NL2004062C2 - Inrichting en werkwijze voor het plaatsen van verankeringen. - Google Patents

Inrichting en werkwijze voor het plaatsen van verankeringen. Download PDF

Info

Publication number
NL2004062C2
NL2004062C2 NL2004062A NL2004062A NL2004062C2 NL 2004062 C2 NL2004062 C2 NL 2004062C2 NL 2004062 A NL2004062 A NL 2004062A NL 2004062 A NL2004062 A NL 2004062A NL 2004062 C2 NL2004062 C2 NL 2004062C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
anchor
crane
mast
arm
float
Prior art date
Application number
NL2004062A
Other languages
English (en)
Inventor
Roelof Kloosterman
Original Assignee
Kloosterman Waterbouw
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Kloosterman Waterbouw filed Critical Kloosterman Waterbouw
Priority to NL2004062A priority Critical patent/NL2004062C2/nl
Priority to DE202011001120U priority patent/DE202011001120U1/de
Application granted granted Critical
Publication of NL2004062C2 publication Critical patent/NL2004062C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D7/00Methods or apparatus for placing sheet pile bulkheads, piles, mouldpipes, or other moulds
    • E02D7/02Placing by driving
    • E02D7/06Power-driven drivers
    • E02D7/14Components for drivers inasmuch as not specially for a specific driver construction
    • E02D7/16Scaffolds or supports for drivers
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D5/00Bulkheads, piles, or other structural elements specially adapted to foundation engineering
    • E02D5/74Means for anchoring structural elements or bulkheads
    • E02D5/80Ground anchors
    • E02D5/803Ground anchors with pivotable anchoring members
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D7/00Methods or apparatus for placing sheet pile bulkheads, piles, mouldpipes, or other moulds
    • E02D7/18Placing by vibrating

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Mining & Mineral Resources (AREA)
  • Paleontology (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Jib Cranes (AREA)

