NL2002612C2 - Stankafsluiter. - Google Patents

Description

Stankafsluiter

De uitvinding betreft een stankafsluiter omvattende: 5 - een behuizing met ten minste een eerste en een tweede aan elkaar grenzende vertikale kamers, waarbij de twee kamers aan de onderzijde met elkaar in vloeistofcontact staan; - een afvoeropening aangebracht bovenin en in een zijwand van de eerste kamer; 10 - een eerste toevoeropening aangebracht in de bovenwand van de tweede kamer.

Een dergelijke stankafsluiter is op zich bekend. Wanneer een dergelijke stankafsluiter tegen de muur aan gemonteerd wordt om ruimte onder een wastafel of spoelbak te 15 sparen, kan het probleem optreden, dat het hoogte verschil tussen de afvoerpijp in de muur en de verbindingspijp afkomstig van de wastafel of spoelbak, niet overeenkomt met het hoogte verschil tussen de toevoeropening en afvoeropening van de stankafsluiter. In een dergelijk geval 20 is het dan noodzakelijk om verloopstukken aan te brengen in de verbindingspijp. Daarbij kan het zo zijn, dat het hoogte verschil te klein is voor een gebruikelijk verloopstuk.

Verder komt het voor dat wasbakken en wastafels steeds hoger opgehangen worden. Dit is het gevolg van de toename 25 van de gemiddelde lengte van de mens. Ook om een wastafel of spoelbak rolstoeltoegankelijk te maken, is het gebruikelijk om de wastafel of spoelbak hoger aan te brengen. In het bijzonder als gevolg van renovatie betekent dit, dat de afvoerbuisopening in de muur steeds lager komt te liggen ten 30 opzichte van de wastafel of spoelbak.

Het is nu een doel van de uitvinding om een stankafsluiter te verschaffen, die tegen de muur gemonteerd 2 kan worden en waarbij zo min mogelijk aanpassingen aan leidingen en koppelstukken noodzakelijk zijn.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt met een stankafsluiter volgens de aanhef, die gekenmerkt wordt 5 door een buisvormig insteekdeel, dat in de toevoeropening afdichtend en verschuifbaar is gestoken.

Met het buisvormige insteekdeel is het volgens de uitvinding mogelijk om het hoogte verschil tussen de aanvoerbuis, die afkomstig is van bijvoorbeeld een wastafel 10 of spoelbak, en de afvoerbuis in de muur te compenseren. Zo kan een stankafsluiter op de muur worden aangebracht, waardoor zo min mogelijk ruimte in beslag genomen wordt onder de wastafel of spoelbak, wat weer ten goede komt aan de opbergruimte van een onder de wastafel of spoelbak te 15 plaatsen kast. Hierdoor is het mogelijk om lades onder de wastafel of spoelbak aan te brengen, of kan een wastafel beter rolstoeltoegankelijk gemaakt worden.

Bij de stankafsluiter volgens de stand van techniek mondt het vrije eind van het buisvormige 20 insteekdeel naar voor uit, terwijl de afvoeropening naar achter uitmondt. Wanneer de afvoerbuis in de muur niet op één lijn ligt met de afvoeropening van de wastafel of spoelbak, dan is het noodzakelijk om bochten in de buis van de afvoeropening van de wastafel of spoelbak naar de 25 stankafsluiter aan te brengen. Ook wanneer er twee wastafels naast elkaar zijn aangebracht en op één afvoerbuis aangesloten moeten worden, is het bij de stand van techniek noodzakelijk verschillende leidingen en koppelstukken te gebruiken.

30 In een uitvoeringsvorm van de stankafsluiter volgens de uitvinding is het buisvormig insteekdeel aan het vrije eind voorzien van twee, haaks op elkaar en haaks op het buisvormige insteekdeel staande aansluitdelen.

3

Door nu op het buisvormige insteekdeel twee haaks op elkaar staande aansluitdelen te voorzien, ontstaat er meer keuze voor de aansluiting van een wastafelafvoer of spoelbakafvoer. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om vanaf een 5 wastafelafvoer een afvoerbuis rechtstreeks naar de wand te laten lopen en daar ofwel direct op de stankafsluiter aan te sluiten, ofwel via een kniestuk, waarbij een deel van de afvoerbuis evenwijdig loopt aan de muur. In dit laatste geval ligt de afvoerbuis in de muur niet op één lijn met de 10 afvoeropening in de wastafel. Ook bij een tweede wastafel kan dit een gewenste aansluiting zijn.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de stankafsluiter volgens de uitvinding, is het buisvormig insteekdeel aan het vrije eind verder voorzien van een derde 15 aansluitdeel, welk derde aansluitdeel tegenover één van de andere aansluitdelen is aangebracht. Met het derde aansluitdeel worden de verschillende mogelijkheden voor het optimaal aansluiten van een wastafel of spoelbak verder uitgebreid.

