NL2001444C2 - Stroomverwerkingsinrichting en opslaginrichting. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Stroomverwerkingsinrichting en opslaginrichting.

De uitvinding heeft betrekking op een stroomgegevensbesturingsmoduul voor het registreren en reproduceren van stroomgegevens, zoals beeld en muziek, voor opslaginrich-tingen, zoals een harde-schijfstation en een halfgeleiderflitsgeheugen. Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een techniek, die in staat is om op eenvoudige, veilige en 5 goedkope wijze de stroomgegevens te registreren en te reproduceren.

Een harde-schijfstation (HDD), dat als randapparatuur van een persoonlijke computer (PC) dient en als een opslaginrichting wordt gebruikt voor het opslaan van een besturingssysteem (OS), een toepassingsprogramma, door een gebruiker geprepareerde tekstgegevens en dergelijke, werd toegepast als opslagmiddel van stroomgegevens, zoals beeld en 10 stemgeluid in verschillende consument-georiënteerde digitale inrichtingen, zoals een HDD-recorder, een opzetkast (STB) en een videocamera.

Verder is als andere opslaginrichting, in het bijzonder in draagbare digitale inrichtingen, zoals een cellulaire telefoon en een mobiele spelcomputer, een halfgeleiderflitsgeheugen, dat een uitstekende stootweerstand en een laag energieverbruik heeft, in gebruik ge-15 raakt, omdat daarin geen mechanische structuur, zoals die in de HDD, is verschaft.

De configuratie en werking van een HDD-recorder 91, die een digitale inrichting is, waarin een toepassing van de HDD snel werd ontwikkeld, zullen hier onder verwijzing naar fig. 9 worden beschreven. Fig. 9 is een configuratiediagram, dat de configuratie van de conventionele HDD-recorder 91, die de stroomgegevens registreert en reproduceert, toont.

20 De HDD-recorder 91 bevat een een hoofdprocessormiddel vormende digitale af- stemeenheid 22, een demultiplexer 23, een stroomfilter 24, een au-dio/video(A/V)decodeereenheid 25, een centrale hoofdprocessoreenheid (CPU) 27, een geheugen 28, een geavanceerde-technologiekoppeling (ATA) l/F 32, en een een gegevensop-slagmiddel vormende HDD 29.

25 De digitale afstemeenheid 22, de demultiplexer 23, het stroomfilter 24, de A/V-deco- deereenheid 25, de hoofd CPU 27, het geheugen 28 en de ATA l/F 32 zijn via een algemene bus 26 met elkaar verbonden en noodzakelijke commando's en verschillende gegevens kunnen via de bus 26 worden uitgewisseld. De hoofd CPU 27 correspondeert met een microprocessor, die een OS uitvoert voor het besturen en beheren van een invoer- en uitvoer(l/0)werking met 30 betrekking tot een antenne, een weergave-inrichting, zoals een plasmatelevisie, een luidspreker en de HDD 29 en een gebruiksbron van het geheugen 28, dat toepassingsprogramma's van een waarnemer, een grafische gebruikerkoppeling (GUI) en dergelijke uitvoert. Het geheugen 2001444- -2- 28 wordt ook gebruikt als een werkgeheugen voor het OS en de toepassingsprogramma's en een buffergeheugen voor de verschillende gegevens.

Het stroomfilter 24 bestuurt een stroming van de stroomgegevens in overeenstemming met de bewerkingen, zoals onttrekking van gewenste inhoud aan de stroomgegevens, het 5 bekijken van de inhouden in de HDD-recorder 91 en het registreren en reproduceren van de inhouden.

Wanneer de door de antenne ontvangen digitale gegevensverspreidingsinhouden dienen te worden bekeken in de HDD-recorder 91, wordt overigens de codering van een door de digitale afstemeenheid 22 afgegeven transportstroom (TS) gecompenseerd door de demulti-10 plexer 23, en wordt vervolgens een doelprogrammainhoud of -dienst geselecteerd door het stroomfilter 24 en daarna naar de A/V-decodeereenheid 25 geleid.

Daarna wordt in de A/V-decodeereenheid 25 de decodering uitgevoerd volgens een coderingsmethode van het als de TS geleverde gecomprimeerde digitale gegevens, bijvoorbeeld de bewegend-beeld expertsgroep (MPEG)-2, de MEPG-4 en de geavanceerde audioco-15 dering (ACC), en worden de gedecodeerde gegevens aan de weergave-inrichting en de luidspreker afgegeven.

Wanneer de ontvangen digitale gegevensverspreidingsinhouden dienen te worden geregistreerd, buffert de hoofd CPU 27 in hoofdzaak de door het stroomfilter 24 afgegeven TS tijdelijk in het geheugen 28 via de algemene bus 26. Wanneer een voorafbepaalde hoeveelheid 20 stroomgegevens is gebufferd, worden daarna de stroomgegevens uit het geheugen 28 gelezen door de hoofd CPU 27, en worden de stroomgegevens via de ATA l/F 32 in de HDD 29 opgeslagen, terwijl op sequentiële wijze registratieposities in de HDD 29 worden bepaald.

Wanneer anderzijds de opgeslagen stroomgegevens dienen te worden gereproduceerd, leest de hoofd CPU 27 in hoofdzaak gewenste stroomgegevens op sequentiële wijze uit 25 de HDD 29 via de ATA l/F 32 en buffert de hoofd CPU 27 de stroomgegevens in het geheugen 28. Wanneer een voorafbepaalde hoeveelheid stroomgegevens is gebufferd, worden daarna de stroomgegevens door de hoofd CPU 27 uit het geheugen 28 gelezen in overeenstemming met een bitsnelheid daarvan, bijvoorbeeld 20 Mbps, en worden deze stroomgegevens vervolgens via het stroomfilter 24 naar de A/V-decodeereenheid 25 geleid.

30 Als alternatief kan de reproductie worden uitgevoerd door middel van het sequentieel uitlezen van de gewenste stroomgegevens uit de HDD 29 via de ATA l/F 32 in overeenstemming met de bitsnelheid daarvan, en het geleiden van de stroomgegevens naar de A/V-decodeereenheid 25 vanaf het stroomfilter 24 via het geheugen 28.

In de hierboven vermelde conventionele HDD-recorder 91 is het mogelijk om de ande-35 re stroomgegevens, die reeds zijn geregistreerd, te reproduceren, terwijl de stroomgegevens van de ontvangen inhoud in de HDD 29 worden geregistreerd, en is het ook mogelijk om tegelijkertijd gegevensbewerking, die niet aan de stroomgegevens is gerelateerd, uit te voeren, zo- -3- als het bekijken van een in de HDD 29 opgeslagen foto en het bijwerken van programmainfor-matie, terwijl een met de stroomgegevens gerelateerd proces wordt uitgevoerd.

Met betrekking tot het registreren en reproduceren van de stroomgegevens in een HDD, zoals de hierboven vermelde HDD-recorder 91, is verder een techniek voor het optimali-5 seren van een overdrachtssnelheid, beschreven in Japanse octrooiaanvrage publicatie nr. 2006-85243 (octrooidocument 1) beschreven.

Hoewel de overdrachtssnelheid in de techniek van octrooidocument 1 is geoptimaliseerd, dienen de stroomgegevens echter nauwgezet te worden geregistreerd in de HDD 29 onder gebruikmaking van de algemene bus 26, waarvan de frequentieband niet wordt gewaar-10 borgd, en dienen de stroomgegevens uit de HDD 29 te worden gelezen in overeenstemming met de bitsnelheid en te worden overgedragen aan de A/V-decodeereenheid 25. Het is daarom noodzakelijk om een geavanceerde l/O-besturing in de hoofd CPU 27 uit te voeren. Dienovereenkomstig treedt het probleem op, dat een bewerkingsbelasting van de hoofd CPU 27 wordt verhoogd.

15 Voor de oplossing van het hierboven vermelde probleem openbaart bijvoorbeeld de

Japanse octrooiaanvrage publicatie nr. 08-195031 (octrooidocument 2) een harde-schijfinrich-ting. In deze harde-schijfinrichting zijn een koppeling, die alleen de op en vanaf de harde-schijfinrichting te registreren/te reproduceren gegevens invoert en uitvoert, en een koppeling, die de commando's en adressen anders dan de gegevens invoert en uitvoert, afzonderlijk ver-20 schaft.

Aangezien het in de in octrooidocument 2 beschreven configuratie onmogelijk is om gelijktijdig de stroomgegevens en de andere gegevens in te voeren en uit te voeren, bestaat er echter het probleem, dat het onmogelijk is om gelijktijdig de bewerkingen van het registeren van de stroomgegevens op de harde-schijfinrichting en het lezen van de fotogegevens en het 25 schrijven van de programma-informatie gelijktijdig uit te voeren, en dat het verder onmogelijk is om gelijktijdig de bewerkingen van het registreren van de stroomgegevens en het registreren van meta-informatie, zoals een met de stroomgegevens verbonden tijdstempel, gelijktijdig uit te voeren.

Verder is de HDD-recorder in recente jaren verder geavanceerd.. Door het verschaffen 30 van een aantal digitale afstemeenheden of een netwerk l/F, zal het bijvoorbeeld mogelijk worden om altijd de stroomgegevens van alle ontvangen inhouden in de HDD te registreren, de andere stroomgegevens in de HDD te registreren terwijl één stroomgegeven wordt bekeken, en de in de HDD opgeslagen stroomgegevens aan de andere digitale inrichting via een netwerk af te leveren, terwijl deze bewerkingen worden uitgevoerd.

35 Zoals hierboven is vermeld, is het zelfs onder de voorwaarde, dat de I/O op een op- slaginrichting, zoals de HDD of de netwerk l/F, is geconcentreerd, noodzakelijk om de bitsnelheid van elk van de stroomgegevens te waarborgen en om verder het lezen en schrijven van -4- niet-stroomgegevens mogelijk te maken. Daardoor wordt een belasting van de hoofd CPU, gerelateerd aan het l/O-proces, groter en groter.