Description

Inrichting en werkwijze voor het plaatsen van verankeringen.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het verplaatsen van verankeringen omvattende een kraan en een aan de kraan bevestigde 5 trilinrichting, welke trilinrichting voorzien is van een drijver en een transportinrichting voor een verankering alsmede een ondersteuning voor die verankering.
Een dergelijke inrichting is in de stand der techniek algemeen bekend. Voor het verplaatsen van verankeringen bestaande uit een ankerstaaf en een omklapbaar anker wordt met behulp van een drijverstang het anker in de bodem gedreven bij het 10 meenemen van de ankerstaaf of dergelijke. Op de gewenste positie aangekomen wordt door het uitoefenen van trek op de ankerstaaf het zich in de bodem bevindende eigenlijke anker omgeklapt waardoor weerstand verkregen wordt.
Het inbrengen gebeurt in de stand der techniek met behulp van een gebruikelijke kraan waaraan een mast opgehangen is welke mast in geleiding en belasting van de 15 drijfstang voorziet. In de mast is daartoe een trilblok opgenomen.
Het is van belang dat dergelijke ankers nauwkeurig geplaatst worden. Met name is de eindpositie van het anker van belang voor de later daarop aan te brengen belasting.
Bij de aanwezigheid van andere constructies zoals damwanden, bestaande 20 funderingen zoals bruggen en dergelijke is het noodzakelijk met veel manipuleren de mast in de juiste positie te brengen. Vaak is dit niet goed mogelijk en dienen allerlei hulpconstructies zoals schepen, tijdelijke dragers voor de kraan en dergelijke gebruikt te worden waardoor de kosten van het aanbrengen van de verankering toenemen.
Uit US 2005/0247461 Al is een volgens een vlak schamierbaar met een 25 enkelvoudige arm van een kraan verbonden mast bekend. Langs deze mast kan een trilinrichting heen en weer bewogen worden.
Uit WO 2008/052353 is een kraan met gelede arm bekend aan het vrije uiteinde waarvan een mast bevestigd is voor een hei-inrichting.
Het is het doel van de onderhavige uitvinding in een inrichting voor het 30 verplaatsen van verankeringen te voorzien waarmee op eenvoudige en snelle wijze de mast waarin het trilblok aangebracht is en waarmee de drijfstang geplaatst wordt in de juiste positie te manipuleren en waarbij het bovendien mogelijk is een breed bereik van verschillende posities te kunnen realiseren.
2
Dit doel wordt bij een hierboven beschreven inrichting verwezenlijkt doordat die kraan een kraan met tweedelige gelede arm omvat, waarbij die drijver aan het uiteinde van die arm scharnierend bevestigd is, en de positie van die drijver ten opzichte van die arm met actuatoren verstelbaar is, waarbij die scharnierende bevestiging uitgevoerd is 5 voor het scharnieren in twee verschillende vlakken.
Volgens de onderhavige uitvinding wordt niet langer gebruik gemaakt van een kraan met enkele kraanarm die met behulp van kabels in hoogte verstelbaar is.
Gebleken is dat daarmee geen eenduidig bepaald positioneren van de mast mogelijk is. Met behulp van de thans voorgestelde constructie met gelede arm is een dergelijk 10 nauwkeurig positioneren van de mast wel mogelijk. Bovendien wordt voorgesteld niet alleen in rotatie te voorzien volgens een as parallel aan de schamieras van de twee armdelen van de schamierarm maar wordt eveneens voorgesteld in rotatie in een verder vlak te voorzien dat bij voorkeur daar loodrecht op staat. Daarmee is het mogelijk de mast gecontroleerd in elke gewenste hellende positie te plaatsen ten opzichte van de 15 kraan. Daarmee is het mogelijk over verhoudingsgewijs hoge damwanden heen te werken waarbij de mast zich aan een zijde van de damwand bevindt en de kraan zich aan de andere zijde daarvan. Bovendien is het mogelijk om door het naast funderingen zoals bruggen en dergelijke plaatsen van de kraan onder een schuine hoek, verankeringen zodanig aan te brengen dat het anker zich uiteindelijk onder een 20 dergelijke fundering uitstrekt.
De scharnierende bevestiging kan enige voorstelbare constructie omvatten. Volgens een eerste variant van de onderhavige uitvinding worden schamier-pennen gebruikt en kan de schamierbeweging met behulp van een vijzel die als actuator uitgevoerd is verwezenlijkt worden. Volgens een verdere uitvoering omvat (elk) 25 scharnier een draaikrans dat bij rotatie van de draaikrans hetzij met een vijzel hetzij met een tandwiel zoals een worm verwezenlijkt kan worden. Een dergelijke worm fungeert dan als actuator.
De opbouw van de mast in combinatie met het trilblok kan op enige in de stand der techniek voorstelbare wijze uitgevoerd zijn. In het bijzonder wordt er de voorkeur 30 aan gegeven indien de mast en het trilblok een U-vormige opname begrenzen voor het op eenvoudige wijze inbrengen van de drijfstang samen met de ankerstaaf. Met de onderhavige uitvinding is het mogelijk ankerstaven met verhoudingsgewijs grote lengten zoals enkele tientallen meters zonder onderling koppelen in één stap doorr 3 passende uitvoering van de mast, in te brengen. Door het op de hierboven beschreven U-vormig uitvoeren van mast/trilblok kan het positioneren van de drijfstang en ankerstaaf op eenvoudige wijze verwezenlijkt worden.