20 In een zeer geprefereerde uitvoeringsvorm van de stankafsluiter volgens de uitvinding omvat de behuizing een derde vertikale kamer, grenzend aan de tweede vertikale kamer, welke derde kamer aan de bovenzijde in vloeistofcontact staat met de tweede kamer, waarbij de 25 stankafsluiter een tweede toevoeropening omvat aangebracht in de onderwand van de tweede kamer, waarbij de tweede toevoeropening zodanig gevormd is, dat het buisvormig insteekdeel afdichtend en verschuifbaar ingestoken kan worden, en waarbij een deksel is aangebracht op de eerste 30 toevoeropening.

Door deze derde kamer is het mogelijk om de behuizing om te keren, waardoor de afvoeropening van de behuizing aan de onderzijde komt. Doordat het verder 4 mogelijk is het buisvormige insteekdeel in de tweede toevoeropening te steken onstaat zo een stankafsluiter, waarbij de afvoeropening zich op het laagste deel van de behuizing bevindt. Dit heeft zijn voordeel bij een relatief 5 lage afvoerbuis in de muur. Bij een uitvoering volgens de uitvinding met slechts twee kamers steekt dan een deel van de behuizing uit onder de aansluiting op de muur. Juist hierdoor kan de uitvoering met twee kamers te ver naar onderen uitsteken voor een onderbouw kast of lade daarin, of 10 bij een keramieke ombouw onder een wastafel.

Met de uitvoering volgens de uitvinding met drie kamers steekt de behuizing weinig tot niet naar onder uit ten opzichte van de aansluiting op de muur en is er meer ruimte voor bijvoorbeeld een lade in een onderbouw kast of 15 een keramieke ombouw onder de wastafel.

In een andere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding heeft het buisvormige insteekdeel een ovaalvormige dwarsdoorsnede. Door de ovaalvormige dwarsdoorsnede is het mogelijk bij behoud van 20 doorstroomoppervlak de dikte van de behuizing te verminderen. Dit heeft wel als gevolg, dat de breedte van de behuizing toeneemt. Het voordeel van een verminderde dikte van de behuizing is, dat er meer ruimte onder een wastafel of spoelbak ontstaat, waardoor bijvoorbeeld lades dieper 25 kunnen zijn.

In weer een andere uitvoeringsvorm van de stankafsluiter volgens de uitvinding, waarbij in de bodem van de eerste en tweede kamer een verwijderbare inspectiedop is aangebracht. Hierdoor is het bij een drie kamer 30 stankafsluiter mogelijk alle kamers te bereiken en te reinigen.

Deze en andere kenmerken van de uitvinding worden nader toegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen.

5

Figuur 1 toont in perspectivisch aanzicht een eerste uitvoeringsvorm van een afvoer volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont in dwarsdoorsnede aanzicht de uitvoering volgens figuur 1, gemonteerd onder een wastafel.

5 Figuur 3 toont in bovenaanzicht de afvoer volgens figuur 1 gemonteerd onder een wastafel met een dubbele bakken.

Figuur 4 toont in perspectivisch aanzicht met uiteengenomen delen een tweede uitvoeringsvorm van de afvoer 10 volgens de uitvinding.

Figuur 5 toont in dwarsdoorsnede aanzicht de afvoer volgens figuur 4, gemonteerd in een eerste stand onder een wastafel.

Figuur 6 toont in dwarsdoorsnede aanzicht de 15 afvoer volgens figuur 4, gemonteerd in een tweede stand onder een wastafel.

Figuur 7 toont een perspectivisch aanzicht van een derde uitvoeringsvorm volgens de uitvinding.

Figuur 8 toont een vierde uitvoeringsvorm van de 20 uitvinding.

In figuur 1 wordt een eerste uitvoeringsvorm 1 van een afvoer volgens de uitvinding getoond. Deze afvoer 1 heeft een behuizing 2 met een afvoeropening 3. Op het bovenvlak 4 van de behuizing 2 is een toevoeropenig 25 voorzien, waarin een buisvormig insteekdeel 5 is gestoken. Het buisvormig insteekdeel 5 is aan het vrije eind voorzien van drie aansluitdelen 6, 7, 8.