Als één werkwijze voor het oplossen van het probleem kan een werkwijze van het vergroten van de frequentieband van de bus en de buffergeheugenkwantiteit of het introduceren 5 van een sterk specifieke CPU, waarop een aantal processorkernen zijn gemonteerd, worden beschouwd. Aangezien een dergelijke werkwijze een toename van onderdeelkosten, energieverbruik en warmte-opwekkende energie en een toename van manuren voor ontwerp en inspectie veroorzaakt, is het echter geen tegenmaatregel, die de voorkeur verdient voor de con-sument-georiënteerde digitale inrichting.

10 Anderzijds is het in een digitale inrichting, zoals de HDD-recorder 91 (fig. 9), die de in- houden van de digitale gegevensverspreiding behandelt, noodzakelijk om voor het afleveren van de stroomgegevens van een betaalde inhoud op een zogenoemde gebruikertoegangsbus, zoals de algemene bus 26 of de ATA l/F 32 volgens een standaard van een associatie van ra-dio-industrieën en bedrijven (ARIB) noodzakelijk om de gegevens te vercijferen om een onge-15 autoriseerd gebruik te voorkomen.

Voor dit doel wordt het hoofdprocessormiddel, behoudens het geheugen 28, uitgevoerd door één specifieke LSI (een toepassing-specifieke geïntegreerde schakeling (ASIC)) om te voorkomen, dat de algemene bus 36 gemakkelijk wordt opgespoord en ook wordt de ASIC, die is voorzien van een vercijferings/ontcijferingsproces in de ATA l/F 32, vervaardigd. Aange-20 zien de hierboven vermelde ASIC is ingericht om veel functies te versterken, is een chipom-vang daarvan groot en aangezien deze als hardware is gevormd, is het niet eenvoudig om de functies op maat te maken en is de ASIC zeer kostbaar.

Het is dienovereenkomstig een doel van de uitvinding om een stroomgegevensbestu-ringsmoduul te verschaffen, dat in staat is een functie-uitbreiding van een digitale inrichting, die 25 is voorzien van een opslaginrichting, zoals een HDD of een halfgeleiderflitsgeheugen, te verkrijgen en in staat is op eenvoudige,veilige en goedkope wijze het registreren en reproduceren van stroomgegevens op en vanaf de opslaginrichting tot stand te brengen.

De bovenstaande en andere doelen en nieuwe kenmerken van de uitvinding zullen duidelijk worden uit de beschrijving en de bijgaande tekeningen.

30 De hierin geopenbaarde typische uitvindingen zullen kort als volgt worden beschreven.

Bijvoorbeeld verschaft de uitvinding een stroomverwerkingsinrichting, die wederzijds gegevens, die stroomgegevens en niet-stroomgegevens bevatten, overdraagt tussen een hoofdprocessormiddel en een opslagmiddel, dat de gegevens opslaat, omvattende: een eerste koppelingseenheid, die de stroomgegevens invoert in en afgeeft vanaf het hoofdproces-35 sormiddel; een tweede koppelingseenheid, die de niet-stroomgegevens invoert in en afgeeft vanaf het hoofdprocessormiddel; een derde koppelingseenheid, die de stroomgegevens en de niet-stroomgegevens invoert in en afgeeft vanaf het hoofdprocessormiddel; een meta-in- -5- formatie onttrekkende eenheid, die meta-informatie aan een kopgedeelte van de vanaf de eerste koppelingseenheid ingevoerde stroomgegevens onttrekt; een geheugeneenheid, die de over te dragen stroomgegevens en niet-stroomgegevens buffert; en een besturingseenheid, die de stroomgegevens via de eerste koppelingseenheid en de derde koppelingseen-5 heid overdraagt, waarin de besturingseenheid omvat: een stroomrangschikkingsbeheereen-heid, die een opslagpositie van de stroomgegevens en de meta-informatie in het opslagmid-del bepaalt en beheert; een planningseenheid, die een overdrachtsvolgorde van de over te dragen stroomgegevens en niet-stroomgegevens bestuurt; en een commandoverwerkings-eenheid, die een door het hoofdprocessormiddel afgegeven stuurcommando interpreteert.

10 De door typische aspecten van de uitvinding verkregen effecten zullen hieronder kort worden beschreven.

Door middel van het volgens de uitvinding toevoegen van een stroomgegevensbe-sturingsmoduul aan de digitale inrichting en de opslaginrichting, is een eenvoudige comman-dokoppeling aan de hoofd CPU verschaft, en is het mogelijk om de hoofd CPU te bevrijden 15 van een l/O-proces van de stroomgegevens naar de opslaginrichting.

Als gevolg hiervan is het mogelijk om de voor de verkoper van de digitale inrichting unieke functie extra te monteren, zelfs in de hoofd CPU, die dezelfde specificaties heeft als die van de conventionele CPU, en is het ook mogelijk om een CPU te vervangen door een goedkope hoofd CPU, die lagere specificaties heeft. Het is daardoor mogelijk om de functie-20 verbetering tot stand te brengen, terwijl een toename van kosten van de digitale inrichting worden onderdrukt.

Aangezien het stroomgegevensbesturingsmoduul is voorzien van de koppeling, die de stroomgegevens direct zonder tussenkomst van de algemene bus kan invoeren en uitvoeren, is het mogelijk om de stroomgegevens veiliger af te handelen.

25 Volgens de uitvinding kan het stroomgegevensbesturingsmoduul verder de stroomge gevens vercijferen, omdat dit moduul is voorzien van het codebewerkingsmiddel. Dienovereenkomstig kunnen de inhouden met copyright veilig worden overgedragen aan/vanaf de opslaginrichting.

Aangezien het stroomgegevensbesturingsmoduul volgens de uitvinding is voorzien 30 van een aantal eerste koppelingsmiddelen, die de stroomgegevens exclusief kunnen invoeren en uitvoeren, kan het stroomgegevensbesturingsmoduul verder verbonden zijn met een aantal toevoerbestemmingen van de stroomgegevens (bijvoorbeeld, de A/V-decodeereenheid en de netwerk l/F) en een aantal toevoerbronnen van de stroomgegevens (bijvoorbeeld, de digitale afstemeenheid en de netwerk l/F), en kan de functie-uitbreiding eenvoudig worden bereikt.

35 Fig. 1 is een configuratiediagram, dat de configuratie van een stroomgegevensbestu ringsmoduul volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding toont; -6- fig. 2 is een configuratiediagram, dat de configuratie van een digitale inrichting, waaraan het stroomgegevensbesturingsmoduul is toegevoegd, volgens de eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding toont; fig. 3 is een diagram, dat de configuratie van een HDD-recorder, die een HDD met 5 streamingwerkwijze, waaraan het stroomgegevensbesturingsmoduul is toegevoegd, verschaft, volgens de eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding toont; fig. 4 is een diagram, dat de configuratie van een cellulaire telefoon met een functie van het ontvangen, registreren en reproduceren van de één-segmentgegevensverspreiding, waaraan het stroomgegevensbesturingsmoduul is toegevoegd, volgens de eerste uitvoerings-10 vorm van de uitvinding toont; fig. 5 is een configuratiediagram, dat de configuratie van een stroomgegevensbesturingsmoduul volgens een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding toont; fig. 6 is een configuratiediagram, dat de configuratie van een stroomgegevensbesturingsmoduul volgens een derde uitvoeringsvorm van de uitvinding toont; 15 fig. 7 is een configuratiediagram, dat de configuratie van een digitale inrichting, waar aan het stroomgegevensbesturingsmoduul is toegevoegd, volgens de derde uitvoeringsvorm van de uitvinding toont; fig. 8 is een diagram, dat de configuratie van een HDD-recorder, die een HDD met streamingwerkwijze, waaraan het stroomgegevensbesturingsmoduul is toegevoegd, verschaft, 20 volgens de derde uitvoeringsvorm van de uitvinding toont; fig. 9 is een configuratiediagram, dat de configuratie van een conventionele HDD-recorder, die de stroomgegevens registreert en reproduceert, toont.

Hierna zullen uitvoeringsvormen van de uitvinding in detail worden beschreven onder verwijzing naar de bijgaande tekeningen. Opgemerkt wordt, dat componenten met de-25 zelfde functie door middel van dezelfde verwijzingscijfers in de verschillende tekeningen voor het beschrijven van de uitvoeringsvorm zijn aangeduid en dat de herhaalde beschrijving daarvan zal worden weggelaten.

(Eerste uitvoeringsvorm)

De configuratie van een stroomgegevensbesturingsmoduul volgens een eerste uit-30 voeringsvorm van de uitvinding zal worden beschreven onder verwijzing naar fig. 1. Fig. 1 is een configuratiediagram, dat de configuratie van het stroomgegevensbesturingsmoduul volgens de eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding toont.

In fig. 1 is een stroomgegevensbesturingsmoduul 1 aangebracht tussen een hoofd-processormiddel en een gegevensopslagmiddel. Als alternatief kan het stroomgegevensbestu-35 ringsmoduul 1 zijn ingericht om een deel van het hoofdprocessormiddel of een deel van het gegevensopslagmiddel te vormen.

-7-

Het hiergenoemde hoofdprocessormiddel is een digitale inrichting, bijvoorbeeld, een persoonlijke computer (PC), een HDD-recorder, een HDD-videorecorder, een cellulaire telefoon, een draagbare geluidsspeler, een surveillancecamera of dergelijke.

Verder is het gegevensopslagmiddel een opslag inrichting voor het registreren van ge-5 bruikergegevens, zoals beeld, muziek, foto's, tekst en dergelijke, behandeld door elk van de digitale inrichtingen, een gebruikshoeveelheid van een CPU en een in de digitale inrichting verschaft geheugen, een OS-beheer en l/O-bewerking, een toepassingsprogramma, zoals een viewer of een GUI, en met de gebruikergegevens verbonden metagegevens. Meer in het bijzonder is het gegevensopslagmiddel bijvoorbeeld een magnetische schijf, zoals de HDD, een 10 magneto-optische schijf, zoals een digitale veelzijdige schijf (DVD) of een Blu-Ray schijf, een halfgeleiderflitsgeheugen, zoals een SD-geheugenkaart.

