NL2002712C2 - Jacht. - Google Patents

Description

JACHT

De onderhavige uitvinding betreft een jacht. Gewoonlijk is een jacht opgebouwd uit verschillende dekken, die boven 5 elkaar zijn gelegen. Vaak is het gewenst, zo niet noodzakelijk, om een aantal accommodaties met uitzicht over de boeg te verschaffen. In ieder geval zal een stuurhut van een dergelijk jacht uitzicht over de boeg moeten hebben. Hetzelfde wordt vaak door eigenaars gewenst, die graag een 10 accommodatie willen hebben over de boeg vanwege het daarmee gepaard gaande gevoel. Echter, wanneer aan al deze eisen en wensen tegemoet moet worden gekomen, zal een jacht bestaan uit een romp met daarboven een bovenbouw, die uitzonderlijk hoog uittorent boven de romp.

15 Met de onderhavige uitvinding is beoogd een oplossing voor dit probleem te verschaffen, waartoe een jacht volgens de onderhavige uitvinding is gevormd op de in conclusies nr.

1 gedefinieerde wijze.

Met een jacht volgens conclusie 1 is het mogelijk om 20 personen, die staan of zitten in een door het tussendek gedefinieerde ruimte, uitzicht te geven over de boeg, terwijl een schuin daarachter en boven gelegen ruimte eveneens uitzicht krijgt over de boeg, zonder hiertoe een extra dek te hoeven vormen.

25 In principe zou het zeer wel mogelijk zijn om het jacht langer te maken, en dan tevens de bovenbouw ook te verhogen om ruimte te creëren voor een dergelijk extra dek, zonder dat de ranke vormgeving van het jacht daarbij in gevaar wordt gebracht. Echter, in veel gevallen is het - vanwege 30 heersende regelgeving en verzekeringskwesties - uitermate waardevol, wanneer een jacht kleinere dimensies houdt dan pakweg 47 tot 50 m, om het jacht onder 500 ton volume te houden.

2

Met de uitvinding is het mogelijk om - zonder afbreuk te doen aan de ranke vormen van een jacht - meerdere accommodaties en bijvoorbeeld een stuurhut, alsmede een eigenaars-appartement uitzicht over de boeg te geven, zonder 5 hiertoe de bovenbouw bovenop de romp en boven het niveau van de boeg te hoeven over-dimensioneren.

De onderhavige uitvinding kent verscheidene voorkeursuitvoeringsvormen, welke zijn gedefinieerd in de afhankelijke conclusies. Zo kan het tussendek een module 10 zijn aan de voorzijde van de bovenbouw. Een dergelijke module kan tijdens de bouw eenvoudig worden geïncorporeerd in het jacht, en het zou dan zelfs mogelijk zijn om een dergelijke module te prefabriceren.

Bij voorkeur heeft het tussendek een smallere breedte 15 dan de breedte van de bovenbouw. Alsdan is het mogelijk om een langsgang langs de module of het tussendek te verschaffen, bijvoorbeeld naar een ruimte, die is gelegen schuin voor en onder het tussendek of de module. Daartoe kan het evenzeer mogelijk of nodig zijn, dat het tussendek een 20 smallere breedte heeft dan de breedte van de romp. Veelal zal hieraan echter al zijn voldaan, als het tussendek smaller is dan de bovenbouw, omdat de romp veelal breder is dan de bovenbouw. Daarbij kan een jacht in een dusdanige uitvoeringsvorm zodanig zijn gevormd, dat aan ten minste één 25 zijde van het tussendek een doorgang is verschaft naar een accommodatie van het niveau van het hoofddek tussen het tussendek en de boeg. Een dergelijke accommodatie kan een reguliere ruimte, zoals een vergaderzaal of hut zijn.

In nog een andere voorkeursuitvoeringsvorm kan een 30 jacht volgens de uitvinding de eigenschap vertonen, dat het tussendek een enkele ingang heeft vanaf het niveau van het hoofddek. Door het ontbreken van verdere in- of uitgangen, bijvoorbeeld naar het bovendek, kan een geïsoleerde module 3 gemakkelijk worden verwezenlijkt. Daarmee wordt tevens in het bijzonder de lengte van het bovendek in de bovenbouw beperkt gehouden, zodat de dimensionering weer overeenkomt met die van een rank en elegant jacht. De ruimte schuin 5 achter en boven de module of het tussendek hoeft dan ook niet via het tussendek benaderd te worden en is mede daardoor goed geschikt om gebruikt te worden als eigenaarsaccommodatie, bijvoorbeeld een eigenaars-appartement. Zowel vanuit een dusdanige eigenaars-appartement als vanuit de 10 stuurhut op het tussendek of in de door het tussendek gevormde module hebben dan uitzicht over de boeg.

