NL2002410C2

NL2002410C2 - Leuningconstructie.

Info

Publication number: NL2002410C2
Application number: NL2002410A
Authority: NL
Inventors: Johannes Hendricus Alphonsus Peeters
Original assignee: Fibercore Europ B V
Priority date: 2009-01-12
Filing date: 2009-01-12
Publication date: 2010-07-13
Also published as: US8522495B2; US20110277403A1; EP2386008B1; PL2386008T3; WO2010080034A1; ES2403311T3; DK2386008T3; EP2386008A1

Description

Leuningconstructie

De uitvinding heeft betrekking op een leuningconstructie, zoals voor een brug of trap, omvattende een buisvormig leuningelement waarvan de dwarsdoorsnede is 5 bepaald door een gesloten buiswand die een inwendige holte insluit, alsmede een reeks aan het leuningelement bevestigde steunen, waarbij zich in het inwendige van het leuningelement tenminste een tegenstuk bevindt en elke steun door middel van een bevestigingselement, dat door de buiswand van het leuningelement steekt, is bevestigd aan een Legenstuk, 10 Een dergelijke leuningconstructie is bekend uit US-A-5.370.368. Bij deze bekende leuningconstructie wordt een kunststof buis toegepast die zich bevindt aan het bovenste eind van de steunen. In verband met de stevigheid van de leuningconstructie is in die bovenste kunststofbuis over de gehele lengte daarvan een metalen pijp aangebracht. Daardoor is verzekerd dat de leuning constructie veilig genoeg is voor het 15 publiek. Verder bezit deze bekende leuning constructie aanvullende kunststofbuizen die zich op een lager niveau van de steunen uitstrekken. Aan deze kunststofbuizen worden minder hoge eisen gesteld, zodat daarin geen volledig doorgaande metalen pijp is aangebracht.

Fcitclijk gaat het bij deze bekende leuningconstructie om een metalen pijp aan het 20 bovenste eind van de steunen, welke metalen pijp is bekleed met een kunststof omhulsel. En dergelijke leuningconstructie is echter relatief duur en complex. Het doel van de uitvinding is daarom een leuningconstructie te verschaffen die eveneens de gewenste veiligheid voor het publiek biedt, maar die niettemin op een minder kostbare en meer duurzame wijze kan worden uitgevoerd. Dat doel wordt bereikt doordat het 25 leuningelement een thermohardend materiaal omvat.

Door het leuningelement van dc leuningconstructie uit te voeren in een thermohardend materiaal, verkrijgt dit een behoorlijke sterkte en stijfheid. Het is daarom niet nodig over de gehele lengte van het leuningelement een metalen pijp aan te brengen, waardoor de constructie en kosten van deze leuningconstructie beperkt 30 kunnen blijven. Het kunststofmateriaal van het leuningelement hoeft slechts plaatselijk, ter hoogte van de steunen, te zijn voorzien van tegenstukken. Niettemin is natuurlijk mogelijk dat het tegenstuk zich over in wezen de gehele lengte van het leuningelement uitstrekt. In dat geval leveren de gecombineerde mechanische eigenschappen van het 2 leuningelement uit thermohardend materiaal, en het zich over de gehele lengte daarin uitstrekkende tegenstuk een zeer stevige constructie op.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm is een reeks tegenstukken voorzien die zich op afstand van elkaar bevinden en waarvan de positie correspondeert met die van 5 een steun. In verband met het op de juiste wijze positioneren van de tegenstukken uit deze reeks, die immers elk tegenover een steun moeten komen te liggen, kunnen verschillende technieken worden toegepast. Volgens een eerste mogelijkheid kunnen daartoe naburige tegenstukken onderling zijn verbonden door een trekorgaan, zoals een koord. Bij deze uitvoeringsvorm kunnen de tegenstukken één voor één in het 10 leuningelement worden opgenomen, waarbij ervoor gezorgd wordt dat zich aan het tegenoverliggende eind van het leuningelement een trekkoord tot buiten dat leuningelement uitstrekt.

Vervolgens kunnen, door aan het koord te trekken, alle tegenstukken tot de juiste positie in het leuningelement worden getrokken. Aangezien de onderlinge afstand van 15 de tegenstukken vastligt, kan aan de hand van de positie van het koord worden vastgesteld of de tegenstukken zich op de juiste plaats, dat wil zeggen ieder tegenover een steun, bevinden. Het is daartoe echter niet altijd noodzakelijk een trekorgaan toe te passen; volgens een alternatieve uitvoering kunnen in dat verband de naburige tegenstukken onderling een drukorgaan insluilen. In dat geval kunnen de tegenstukken 20 naar binnen in het leuningelement worden gedrukt.