Het stroomgegevensbesturingsmoduul 1 bevat een stroom l/F eenheid 2, die correspondeert met een eerste koppelingsmiddel, een niet-stroom l/F eenheid 3, die correspondeert met een tweede koppelingsmiddel, een meta-informatieonttrekkingseenheid 4, die correspon-15 deert met een meta-informatieonttrekkingsmiddel, een stuureenheid 5, die correspondeert met een stuurmiddel, een buffergeheugen 6, en een met een derde koppelingsmiddel corresponderende inrichting l/F eenheid 7.

De stroom l/F eenheid 2 verschaft een koppeling voor het gelijktijdig invoeren en uitvoeren van een aantal stroomgegevens, zoals beeld en muziek, in en vanaf het hoofdproces-20 sormiddel, en de eenheid draagt de stroomgegevens, die door de stuureenheid 5 in overeenstemming met elke bitsnelheid, bijvoorbeeld 20 Mbps of 128 kbps, zijn afgegeven, aan het hoofdprocessormiddel over en draagt ook de door het hoofdprocessormiddel afgeleverde stroomgegevens over aan de meta-informatieonttrekkingseenheid 4 en de stuureenheid 5.

Een concrete specificatie van de stroom l/F eenheid 2 is een parallelle koppeling, die 25 TS of programmastroom (PS), gecomprimeerde digitale gegevens van een TS-type met tijd-stempel per 8 bits invoert en uitvoert of een seriële koppeling, die hetzelfde per 1 bit invoert en uitvoert.

De niet-stroom l/F eenheid 3 verschaft een koppeling voor het invoeren en uitvoeren van niet-stroomgegevens anders dan de stroomgegevens, zoals foto's en tekstgegevens, en 30 verder een stuurcommando, dat een adres bevat voor het registreren van de foto en de tekstgegevens in het gegevensopslagmiddel, in en vanaf het hoofdprocessormiddel, en draagt de door de stuureenheid 5 afgegeven niet-stroomgegevens over aan het hoofdprocessormiddel en draagt de door het hoofdprocessormiddel afgeleverde niet-stroomgegevens over aan de stuureenheid 5.

35 Een concrete specificatie van de niet-stroom l/F eenheid 3 is een algemene bus, zoals een ATA, consumentelektronica ATA (CE-ΑΤΑ) die een op een ingebouwde inrichting gerichte ATA is, een universele seriële bus (USB), een randcomponentverbinding (PCI) of dergelijke.

-8-

De meta-informatieonttrekkingseenheid 4 analyseert een aan de door de stroom l/F eenheid 2 afgegeven stroomgegevens toegevoegd kopgedeelte en genereert meta-informatie-gegevens, waaronder een type (stemgeluid, beeld of dergelijke) van de stroomgegevens, tijd-stempelinformatie van het frame, het aantal bits per frame en dergelijke. De meta-informatie-5 gegevens worden door de stuureenheid 5 gebruikt in het geval van het produceren van de in het gegevensopslagmiddel geregistreerde stroomgegevens, in het bijzonder in het geval van het uitvoeren van een speciale reproductie, zoals snel voorwaarts spoelen of terugspoelen.

Het buffergeheugen 6 is een geheugen, dat de stroomgegevens, de niet-stroomge-gevens en de meta-informatiegegevens tijdelijk opslaat.

10 De inrichting l/F eenheid 7 verschaft een koppeling, die de stroomgegevens, de niet- stroomgegevens en de meta-informatiegegevens invoert in en uitvoert vanaf het gegevensopslagmiddel, en draagt de verschillende door de stuureenheid 5 afgegeven gegevens over aan het gegevensopslagmiddel en draagt de verschillende in het gegevensopslagmiddel opgeslagen gegevens over aan de stuureenheid 5.

15 Een concrete specificatie van de inrichting l/F eenheid 7 verandert afhankelijk van het formaat van het gegevensopslagmiddel en is bijvoorbeeld een parallelle ATA of een seriële ATA in het geval van de HDD en een SD-kaart l/F in het geval van het SD-geheugen. Verder kan het de USB, IEEE (the Institute of Electrical and Electronics Engineers, Inc.) 1394 of dergelijke zijn.

20 De stuureenheid 5 beheert de met de werking van het stroomgegevensbesturingsmo- duul 1 verbonden informatie en voert de bewerkingen op basis van de informatie uit. De stuureenheid 5 bevat ook een stroomrangschikkingsbeheereenheid 8, die met een stroomrang-schikkingsbeheermiddel correspondeert, een planningseenheid 9, die met een planningsmiddel correspondeert, en een commandoverwerkingseenheid 10, die met een commandoverwer- 25 kingsmiddel correspondeert.

De stroomrangschikkingsbeheereenheid 8 is een aan de stroomgegevens gerelateerd bestandssysteem en wordt gebruikt voor het bijwerken en beheren van een vrije ruimte (een gebruikte ruimte) van het gegevensopslagmiddel en kenmerkinformatie, zoals een naam, een toegangsdatum en -tijd en dergelijke van de geregistreerde stroomgegevens en meta-informa- 30 tiegegevens, het bepalen van een opslagbestemmingsadres voor het registreren van de stroomgegevens en de meta-informatiegegevens in het gegevensopslagmiddel, en het specificeren van een opslagpositie van de geregistreerde gegevens.

In het stroomgegevensbesturingsmoduul 1 volgens de huidige uitvoeringsvorm, voert het hoofdprocessormiddei het gegevensrangschikkingsbeheer van de niet-stroomgegevens uit.

35 De stroomrangschikkingsbeheereenheid 8 kan een opslagmethode van de stroomge gevens veranderen volgens het kenmerk van het gegevensopslagmiddel. In bijvoorbeeld het geval, waarin het gegevensopslagmiddel de HDD is, wordt een leessnelheid van de alleen in -9- een binnenste randgedeelte van de schijf geregistreerde gegevens tot eenderde tot eenvijfde van een leessnelheid van de alleen in een buitenste randgedeelte geregistreerde gegevens verlaagd. Door het toepassen van een methode van het regelmatig verspreiden en registreren van de stroomgegevens op de schijf, kan dienovereenkomstig enig stroomgegeven worden 5 verworven bij een uniforme leessnelheid.

In het geval, waarin het gegevensopslagmiddel het flitsgeheugen is, kan, aangezien er een beperking aan het aantal herschrijvingen van een blok is, verder de levensduur van het flitsgeheugen worden verlengd door middel van het toepassen van een methode, waarin de stroomgegevens gelijkmatig in de gebruikte blokken worden geregistreerd.

10 De planningseenheid 9 bestuurt een tijdsbepaling voor het overdragen van de stroom gegevens, de niet-stroomgegevens en de meta-informatiegegevens naar het gegevensopslagmiddel en voor het verwerven van de gegevens uit het gegevensopslagmiddel en geeft prioriteit aan het proces van de stroomgegevens, in het geval, waarin strijd tussen de stroomgegevens en de niet-stroomgegevens plaatsvindt. In het geval, waarin strijd van het gelijktijdig 15 registreren (schrijven) van een aantal stroomgegevens, het gelijktijdig reproduceren (lezen) van een aantal stroomgegevens en het gelijktijdig registreren en reproduceren van een aantal stroomgegevens plaatsvindt, past de planningseenheid 9 verder de strijd aan door middel van het verwerken van de te registreren en te reproduceren stroomgegevens per voorafbepaalde eenheid in een sequentiële volgorde, wanneer slechts het gelijktijdig registreren of het gelijktij-20 dig reproduceren dient te worden uitgevoerd en door middel van het verwerken van de te reproduceren stroomgegevens met prioriteit, wanneer de gelijktijdige registratie en reproductie dienen te worden uitgevoerd.

De commandoverwerkingseenheid 10 analyseert het via de niet-stroom l/F eenheid 3 door het hoofdprocessormiddel afgegeven stuurcommando, bepaalt de overdracht van het 25 stuurcommando aan het gegevensopslagmiddel, genereert een nieuw aan het gegevensopslagmiddel afgegeven stuurcommando, en genereert een reactiebericht voor het hoofdprocessormiddel.

De hoofdstuurcommando’s van het hoofdprocessormiddel, die door de commando-verwerkingseenheid 10 van de onderhavige uitvoeringsvorm worden aanvaard, zijn bijvoorbeeld 30 een schrijfcommando voor het registreren van niet-stroomgegevens, zoals foto- en tekstgegevens in het gegevensopslagmiddel, een registratiecom mando voor het registreren van stroomgegevens, zoals beeld, een leescommando voor het verwerven van voorafbepaalde in het gegevensopslagmiddel opgeslagen niet-stroomgegevens, een reproductiecommando voor het verwerven van voorafbepaalde stroomgegevens, een speciaal reproductiecommando, dat wil-35 lekeurige reproductiestarttijd, reproductierichting (snel voorwaarts en terugspoelen) en repro-ductiesnelheid (snel voorwaarts en terugspoel snelheden en tijdelijke stop) in de voorafbepaal- -10- de stroomgegevens als een deel van het reproductiecommando bevat, en een stopcommando voor het opschorten van de verwerving van de stroomgegevens.

Het stroomgegevensbesturingsmoduul 1 kan worden verkregen in de vorm van één chip met een specifieke LSI of een veldprogrammeerbare poortarray (PFGA) of worden ge-5 vormd door een aantal chips. Als alternatief kan het stroomgegevensbesturingsmoduul 1 een configuratie hebben, waarin het deel, behoudens het buffergeheugen 6, wordt gevormd door één chip met de speciale LSI of de FPGA of door een aantal chips en het buffergeheugen 6 wordt gevormd door een vluchtig geheugen, zoals een dynamisch willekeurig toegankelijk geheugen (DRAM) of een niet-vluchtig geheugen, zoals een flitsgeheugen.

10 Verder wordt de stuureenheid 5 gevormd door een algemene processor en de stroom- rangschikkingsbeheereenheid 8, de planningseenheid 9 en de commandobewerkingseenheid 10 kunnen worden verkregen door middel van softwareprogramma's, die op de processor werken.

