NL2001463C1 - Centraal bedienbaar mechanisch rolgordelsysteem voor toepassing in vervoersmiddelen. - Google Patents

Description

- 1 -

CENTRAAL BEDIENBAAR MECHANISCH ROLGORDELSYSTEEM VOOR TOEPASSING IN VERVOERSMIDDELEN

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een 5 systeem omvattende een centraal bedienorgaan en één of meer daarop aangesloten rolgordel eenheden.

De onderhavige uitvinding heeft tevens betrekking op een centraal bedienorgaan dat geschikt is voor toepassing 10 in het systeem, een vloer of vloerdelen dan wel een vervoersmiddel voorzien van een voornoemd systeem, alsmede op een werkwijze om bijvoorbeeld lasten in een dergelijk vervoersmiddel vast te zetten.

15 Een dergelijk systeem is van algemene bekendheid. Het is bekend om met een gedeeltelijk in de vloer, in het dak en/of in de wanden van een transportvoertuig aangebracht rolgordel systeem, lasten of bijvoorbeeld rolstoelen vast te zetten. Het rolgordel systeem omvat één of meer in het 20 dashboard of het dak van het voertuig aangebrachte bedienbare consoles, met daaraan vastgemaakte elektrische bedien- en signaleermiddelen. Door de wand en de vloer van het voertuig lopen vanuit de console elektrische leidingen naar op diverse plaatsen in de vloer aangebrachte voorste 25 rolgordel eenheden. Na het op één van de consoles indrukken van een vrijgaveknop of schakelaar, zorgt een elektrisch signaal via de leidingen voor het aan de rolgordel eenheden signaleren van een vrijgave. Hierna is de rolgordel vrij in en uit de eenheden te bewegen, ten behoeve van het daarmee 30 vastzetten van de lasten. Als de lasten zijn vastgezet, bedient de chauffeur opnieuw een console om een blokkeerknop op de console in te drukken. Hierdoor wordt een elektrisch signaal vanuit de betreffende console via de elektrische leidingen aan de rolgordel eenheden afgegeven, 35 waarna deze de rolgordel blokkeren en als gevolg daarvan - 2 - beweging van de rolgordels onmogelijk wordt, en de lasten vast zitten.

Nadeel van het bekende systeem is dat dergelijke 5 consoles de aanleg van tegen en in de wand en het plafond aan te brengen, en daarin weg te werken, voorzieningen vereist voor elektrische leidingen die de stuur- en drijfsignalen vanuit de console overbrengen. Het uitbreiden van het aantal consoles, teneinde de bediening te 10 vereenvoudigen, leidt tot een nog hogere kostprijs van het voertuig. Bovendien leidt dat tot extra beveiligingskosten die nodig zijn om te voorkomen dat onverhoopt door inzittenden console(s) worden bediend, waardoor de last of bijvoorbeeld de rolstoelen in het voertuig los zouden 15 kunnen raken. Voorts heeft het bekende systeem in het centrale bedienorgaan en in elk van de rolgordel eenheden aan te brengen elektromechanische omzetters die nodig zijn om de voornoemde via de leidingen aangevoerde elektrische signalen om te zetten in dienovereenkomstige 20 stuurbewegingen.

Doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een vereenvoudigd, doch veilig systeem dat gemakkelijk is in te bouwen en minder aanpassingen in het voertuig 25 vergt, alsmede het verschaffen van een dienovereenkomstige werkwijze.

Daartoe heeft het systeem volgens de uitvinding de typische aspecten van conclusie 1, en heeft de werkwijze 30 volgens de uitvinding de typische aspecten van conclusie 10.

Voordeel van de werkwijze en het systeem volgens de uitvinding is dat hierin geen gebruik wordt gemaakt van een 35 in en op de wand, of het plafond, aangebrachte console van - 3 - waaruit verder relatief kwetsbare elektrische leidingen, met name via de wand, naar elk van de rolgordel eenheden lopen. Het centrale bedienorgaan volgens de uitvinding is voorzien van een mechanisch, bij voorkeur bij toepassing in 5 vervoersmiddelen zoals een voertuig, handmatig, bedienbare hefboom die mechanische vrijgavesignalen via betreffende signaalgeleiders overbrengt naar de eveneens mechanisch bediende rolgordel eenheden, zonder dat daar in de stand van de techniek toegepaste elektromechanische omzettingen 10 voor nodig zijn. Dit vereenvoudigt niet alleen het systeem volgens de uitvinding, en reduceert de kostprijs ervan, maar leidt bovendien tot een betrouwbare volledig mechanische uitvoering en een minder storingsgevoelige werking van het systeem volgens de uitvinding.

