteld kunnen worden. Hiermee is het mogelijk de ten minste twee aandrijfmechansmen dichter bij elkaar te brengen of juist van elkaar af te zetten. Deze 30 instelling kan worden afgestemd op de te transporteren goederen. Hiermee wordt bewerkstelligd dat een grotere flexibiliteit wordt verkregen voor de duw-trek inrichting 4 met de onderhavige uitvinding voor het transporteren van goederen die een variatie in afmetingen vertonen.

In een voordelige uitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding omvat het zijdelings stelmechanisme 5 een hydraulische aandrijving.

Door het voorzien van een hydraulische aandrijving kan het stelmechanisme op eenvoudige wijze correct worden ingesteld, zodanig dat deze is afgestemd op de afmetingen van de te transporteren goederen. Hiermee wordt een 10 arbeidsvriendelijke uitvoering verkregen. In combinatie hiermee, of als alternatief hiervoor, kan het zijdelings stelmechanisme een handmatige aandrijving omvatten. Een handmatige aandrijving biedt ofwel een minder complexe uitvoering voor deze aandrijving van het zijdelings 15 stelmechanisme ofwel een aanvulling of eventueel een fijnafstelling voor het zijdelings stelmechanisme ten aanzien van de hydraulische aandrijving.

In een voordelige voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding wordt in gebruik het 20 afduwmechanisme gedragen door het dragend element.

Door het afduwmechanisme, bij voorkeur verbonden met een schaarmechanisme, te laten dragen door het dragend element wordt bewerkstelligd dat het afduwmechanisme aan de onderzijde dicht bij het dragend element, zoals de vork, 25 blijft. Hiermee wordt onder meer een goede aangrijping van het klemmechanisme op de slipsheet bewerkstelligd. Dit is bijvoorbeeld voordelig indien relatief zware goederen op het dragend element rusten en er sprake is van een zekere doorbuiging. Het laten rusten van het afduwmechanisme wordt 30 gerealiseerd door een scharnierende verbinding te voorzien tussen het aandrijf- of schaarmechanisme en de hefinrichting. Hiermee kan het afduwmechanisme, en bij voorkeur het klemmechanisme, de vorm en/of doorbuiging van 5 het dragend element volgen. De afstand van het klemmechanisme naar drager blijft in hoofdzaak wat gunstig is voor het aantrekken van de slipheet. Hiermee wordt vermeden dat een slipsheet breekt indien er lading op het 5 dragend element rust en dit element doorbuigt waardoor de afstand van het grijpmechanisme, of klemmechanisme, naar het dragend element te groot wordt. Het afduwmechanisme met klemmechanisme heeft hiermee zowel een horizontale verplaatsing als verticale verplaatsing tot de mogelijkheden 10 en volgt daarmee bij voorkeur de lijn van het dragend element, zowel bij toepassing van rolvorken als plaatvorken. Het aantrekken van de slipheet kan hiermee op voordelige wijze worden uitgevoerd.

In een voordelige voorkeursuitvoeringsvorm volgens 15 de onderhavige uitvinding omvat de inrichting een draagscharnier voor het scharnierbaar verbinden van het dragend element met de hefinrichting.

Door het dragend element, bij voorbeeld een plaatvork, scharnierbaar te voorzien met de hefinrichting en 20 in het bijzonder bij voorbeeld de mast daarvan, wordt bewerkstelligd dat het dragend element horizontaal blijft onafhankelijk van de situatie van bij voorbeeld de mast. Dit betekent dat de mast enigszins scheef kan staan terwijl gelijktijdig het dragend element horizontaal blijft. Dit is 25 bijvoorbeeld voordelig bij het oppakken van goederen van de vloer waarbij dit sneller uitgevoerd kan worden en bijkomend de kans op schade wordt gereduceerd.

In een voordelige voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding omvat het duw-trek mechanisme een 30 afzonderlijke afduwplaat voor elk van de ten minste twee aandrij fmechanismen.