De werking en functie van de stuureenheid 5 zal hieronder onder verwijzing naar elk 15 van de stuurcommando's worden beschreven.

(1) Schrijfcommando

De werking van dit stuurcommando correspondeert met het registreren van niet-stroomgegevens, zoals foto- en tekstgegevens, in het gegevensopslagmiddel.

In het geval, waarin het resultaat van de analyse in de commandoverwerkingseen-20 heid 10 het schrijfcommando is, draagt de stuureenheid 5 het schrijfcommando onmiddellijk over aan het gegevensopslagmiddel via de inrichting l/F eenheid 7. Vervolgens draagt de stuureenheid 5 de vanaf de niet-stroom l/F eenheid 3 overgedragen stroomgegevens via de inrichting l/F eenheid 7 over aan het gegevensopslagmiddel op dezelfde wijze als bij het schrijfcommando. Indien in dit geval het proces strijdt met een proces, zoals het registreren 25 of het reproduceren van de stroomgegevens, zet de stuureenheid 5 het schrijfcommando in een rij om de stroomgegevens met prioriteit te verwerken, en wordt het in een rij geplaatste schrijfcommando sequentieel verwerkt volgens het commando van de planningseenheid 9.

Wanneer anderzijds de stuureenheid 5 het reactiebericht op het van het gegevensopslagmiddel afkomstige schrijfcommando ontvangt, draagt de stuureenheid 5 het reactiebe-30 richt over aan het hoofdprocessormiddel via de niet-stroomgegevens l/F eenheid 3.

(2) Registratiecommando

De werking van dit stuurcommando correspondeert met het registreren van stroomgegevens, zoals de beeldgegevens, in het gegevensopslagmiddel, en correspondeert met het registreren van een gegevensverspreidingsinhoud, die is verkregen door de ontvangst van 35 een digitale gegevensverspreiding over land door het hoofdprocessormiddel of een Internet-protocol (IP) gegevensverspreidingsinhoud via een netwerk.

-11 -

In het geval, waarin het resultaat van de analyse in de commandoverwerkingseen-heid 10 het registratiecommando is, zoekt de stuureenheid 5 een vrije ruimte voor het registreren van de stroomgegevens en de meta-informatiegegevens door middel van verwijzing naar de door de stroomrangschikkingsbeheereenheid vastgehouden informatie en verwerft 5 respectieve opslagbestemmingsadressen daarvan. Door middel van het mededelen aan de commandoverwerkingseenheid 10, dat de overdracht van de stroomgegevens en de meta-informatiegegevens aan het gegevensopslagmiddel gereed is, wordt vervolgens het reactie-bericht op het registratiecommando gegenereerd in de commandoverwerkingseenheid 10.

Wanneer de stuureenheid het reactiebericht via de niet-stroom l/F eenheid 3 aan het 10 hoofdprocessormiddel afgeeft, worden vervolgens de via de stroom l/F eenheid 2 ontvangen stroomgegevens en de door de meta-informatieonttrekkingseenheid 4 afgegeven meta-informatiegegevens sequentieel opgeslagen in het buffergeheugen 6.

Wanneer de in het buffergeheugen 6 opgeslagen stroomgegevens een voorafbepaalde omvang bereiken, worden de stroomgegevens sequentieel overgedragen aan het ge-15 gevensopslagmiddel tezamen met het door de commandoverwerkingseenheid 10 gegenereerde schrijfcommando via de inrichting l/F eenheid 7, en wordt deze bewerking herhaald uitgevoerd totdat de door het hoofdprocessormiddel afgeleverde stroomgegevens zijn beëindigd. De in het buffergeheugen 6 opgeslagen meta-informatiegegevens worden ook sequentieel overgedragen aan het gegevensopslagmiddel tezamen met het door de commandoverwer-20 kingseenheid 10 gegenereerde schrijfcommando via de inrichting l/F eenheid 7 op dezelfde wijze als bij de stroomgegevens.

De stuureenheid 5 is voorzien van een mechanisme, dat de reactieberichten op elk van de van het gegevensopslagmiddel ontvangen schrijfgegevens opslaat om de informatie over het feit of de registratie normaal is uitgevoerd of gedeeltelijk heeft gefaald vast te houden 25 en op een verzoek van het hoofdprocessormiddel kan reageren.

(3) Leescommando

De werking van dit stuurcommando correspondeert met het lezen van een foto, tekstgegevens en dergelijke, die in het gegevensopslagmiddel zijn geregistreerd.

In het geval, waarin het resultaat van de analyse in de commandoverwerkingseen-30 heid 10 het leescommando is, draagt de stuureenheid 5 het leescommando onmiddellijk aan het gegevensopslagmiddel over via de inrichting l/F eenheid 7.

Wanneer de stuureenheid 5 de door het gegevensopslagmiddel via de inrichting l/F eenheid 7 geleverde gelezen gegevens ontvangt, draagt de stuureenheid 5 de gelezen gegevens via de niet-stroom l/F eenheid 3 aan het hoofdprocessormiddel over.

35 In het geval, waarin deze werking strijdt met het registreren of het reproduceren van de stroomgegevens, slaat de stuureenheid 5 de gelezen gegevens echter tijdelijk op in het -12- buffergeheugen in overeenstemming met het commando van de planningseenheid 9 en verwerkt de stroomgegevens door middel van prioriteit.

(4) Reproductiecommando/speciaal reproductiecommando

De werking van dit stuurcommando correspondeert met het reproduceren van de 5 stroomgegevens, die door het hoofdprocessormiddel in het gegevensopslagmiddel zijn geregistreerd, en met de aflevering voor het verschaffen van de stroomgegevens aan andere ingebouwde inrichtingen via het netwerk.

In het geval, waarin het resultaat van de analyse in de commandoverwerkingseen-heid 10 het reproductiecommando is, verwerft de stuureenheid 5 de opslagbestemmings-10 adressen van de stroomgegevens en de meta-informatietabel met verwijzing naar de door de stroomrangschikkingsbeheereenheid 8 vastgehouden informatie op basis van een tegelijkertijd met het reproductiecommando verschafte inhoudsnaam. Door middel van het aan de com-mandoverwerkingseenheid 10 mededelen, dat de verwerving van de voorafbepaalde stroomgegevens (inhoud) uit het gegevensopslagmiddel gereed is, wordt vervolgens het reactiebericht 15 op het reproductiecommando gegenereerd in de commandoverwerkingseenheid 10. Vervolgens geeft de stuureenheid 5 het reactiebericht af aan het hoofdprocessormiddel via de niet-stroom l/F eenheid 3, geeft daarna het leescommando, dat het door de commandoverwerkingseenheid 10 gegenereerde adres bevat, af aan het gegevensopslagmiddel via de inrichting l/F eenheid 7, en slaat daarna de ontvangen stroomgegevens in het buffergeheugen op.

20 De in het buffergeheugen opgeslagen stroomgegevens worden uitgelezen in overeen stemming met de bitsnelheid daarvan, bijvoorbeeld 20 Mbps, en worden overgedragen aan het hoofdprocessormiddel via de stroom l/F eenheid 2.

Anderzijds verwerft de stuureenheid 5, in het geval, waarin het resultaat van de analyse in de commandoverwerkingseenheid 10 het speciale reproductiecommando is, de opslag-25 bestemmingsadressen van de voorafbepaalde stroomgegevens en de meta-informatietabel tabel daarvan op basis van de gelijktijdig met het reproductiecommando verschafte inhoudsnaam. Door aan de commandoverwerkingseenheid 10 mede te delen, dat de verwerving van de voorafbepaalde stroomgegevens (inhoud) uit het gegevensopslagmiddel gereed is, wordt vervolgens het reactiebericht op het speciale reproductiecommando gegenereerd in de com-30 mandoverwerkingseenheid 10.

Daarna geeft de stuureenheid 5 het reactiebericht aan het hoofdprocessormiddel af via de niet-stroom l/F eenheid 3, geeft vervolgens het leescommando, dat de door de commandoverwerkingseenheid 10 gegenereerde adresinformatie bevat, via de inrichting l/F eenheid 7 aan het gegevensopslagmiddel af voor het eerst verwerven van de meta-informatiege-35 gevens en slaat de ontvangen meta-informatiegegevens in het buffergeheugen 6 op.

De stuureenheid 5 verwijst naar de verworven meta-informatiegegevens om het adres in overeenstemming met de aangewezen reproductiestarttijd, reproductierichting en reproduc- -13- tiesnelheid te genereren, geeft daarna het leescommando, dat het adres bevat, via de inrichting l/F eenheid 7 aan het gegevensopslagmiddel af en slaat vervolgens de ontvangen stroomgegevens in het buffergeheugen op of draagt de stroomgegevens direct over aan het hoofdpro-cessormiddel via de stroom l/F eenheid 2 afhankelijk van de reproductiesnelheid.

5 Nu zullen de configuratie en functie van een digitale inrichting, waaraan het stroomge- gevensbesturingsmoduul volgens de eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding is toegevoegd, worden beschreven onder verwijzing naar fig. 2. Fig. 2 is een configuratiediagram, dat de configuratie van de digitale inrichting, waaraan het stroomgegevensbesturingsmoduul volgens de eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding is toegevoegd, toont en in dit diagram is een HDD-10 recorder 21, waaraan het stroomgegevensbesturingsmoduul 1 is toegevoegd, weergegeven.

In fig. 2 bevat de HDD-recorder 21 de het hoofdprocessormiddel vormende digitale af-stemeenheid 22, de demultiplexer 23, het stroomfilter 24, de A/V-decodeereenheid 25, de hoofd CPU 27, het geheugen 28, het stroomgegevensbesturingsmoduul 1 en de het gegevensopslagmiddel vormende HDD 29. De digitale afstemeenheid 22, de demultiplexer 23, het 15 stroomfilter 24, de A/V-decodeereenheid 25, de hoofd CPU 27, het geheugen 28 en het stroomgegevensbesturingsmoduul 1 zijn via de algemene bus 26 ook met elkaar verbonden, en noodzakelijke commando's en gegevens kunnen via de bus 26 worden uitgewisseld.