Het trilblok omvat volgens een verdere van voordeel zijnde uitvoering op als 5 zodanig bekende wijze excenters. In de stand der techniek worden deze met spatsmering gesmeerd. Echter door de grote manipuleerbaarheid van de mast en het trilblok is het gewenst deze smering te verbeteren en volgens een bijzondere uitvoering van de uitvinding wordt dit verwezenlijkt door het aanbrengen van een oliepomp/olietank/olieleidingsysteem waardoor op geforceerde wijze smering van de 10 excenters plaats kan vinden.
De gebruikte kraan is bij voorkeur een kraan die met een hydraulisch systeem werkt waardoor onder andere de onderlinge positie van de armdelen van de gelede arm bepaald kan worden en eveneens de positionering van de mast ten opzichte van het uiteinde van de arm.
15 Bij voorkeur bestaat het trilblok uit twee of meer tegenover elkaar liggende tandwielen die de drijvende beweging op de drijfstang uitvoeren. De drijfstang is bij voorkeur uitgevoerd als holle buis op het uitwendige waarvan pennen aangebracht zijn. Deze pennen dienen als tanden voor de tandwielen van het trilblok.
Afhankelijk van de gebruikte aandrijving voor de tandwielen kunnen deze hetzij 20 zodanig (zelf) remmend zijn dat de drukkracht die ontstaat op de drijver op kunnen nemen of kunnen afzonderlijke remmiddelen aanwezig zijn of combinaties hiervan toegepast worden. Dergelijke afzonderlijke remmiddelen kunnen bijvoorbeeld hydraulisch bediende wiggen omvatten.
Volgens een verdere uitvoering van de uitvinding is de mast nabij het vrije 25 uiteinde van een lier voorzien. Daarmee is het mogelijk na het in de werkzame positie brengen van de verankering op die verankering een trekkracht uit te oefenen. Met deze trekkracht kan getest worden of de verankering voldoet aan de gestelde eisen. Bovendien kan deze lier gebruikt worden voor het omklappen van het anker. Door dit met een verhoudingsgewijs hoge snelheid te doen wordt de effectiviteit van het 30 omklappen en vastzetten in het betreffende bodemdeel bevorderd.
Door de lier eveneens van meetmiddelen te voorzien waarmee bepaald kan worden of de verankering aan de gestelde eisen voldoet, kan, in het negatieve geval, direct actie ondernomen worden. Deze actie kan omvatten het verwijderen van de 4 geplaatste verankering en het direct aanbrengen van een andere verankering in een andere positie waar de gewenste belastbaarheid wel verkregen kan worden. Deze andere positie kan zowel de diepte als de oriëntatie betreffen. Dit in tegenstelling tot de stand der techniek waarbij pas na het aanbrengen van alle verankeringen deze op aparte 5 wijze belast worden en bij het voldoende zijn van een verankering de bovenbeschreven inrichting opnieuw op de werkplek gebracht moet worden waar de verankering niet voldeed.
De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van een in de tekening afgebeeld uitvoeringsvoorbeeld verduidelijkt worden. Daarbij tonen: 10 Fig. 1 schematisch een eerste uitvoeringsvorm van de combinatie van een kraan en mast in een eerste verticale positie;
Fig. 2 de combinatie volgens fig. 1 in een tweede hellende positie;
Fig. 3 de combinatie volgens fig. 1 en 2 in een derde bijna horizontale positie;
Fig. 4 een detail van de bevestiging van de mast aan de arm volgens de 15 onderhavige uitvinding in twee posities;
Fig. 5 enkele details van de mast in combinatie met het trilblok;
Fig. 6 een andere uitvoering van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding bij (gedeeltelijk) ingebrachte verankering; en
Fig. 7 een detail van de in fig. 6 getoonde inrichting.
20 In fig. 1 is met 1 de inrichting volgens de onderhavige uitvinding afgebeeld. Deze bestaat uit een als zodanig bekende kraan 2 die voorzien is van een op een onderstel 4 aangebracht huis 3. Dit huis 3 kan ten opzichte van het onderstel 4 draaien evenals de arm 5. Arm 5 is een gelede arm en bestaat uit armdelen 5 en 6. Arm 5 kan volgens scharnier 18 (eerste schamieras) draaien ten opzichte van het huis 3. De armdelen 6 en 25 7 kunnen via een daarmee evenwijdige schamieras 13 onderling bewegen. Beweging van de arm ten opzichte van het huis vindt plaats met behulp van een actuator 29 terwijl de armdelen 6 en 7 door middel van een vijzel 28 ten opzichte van elkaar kunnen bewegen.
Aan het uiteinde van het armdeel 6 is op scharnierende wijze mast 9 bevestigd.
30 Deze bevestiging is in het geheel met 8 aangegeven. Details van die bevestiging blijken eveneens uit fig. 4. Armdeel 6 is via scharnier 11 (die parallel is aan de eerste schamieras) aan bevestiging 8 gekoppeld. Bevestiging 8 kan om deze schamieras 11 (tweede schamieras) roteren door middel van een (hydraulische) vijzel 12.
5