De tegenstukken zelf kunnen op verschillende manieren zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld als holle tegenstukken. Als alternatief kunnen zij massief zijn uitgevoerd. Verder kunnen de tegenstukken thermoplastisch materiaal omvatten, wat bijvoorbeeld het bevestigen van het leuningelement aan de steunen door middel van schroeven zoals 25 houtschroeven vergemakkelijkt. Andere materialen die geschikt zijn om daarin een schroef aan te brengen, zijn bijvoorbeeld rubber, verduurzaamd hout, kurk en dergelijke. Verder kan het leuningelement een vezelversterking omvatten waarbij de vezels hoofdzakelijk in de langsrichting van het leuningelement zijn gericht.

De leuningconstructie volgens de uitvinding kan op verschillende manieren 30 worden toegepast. De uitvinding heeft in dat verband derhalve ook betrekking op een brugconstructie, omvattende een brugligger alsmede een aan een langszijde van de brugligger zich uistrekkende leuningconstructie Zoals hiervoor beschreven, zijn daarbij de steunen bevestigd aan de brugligger. Volgens een verdere mogelijkheid betreft de 3 uitvinding een trapconstractie, omvattende een reeks treden alsmede een aan tenminste een langszijde van de reeks treden zich uitstrekkende leuningconstructie, waarbij de steunen zijn bevestigd aan de reeks treden. Daarnaast kan de leuningconstructie bijvoorbeeld ook beugels omvatten ter bevestiging aan een muur.

5 De leuningconstructie volgens de uitvinding kan voor allerlei doeleinden worden toegepast, zoals hiervoor beschreven, maar ook voor bijvoorbeeld een balkon of galerij. Op het thermohardend materiaal van het leuningelement kan een bepaalde afwerking worden aangebracht, zoals een patroon dat hout simuleert. Ook koper- of roestvast staal-effecten zijn mogelijk. Eén en ander kan bijvoorbeeld worden afgewerkt met een 10 transparante laklaag. Deze kan vervolgens worden afgewerkt met een polyurethaanlaag teneinde de gewenste slag- en krasvastheid te verzekeren.

De dwarsdoorsnedevorm van het leuningelement kan willekeurig worden gekozen, bijvoorbeeld rond, of vierkant, doch in alle gevallen zal de dwarsdoorsnede rondom gesloten zijn ter verzekering van de gewenste sterkte en stijfheid. Het voordeel 15 van de hiervoor beschreven constructie is dat deze in verregaande mate onderhoudsvrij is. Bovendien is deze goeddeels ongevoelig voor graffiti.

Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van enkele in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeelden.

Figuur 1 toont een langsdoorsnede door een eerste variant van de 20 leuningconstructie volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont een tweede variant.

Figuur 3 toont een compleet buiselement volgens een eerste variant.

Figuur 4 toont een tweede variant van een compleet buiselement.

Figuur 5 toont een derde variant van een compleet buiselement.

25 De in figuur 1 weergegeven leuningconstructie bestaat uit het buisvomiige leuningelement 1 met bijvoorbeeld een cirkelvormige dwarsdoorsnede. Het buisvormige leuningelement 1 bepaalt een inwendige holte 2, waarin zich het tegenstuk 3 uitstrekt. Het leuningelement 1 bestaat uit een thermohardend materiaal dat de vereiste sterkte en stijfheid bezit zodanig dat het publiek goed beveiligd kan worden 30 door de leuningconstructie. Een dergelijk bros materiaal is echter lastig te bevestigen aan de in hun geheel met 4 aangeduide steunen.

In verband met het bevestigen van de steunen 4 aan het leuningelement 1 zijn in dat leuningelement 1 gaten 5 aangebracht waar doorheen zich de schroeven 6 4 uitstrekken. De kop van deze schroeven rust tegen de flens 7 van de steun 4, die verder bestaat uit de poot 8. De schroeven 6 zijn geschroefd in het tegenstuk 3, onder vorming van schroefdraad. Dit tegenstuk 3 kan daartoe bijvoorbeeld bestaan uit een (eventueel gerecycled) thermoplastisch materiaal. De tegenstukken 3 kunnen los zijn opgenomen 5 in het leuningelement. Ook is het echter mogelijk de tegenstukken vast te zetten in het leuningelement, bijvoorbeeld door middel van lijm.

Het in Figuur 1 weergegeven tegenstuk 3 is hol. Zoals weergegeven in figuur 2 kan het tegenstuk 3’ echter ook massief zijn. Bovendien behoeft zich dit niet over de gehele lengte van het leuningelement 1 uit te strekken. Ook hier kan, door het tegenstuk 10 3 ’ uit te voeren en thermoplastisch materiaal, bij het inschroeven van de schroeven 6 telkens een schroefgat in dat tegenstuk 3’ worden gevormd. Wel is het nodig om vooraf de gaten 5 in het leuningelement 1 uit thermohardend materiaal aan te brengen.