Verder zijn het stroomfilter 24 en het stroomgegevensbesturingsmoduul 1 direct met elkaar verbonden door middel van de stroom l/F eenheid 2 van het stroomgegevensbestu-20 ringsmoduul 1 en kunnen de stroomgegevens worden uitgewisseld zonder tussenkomst van de algemene bus 26.

In de HDD-recorder 21, waaraan het stroomgegevensbesturingsmoduul 1 is toegevoegd, wordt, wanneer de ontvangen digitale gegevensverspreidingsinhouden dienen te worden geregistreerd, van de hoofd CPU 27 alleen vereist om het registratiecommando aan het 25 stroomgegevensbesturingsmoduul 1 af te geven. Door middel van het registratiecommando draagt het stroomgegevensbesturingsmoduul 1 op autonome wijze de door het stroomfilter 24 afgegeven TS aan de HDD 29 over en registreert deze.

Wanneer de in de HDD 29 geregistreerde inhouden dienen te worden gereproduceerd, wordt verder van de hoofd CPU 27 alleen vereist om het reproductiecommando, dat de 30 inhoudnaam bevat, af te geven aan het stroomgegevensbesturingsmoduul 1. Door middel van het reproductiecommando leest het stroomgegevensbesturingsmoduul 1 op autonome wijze de aangewezen inhouden uit de HDD 29 in overeenstemming met de bitsnelheid en draagt de inhouden over aan het stroomfilter 24.

Verder is het mogelijk om het gelijktijdig schrijven van de stroomgegevens en de bij de 35 stroomgegevens behorende meta-informatie uit te voeren.

Nu zullen andere voorbeelden van de digitale inrichting, waaraan het stroomgegevensbesturingsmoduul volgens de eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding is toegevoegd, worden -14- beschreven onder verwijzing naar fig. 3 en 4. Fig. 3 is een diagram, dat de configuratie van een HDD-recorder toont, waarin een HDD met streamingwerkwijze, waaraan het stroomgegevens-besturingsmoduul volgens de eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding is toegevoegd, is gemonteerd, en fig. 4 is een diagram, dat de configuratie van een cellulaire telefoon toont, welke 5 cellulaire telefoon is voorzien van een functie, die in staat is één- segmentgegevensversprei-ding te ontvangen, te registreren en te reproduceren, waaraan het stroomgegevensbesturings-moduul volgens de eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding is toegevoegd. In fig. 4 zijn aan een gebruikerkoppeling gerelateerde functionele eenheden, zoals een telefoonontvanger, een telefoonzender en een numeriek toetsenbord, weggelaten.

10 In fig. 3 bevat de HDD-recorder 31 de het hoofdprocessormiddel vormende digitale af- stemeenheid 22, de demultiplexer 23, het stroomfilter 24, de A/V-decodeereenheid 25, de hoofd CPU 27, het geheugen 28, de ATA l/F 32 en een het gegevensopslagmiddel vormende HDD 34 met streamingwerkwijze. De digitale afstemeenheid 22, de demultiplexer 23, het stroomfilter 24, de A/V-decodeereenheid 25, de hoofd CPU 27, het geheugen 28 en de ATA l/F 15 32 zijn bovendien met elkaar verbonden via de algemene bus 26 en noodzakelijke commando's en gegevens kunnen via de bus 26 worden uitgewisseld.

Verder zijn het stroomfilter 24 en het stroomgegevensbesturingsmoduul 1 in de HDD 34 met streamingwerkwijze direct met elkaar verbonden door middel van de stroom l/F eenheid 2 van het stroomgegevensbesturingsmoduul 1, en de stroomgegevens kunnen zonder tussen-20 komst van de algemene bus 26 worden uitgewisseld.

De HDD 34 met streamingwerkwijze is voorzien van het stroomgegevensbesturingsmoduul 1 in plaats van de koppelingseenheid in de conventionele HDD en heeft de configuratie, waarin het stroomgegevensbesturingsmoduul 1 is verbonden met een servo/kanaalbesturingseenheid 33, die een magnetische kop, een spindelmotor en dergelijke 25 bestuurt en de schrijf/leesgegevens moduleert en demoduleert.

In de HDD-recorder 31, die de van het stroomgegevensbesturingsmoduul 1, zoals hierboven vermeld, voorziene HDD 34 met streamingwerkwijze gebruikt, wordt, wanneer de ontvangen digitale gegevensverspreidingsinhouden dienen te worden geregistreerd, van de hoofd CPU 27 alleen vereist om een registratiecommando of een uniek commando, dat corres-30 pondeert met een registratiecommando, dat als een verkoperuitbreiding is gedefinieerd, in een in de ATA l/F 32 verschaft commandoregister te schrijven. Door middel van het commando registreert de van het stroomgegevensbesturingsmoduul 1 voorziene HDD 34 met streamingwerkwijze op autonome wijze de door het stroomfilter 24 afgegeven TS.

Wanneer de in de HDD 34 met streamingwerkwijze geregistreerde inhouden dienen te 35 worden gereproduceerd, wordt verder van de hoofd CPU 27 alleen vereist om het reproductie-commando of het unieke commando, dat correspondeert met het als de verkoperuitbreiding gedefinieerde reproductiecommando en dat de reproductiestarttijd, de reproductierichting en de -15- reproductiesnelheid bevat, in het in de ATA l/F 32 voorziene commandoregister te schrijven. Door middel van het commando draagt de HDD 34 met streamingwerkwijze op autonome wijze de aangewezen inhouden aan het stroomfilter 24 over in overeenstemming met de bitsnelheid.

In fig. 4 bevat de cellulaire telefoon 41 een één-segmentafstemeenheid 42, die het 5 hoofdprocessormiddel vormt, het stroomfilter 24, de A/V-decodeereenheid 25, de hoofd CPU 27, het geheugen 28, het stroomgegevensbesturingsmoduul 1 en een flitsgeheugen 43, dat het gegevensopslagmiddel vormt. De één-segmentafstemeenheid 42, het stroomfilter 24, de A/V-decodeereenheid 25, de hoofd CPU 27, het geheugen 28 en het stroomgegevensbesturingsmoduul 1 zijn bovendien met elkaar verbonden via de algemene bus 26 en noodzakelijke 10 commando’s en gegevens kunnen via de bus 26 worden uitgewisseld.

Verder zijn het stroomfilter 24 en het stroomgegevensbesturingsmoduul 1 direct met elkaar verbonden door middel van de stroom l/F eenheid 2 van het stroomgegevensbestu-ringsmoduul 1 en kunnen de stroomgegevens zonder tussenkomst van de algemene bus 26 worden uitgewisseld.

15 Wanneer de door de antenne ontvangen digitale gegevensverspreidingsinhouden in de cellulaire telefoon 41 dienen te worden bekeken, selecteert de TS-uitgang van de één-segmentafstemeenheid 42 een doelprogramma of dienst in het stroomfilter 24 en wordt aan de A/V-decodeereenheid 25 overgedragen. In de A/V-decodeereenheid 25 wordt de decodering uitgevoerd in overeenstemming met een codeermethode van gecomprimeerde digitale gege-20 vens, bijvoorbeeld, de MPEG-2, de MPEG-4 of de AAC, en de gedecodeerde gegevens worden aan de weergave-inrichting en de luidspreker afgegeven.

In de cellulaire telefoon 41, waaraan het hierboven vermelde stroomgegevensbesturingsmoduul 1 is toegevoegd, wordt, wanneer de ontvangen digitale gegevensverspreidingsinhouden dienen te worden geregistreerd, van de hoofd CPU 27 alleen vereist om het registratie-25 commando aan het stroomgegevensbesturingsmoduul 1 af te geven. Door middel van het regi-stratiecommando draagt het stroomgegevensbesturingsmoduul 1 op autonome wijze de door het stroomfilter 24 afgegeven TS over aan het flitsgeheugen 43 en registreert de TS.

Wanneer de in het flitsgeheugen 43 geregistreerde inhouden dienen te worden gereproduceerd, wordt verder van de hoofd CPU 27 alleen vereist om het registratiecommando aan 30 het stroomgegevensbesturingsmoduul 1 af te geven. Door middel van het reproductiecom-mando kan het stroomgegevensbesturingsmoduul 1 op autonome wijze de aangewezen inhouden uit het flitsgeheugen 43 lezen in overeenstemming met de bitsnelheid en draagt het moduul 1 de inhouden aan het stroomfilter 24 over.

De stroomrangschikkingsbeheereenheid 8 van het stroomgegevensbesturingsmoduul 35 1 in de cellulaire telefoon 41 kan een methode toepassen, waarin de stroomgegevens worden gerangschikt om het aantal herschrijvingen van de blokken, zoals hierboven vermeld, te middelen. Aangezien volgens de onderhavige uitvoeringsvorm de stroom l/F eenheid 2, die op ex- -16- clusieve wijze de stroomgegevens invoert en uitvoert, is voorzien in het stroomgegevensbestu-ringsmoduul 1, zoals hierboven is vermeld, is het mogelijk om de stroomgegevens met het stroomfilter 24 direct over te dragen zonder tussenkomst van de algemene bus 26. Het is daardoor mogelijk om de CPU 27 te bevrijden van het gecompliceerde l/O-proces naar de opslagin-5 richting.

(Tweede uitvoeringsvorm)

In een tweede uitvoeringsvorm is de configuratie van de eerste uitvoeringsvorm zodanig gewijzigd, dat een codeerproces wordt uitgevoerd in de stuureenheid van het stroom-gegevensbesturingsmoduul 1.

10 De configuratie van een stroomgegevensbesturingsmoduul volgens de tweede uit voeringsvorm van de uitvinding zal worden beschreven onder verwijzing naar fig. 5. Fig. 5 is een configuratiediagram, dat de configuratie van het stroomgegevensbesturingsmoduul volgens de tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding toont.