Rotatie in een richting loodrecht daarop is ook mogelijk. Deze rotatie vindt plaats om een schamieras 14 (derde schamieras) en wordt verwezenlijkt met behulp van actuator 15. Actuator 15 is voorzien van verbindingsarmen 16 en 17 waarbij verbindingsarm 16 aangrijpt tussen de mast 9 en de cilinder van de actuator 15.
5 Verbindingsarm 17 grijpt eveneens aan op de cilinder van actuator 15 en anderzijds op de bevestiging van het armdeel.Het vrije einde van de zuiger van actuator 15 grijpt aan op deze bevestiging. Door het naar binnen en naar buiten bewegen van de zuiger ten opzichte van de cilinder zal een schaarbeweging van de verbindingsarmen 16 en 17 en zo rotatie van de mast ten opzichte van de bevestiging 8 ontstaan.
10 In de mast is een trilblok 10 aangebracht. Dit is met behulp van bij de hoeken daarvan aangebrachte rubberblokken 27 (fig. 5) aan de mast 9 bevestigd. Aan de onderzijde is het trilblok 10 voorzien van excenters. Deze excenters worden gesmeerd door middel van een niet nader getoonde oliepomp die olie betrekt uit een olietank 23.
De drijfkracht voor de ankerdrijver 19 wordt verwezenlijkt met behulp van 15 tandwielen 20 aangebracht in het trilblok 10. De aandrijfmotoren van deze tandwielen 20 zijn niet getoond en kunnen enige in de stand der techniek bekende motoren omvatten zoals wielmotoren voor grote graafwerktuigen. Dit zijn hydraulisch werkende motoren. Deze tandwielen 20 grijpen aan op pennen 21 die op/door de ankerdrijver 19 zijn aangebracht.
20 Zoals uit de tekeningen blijkt heeft het trilblok 10 een U-vorm voor het op eenvoudige wijze opnemen van de ankerdrijver.
Bij deze bovenbeschreven uitvoeringsvorm is armdeel 6 via de hierboven beschreven schamierpennen verbonden met de mast 9.
In het aan de hand van figuur 6 en 7 getoonde uitvoeringsvoorbeeld zijn de twee 25 gebruikte schamierpennen vervangen door steeds een draaikrans. In de figuren 6 en 7 worden dezelfde verwijzingscijfers voor dezelfde onderdelen gebruikt als in de eerdere figuren. De draaikrans die in rotatie om een (in de in fig. 6 getoonde positie) horizontale rotatie-as voorziet is in zijn geheel met 40 aangegeven. Deze bestaat uit een vertande ring 41'en een de vertande ring aangrijpende worm 42. Worm 42 wordt door 30 een niet nader afgebeelde motor roterend aangedreven en voorziet in een zelf-remmende constructie.
Voor rotatie om de (in fig. 6) verticale as is een in het geheel met 45 aangegeven draaikrans aanwezig bestaande uit een vertande ring 46 en een deze aandrijvende worm 6 47. Door gebruik van de hier getoonde draaikransen kan de afstand tussen armdeel 6 en mast 19 verkleind worden waardoor een minder hoog moment daartussen werkt en de inrichting stabieler is. Daardoor is het mogelijk in nog extremere posities werkzaamheden uit te voeren.
5 In fïg. 7 is een detail van de constructie getoond in fig. 6 weergegeven waarbij eveneens wijzigingen voor de aandrijving van de ankerdrijver 19 getoond zijn. In dit geval worden slechts twee tandwielen 20 met bijbehorende aandrijfmotoren gebruikt. Omdat daardoor een minder groot remmend vermogen ontstaat, dat wil zeggen het vermogen om krachten afkomstig van de drijver 19 in het armdeel 6 op te nemen wordt 10 kleiner, is een afzonderlijke reminrichting opgenomen. Deze bestaat uit een wig 49 die door een vijzel 50 bediend wordt, welke de drijver 19 vastklemt zodat daarop werkende drukkrachten op de mast 9 en zo armdeel 6 overgebracht kunnen worden.
Zoals uit fïg. 6 blijkt drijft de ankerdrijver 19 de ankerstang 25 de bodem in door aangrijping op het anker 26. Eenmaal op de gewenste positie gekomen wordt de 15 ankerdrijver 19 verwijderd en kan het anker 26 op als zodanig bekende wijze door het uitoefenen van een trekkracht op de ankerstang omgeklapt worden.
Bovendien is op het vrije uiteinde van de mast 10 een lier 30 aangebracht. Daarmee is het mogelijk de hierboven beschreven trekhandeling te verrichten, dat wil zeggen op de ankerstang 25 een trekkracht uit te oefenen welke tot het omklappen van 20 anker 26 leidt. Bovendien is het mogelijk door het aanbrengen van meetmiddelen de belastbaarheid van de zo verkregen verankering te bepalen. Daardoor kan indien de verankering niet aan de gewenste eisen voldoet direct daarvoor een oplossing gegeven worden. Deze kan bestaan uit het verwijderen van de verankering en het in een andere positie zowel wat betreft de oriëntatie als wat betreft de diepte plaatsen van het anker. 25 Daardoor is het niet noodzakelijk een kraan over grote afstanden te verplaatsen zoals in de stand der techniek gebruikelijk. Als voorbeeld wordt een lier genoemd die een trekkracht van ongeveer 15 ton op kan brengen.
Uit de fïgs 1-3 blijkt dat het met de uitvinding mogelijk is de mast in elke gewenste positie te plaatsen zodat zonder bijzondere maatregelen elke plaats 30 toegankelijk is voor het plaatsen van een anker.
Na het bovenstaande zullen bij degenen bekwaam in de stand der techniek dadelijk varianten opkomen die voor de hand liggend zijn na deze beschrijving en liggen binnen het bereik van de bijgaande conclusies.