Ook omdat vanaf het hoofddek ter plaatse van het tussendek geen toegang hoeft te worden verschaft tot de accommodaties schuin achter en boven het tussendek, blijft 15 ruimte in het bovendek nuttig bruikbaar en aangezien voor een dergelijke toegang geen ruimte gereserveerd hoeft te worden kan bijvoorbeeld een andere maatregel worden getroffen, zoals een balkon aan een eigenaars-appartement op het bovendek in de bovenbouw.

20 Nog weer verder volgens een andere voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding met de stuurhut op het tussendek, kan een jacht volgens de uitvinding de eigenschap vertonen, dat onder het tussendek op het vloerniveau van het hoofddek een technische ruimte is 25 verschaft. Deze kan bijvoorbeeld zijn gevuld met voor navigatie en andere functionaliteiten in of van de stuurhut samenhangende apparatuur.

De onderhavige uitvinding zal hieronder nader worden beschreven aan de hand van een enkelvoudig voorbeeld van een 30 jacht volgens de uitvinding, zoals dat in de bijbehorende figuren is getoond, waarbij de diverse aanzichten een enkelvoudig jacht betreffen, en gelijke of gelijksoortige 4 elementen, componenten en aspecten zijn aangeduid met dezelfde referentienummers. In de tekening toont: fig. 1 een zijaanzicht van een jacht volgens de onderhavige uitvinding; 5 fig. 2 een opengewerkt zijaanzicht van het in fig. 1 getoonde jacht; en fig. 3 een opengewerkt bovenaanzicht langs pijl III in fig. 2.

Het in fig. 1 getoonde jacht 1 omvat een romp 2, welke 10 voor het gemak is gedefinieerd als dat deel van het jacht 1, dat zich onder het niveau van de boeg 3 bevindt. Vanaf de boeg 3 loopt de romp 2 in achterwaartse richting naar de plecht 4. Op de romp 2 is een bovenbouw 5 aangebracht op een met de onderhavige uitvinding overeenkomende wijze, waarop 15 hieronder nader wordt ingegaan.

Zoals in fig. 2 is getoond, is een hoofddek 7 aangebracht in de romp 2, dat wil zeggen, zo goed als geheel onder het niveau van de boeg 3. Onder het hoofddek 7 is verder nog een benedendek 6 aangebracht. Boven het hoofddek 20 7 begint de bovenbouw, die in hoofdzaak uit één volwaardig bovendek 8 is gevormd. Boven het bovendek 8 kan dan nog een bridge fly-dek, zonnedek of soortgelijk dek zijn aangebracht.

Aan de voorzijde van het jacht 1, achter de boeg 3, 25 gezien in de voortbewegingsrichting van het jacht 1, bevindt zich op het niveau van het hoofddek 7 een volwaardige ruimte, bijvoorbeeld een vergaderruimte of een hut. Schuin daarboven en -achter is een stuurhut aangebracht op een tussendek 9, waarbij vanuit de stuurhut op het tussendek 9 30 uitzicht is verschaft over de boeg 3 in voorwaartse richting. Hiertoe lopen ramen 10 langs de voorzijde van de stuurhut op het tussendek 9.

5

Op zijn beurt schuin achter en boven het tussendek 9 en op het bovendek 8 is een accommodatie verschaft, die eveneens ramen 11 aan de voorzijde heeft voor uitzicht over de boeg. Een dergelijke voorste ruimte 12 op het bovendek 8 5 kan bijvoorbeeld dienst doen als eigenaars-appartement 12, waarbij zowel vanuit de stuurhut als vanuit het eigenaarsappartement 12 uitzicht aan de voorzijde door de ramen 10,11 heen is verschaft over de boeg 3. Dit is verwezenlijkt, zonder een extra deklaag te hoeven verschaffen.

10 De accommodatie schuin voor en onder het tussendek 9 met de stuurhut is langs het tussendek 9 benaderbaar, zoals nader in samenhang met fig. 3 hieronder zal worden beschreven. Nu vanuit het tussendek 9 met de stuurhut geen toegang hoeft te worden verschaft tot het eigenaars-15 appartement 12 op het bovendek 8, is een daarmee samenhangende ruimte vrij beschikbaar gekomen, welke bruikbaar te maken is in de vorm van een balkon aan het eigenaars-appartement 12, welk balkon 13 in fig. 1 is weergegeven.