Door het voorzien van afzonderlijke afduwplaat is het mogelijk de aandrijfmechanismen desgewenst separaat aan 6 te sturen. Dit is bijvoorbeeld voordelig indien goederen worden getransporteerd met relatief kleine afmetingen zodanig dat meerdere goederen op het dragend element geplaatst kunnen worden. Voorts is het tevens voordelig door 5 de betere krachtenverdeling. Dit is bijzonder voordelig bij onregelmatig gevormde goederen.

Bij voorkeur zijn de afzonderlijke afduwplaten onderling koppelbaar. Door de onderlinge koppeling is het mogelijk om de gekoppelde afduwplaat met de ten minste twee 10 aandrijfmechanismen gezamenlijk te bewegen. Hiermee wordt een uniforme eenheid voor het duw-trek mechanisme bewerkstelligd.

In een voordelige voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding is het dragend element en/of 15 afduwplaat koppelbaar met verbredingsstukken.

Door het dragend element te voorzien van koppelmiddelen waaraan verbredingsstukken bevestigbaar zijn is het mogelijk dit dragend element, bijvoorbeeld in de vorm van een draagplaat, te verbreden en daarmee verder af te 20 stemmen op de afmetingen van de te transporteren goederen. Hiermee wordt het bereik van goederen dat getransporteerd kan worden met het duw-trek inrichting volgens de onderhavige uitvinding verder vergroot. Ook is het mogelijk verbredingsstukken te voorzien voor de afduwplaat of 25 afduwplaten. Hiermee wordt het genoemde bereik ook verder vergroot.

In een volledige voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding zijn de ten minste twee aandrijfmechamismen van een gelijkloop-systeem voorzien.

30 Door het voorzien van een gelijkloop-systeem wordt bewerkstelligd dat de cilinders van het aandrijfmechanisme, bijvoorbeeld in de vorm van een schaarmechanisme, op gelijke wijze worden uitgeschoven en ingeschoven. Bij voorkeur wordt 7 dit gelijkloop-systeem uitgevoerd als een hydraulisch subsysteem waarbij de beide hydraulische cilinders van de ten minste twee schaarmechanismen worden geschakeld met behulp van een ventiel. Door afstemming van de volumes van de 5 cilinders en het realiseren van een verbinding tussen deze beide cilinders wordt op een voor de vakman bekende wijze een gelijkloop-systeem verkregen. Hierbij worden volumes van de beide cilinders op elkaar afgestemd. Hierbij behoort het tot de mogelijkheden om, zoals bovenstaand reeds vermeld, de 10 ten minste twee aandrijfmechanismen gekoppeld, bij voorkeur met behulp van een gelijkloop-systeem, dan wel separaat aan te sturen. Dit wordt bij voorbeeld afgestemd op de afmetingen van de te transporteren goederen. Hiermee wordt een grote flexibiliteit voor de te transporteren goederen 15 verkregen.

Een verder bijkomend voordeel van het voorzien van een gelijkloop-systeem is dat ook het gelijktijdig klemmen van bijvoorbeeld de slipsheet gewaarborgd kan worden.

Hiermee wordt de aangrijping van een dergelijke slipsheet 20 verder verbeterd waardoor het plaatsen van de goederen op het dragend element beter beheerst en gecontroleerd kan worden.

In een verdere voordelige voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding omvat het draagelement een 25 rolvork.

Rolvorken zijn op zichzelf bekend en worden beschreven in NL 1018793. Het draaggestel bij een dergelijke rolvork is voorzien van ten minste één in lengterichting aangebrachte dubbele rolleninrichting, waarin een aantal op 30 regelmatige afstand van elkaar gelegen eerste rolelementen zijn voorzien. Verder omvat de rolvork een aantal, boven de eerste rolelementen gelegen, tweede rolelementen. Beide rolelementen hebben een roloppervlak, waarbij het 8 roloppervlak van de eerste rolelementen ligt tegen het roloppervlak van de tweede rolelementen. Verder zijn de rolelementen in verticale richting beweegbaar voorzien in het draaggestel.