Claims (14)

1. Inrichting (1) voor het plaatsen van verankeringen (25,26) omvattende een kraan (2) en een aan de kraan bevestigde trilinrichting (10), welke trilinrichting voorzien 5 is van een drijver (19) en een transportinrichting (9) voor een verankering alsmede een ondersteuning voor die verankering, met het kenmerk, dat die kraan (2) een kraan met tweedelige gelede arm (5) omvat, waarbij die trilinrichting (10) aan het uiteinde van die arm (5) uitsluitend scharnierend en niet transleerbaar daaraan bevestigd is, en de positie van die trilinrichting met drijver ten opzichte van die arm 10 met actuatoren (12, 15) verstelbaar is, waarbij die scharnierende bevestiging uitgevoerd is voor het scharnieren in twee verschillende vlakken.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij die gelede arm twee volgens een eerste schamieras (18) verplaatsbare armdelen omvat, en die drijver (9, 10) volgens een 15 tweede schamieras (11) ten opzichte van die arm draaibaar is, welke tweede schamieras (11) parallel aan die eerste schamieras (18) is en die drijver volgens een derde schamieras (14) loodrecht op de tweede schamieras (11) staat.
3. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die scharnierende 20 bevestiging een draaikrans omvat.
4. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die drijver omvat een mast (9) met een rechthoekig mastframe, en een daarin aangebracht rechthoekig trilblok, waarbij bij de vier hoeken van dat trilblok steeds een elastische verbinding 25 (27) met die mast is aangebracht.
5. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij in dat trilblok (10) excenters (22) aanwezig zijn en een oliepomp-leidingsysteem voor het smeren va die excenters. 30
6. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij tussen die armdelen actuators (28, 29) werken.
7. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de actuators hydraulische vijzels omvatten.
8. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij dat trilblok U-vormig 5 uitgevoerd is voor het begrenzen van een aan een zijde toegankelijke opname voor een anker drijver (19).
9. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die mast (9) van Helmiddelen (30) voorzien is. 10
10. Inrichting volgens conclusie 8, waarbij die liermiddelen (30) bij het vrije einde van die mast zijn aangebracht.
11. Inrichting volgens conclusie 8 of 9, waarbij die liermiddelen 15 spanningmeetmiddelen omvatten.
12. Werkwijze voor het met een kraan inbrengen van een verankering, omvattende het met een trillende drijver inbrengen van een omklapbaar anker en een daaraan bevestigde verankeringsstaaf, het op de gewenste positie van het anker door het 20 opbrengen van trek op die verankeringsstaaf omklappen van dat anker en het vervolgens beproeven van de met het anker opgebrachte ankerkracht, met het kenmerk, dat zonder verplaatsing van die kraan, met die kraan het beproeven van de opgebrachte ankerkracht uitgevoerd wordt.
13. Werkwijze volgens conclusie 14, waarbij dat beproeven het met een lier opbrengen van een kracht op die ankerstaaf omvat.
14. Werkwijze volgens conclusie 14 of 15, waarbij indien bij die beproeving de gewenste opbrengkracht niet bereikt wordt met diezelfde kraan direct het anker 30 gerepositioneerd wordt.
NL2004062A 2010-01-06 2010-01-06 Inrichting en werkwijze voor het plaatsen van verankeringen. NL2004062C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2004062A NL2004062C2 (nl) 2010-01-06 2010-01-06 Inrichting en werkwijze voor het plaatsen van verankeringen.
DE202011001120U DE202011001120U1 (de) 2010-01-06 2011-01-05 Vorrichtung zum Setzen von Verankerungen