In figuur 2 is de afvoer 1 in dwarsdoorsnede getoond. Duidelijk is dat in de behuizing 2 een schot 9 is 30 aangebracht, dat de behuizing in twee kamers 10, 11 verdeelt. Deze twee kamers 10, 11 staan aan de onderzijde met elkaar in vloeistof verbinding. Doordat de afvoeropening 3 hoger is gelegen wordt hierdoor een waterslot gecreeerd.

6

In figuur 2 is de afvoer 1 gemonteerd op een muur 12, waarin een afvoerbuis 13 is aangebracht. De afvoeropening 3 van de afvoer 1 steekt daarbij in de afvoerbuis 13. Veder is boven de afvoer 1 een wastafel 14 5 aangebracht, waarvan de afvoer 15, via een verbindingsbuis 16 met het aansluitdeel 7 is verbonden. Doordat het aansluitdeel 7 in hoogte verstelbaar is door het in- en uitschuiven van het insteekdeel, kan er voor gezorgd worden, dat de verbindingsbuis 16 zo dicht mogelijk tegen de 10 wastafel 14 aanligt en er dus onder de wastafel 14 een maximale ruimte overblijft.

In figuur 3 wordt in bovenaanzicht de afvoer 1 getoond, gemonteerd onder een dubbele wastafel 17. De afvoer 1 is via de afvoeropening 3 aangesloten op een buis 18 in de 15 muur 19. Verder is in figuur 3 de bovenzijde van het insteekdeel met de aansluitdelen 6, 7, 8 zichtbaar. De twee afvoeren 20, 21 van de wasbakken 22, 23 van de wastafel 17 zijn via verbindingsbuizen 24, 25 met de aansluitdelen 8 respectievelijk 6 verbonden.

20 Uit figuur 3 is duidelijk, dat met de afvoer 1 volgens de uitvinding het mogelijk is om de afvoeropeningen van reservoirs, zoals wastafels of spoelbakken, zo efficient mogelijk aan te sluiten.

In figuur 4 is een tweede uitvoeringsvorm 30 van 25 de uitvinding getoond. Deze afvoer 30 heeft een behuizing 31, waarin een drietal vertikale kamers 32,33,34 zijn aangebracht. De kamers 33 en 34 zijn aan de bovenzijde afgesloten door een deksel 35, waarin een inspectiedop 36 is aangebracht. De kamers 33 en 34 staan aan de bovenzijde in 30 vloeistof contact, zoals ook duidelijk is uit figuur 5.

In de zijwand van de kamer 34 is aan de onderzijde een afvoeropening 37 aangebracht, waarmee de afvoer 30 op 7 een in de muur 38 aangebrachte afvoerbuis 39 aangesloten kan worden.

De kamers 32 en 33 zijn aan de onderzijde afgesloten door een deksel 40 en bovendien staan deze kamers 5 32 en 33 daar in vloeistofcontact met elkaar.

De kamer 32 heeft aan de bovenzijde een toevoeropening, waarin het insteekdeel 41 gestoken kan worden. Dit insteekdeel 41 heeft een ovale buis 42 met een drietal groeven 43, waarin een afdichting, zoals een O-ring, 10 geplaatst kan worden. Aan de bovenzijde van de ovale buis 42 zijn haaks op elkaar en op de ovale buis 42 staande aansluitdelen 44, 45 en 45 aangebracht.

Zoals in figuur 5 is te zien, is de afvoer 30 op de muur 38 aangebracht, onder een wastafel 47. De afvoer 48 15 van deze wastafel 47 is via een verbindingsbuis 49 verbonden met het aansluitdeel 45. Hierbij is het insteekdeel 40 in de kamer 32 gestoken, waardoor de afvoeropening 37 zich aan de onderzijde bevindt. Deze configuratie is met name van voordeel, wanneer de buis 39 in de muur 38 relatief laag is 20 geplaatst, waardoor deze net boven de onderzijde van een keramieke afdekkap 50 uitsteekt.

In figuur 6 is de afvoer 30 getoond aangebracht onder de wastafel 47, waarbij de buis 39 in de muur 38 relatief hoog uitmondt. Hierbij is de afvoer 30 omgekeerd en 25 steekt het insteekdeel 40 in de middelste kamer 33. De toevoeropening van de kamer 32, die zich nu aan de onderzijde bevindt, is afgesloten door middel van een afsluitdop 51.

De afvoer 48 van de wastafel 47 is via de 30 verbindingsbuis 49 op de gebruikelijke wijze met het insteekdeel 40 verbonden.

Doordat de afvoer 30 is omgedraaid en het insteekdeel 40 nu in de middelste kamer 33 is gestoken, kan 8 er toch een sifon verschaft worden op de muur, die weinig ruimte inneemt, ondanks dat het hoogte verschil tussen de afvoer 48 van de wastafel 47 en de uitmonding van de afvoerbuis 39 in de muur 38 gering is.