5 Het tweede rolelement zal ten minste twee standen hebben, een eerste stand, wanneer goederen worden gedragen tijdens transport, waarbij de tweede rolelementen geen contact hebben met de goederen, maar in het gestel naar een lagere positie zijn geleid. De goederen grijpen aan op het 10 draaggestel en gaan niet schuiven tijdens transport. In de tweede stand grijpen de eerste rolelementen aan op het ondersteuningsoppervlak waarop de goederen zijn geplaatst en kunnen de tweede rolelementen aangrijpen op de goederen.

Wanneer bij het laden en lossen in de tweede stand 15 het laadplatform in feite over het ondersteuningsoppervlak rolt met de eerste rolelementen, maken de roloppervlakken van de beide rolelementen zodanig contact, dat ook de tweede rolelementen rollen. Bij een naar rechts bewegend laadplatform, rollen de eerste rolelementen met de klok mee. 20 De tweede rolelementen rollen juist tegen de klok in.

De tweede rolelementen steken gedeeltelijk vanuit het binnenwerk van het laadplatform door het bovenoppervlak van het laadplatform heen. De uitstekende roloppervlakken van de tweede rolelementen dragen de op de bovenzijde van 25 het laadplatform aangebrachte last. De rollende beweging van de tweede rolelementen zorgt ervoor dat de last stil staat ten opzichte van het ondersteuningsoppervlak, terwijl het laadplatform onder de last wordt bewogen. De last wordt zodoende op het laadplatform geschept.

30 Bij het neerzetten van de goederen, wanneer de hefinrichting achteruit rijdt, zal het laadplatform zich onder de last vandaag bewegen. De rolelementen werken zodanig samen dat de last van het laadplatform wordt 9 afgeschoven, zodanig dat de last zich ten opzichte van het grondoppervlak niet beweegt.

Door het combineren van het dragend element met de rolvork wordt een efficiënte verplaatsing van goederen 5 mogelijk. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om goederen geplaatst op de grond met behulp van de rolvork op te pakken en/of neer te zetten. De duw-trek inrichting met bijvoorbeeld de schaarmechanismen wordt dan met name ingezet bij het oppakken of neerzetten van goederen op hoogte.

10 Desgewenst is het mogelijk om de rolvorken en plaatvorken om te wisselen of toe te passen afhankelijk van de te transporteren goederen. Hiermee wordt de flexibiliteit van de duw-trek inrichting volgens de onderhavige uitvinding verder vergroot.

15 In een verdere voordelige voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding omvat de duw-trek inrichting een werkzaam met het zijdelingse stelmechanisme verbonden vorkenversteller.

Door het voorzien van ten minste twee 20 aandrijfmechanismen en een zijdelings stelmechanisme is het mogelijk deze ten minste twee aandrijfmechanismen op elke gewenste onderlinge afstand te voorzien. Zoals beschreven wordt hiermee de flexibiliteit voor het hanteren van een grote variatie aan afmetingen van te transporteren goederen 25 bewerkstelligd. Door het zijdelings stelmechanisme te verbinden met een vorkenversteller is het mogelijk de afstelling of instelling van de afzonderlijke aandrijfmechanismen, bij toepassing op een heftruck voorzien van een duw-trek inrichting volgens de onderhavige 30 uitvinding, verder te vereenvoudigen. Hiermee wordt de flexibiliteit van de duw-trek inrichting volgens de uitvinding verder vergroot.

10

De onderhavige uitvinding heeft verder betrekking op een heftruck voorzien van een duw-trekinrichting zoals bovenstaand beschreven.

Een dergelijke heftruck biedt gelijke effecten en 5 voordelen als beschreven voor de inrichting.

De onderhavige uitvinding heeft verder tevens betrekking op een werkwijze voor het verplaatsen van goederen omvattende het voorzien van een duw-trekinrichting zoals bovenstaand beschreven.

10 Een dergelijke werkwijze biedt gelijke effecten en voordelen als beschreven voor de inrichting. In het bijzonder bij het gebruik van de zogeheten slipsheets wordt met de werkwijze volgens de uitvinding de flexibiliteit voor het hanteren van een grote variatie aan te transporteren 15 goederen vergroot. Hiermee behoort het tot de mogelijkheden om dergelijke slipsheets vaker toe te passen. Voordelen hiervan hebben betrekking op lagere kosten ten behoeve van aanschaf en transport, en reductie van uit te voeren werkzaamheden ten behoeve van dit transport.