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2004062A NL2004062C2 (nl) 2010-01-06 2010-01-06 Inrichting en werkwijze voor het plaatsen van verankeringen.
NL2004062 2010-01-06

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2004062C2 true NL2004062C2 (nl) 2011-07-07

Family

ID=42340348

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2004062A NL2004062C2 (nl) 2010-01-06 2010-01-06 Inrichting en werkwijze voor het plaatsen van verankeringen.

Country Status (2)

Country Link
DE (1) DE202011001120U1 (nl)
NL (1) NL2004062C2 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP3854943B1 (de) * 2020-01-23 2022-06-08 ABI Anlagentechnik-Baumaschinen-Industriebedarf Maschinenfabrik und Vertriebsgesellschaft mbH Tiefbaugerät

Citations (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3289774A (en) * 1965-07-14 1966-12-06 Jr Albert G Bodine Vibration isolator for sonic pole driving system
CH581235A5 (nl) * 1974-05-30 1976-10-29 Toyoda Kikai Kogyo Kk
DE2523732A1 (de) * 1975-05-28 1976-12-02 Le Otdel V P Isyskatelskowo I Anlage zum abteufen und herausziehen von tragelementen von pfahlgruendungen oder hilfselementen, die bei der herstellung von pfahlgruendungen verwendet werden, aus dem boden
DE3341084A1 (de) * 1983-11-12 1985-05-30 Josef-Gerhard 4030 Ratingen Tünkers Vibrationsramme zum rammen und ziehen
GB2171738A (en) * 1985-02-14 1986-09-03 Tatsuo Morimoto Method and apparatus for driving drain boards
US5375664A (en) * 1993-06-15 1994-12-27 Mcdowell; Michael M. Pile driver
US20050247461A1 (en) * 2004-05-06 2005-11-10 Antonio Cardoso Lead alignment attachment
WO2008052353A1 (en) * 2006-11-03 2008-05-08 Jay Gunnarson System for mounting a pile driver
EP1983112A1 (en) * 2007-04-16 2008-10-22 IHC Holland IE B.V. Pile driving installation and vibration device for such installation