5 Figuur 7 een derde uitvoeringsvorm van een afvoer volgens de uitvinding. Deze afvoer 60 is een zeer eenvoudige uitvoering. De afvoer 60 heeft een behuizing 61 met een afvoeropening 62. Deze afvoeropening 62 kan gekoppeld worden, bijvoorbeeld door insteken, met een in een muur 10 aangebrachte afvoerbuis. Op het bovenvlak 63 van de behuizing 61 is een toevoeropenig voorzien, waarin een buisvormig insteekdeel 64 is gestoken. Het buisvormig insteekdeel 64 is aan het vrije eind voorzien van een naar voor gericht aansluitdeel 65.

15 Figuur 8 toont een vierde uitvoeringsvorm van van de afvoer volgens de uitvinding. In deze uitvoering is de wastafel 70 bevestigd aan een muur 71. Aan de onderzijde van de wastafel 70 is een afvoeropening 72 voorzien. Op deze afvoeropening 72 is een horizontale afvoerbuis 73 20 aangebracht, die naar de muur 71 voert. Deze afvoerbuis 73 mondt uit in een afvoer 74 volgens de uitvinding. Deze afvoer 74 vormt de stankafsluiter en is tegen de muur 71 aangebracht. In de onderzijde van de afvoer 74 is een verticale afvoerbuis 75 gestoken, die aansluit op de in de 25 muur 71 verwerkte afvoerbuis 76.

De afvoerbuis 76 ligt in deze uitvoering laag in de muur. Doordat de afvoer 74 hoog onder de wastafel 70 is aangebracht en doordat slechts een verticale buis 75 tegen de muur aanligt, is er onder de wastafel voldoende ruimte 30 voor lades 77. Het is bij deze uitvoeringsvorm niet nodig om de lades 77 te voorzien van uitsparingen, zoals gebruikelijk in de stand van techniek.

9

Bijvoorkeur wordt voor de verticale afvoerbuis 75 een platte, bijvoorbeeld ovale buis gebruikt.

De afvoer volgens de uitvinding heeft het voordeel, dat een compacte stankafsluiter verschaft wordt, 5 die weinig ruimte inneemt en geschikt is voor elke situatie onafhankelijk van de hoogte van de wastafel en onafhankelijk van de aansluiting in de muur. Hierdoor kan de uitvinding gemakkelijk toegepast worden bij renovaties. Daarbij is het gebruikelijk om de nieuwe wastafel hoger te hangen, dan de 10 oorspronkelijke wastafel. Dit om tegemoet te komen aan de toenemende gemiddelde lengte van de mens.

Claims (6)

1. Stankafsluiter omvattende: - een behuizing met ten minste een eerste en een tweede aan 5 elkaar grenzende vertikale kamers, waarbij de twee kamers aan de onderzijde met elkaar in vloeistofcontact staan; - een afvoeropening aangebracht bovenin en in een zijwand van de eerste kamer; - een eerste toevoeropening aangebracht in de bovenwand van 10 de tweede kamer; gekenmerkt door - een buisvormig insteekdeel, dat in de toevoeropening afdichtend en verschuifbaar is gestoken.

2. Stankafsluiter volgens conclusie 1, waarbijhet buisvormig insteekdeel aan het vrije eind is voorzien van twee, haaks 15 op elkaar en haaks op het buisvormige insteekdeel staande aansluitdelen.

3. Stankafsluiter volgens conclusie 1 of 2, waarbij het buisvormig insteekdeel aan het vrije eind verder is voorzien van een derde aansluitdeel, welke derde aansluitdeel 20 tegenover één van de andere aansluitdelen is aangebracht.

4. Stankafsluiter volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de behuizing een derde vertikale kamer omvat, grenzend aan de tweede vertikale kamer, welke derde kamer aan de bovenzijde in vloeistofcontact staat met de tweede 25 kamer, waarbij de stankafsluiter een tweede toevoeropening omvat aangebracht in de onderwand van de tweede kamer, waarbij de tweede toevoeropening zodanig gevormd is, dat het buisvormig insteekdeel afdichtend en verschuifbaar ingestoken kan worden, en waarbij een deksel is aangebracht 30 op de eerste toevoeropening.

5. Stankafsluiter volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het buisvormige insteekdeel een ovaalvormige dwarsdoorsnede heeft.

6. Stankafsluiter volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij in de bodem van de eerste en tweede kamer een verwijderbare inspectiedop is aangebracht.