20 Verdere voordelen, kenmerken en details van de uitvinding worden toegelicht aan de hand van voorkeursuitvoeringsvormen daarvan, waarbij wordt verwezen naar de bijgevoegde tekeningen, waarin tonen: - figuren 1 en 2 een heftruck voorzien van een duw-trek 25 inrichting volgens de uitvinding; - figuur 3 een aanzicht van de heftruck uit figuur 1 tijdens transport van goederen; - figuur 4 en 5 een bovenaanzicht van de duw-trek inrichting; en 30 - figuur 6 een onderaanzicht van de duw-trek inrichting uit figuren 4 en 5; 11 - figuur 7 een vooraanzicht van een heftruck volgens de uitvinding voorzien van onder meer een vorkenversteller; en - figuur 8 een hydraulisch schema van een uitvoeringsvorm 5 van de duw-trek inrichting volgens de uitvinding.

Een heftruck 2 (figuur 1) is voorzien van duw-trek inrichting of push-pull systeem 4. Systeem 4 omvat een draagplaat 6 en een schaarmechanisme 8. Schaarmechanisme 8 maakt het mogelijk om duwplaat 10 in een horizontale 10 beweging uit te schuiven (getrokken lijnen) en in te schuiven (onderbroken lijnen). Onder duwplaat 10 is grijpmechanisme 12 voorzien waarmee bijvoorbeeld een slipsheet 14 vastgepakt kan worden. Op een dergelijke slipsheet 14 kunnen de te transporteren goederen 16 worden 15 geplaatst op een ondergrond G. Systeem 4 (figuur 2) omvat in de getoonde uitvoeringsvorm een tweetal schaarmechanismen 8 waarmee een afzonderlijke duwplaat 10 per schaarmechanisme 8 in de horizontale richting bewogen kan worden. De beweging van een schaarmechanisme 8 wordt gerealiseerd met behulp van 20 een cilinder 18. Het uitschuiven van cilinder 18 zorgt voor het naar voren bewegen, gezien vanaf de bestuurder van een heftruck 2 waaraan systeem 4 bevestigbaar is. Het inschuiven van cilinder 18 zorgt voor het inschuiven van schaarmechanisme 8 zodanig dat afduwplaat 10 zich beweegt in 25 de richting van de bestuurder van heftruck 2. Met grijpmechanisme 12 worden goederen 16 op slipsheet 14 gedragen op draagplaat 6 getransporteerd met heftruck 2 (figuur 3).

In de getoonde uitvoeringsvorm is draagplaat 6 30 (figuren 4 en 5) voorzien van een zijrand of profiel 20 waarbinnen een rolvork of rolleninrichting 22, voorzien van een bovenste rij rolelementen 24, bevindt. In de getoonde uitvoeringsvorm zijn per vork 26 twee rijen rollen 24 naast 12 elkaar gepositioneerd op een onderlinge afstand gedefinieerd door draagdeel 28. Op een voor de vakman bekende wijze zijn de rollen 24 in verticale richting beweegbaar voorzien in draagplaat 6. Schaarmechanisme 8 is met behulp van een 5 geleider 27 bevestigd aan de staander die in verbinding staat met de hefinrichting. Aan de onderzijde is schaarmechanisme 8 met scharnier 29 aan een flens van vork 26 voorzien. Geleider 27 en scharnier 29 zijn in de getoonde uitvoeringsvorm zodanig uitgevoerd dat de afduwplaten een 10 verticale beweging kunnen maken voor het kunnen volgen van de vorm van profiel 20 en/of de doorbuiging daarvan. Systeem 4 is verder voorzien van as 30 waaraan wielen zijn bevestigd waarmee het verplaatsen wordt vereenvoudigd. As 30 maakt een scharnierende beweging mogelijk tussen het draagdeel 28 en 15 de hefinrichting. Door de beschreven verbindingen is het in de getoonde uitvoeringsvorm mogelijk dat de staander een hoek maakt met vork 26 terwijl de afduwplaat in hoofdzaak op vork 26 blijft rusten. Voorts is systeem 4 voorzien van een koppeling 31 waarmee een verbinding met bijvoorbeeld 20 heftruck 2 gerealiseerd wordt.