Figuur 3 toont een stuk leuning met leuningelement 1 over vrijwel de gehele lengte waarvan zich het holle buisvormig tegenstuk 2 uitstrekt zoals weergegeven in 15 figuur 1. Aan een uiteinde van het leuningelement 1 is de zogenaamde eindstop 9 aangebracht, aan het andere eind het koppeldeel 10 door middel waarvan een verder stuk leuning kan worden aangekoppeld. Door de aanwezigheid van het buisvormige tegenstuk 2 over de gehele lengte van het leuningelement 1 kan op elke gewenste plaats een steun 4 daaraan worden bevestigd.

20 In de variant van Figuur 4 is een stuk leuning weergegeven bestaande uit het leuningelement 1 en een aantal tegenstukken 3’ zoals weergegeven in figuur 2. Tussen deze tegenstukken 3’ strekken zich de afstandstukken 11 uit. De lengte van deze afstandstukkcn 11 is zodanig gekozen dat, in combinatie met dc lengte van dc tegenstukken 3’, deze tegenstukken 3’ telkens komen te liggen tegenover een steun 4 25 waaraan het stuk leuning moet worden bevestigd. Deze onderdelen kunnen in het leuningelement 1 worden aangebracht door deze daarin achtereenvolgens op te nemen, en vervolgens voor te duwen door de volgende elementen. Ook hierbij zijn een eindstop 9 en een koppeldeel 10 voorzien.

De variant van Figuur 5 komt in grote lijnen overeen met die van Figuur 4, met 30 dat verschil dat in plaats van afstandstukken 11, nu trekorganen 12 de koppeling vormen tussen de tegenstukken 3’. Deze tegenstukken 3’ kunnen dus achtereenvolgens in het leuningelement 1 worden getrokken. Daarnaast bevat een dergelijke reeks ook de eindstop 9 en het koppeldeel 10.

5

Lijst van verwijzingstekens 1. Leuningelement 2. Holte in leuningelement 5 3., 3’ Tegenstuk 4. Steun 5. Gat in leuningelement 6. Schroef 7. Flens van steun 10 8. Poot van steun 9. Eindstop 10. Koppeldeel 11. Afstandstuk 12. Trekorgaan 15

Claims

1. Leuningconstructie, zoals voor een brug of trap, omvattende een buisvormig 5 leuningelement (1) waarvan de dwarsdoorsnede is bepaald door een gesloten buiswand die een inwendige holte (2) insluit, alsmede een reeks aan het leuningelement (1) bevestigde steunen (4), waarbij zich in het inwendige van het leuningelement (1) tenminste een tegenstuk (3,3’) bevindt en elke steun (4) door middel van een bevestigingselement (6), dat door de buiswand van het leuningelement (1) steekt, is 10 bevestigd aan een tegenstuk (3,3’), met het kenmerk dat het leuningelement (1) een thermohardend materiaal omvat.

2. Leuningconstructie volgens conclusie 1, waarbij het tegenstuk zich over in wezen de gehele lengte van het leuningelement uitstrekt. 15

3. Leuningconstructie volgens conclusies 1, waarbij een reeks tegenstukken (3’) is voorzien die zich op afstand van elkaar bevinden en waarvan de positie correspondeert met die van een steun (4).

4. Leuningconstructie volgens conclusie 3, waarbij naburige tegenstukken (3’) onderling zijn verbonden door een trckorgaan, zoals een koord (12).

5. Leuningconstructie volgens conclusie 3 of 4, waarbij naburige tegenstukken (3’) onderling zijn verbonden door een drukorgaan (11). 25

6. Leuningconstructie volgens een der voorgaande conclusies, waarbij elk tegenstuk hol is.

7. Leuningconstructie volgens een der conclusies 1-5, waarbij elk tegenstuk (3’) 30 massief is.

8. Leuningconstructie volgens een der voorgaande conclusies, waarbij elk tegenstuk (3,3’) een thermoplastisch materiaal omvat.

9. Leuningconstructie volgens een der voorgaande constructie, waarbij de bevestigingselementen schroeven, zoals houtschroeven (6), omvatten.

10. Leuningconstructie volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het 5 leuningelement (1) een vezelversterking omvat en de vezels in de langsrichting van het leuningelement zijn gericht.

11. Leuningconstructie volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het uitwendige oppervlak van het leuningelement is voorzien van een patroon, zoals een 10 houtprint, of van een kleureffect, zoals van koper, roestvast staal en dergelijke.

12. Brugconstructie, omvattende een brugligger alsmede een aan een langszijde van de brugligger zich uistrekkende leuningconstructie volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de steunen zijn bevestigd aan de bmgligger. 15

13. Trapconstructie, omvattende een reeks treden alsmede een aan tenminste een langszijde van de reeks treden zich uitstrekkende leuningconstructie volgens een der conclusies 1-11, waarbij de steunen zijn bevestigd aan de reeks treden.