20 In de ruimte in fig. 2, die is gedefinieerd door de vloer van het hoofddek 7 en het tussendek 9 kan apparatuur worden opgesteld, bijvoorbeeld apparatuur welke nodig is voor het functioneren van de navigatie en andere functionaliteiten in de stuurhut op het tussendek 9. De 25 ruimte onder het tussendek 9 en boven de vloer van het hoofddek 7 is te laag om nuttig gebruikt te worden als verblijf, maar dat hoeft dan ook niet; immers, het hierin opstellen van apparatuur met betrekking tot de functionaliteiten van de stuurhut is een gepaste oplossing. 30 In fig. 3 is getoond, dat de eerste ruimte 14 op het niveau van het hoofddek 7 achter de boeg 3 benaderbaar is via passage 15 langs het tussendek 9 met de stuurhut. De passage 15 leidt naar een deur, die toegang geeft tot het 6 vertrek 14. Een soortgelijke passage kan evenzeer aanwezig zijn aan de tegenovergelegen zijde ten opzichte van het tussendek 9. Aldaar kan tevens een trap 16 zijn verschaft voor het betreden van de stuurhut op het tussendek 9, en bij 5 voorkeur is er dan geen andere toegang of uitgang van of naar de stuurhut op het tussendek 9.

Naar kennisneming van het voorgaande zullen zich vele alternatieve en aanvullende uitvoeringsvormen aan de vakman opdringen, die alle zijn gelegen binnen het kader van de 10 hier verschafte bescherming voor de uitvinding, zoals die is gedefinieerd in de bijgevoegde conclusies, tenzij dergelijke alternatieve een aanvullende uitvoeringsvormen naar letter of geest niet kunnen worden geacht uitvoeringsvormen van de uitvinding te zijn. Zo is het mogelijk binnen het kader van 15 de uitvinding, dat een andere toepassing van de accommodatie op het tussendek 9 wordt verschaft. In de plaats van een stuurhut kan evenzeer op het tussendek 9 een eigenaarsaccommodatie zijn verschaft met schuin daarboven en schuin daarachter de stuurhut. Ook andere gebruiksmogelijkheden van 20 de ruimte op het tussendek 9 en de ruimte 12 daar schuin boven en daar schuin achter zijn mogelijk. De ruimte onder het tussendek 9 en boven de vloer van het hoofddek 7 kan ook voor andere toepassingen worden gebruikt dan voor apparatuur in verband met de functionaliteiten van de stuurhut op het 25 tussendek 9, bijvoorbeeld als op het tussendek 9 geen stuurhut is verschaft.

Claims (10)

1. Jacht, ten minste omvattende: een romp met een pi echt en een boeg; en een bovenbouw, en verder: 5. althans een in hoofdzaak geheel in de romp direct onder een met de hoogte van de boeg overeenkomend niveau verzonken hoofddek; - althans een bovendek in de bovenbouw met een naar de boeg georiënteerde ruimte met zicht over de boeg; en 10. een naar de boeg georiënteerd tussendek tussen het hoofddek en het bovendek met een aanvullend zicht over de boeg.

2. Jacht volgens conclusie 1, waarbij het tussendek een module aan de voorzijde van de bovenbouw is.

3. Jacht volgens conclusie 1 of 2, waarbij het tussendek een smallere breedte heeft dan de breedte van de bovenbouw.

4. Jacht volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij het tussendek een smallere breedte heeft dan de breedte van de 20 romp.

5. Jacht volgens conclusie 3 of 4, waarbij aan ten minste één zijde van het tussendek een doorgang is verschaft naar een accommodatie op het niveau van het hoofddek tussen het tussendek en de boeg.

6. Jacht volgens ten minste één van de voorgaande conclusies, waarbij het tussendek een enkele ingang heeft vanaf het niveau van het hoofddek.

7. Jacht volgens ten minste één van de voorgaande conclusies, waarbij het tussendek een accommodatie is voor 30 de stuurhut.

8. Jacht volgens conclusie 7, waarbij het bovendek aan de naar de boeg georiënteerde zijde met zicht over de boeg een eigenaars-appartement omvat.

9. Jacht volgens ten minste één van de voorgaande conclusies, in het bijzonder conclusie 8, waarbij de ruimte aan de voorzijde van het bovendek schuin omhoog achter het tussendek ten minste één balkon terzijde van het jacht 5 omvat.

10. Jacht volgens ten minste één van de voorgaande conclusies, in het bijzonder conclusie 7, waarbij onder het tussendek op het vloerniveau van het hoofddek een technische ruimte is verschaft voor met navigatie en andere 10 functionaliteiten van de stuurhut samenhangende apparatuur.