Indien draagplaat 6 op ondergrond G rust worden de onderste rollen 32 (figuur 6) omhoog gedrukt zodanig dat deze de bovenste rij rollen 24 omhoog drukken boven het dragend vlak van draagdeel 28 uit zodat de te transporteren 25 goederen 16, eventueel op het slipsheet 14, worden gedragen door rollen 24. Het bewegen van draagplaat 6 over ondergrond G zorgt ervoor dat vorken 26 bewegen relatief ten opzichte van goederen 16. Hiermee wordt het op draagplaat 6 plaatsen van goederen 16 en het daar weer vanaf duwen verder 30 vereenvoudigd. Dit is met name relevant indien goederen vanaf de ondergrond G opgepakt dienen te worden of wel op de ondergrond G neergezet dienen te worden. In de getoonde uitvoeringsvorm is aan de onderzijde van draagplaat 6 per 13 vork 26 een tweetal rijen onderste rollen 32 voorzien die op een onderlinge afstand zijn geplaatst gedefinieerd door schuifdeel 34. In de getoonde uitvoeringsvorm is schuifdeel 34 in combinatie uitgevoerd met draagdeel 28. Verder zijn in 5 de getoonde uitvoeringsvorm cilinders 18 van de schaafmechanisme 8 voorzien van een gelijkloop-systeem 36 omvattende een onderlinge verbinding en ventiel. De uitvoering van een dergelijk hydraulisch gelijkloop-systeem 36 is voor de vakman bekend.

10 Systeem 4 (figuur 7) kan worden gecombineerd met een vorkenversteller 38. Dergelijke vorkenverstellers 38 zijn op zichzelf voor de vakman bekend. Om systeem 4 geschikt te maken voor relatief grote ladingen is het mogelijk om draagplaat 6 te verbreden met behulp van 15 verbredingsstukken 40 die koppelbaar zijn aan draagplaat 6. Afduwplaten 10 kunnen met behulp van koppelingen 42 onderling worden verbonden. Voorts kan duwplaat 10 worden verbreed met behulp van verbredingsstuk 44, bijvoorbeeld ten behoeve van een grote te transporteren lading. Voor het 20 uitvoeren van de zijdelingse beweging in richting A zijn in de getoonde uitvoeringsvorm twee cilinders 46,48 voorzien.

Hydraulisch schema 50 (figuur 8) is voorzien van twee cilinders 52,54 aan een eerste zijde van het klemmechanisme 12 en twee cilinders 56,58 aan een tweede 25 zijde. Tussen cilinders 52,54 zijn onderlinge verbindingen 60,62 voorzien. In de getoonde uitvoeringsvorm is de boring van eerste cilinders 52,54 als 35 mm uitgevoerd en voor tweede cilinders 56,58 als 30 mm. De verhouding tussen een eerste volume 64, tweede volume 66 van de afzonderlijke 30 cilinders wordt met de afmeting van stang 68, in de getoonde uitvoeringsvorm 18 mm, zodanig gekozen dat de inhoud van tweede volume 66 van eerste cilinder 54 overeen komt met de inhoud van het eerste volume 64 van de tweede cilinder 56 14 met de kleinere boring. Hiermee wordt een gelijke beweging met cilinders 52,54,56,58 gerealiseerd. Leiding 70 verbindt cilinders 54 en 56. Aan de uitgang van cilinder 58 is leiding 76 voorzien die leidt naar volgordeventiel 78 5 waarbij een klep 80 is voorzien. Pas nadat de cilinders 52.54.56.58 van het klemmechanisme zijn uitgeschoven en de klemming is geopend of verbroken wordt ventiel 78 geopend, bijvoorbeeld bij een druk van zo'n 30 bar. Via leiding 82 staat ventiel 78 in verbinding met cilinder 84 van het 10 uitschuif- of schaarmechanisme 8. Eerste cilinders 84,86 en tweede cilinders 88,90 van schaarmechanisme 8 zijn op dezelfde wijze onderling verbonden als de cilinders 52.54.56.58 van het klemmechanisme met leidingen of verbindingen 92,94,96,98,100. De olie wordt aangevoerd via 15 leiding 102 en afgevoerd via leiding 104 vanuit een reservoir (niet getoond).