15

In een uitvoeringsvorm van het bij voorkeur in transportmiddelen op te nemen systeem volgens de uitvinding zijn de mechanische signaalgeleiders gangbare en meer bij voorkeur veilig slechts in of onder de vloer van het 20 transportmiddel weg te werken Bowden kabels.

De uitvinding betreft verder een vloer of onderling koppelbare vloerdelen van een vliegtuig, schip, vrachtwagen, trekker, oplegger of andersoortig 25 vervoersmiddel, voorzien van het systeem volgens de uitvinding. Het systeem is, zoals hierna nader zal worden toegelicht, bij uitstek geschikt om in holtes of sleuven, die meestal al in de voorgefabriceerde vloer zijn aangebracht, te worden geïntegreerd.

30

Thans zullen met name het systeem en de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van de onderstaande figuren, waarin overeenkomstige onderdelen van dezelfde verwijzingscijfers 35 zijn voorzien. Daarbij toont: - 4 -

Figuur 1 een mogelijke uitvoeringsvorm van het systeem volgens de uitvinding;

Figuur 2 een uiteengenomen voorstelling van een centraal bedienorgaan volgens de uitvinding uit het systeem 5 van figuur 1;

Figuur 3 het geassembleerde centrale bedienorgaan uit figuur 2;

Figuur 4 een rolgordel eenheid uit het systeem van figuur 1; en 10 Figuur 5 een uit vloerdelen opgebouwde vloer, waarin meerdere systemen uit figuur 1 zijn ingebouwd.

Figuur 1 toont een systeem 1 met behulp waarvan door bediening van een centraal bedienorgaan 2 één of meer 15 daarop aangesloten rolgordel eenheden 3 kunnen worden ontgrendeld, respectievelijk vergrendeld. Na centrale ontgrendeling door het in één positie brengen c.q. omhalen van een hefboom 4 in het bedienorgaan 2 worden door vrijgavesignalen, in de eenheden 3 opgenomen rolgordels 5 20 vrijgegeven en kunnen deze worden uitgetrokken. Het systeem 1 bevat daartoe tussen het bedienorgaan 2 en de verschillende rolgordel eenheden 3 aangebrachte mechanische signaalgeleiders 6. De na centrale ontgrendeling of vrijgave vrij beweegbare rolgordels 5 of veiligheidsriemen 25 kunnen dan om een niet in de figuren weergegeven last of bijvoorbeeld om een rolstoel of invalidewagentje worden geslagen of gehaakt. Het centrale bedienorgaan 2 is verder voorzien van een blokkeermechaniek 7, dat is ingericht om de door de hefboom 4 opgewekte en via de signaalgeleiders 6 30 aan de eenheden 3 verschafte vrijgavesignalen te handhaven, totdat door bediening van het blokkeermechaniek 7 via de signaalgeleiders 6 blokkeersignalen via de geleiders 6 aan de rolgordel eenheden 3 worden toegevoerd. In dat geval zijn de rolgordels 5 niet langer uit te trekken en is de 35 last tegen onverhoedse bewegingen geborgd.

- 5 -

De figuren 2, 3 en 4 tonen detail uitvoeringen van respectievelijk het centrale bedienorgaan 2 en de rolgordel eenheden 3. Het in de figuren 2 en 3 weergegeven bedienorgaan 2 toont de hefboom 4 die is uitgevoerd als een 5 om een hefboom as 8 beweegbare hefboom 4. Bij het zwenken van de hefboom 4 om de as 8 wordt tevens een om de as 8 kantelbare trekplaat 9 verplaatst. In een mogelijke uitvoeringsvorm van de mechanische signaalgeleiders waarin deze zijn uitgevoerd met gangbare Bowden kabels 6 zijn de 10 verschillende in de kabel verplaatsbare kernen of binnendraden 10 in respectieve openingen 11 in de plaat 9 gehaakt. Het buitenste gedeelte 12 van de kabel 6 is in openingen in een vast opgestelde houdplaat 13 gehaakt. Het omhalen van de hefboom 4 verplaatst de binnendraad 10 ten 15 opzichte van het buitenste gedeelte 12 van de aldus parallel geschakelde Bowden kabels 6.