Patent Citations (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3289774A (en) * 1965-07-14 1966-12-06 Jr Albert G Bodine Vibration isolator for sonic pole driving system
CH581235A5 (nl) * 1974-05-30 1976-10-29 Toyoda Kikai Kogyo Kk
DE2523732A1 (de) * 1975-05-28 1976-12-02 Le Otdel V P Isyskatelskowo I Anlage zum abteufen und herausziehen von tragelementen von pfahlgruendungen oder hilfselementen, die bei der herstellung von pfahlgruendungen verwendet werden, aus dem boden
DE3341084A1 (de) * 1983-11-12 1985-05-30 Josef-Gerhard 4030 Ratingen Tünkers Vibrationsramme zum rammen und ziehen
GB2171738A (en) * 1985-02-14 1986-09-03 Tatsuo Morimoto Method and apparatus for driving drain boards
US5375664A (en) * 1993-06-15 1994-12-27 Mcdowell; Michael M. Pile driver
US20050247461A1 (en) * 2004-05-06 2005-11-10 Antonio Cardoso Lead alignment attachment
WO2008052353A1 (en) * 2006-11-03 2008-05-08 Jay Gunnarson System for mounting a pile driver
EP1983112A1 (en) * 2007-04-16 2008-10-22 IHC Holland IE B.V. Pile driving installation and vibration device for such installation

Also Published As

Publication number Publication date
DE202011001120U1 (de) 2011-05-12

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7520014B2 (en) Method and apparatus for bridge construction
US8251616B2 (en) Method and apparatus for pile driving
CN110952550B (zh) 一种悬空自支撑式打桩方法及打桩机
NL2013871B1 (nl) Trilinrichting en werkwijze voor het in een ondergrond brengen van een funderingselement.
BE1026895B1 (nl) Inrichting voor het vanaf een dek van een vaartuig met een hefmiddel oprichten van een langwerpig element
KR102641160B1 (ko) 리프팅 유닛, 이러한 리프팅 유닛을 포함하는 승하강 지브 크레인, 및 이러한 크레인을 조립하기 위한 방법
NL2004062C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het plaatsen van verankeringen.
JP5508695B2 (ja) 建材の建て起こし装置、建材の建て起こし方法
BE1021795B1 (nl) Inrichting en werkwijze voor het assembleren van een bouwwerk op zee
NL2007546C2 (en) Vibratory pile driver and method.
CN108678395B (zh) 吊装式建筑支撑装置的固定装置
JP6785539B2 (ja) 重機用足場材の移動方法、重機用足場材
JP2002327434A (ja) コンクリートパイル及びその製造方法及びリーダー装置
CN113652968A (zh) 锚索施工辅助设备及锚索安装方法
CA2813772C (en) Method and apparatus for bridge construction
BE1021796B1 (nl) Inrichting en werkwijze voor het op zee plaatsen van een rotorblad van een windturbine
JP6494049B2 (ja) 三脚杭打機
BE1028183B1 (nl) Inrichting voor het heffen en op een ondergrond plaatsen van een langwerpig object, en overeenkomstige werkwijze
RU166215U1 (ru) Устройство для вибростатического погружения шпунта
JP2006045913A (ja) 橋梁の架設方法
JP2866987B2 (ja) 杭打ち装置
UA75547C2 (en) Installation for pile driving by pressing-in
UA10856U (uk) Машина для вдавлювання паль, шпунта або інших подібних будівельних конструкцій
NL8105068A (nl) Inrichting voor het inslaan van palen of dergelijke.

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20200201