In vergelijking met de stuureenheid 5 van het in fig. 1 weergegeven stroomgegevens-15 besturingsmoduul 1 bevat een stroomgegevensbesturingsmoduul 51 in fig. 5 een stuureenheid 52, die is voorzien van een vercijferingseenheid 53, die correspondeert met het codebewer-kingsmiddel, en een vercijferingssleutelbeheereenheid 54, en zijn andere componenten dezelfde als die in de eerste uitvoeringsvorm.

Aangezien in het stroomgegevensbesturingsmoduul 51 de stroom l/F eenheid 2, de 20 niet-stroom l/F eenheid 3, de meta-informatieonttrekkingseenheid 4, het buffergeheugen 6 en de inrichting l/F eenheid 7 dezelfde zijn als die in de eerste uitvoeringsvorm, zal hieronder slechts de beschrijving van de configuratie van de stuureenheid 52 worden gegeven.

De vercijferingseenheid 53 codeert de door het hoofdprocessormiddel afgeleverde stroomgegevens in overeenstemming met een voorafbepaalde codeermethode of decodeert de 25 in het gegevensopslagmiddel geregistreerde gecodeerde stroomgegevens.

De vercijferingssleutelbeheereenheid 54 beheert een vercijferingssleutel voor elk van de stroomgegevens en de vercijferingssleutel wordt verzonden met het hoofdprocessormiddel via de niet-stroom l/F eenheid 3.

In de vercijferingseenheid 53 zijn een codeerfunctie, zoals een geavanceerde vercijfe-30 ringsstandaard (AES) of een gegevensvercijferingsstandaard (DES) en een hash-functie, die wordt gebruikt voor het detecteren van interpolatie, zoals een nauwkeurig hash-algoritme 1 (SHA-1), uitgevoerd als een softwareprogramma, zoals hardwarelogica, hardwarelogica, die in staat is op een herconfigureerbare wijze te worden geconstrueerd, of een assembleerpro-gramma.

35 Verder kan de vercijferingseenheid 53 AAN/UIT-geschakeld (gevalideerd/niet gevali deerd) worden in overeenstemming met het commando, dat via de niet-stroom l/F eenheid 3 van het hoofdprocessormiddel afkomstig is, en kunnen de stroomgegevens, waarvoor de ver- -17- cijfering niet noodzakelijk is, zoals deze zijn in het gegevensopslagmiddel worden geregistreerd.

De stuureenheid 52 voert het codeerproces uit door middel van de vercijferingseen-heid 53 op het tijdstip van het aan de inrichting l/F eenheid 7 afgeven van de in het bufferge-5 heugen 6 opgeslagen stroomgegevens in reactie op het registratiecommando. Verder verwerft de stuureenheid 52 de vercijferingssleutel van de vercijferingssleutelbeheereenheid 54 in reactie op het registratiecommando/speciale registratiecommando en voert de stuureenheid 52 het decodeerproces door middel van de vercijferingseenheid 53 uit voorafgaande aan het in het buffergeheugen 6 opslaan van de uit het gegevensopslagmiddel gelezen stroomgegevens.

10 Als een andere methode voert de stuureenheid 52 het decodeerproces uit door middel van de vercijferingseenheid 53 op het tijdstip van het aan de stroom l/F eenheid 2 afgeven van de in het buffergeheugen 6 opgeslagen vercijferingsstroomgegevens. Zoals hierboven is beschreven, kan het ongeoorloofd bekijken worden onderdrukt door middel van het coderen van de in het gegevensopslagmiddel geregistreerde stroomgegevens en kunnen de stroomgege-15 vens op veilige wijze worden opgeslagen, zelfs in het geval, waarin het copyright bestaat.

(Derde uitvoeringsvorm)

In een derde uitvoeringsvorm is de configuratie van de tweede uitvoeringsvorm zodanig gewijzigd, dat een aantal stroom l/F eenheden is voorzien.

De configuratie van een stroomgegevensbesturingsmoduul volgens de derde uitvoe-20 ringsvorm van de uitvinding zal worden beschreven onder verwijzing naar fig. 6. Fig. 6 is een configuratiediagram, dat de configuratie van het stroomgegevensbesturingsmoduul volgens de derde uitvoeringsvorm van de uitvinding toont.

In fig. 6 is een stroomgegevensbesturingsmoduul 61 voorzien van twee of meer in-gangsstroom l/F eenheden (een eerste stroom l/F eenheid 63 en een tweede stroom l/F een-25 heid 64 in de in fig. 6 weergegeven uitvoeringsvorm) in plaats van de stroom l/F eenheid 2 van het in fig. 5 weergegeven stroomgegevensbesturingsmoduul 51. De samenwerking van een stuureenheid 62, de eerste stroom l/F eenheid 63 en de tweede stroom l/F eenheid 64 zal hieronder worden beschreven.

De door het hoofdprocessormiddel geleverde stroomgegevens bevatten bijvoorbeeld 30 een digitale gegevensverspreidingsinhoud over land, die via een antenne is verschaft, en een IP-gegevensverspreidingsinhoud, die via een netwerk is verschaft, en er is het hoofdprocessormiddel met verschillende voedingsbronnen voor elk stroomgegeven, zoals hierboven vermeld. Voor het hierboven vermelde hoofdprocessormiddel is het stroomgegevensbesturingsmoduul 61 ingericht om de stroomgegevens van de digitale gegevensverspreidingsinhoud door 35 de eerste stroom l/F eenheid 63 te aanvaarden en de stroomgegevens van de IP-gegevens-verspreidingsinhoud door de tweede stroom l/F eenheid 64 te aanvaarden.

-18-

Verder is er het geval, waarin de door het hoofdprocessormiddel aanvaarde stroomgegevens door het hoofdprocessormiddel worden gereproduceerd, en het geval, waarin het netwerkmiddel is voorzien en de stroomgegevens worden afgeleverd aan andere ingebouwde inrichtingen op het netwerk. Zoals hierboven is vermeld, is het hoofdprocessormiddel met de 5 verschillende voedingsbestemmingen voor elk stroomgegeven aanwezig .

Voor het hierboven vermelde hoofdprocessormiddel is de stuureenheid 62 van het stroomgegevensbesturingsmoduul 61 ingericht om de van de eerste stroom l/F eenheid 63 afkomstige stroomgegevens af te geven in het geval van het ontvangen van het reproductie-commando voor het uitvoeren van de lokale reproductie door het hoofdprocessormiddel, en om 10 de van de tweede stroom l/F eenheid 64 afkomstige stroomgegevens af te geven in het geval van het ontvangen van het reproductiecommando (het afleveringscommando) voor het uitvoeren van de aflevering vanaf het hoofdprocessormiddel aan het netwerk.

Nu zullen de configuratie en functie van een digitale inrichting, waaraan het stroomgegevensbesturingsmoduul volgens de derde uitvoeringsvorm van de uitvinding is toegevoegd, 15 worden beschreven onder verwijzing naar fig. 7. Fig. 7 is een configuratiediagram, dat de configuratie van de digitale inrichting toont, waaraan het stroomgegevensbesturingsmoduul volgens de derde uitvoeringsvorm van de uitvinding is toegevoegd, en waarin een HDD-recorder 71 is weergegeven, waaraan het stroomgegevensbesturingsmoduul 61 is toegevoegd.

In fig. 7 bevat de HDD-recorder 71 de het hoofdprocessormiddel vormende digitale af-20 stemeenheid 22, de demultiplexer 23, het stroomfilter 24, de A/V-decodeereenheid 25, de hoofd CPU 27, het geheugen 28, het stroomgegevensbesturingsmoduul 61, een netwerk l/F 72, dat in staat is de TS in te voeren en uit te voeren, en de het gegevensopslagmiddel vormende HDD 29. De digitale afstemeenheid 22, de demultiplexer 23, het stroomfilter 24, de A/V-decodeereenheid 25, de hoofd CPU 27, het geheugen 28, het stroomgegevensbesturingsmo-25 duul 61 en het netwerk l/F 72 zijn bovendien met elkaar verbonden via de algemene bus 26, en noodzakelijke commando's en gegevens kunnen via de bus 26 worden uitgewisseld.

Verder zijn het stroomfilter 24 en het stroomgegevensbesturingsmoduul 61 direct met elkaar verbonden door middel van de eerste stroom l/F eenheid 63 van het stroomgegevensbesturingsmoduul 61 en het netwerk l/F 72 en het stroomgegevensbesturingsmoduul 61 zijn 30 direct met elkaar verbonden door middel van de tweede stroom l/F eenheid 64 van het stroomgegevensbesturingsmoduul 61, en de stroomgegevens kunnen zonder tussenkomst van de algemene bus 26 worden uitgewisseld.

In de HDD-recorder 71, waaraan het stroomgegevensbesturingsmoduul 61 is toegevoegd, zoals hierboven vermeld, wordt, wanneer de ontvangen digitale gegevensversprei-35 dingsinhouden dienen te worden geregistreerd, van de hoofd CPU 27 alleen vereist om het registratiecommando voor de digitale gegevensverspreidingsinhoud en het reproductiecommando in de HDD-recorder 71 aan het stroomgegevensbesturingsmoduul 61 af te geven. Door -19- middel hiervan draagt het stroomgegevensbesturingsmoduul 61 op autonome wijze de door het stroomfilter 24 afgegeven TS over aan de HDD 29 en registreert de TS, en leest het moduul 61 ook op autonome wijze de aangewezen inhouden uit de HDD 29 in overeenstemming met de bitsnelheid en draagt het moduul 61 de inhouden over aan het stroomfilter 24.

5 Indien de hoofd CPU 27 alleen het registratiecommando voor de IP-gegevensver- spreidingsinhouden vanaf de netwerk l/F 72 afgeeft en het afleveringscommando aan het netwerk afgeeft, draagt het stroomgegevensbesturingsmoduul 61 bovendien op autonome wijze de door de netwerk l/F 72 in de HDD 29 afgegeven TS over en registreert het moduul 61 de TS, en leest het moduul 61 ook op autonome wijze de aangewezen inhouden uit de HDD 29 in 10 overeenstemming met de bitsnelheid en draagt het moduul 61 de inhouden aan de netwerk l/F 72 over.