In een alternatieve uitvoeringsvorm voor het hydraulisch schema (niet getoond) is het mogelijk het klemmechanisme onafhankelijk van het uitschuifmechanisme van 20 het schaarmechanisme uit te voeren. Dit is met name voordelig in geval gebruik wordt gemaakt van rolvorken 22 in combinatie met duw-trek systeem 4. Hierbij kan lading 16 van rolvork 22 worden verwijderd zonder een verplaatsing van duwplaten 10 te vereisen.

25 Voor het verplaatsen van goederen 16 die zijn voorzien op een slipsheet 14 op ondergrond G wordt een heftruck 2 voorzien van systeem 4 bewogen naar goederen 16 toe. Grijpmechanisme 12 grijpt aan op de rand van slipsheet 14 en klemt deze vast. Vervolgens wordt schaarmechanisme 8 30 ingeschoven met behulp van cilinder 18 zodanig dat slipsheet 14 met daarop goederen 16 worden getrokken op draagplaat 6. Hierbij kan desgewenst gebruik worden gemaakt van rolvorken 22. Nadat goederen 16 zijn geplaatst op draagplaat 6 kan 15 deze omhoog worden bewogen met behulp van heftruck 2 om verder transport van goederen 16 mogelijk te maken. Nadat de gewenste neerzetpositie is bereikt wordt draagplaat 6 naar de gewenste verticale positie bewogen, bijvoorbeeld 5 ondergrond G. Vervolgens worden goederen 16 van slipsheet 14 afgeduwd met behulp van duwplaat 10 door het uitschuiven van schaarmechanisme 8 en cilinders 18. Goederen 16 worden hiermee op de gewenste locatie neergezet. Vervolgens wordt cilinder 18 teruggetrokken zodat duwplaten 10 zich weer in 10 horizontale richting terugbewegen naar de uitgangspositie.

Voor het lossen van goederen 16, bij voorbeeld uit een container, wordt in een voordelige uitvoeringsvorm gebruik gemaakt van een rolvork 22. Hiermee kunnen enkele stappen worden overgeslagen bij het opnemen van de lading 16 15 welke op de vloer staat en bij het wegzetten in beide gevallen (bovenste en onderste pallet) van lading op zogeheten "in-house" pallets. Bij het lossen van een bovenste lading uit een twee hoge stapeling in een container worden een aantal stappen doorlopen. Het klemmechanisme gaat 20 naar voren en klemt vervolgens de slipsheet. Daarna gaat het klemmechanisme naar achteren en de slipsheet met lading 16 wordt over de rolvork 22 naar achteren getrokken. Bij het op een pallet plaatsen van geloste lading laat het klemmechanisme in achterste positie de slipsheet los. D.m.v. 25 de rolvorken 22 wordt de lading op een pallet gezet. Bij het lossen van een onderste lading op de vloer uit container rollen de rolvorken 22 onder de slipsheet. Bij het vervolgens op een pallet zetten van deze lading worden opnieuw de rolvorken 22 gebruikt.

30 Indien in plaats van rolvorken 22 plaatvorken worden gebruikt worden in bovengenoemde acties eveneens een aantal stappen doorlopen voor het lossen van een bovenste lading van een twee posities hoge stapeling in een container. Eerst 16 gaat het klemmechanisme naar voren. In uitgeschoven positie van het klemmechanisme klemt deze de slipsheet. Het klemmechanisme gaat naar achteren en de slipsheet met lading wordt over de plaatvorken naar achteren getrokken. Bij het 5 op een pallet plaatsen van de geloste lading duwt het klemmechanisme en duwplaat lading 16 over de plaatvorken naar voren. In uitgeschoven positie van het klemmechanisme laat deze de slipsheet los en lading staat op pallet. Het klemmechanisme gaat naar achteren voor een volgende cyclus. 10 Bij het lossen van een onderste lading geplaatst op de vloer uit een container gaat het klemmechanisme naar voren en in uitgeschoven positie van het klemmechanisme klemt deze de slipsheet. Het klemmechanisme gaat naar achteren en de slipsheet met lading wordt over de plaatvorken naar achteren 15 getrokken. Voor het vervolgens op een pallet zetten van de geloste lading duwt het klemmechanisme en duwplaat lading 16 over de plaatvorken naar voren. In uitgeschoven positie van het klemmechanisme laat deze de slipsheet los en lading staat op pallet. Het klemmechanisme gaat vervolgens naar 20 achteren voor een volgende cyclus.