De andere uiteinden van die kabels 6 zijn op de in figuur 4 weergegeven gedeeltelijk op gangbare wijze uitgevoerde rolgordel houders of eenheden 3 aangesloten.

20 Daar is het buitenste gedeelte 12 in een opening van een vast opgestelde plaat 14 gehaakt en is dit uiteinde van de binnendraad 10 in een opening van een veerbelast scharnierend beweegbaar element 15 gehaakt. Het element 15 is gekoppeld met een verder op zich bekend mechanisch 25 werkend vergrendeling- en ontgrendeling mechaniek voor rolgordel houders en wordt daarom hier niet verder toegelicht.

De om de as 8 verdraaibare trekplaat 9 van het centrale bedienorgaan 2 is voorzien van een hier ringvormig 30 gedeelte 16, dat een inkeping 17 heeft. Het veerbelaste blokkeermechaniek 7 is van een uitsteeksel 18 voorzien, dat tijdens het handhaven van de vrijgavesignalen in de inkeping 17 valt. Daartoe is het blokkeermechaniek 7 uitgevoerd met een om een as 19 beweegbaar veerbelast 35 drukorgaan 20 (figuur 3). Bij het in de figuren gezien - 6 - omhoog bewegen van de hefboom 4 en het dienovereenkomstig verdraaien van de trekplaat 9 valt het uitsteeksel 18 van het veerbelaste mechaniek 7 in de inkeping 17 en voorkomt zo dat bij het terugzwenken van de hefboom 4 de trekplaat 9 5 en de daarin vastzittende binnendraden 10 van de Bowden kabels 6 terug bewegen. Als na het vastmaken van de last het drukorgaan 20 wordt ingedrukt, wordt het uitsteeksel 18 uit de inkeping 17 gedrukt en bewegen de trekplaat 9 en de binnendraden 10 van de kabels 6 terug, onder invloed van de 10 veerbelaste elementen 15 in de eenheden 3. Als gevolg daarvan worden de rolgordels 5 geblokkeerd. Daardoor blijven dus de vrijgave signalen voor de rolgordel eenheden 3 gehandhaafd, totdat door bediening van het blokkeermechaniek 7 via de signaalgeleiders 6 de 15 blokkeersignalen aan de rolgordel eenheden 3 worden toegevoerd.

Figuur 5 toont een uit mogelijk koppelbare vloerdelen 21 opgebouwde of als één geheel vervaardigde vloer 22, waarin meerdere systemen 1 zijn ingebouwd. In het geval van 20 toepassing van het systeem 1 in de vloer 22 van een vervoersmiddel, zoals een vliegtuig, schip, vrachtwagen, bestelauto, trekker, oplegger of andersoortig vervoersmiddel of transportvoertuig is het van voordeel om het uiteinde van de hefboom 4 en het drukorgaan 20, zoals 25 ook is getoond in de figuren 1-4, in niet gebruikte toestand vlak met de vloer 22 te laten lopen. Lasten kunnen dan ongehinderd over de vloer 22 worden geschoven, en uit de vloer 22 steken dan geen obstakels waarover de chauffeur kan struikelen. Ook kunnen rolstoelen dan ongehinderd over 30 de vlakke vloer heen en weer worden gereden. In holtes die in de vloer(delen) zijn aangebracht zijn verschillende bedienorganen 2 met de bij elk daarvan behorende rolgordel eenheden 3 gemonteerd. De kabels 6 kunnen zonder noodzakelijke aanpassingen aan het interieur van een 35 eventueel reeds bestaand voertuig onder de losse vloer 21, - 7 - 22 of in daarin aanwezige goten lopen. De met de hand omhoog of met de voet in te drukken vlakke bovenkanten van de hefboom 4 en het blokkeermechaniek 7 lopen, als het bedienorgaan 2 in de vloer 21, 22 is verzonken, vlak met 5 diens bovenoppervlak.