Nu zal een ander voorbeeld van de digitale inrichting, waaraan het stroomgegevensbesturingsmoduul volgens de derde uitvoeringsvorm van de uitvinding is toegevoegd, worden beschreven onder verwijzing naar fig. 8. Fig. 8 is een diagram, dat de configuratie van een 15 HDD-recorder, waarin een HDD met streamingwerkwijze is verschaft, waaraan het stroomgegevensbesturingsmoduul volgens de derde uitvoeringsvorm van de uitvinding is toegevoegd, toont.

In fig. 8 bevat een HDD-recorder 81 de het hoofdprocessormiddel vormende digitale afstemeenheid 22, de demultiplexer 23, het stroomfilter 24, de A/V-decodeereenheid 25, de 20 hoofd CPU 27, het geheugen 28, de ATA l/F 32, de netwerk l/F 72, die in staat is de TS in te voeren en uit te voeren, en een het gegevensopslagmiddel vormende HDD 82 met streaming-werkwijze. De digitale afstemeenheid 22, de demultiplexer 23, het stroomfilter 24, de A/V-deco-deereenheid 25, de hoofd CPU 27, het geheugen 28, de ATA l/F 32 en de netwerk l/F 72 zijn bovendien met elkaar verbonden via de algemene bus 26, en noodzakelijke commando's en 25 gegevens kunnen via de bus 26 worden uitgewisseld.

Verder zijn het stroomfilter 24 en het stroomgegevensbesturingsmoduul 61 in de HDD 82 met streamingwerkwijze direct met elkaar verbonden door middel van de eerste l/F eenheid 63 van het stroomgegevensbesturingsmoduul 61 en zijn de netwerk l/F 72 en het stroomgegevensbesturingsmoduul 61 in de HDD 82 met streamingwerkwijze direct met el-30 kaar verbonden door middel van de tweede stroom l/F eenheid 64 van het stroomgegevensbesturingsmoduul 61, en kunnen de stroomgegevens zonder tussenkomst van de algemene bus 26 worden uitgewisseld.

De HDD 82 met streamingwerkwijze is voorzien van het stroomgegevensbesturingsmoduul 61 in plaats van de koppelingseenheid van de conventionele HDD en het stroomge-35 gevensbesturingsmoduul 61 is ingericht om met de servo/kanaalbesturingseenheid 33 te zijn verbonden, welke eenheid de magnetische kop en de spindelmotor bestuurt en de schrijf/leesgegevens moduleert en demoduleert.

-20-

In de HDD-recorder 81, die de HDD 82 met streamingwerkwijze gebruikt, welke HDD 82 zoals hierboven is vermeld van het stroomgegevensbesturingsmoduul 61 is voorzien, wordt, wanneer de ontvangen digitale gegevensverspreidingsinhouden dienen te worden geregistreerd, van de hoofd CPU 27 alleen vereist om het registratiecommando of een uniek 5 commando, dat correspondeert met het als een verkoperuitbreiding gedefinieerd registratiecommando, in het in de ATA l/F 32 verschafte commandoregister te schrijven. Door middel van het commando registreert de HDD 82 met streamingwerkwijze, die van het stroomgegevensbesturingsmoduul 1 is voorzien, op autonome wijze de door het stroomfilter 24 afgegeven TS.

10 Wanneer de in de HDD 82 met streamingwerkwijze geregistreerde inhouden dienen te worden gereproduceerd, wordt verder van de hoofd CPU 27 alleen vereist om het repro-ductiecommando of het unieke commando, dat correspondeert met het als de verkoperuitbreiding gedefinieerde reproductiecommando en dat de reproductiestarttijd, de reproductierich-ting en de reproductiesnelheid bevat, in het in de ATA l/F 32 verschafte commandoregister te 15 schrijven. Door middel van het commando draagt de HDD 82 met streamingwerkwijze op autonome wijze de aangewezen inhouden aan het stroomfilter 24 over in overeenstemming met de bitsnelheid.

Indien de hoofd CPU 27 het registratiecommando voor de van de netwerk l/F 72 afkomstige IP-gegevensverspreidingsinhouden en het afleveringscommando aan het netwerk 20 afgeeft, draagt het stroomgegevensbesturingsmoduul 61 op autonome wijze de door de netwerk l/F 72 in de HDD 29 afgegeven TS over en registreert het moduul 61 de TS, en leest het moduul 61 ook op autonome wijze de aangewezen inhouden uit de HDD 29 in overeenstemming met de bitsnelheid en draagt het moduul 61 de inhouden over aan de netwerk l/F 72.

Verder is het in het stroomgegevensbesturingsmoduul 61 mogelijk om eenvoudig de 25 netwerk l/F 72 aan de in fig. 2 weergegeven HDD-recorder 21 en aan de in fig. 3 weergegeven HDD-recorder 31 toe te voegen. Aangezien de stroomgegevens niet aan de algemene bus 26 worden afgegeven, is het mogelijk om de stroomgegevens op stabiele wijze te leveren aan het netwerk zonder de frequentieband van de algemene bus 26 te versmallen, en is het ook mogelijk om op stabiele wijze de stroomgegevens van de netwerk l/F 72 te aanvaarden.

30 In het voorgaande is de door de uitvinders gedane uitvinding op concrete wijze be schreven op basis van de uitvoeringsvormen. Het is echter onnodig te zeggen, dat de uitvinding niet tot de voorgaande uitvoeringsvormen is beperkt en dat verschillende modificaties en wijzigingen kunnen worden aangebracht binnen het kader van de uitvinding.

De uitvinding heeft betrekking op het stroomgegevensbesturingsmoduul voor het regi-35 streren en reproduceren van stroomgegevens, zoals beeld en muziek, voor opslaginrichtingen, zoals het harde-schijfstation en het halfgeleiderflitsgeheugen. Meer in het bijzonder kan de uitvinding in brede zin worden toegepast op de digitale inrichting, waarin de eenvoudige, veilige en goedkope registratie en reproductie van de stroomgegevens zijn vereist.

-21 -

ONDERDELENLIJST

1 stroomgegevensbesturingsmoduul 2 stroom l/F eenheid 3 niet-stroom l/F eenheid 4 meta-informatie onttrekkingseenheid 5 stuureenheid 6 buffergeheugen 7 inrichting l/F eenheid 8 stroomrangschikkingsbeheereenheid 9 planningseenheid 10 commandoverwerkingseenheid 11 hoofdprocessormiddel 12 gegevensopslagmiddel 20 antenne 21 FIDD-recorder 22 digitale afstemeenheid 23 demultiplexer 24 stroomfilter 25 A/V-decodeereenheid 26 algemene bus

27 hoofd CPU

28 geheugen

29 HDD

30 weergave-inrichting, luidspreker 31 HDD-recorder

32 ATA l/F

33 servo/kanaalstuureenheid 34 HDD met streamingwerkwijze 41 cellulaire telefoon 42 één-segmentafstemeenheid 43 flitsgeheugen 51 stroomgegevensbesturingsmoduul 52 stuureenheid 53 vercijferingverwerkingseenheid 54 vercijferingssleutelbeheereenheid 61 stroomgegevensbesturingsmoduul -22- 62 stuureenheid 63 stroom 1 l/F eenheid 64 stroom 2 l/F eenheid 71 HDD-recorder

72 netwerk l/F

73 netwerk 81 HDD-recorder 82 HDD met streamingwerkwijze 91 HDD-recorder 2001444

Claims (27)

1. Stroomverwerkingsinrichting, die wederzijds gegevens, die stroomgegevens en 5 niet-stroomgegevens bevatten, overdraagt tussen een hoofdprocessormiddel en een op- slagmiddel, dat de gegevens opslaat, omvattende: een eerste koppelingseenheid, die de stroomgegevens invoert in en afgeeft vanaf het hoofdprocessormiddel; een tweede koppelingseenheid, die de niet-stroomgegevens invoert in en afgeeft 10 vanaf het hoofdprocessormiddel; een derde koppelingseenheid, die de stroomgegevens en de niet-stroomgegevens invoert in en afgeeft vanaf het opslagmiddel; een meta-informatie onttrekkende eenheid, die meta-informatie aan een kopgedeel-te van de vanaf de eerste koppelingseenheid ingevoerde stroomgegevens onttrekt; 15 een geheugeneenheid, die de over te dragen stroomgegevens en niet-stroomgege vens buffert; en een stuureenheid, die de stroomgegevens via de eerste koppelingseenheid en de derde koppelingseenheid overdraagt, waarin de stuureenheid omvat: 20 een stroomrangschikkingbeheereenheid, die een opslagpositie van de stroomgege vens en de meta-informatie in het opslagmiddel bepaalt en beheert; een planningseenheid, die een overdrachtsvolgorde van de over te dragen stroomgegevens en niet-stroomgegevens bestuurt; en een commandoverwerkingseenheid, die een door het hoofdprocessormiddel afge-25 geven stuurcommando interpreteert.

2. Stroomverwerkingsinrichting volgens conclusie 1, waarin, wanneer het stuurcommando een commando is dat betrekking heeft op de niet-stroomgegevens als een gevolg van een analyseresultaat van de 30 commandoverwerkingseenheid, de stuureenheid de prioriteiten van de niet-stroomgegevens en de stroomgegevens aanpast en dan verzending van het commando en de niet-stroomgegevens naar het opslagmiddel of overdracht van de niet-stroomgegevens naar het hoofdprocessormiddel uitvoert, en, wanneer het stuurcommando een commando is dat betrekking heeft op de 35 stroomgegevens als een gevolg van een analyseresultaat van de commandoverwerkingseenheid, de stuureenheid de opslagpositie van de stroomgegevens -24- bevestigt door het gebruik van de stroomrangschikkingbeheereenheid en dan op sequentiële wijze de stroomgegevens overdraagt aan het opslagmiddel.