Voor het lossen van smallere ladingen worden bij voorkeur de twee schaarmechanismen naar elkaar toe gebracht zodat de lading gecentreerd op de drager, rolvork of plaatvork, staat. Bij een conventioneel duw-trek of pushpull 25 systeem is sprake van een vaste breedte en zal de lading niet gecentreerd worden opgenomen. Stel een pallet is 1200 mm breed en 800 mm breed. Een conventioneel duw-trek systeem is 1000 mm breed en bij opname van een 800 mm brede pallet staat de lading 200 mm uit de zijkant.

30 De onderhavige uitvinding is geenszins beperkt tot de bovenbeschreven voorkeursuitvoeringsvormen daarvan. De gevraagde rechten worden bepaald door de navolgende conclusies binnen de strekking waarvan velerlei modificaties 17 mogelijk zijn. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om het systeem 4 toe te passen op een palletwagen in plaats van op een heftruck 2.

Claims (15)

1. Duw-trek inrichting voor bevestiging op een hefinrichting, omvattende: 5. een dragend element waarop goederen plaatsbaar zijn; een grijpmechanisme voor het aangrijpen op te transporteren goederen; en een duw-trek mechanisme voor het van het dragend element afduwen van daarop geplaatste goederen, 10 waarbij het duw-trek mechanisme ten minste twee aandrijfmechanismen omvat.

2. Duw-trek inrichting volgens conclusie 1, waarin de ten minste twee aandrijfmechanismen twee schaarmechanismen 15 omvatten.

3. Duw-trek inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarin het afduwmechanisme tijdens gebruik wordt gedragen door het dragend element. 20

4. Duw-trek inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, omvattende een zijdelings stelmechanisme voor het in zijdelings richting stellen van de ten minste twee aandrij fmechanismen. 25

5. Duw-trek inrichting volgens conclusie 4, waarin het zijdelings stelmechanisme een hydraulische aandrijving omvat.

6. Duw-trek inrichting volgens conclusie 4 of 5, waarin het zijdelingse stelmechanisme een handmatige aandrijving omvat.

7. Duw-trek inrichting volgens één of meer van de conclusies 1-6, omvattende een draagscharnier voor het scharnierbaar verbinden van het dragend element met de hefinrichting. 5

8. Duw-trek inrichting volgens één of meer van de conclusies 1-7, waarin het duw-trek mechanisme een afzonderlijke afduwplaat omvat voor elk van de ten minste twee aandrijfmechanismen. 10

9. Duw-trek inrichting volgens conclusie 8, waarin de afzonderlijke afduwplaten onderling koppelbaar zijn.

10. Duw-trek inrichting volgens één of meer van de 15 conclusies 1-9, waarin het dragend element en/of afduwplaat koppelbaar is met verbredingsstukken.

11. Duw-trek inrichting volgens één of meer van de conclusies 1-10, waarin de ten minste twee 20 aandrijfmechanismen van een gelijkloop-systeem zijn voorzien.

12. Duw-trek inrichting volgens één of meer van de conclusies 1-11, waarin het dragend element een rolvork 25 omvat.

13. Duw-trek inrichting volgens één of meer van de conclusies 1-12, verder omvattende een werkzaam met het zijdelings stelmechanisme verbonden vorkenversteller. 30

14. Heftruck voorzien van een duw-trek inrichting volgens één of meer van de conclusies 1-13.

15. Werkwijze voor het verplaatsen van goederen omvattende het voorzien van een duw-trek inrichting volgens één of meer van de conclusies 1-13.