Bij wijze van alternatief kunnen de mechanische signaalgeleiders 6 draai- in plaats van de hierboven expliciet toegelichte Bowden kabels 6 of algemener geformuleerd, transleermiddelen, omvatten. Ook is het 10 mogelijk om beweegbare stangen, of beweegbare geleide draden te gebruiken in plaats van Bowden kabels. In het algemeen zijn de mechanische signaalgeleiders 6 uitgevoerd als tweewaardige mechanische signalen geleidende signaalgeleiders omdat zij slechts, óf informatie omtrent 15 het geblokkeerd zijn, óf informatie omtrent het gedeblokkeerd zijn van de rolgordels 5 in de eenheden 3, hoeven door te geven.

Claims (10)

1. Systeem omvattende een centraal bedienorgaan en één of meer daarop aangesloten rolgordel eenheden, met het 5 kenmerk dat het systeem tussen het bedienorgaan en de rolgordel eenheden aangebrachte mechanische signaalgeleiders omvat; en het centrale bedienorgaan is voorzien van een blokkeermechaniek en een met het blokkeermechaniek en met de signaalgeleiders gekoppelde 10 hefboom die in één positie mechanische vrijgavesignalen via de signaalgeleiders aan de rolgordel eenheden toevoert, en waarbij het blokkeermechaniek is ingericht om de vrijgavesignalen te handhaven totdat door bediening van het blokkeermechaniek via de signaalgeleiders blokkeersignalen 15 aan de rolgordel eenheden worden toegevoerd.

2. Systeem volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de mechanische signaalgeleiders zijn uitgevoerd als tweewaardige mechanische signalen geleidende 20 signaalgeleiders.

3. Systeem volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de mechanische signaalgeleiders draai- of transleermiddelen omvatten, die bijvoorbeeld zijn 25 uitgevoerd met beweegbare stangen of kabels, zoals met Bowden kabels.

4. Systeem volgens één van de conclusies 1-3, met het kenmerk dat de hefboom als een om een as beweegbare hefboom 30 is uitgevoerd.

5. Systeem volgens conclusie 4, met het kenmerk dat de hefboom as is voorzien van een inkeping en het blokkeermechaniek van een uitsteeksel is voorzien dat 35 tijdens het handhaven van de vrijgavesignalen in de - 9 - inkeping valt.

6. Systeem volgens conclusie 5, met het kenmerk dat het blokkeermechaniek als een om een as beweegbaar 5 mechaniek is uitgevoerd dat van een, het blokkeermechaniek bedienend, veerbelast drukorgaan is voorzien.

7. Centraal bedienorgaan geschikt voor toepassing in het systeem volgens één van de conclusies 1-6, waarin het 10 centrale bedienorgaan via mechanische signaalgeleiders is aangesloten op één of meer rolgordel eenheden, en het centrale bedienorgaan is voorzien van een blokkeermechaniek en een met het blokkeermechaniek en met de signaalgeleiders gekoppelde hefboom die in één positie mechanische 15 vrijgavesignalen via de signaalgeleiders aan de rolgordel eenheden toevoert, en waarbij het blokkeermechaniek is ingericht om de vrijgavesignalen te handhaven totdat door bediening van het blokkeermechaniek via de signaalgeleiders blokkeersignalen aan de rolgordel eenheden worden 20 toegevoerd.

8. Vloer of vloerdelen van een vervoersmiddel, zoals een vliegtuig, schip, vrachtwagen, trekker, oplegger of andersoortig vervoersmiddel, voorzien van het systeem 25 volgens één van de conclusies 1-6.

9. Vervoersmiddel, zoals een transportvoertuig of bestelauto voorzien van een vloer of koppelbare vloerdelen volgens conclusie 8. 30

10. Werkwijze waarbij van een, in een vloer of vloerdelen van een vervoersmiddel geïntegreerd, systeem een hefboom die is opgenomen in een centraal bedienorgaan, in één positie wordt gebracht, waardoor via mechanische 35 signaalgevers met het centrale bedienorgaan gekoppelde - 10 - rolgordel eenheden worden vrijgegeven en daarin aangebrachte rolgordels vrij beweegbaar aan bijvoorbeeld een last of rolstoelen kunnen worden vastgemaakt, waarna door het bedienen van een in het centrale bedienorgaan 5 opgenomen blokkeermechaniek via de mechanische signaalgeleiders blokkeersignalen aan de rolgordel eenheden worden toegevoerd, waardoor beweging van de rolgordels wordt geblokkeerd.