3. Stroomverwerkingsinrichting volgens conclusie 1 of 2, 5 waarin de stroomverwerkingsinrichting de in de eerste koppelingseenheid ingevoer de stroomgegevens overdraagt aan het opslagmiddel via de derde koppelingseenheid door middel van het één maal afgeven van een registratiecommando door het hoofdprocessor-middel aan het stroomgegevensoverdrachtsmiddel via de tweede koppelingseenheid, wanneer het opslagmiddel een registratiebewerking uitvoert, en 10 de stroomverwerkingsinrichting de in het opslagmiddel geregistreerde stroomgege vens via de derde koppelingseenheid verwerft en de stroomgegevens afgeeft aan de eerste koppelingseenheid door middel van het door het hoofdprocessormiddel één maal afgeven van een reproductiecommando aan het stroomgegevensoverdrachtsmiddel via de tweede koppelingseenheid, wanneer de stroomverwerkingsinrichting een reproductiebewerking uit-15 voert.

4. Stroomverwerkingsinrichting volgens conclusie 3, waarin de planningseenheid prioriteit geeft aan een overdrachtsproces van de stroomgegevens, wanneer een overdrachtsproces van de stroomgegevens strijdt met een 20 overdrachtsproces van de niet-stroomgegevens.

5. Stroomverwerkingsinrichting volgens enige van conclusies 1-4, waarin de stroomrangschikkingsbeheereenheid veranderbaar is om een optimale ge-gevensrangschikkingsmethode in overeenstemming met een kenmerk van het opslagmiddel 25 te selecteren.

6. Stroomverwerkingsinrichting volgens conclusie 4 of 5, waarin een door de commandoverwerkingseenheid van het hoofdprocessormiddel ontvangen stuurcommando een reproductierichting, een reproductiesnelheid en een reproduc-30 tietijd van de stroomgegevens is.

7. Stroomverwerkingsinrichting volgens enige van conclusies 1-6, waarin de eerste koppelingseenheid meervoudig in aantal is.

8. Stroomverwerkingsinrichting volgens enige van conclusies 1-7, waarin de stuureenheid is voorzien van een vercijferingseenheid, die de stroomgegevens codeert en decodeert. -25-

9. Stroomverwerkingsinrichting volgens enige van conclusies 1-8, waarin het opslagmiddel elk van een harde-schijfinrichting, een niet-vluchtig halfge-leidergeheugen en een optische-schijfinrichting is. 5

10. Stroomverwerkingsinrichting volgens enige van conclusies 1-9, waarin, wanneer het door de commandoverwerkingseenheid geanalyseerde stuurcommando een registratiecommando van de stroomgegevens is, de stroomrangschikkingsbeheereenheid een opslagbestemmingsadres van het op-10 slagmiddel, dat de stroomgegevens opslaat, verwerft, de commandoverwerkingseenheid een reactiebericht, dat een gereedheidstoestand aangeeft, naar het hoofdprocessormiddel zendt, en de stuureenheid de stroomgegevens overdraagt aan het opslagmiddel in overeenstemming met een commando van het planningsmiddel. 15

11. Stroomverwerkingsinrichting volgens enige van conclusies 1-9, waarin, wanneer het door de commandoverwerkingseenheid geanalyseerde stuurcommando een reproductiecommando van de stroomgegevens is, de stroomrangschikkingsbeheereenheid een opslagbestemmingsadres, waarin de 20 stroomgegevens, die met een in het stuurcommando opgenomen inhoudnaam corresponderen, worden opgeslagen, verwerft, de commandoverwerkingseenheid een reactiebericht, dat een gereedheidstoestand aangeeft, naar het hoofdprocessormiddel zendt, en de stuureenheid de van het opslagmiddel afkomstige stroomgegevens in overeen-25 stemming met een commando van het planningsmiddel overdraagt.

12. Stroomverwerkingsinrichting volgens enige van conclusies 1-9, waarin, wanneer het door de commandoverwerkingseenheid geanalyseerde stuurcommando een reproductiecommando van de stroomgegevens is, 30 de stuureenheid de van het opslagmiddel afkomstige stroomgegevens overdraagt aan het hoofdprocessormiddel onder verwijzing naar in het opslagmiddel opgeslagen meta-informatie.

13. Stroomverwerkingsinrichting volgens enige van conclusies 1-12, 35 waarin de commandoverwerkingseenheid een stuurcommando van het hoofdpro cessormiddel ontvangt via de tweede koppelingseenheid. -26-

14. Stroomverwerkingsinrichting volgens enige van conclusies 1-13, waarin bij ontvangst van het stuurcommando de commandoverwerkingseenheid een reactiebericht, dat een gereedheidstoestand voor het stuurcommando aangeeft, naar het hoofdprocessormiddel zendt. 5

15. Opslaginrichting, die met een hoofdprocessormiddel is verbonden en die gegevens, waaronder stroomgegevens en niet-stroomgegevens, opslaat, waarbij de opslaginrichting omvat: een opslagmiddel, dat de stroomgegevens en de niet-stroomgegevens opslaat; 10 een eerste koppelingseenheid, die de stroomgegevens invoert in en uitvoert vanaf het hoofdprocessormiddel; een tweede koppelingseenheid, die de niet-stroomgegevens invoert in en uitvoert vanaf het hoofdprocessormiddel; een meta-informatieonttrekkingseenheid, die meta-informatie aan een kopgedeelte 15 van de door de eerste koppelingseenheid ingevoerde stroomgegevens onttrekt; een geheugeneenheid, die de over te dragen stroomgegevens en de niet-stroomgegevens buffert; en een stuureenheid, die omvat: een stroomrangschikkingsbeheereenheid, die een opslagpositie van de stroomgege-20 vens in het opslagmiddel bepaalt en beheert; een planningseenheid, die een registratie- of leesvolgorde van de stroomgegevens en de niet-stroomgegevens in en vanuit het opslagmiddel bestuurt; en een commandoverwerkingseenheid, die verschillende door de tweede koppelingseenheid afgegeven commando's interpreteert. 25

16. Opslaginrichting volgens conclusie 15, waarin de opslaginrichting de in de eerste koppelingseenheid ingevoerde stroomgegevens overdraagt aan het opslagmiddel door middel van het één maal van het hoofdprocessormiddel via de tweede koppelingseenheid ontvangen van een registratiecommando, 30 wanneer het opslagmiddel een registratiebewerking uitvoert, en de opslaginrichting de in het opslagmiddel geregistreerde stroomgegevens afgeeft aan de eerste koppelingseenheid door middel van het één maal van het hoofdprocessormiddel via de tweede koppelingseenheid ontvangen van een reproductiecommando, wanneer de opslaginrichting een reproductiebewerking uitvoert. 35 -27-

17. Opslaginrichting volgens conclusie 15 of 16, waarin de planningseenheid prioriteit geeft aan een overdrachtsproces van de stroomgegevens, wanneer een overdrachtsproces van de stroomgegevens strijdt met een overdrachtsproces van de niet-stroomgegevens. 5

18. Opslaginrichting volgens enige van conclusies 15-17, waarin de stroomrangschikkingsbeheereenheid veranderbaar is om een optimale ge-gevensrangschikkingsmethode in overeenstemming met een kenmerk van het opslagmiddel te selecteren. 10

19. Opslaginrichting volgens conclusie 17 of 18, waarin een door de commandoverwerkingseenheid van het hoofdprocessormiddel ontvangen stuurcommando een reproductierichting, een reproductiesnelheid en een reproduc-tietijd van de stroomgegevens is. 15

20. Opslaginrichting volgens enige van conclusies 15-19, waarin de eerste koppelingseenheid meervoudig in aantal is.

21. Opslaginrichting volgens enige van conclusies 15-20, 20 waarin de stuureenheid is voorzien van een vercijferingseenheid, die de stroomgege vens codeert en decodeert.

22. Opslaginrichting volgens enige van conclusies 15-21, waarin het opslagmiddel elk van een harde-schijfinrichting, een niet-vluchtig halfge-25 leidergeheugen en een optische-schijfinrichting is.

23 Opslaginrichting volgens enige van conclusies 15-22, waarin, wanneer het door de commandoverwerkingseenheid geanalyseerde stuurcommando een registratiecommando van de stroomgegevens is, 30 de stroomrangschikkingsbeheereenheid een opslagbestemmingsadres van het op slagmiddel, dat de stroomgegevens opslaat, verwerft, de commandoverwerkingseenheid een reactiebericht, dat een gereedheidstoestand aangeeft, naar het hoofdprocessormiddel zendt, en het opslagmiddel de stroomgegevens in overeenstemming met een commando van 35 het planningsmiddel opslaat. -28-

24. Opslaginrichting volgens enige van conclusies 15-22, waarin, wanneer het door de commandoverwerkingseenheid geanalyseerde stuurcommando een reproductiecommando van de stroomgegevens is, de stroomrangschikkingsbeheereenheid een opslagbestemmingsadres, waarin de 5 stroomgegevens, die met een in het stuurcommando opgenomen inhoudnaam corresponderen, worden opgeslagen, verwerft, de commandoverwerkingseenheid een reactiebericht, dat een gereedheidstoestand aangeeft, naar het hoofdprocessormiddel zendt, en het opslagmiddel stroomgegevens afgeeft in overeenstemming met een commando 10 van het planningsmiddel.

25. Opslaginrichting volgens enige van conclusies 15-22, waarin, wanneer het door de commandoverwerkingseenheid geanalyseerde stuurcommando een reproductiecommando van de stroomgegevens is, 15 het opslagmiddel de stroomgegevens aan het hoofdprocessormiddel overdraagt on der verwijzing naar in het opslagmiddel opgeslagen meta-informatie.

26. Opslaginrichting volgens enige van conclusies 15-25, waarin de commandoverwerkingseenheid een stuurcommando van het hoofdpro-20 cessormiddel ontvangt via de tweede koppelingseenheid.

27. Opslaginrichting volgens enige van conclusies 15-26, waarin bij ontvangst van het stuurcommando de commandoverwerkingseenheid een reactiebericht, dat een gereedheidstoestand voor het stuurcommando aangeeft, naar het 25 hoofdprocessormiddel zendt.