NL2001188C2

NL2001188C2 - Aandrijving, alsmede aandrijfsysteem.

Info

Publication number: NL2001188C2
Application number: NL2001188A
Authority: NL
Inventors: Stefan Frits Brouwer
Original assignee: Mci Mirror Controls Int Nl Bv
Priority date: 2008-01-15
Filing date: 2008-01-15
Publication date: 2009-07-16
Also published as: EP2240661A1; US20110012452A1; WO2009091246A1; JP2011511890A

Description

P80115NL00

Titel: Aandrijving, alsmede aandrijfsysteem

De uitvinding heeft betrekking op een aandrijving omvattende een behuizing met een aandrijfeenheid voorzien van een elektromotor en een aandrijftrein die een vertragingstrap met een uitgaande as omvat.

Een dergelijke aandrijving wordt veelvuldig gebruikt voor het 5 openen en sluiten van een autozijraam of een autoachterraam, of voor het bedienen van raambekleding, zoals bijvoorbeeld een zonwering.

Nadelig aan een dergelijke aandrijving is dat voor elke toepassing een aangepaste behuizing dient te worden gemaakt. Bovendien heeft een dergelijke aandrijving gewoonlijk een complexe overbrenging.

10 De uitvinding beoogt een aandrijving van de in de aanhef genoemde soort die ten minste één van genoemde nadelen tegengaat.

Hiertoe voorziet de uitvinding in een aandrijving omvattende een behuizing met een aandrijfeenheid omvattende een elektromotor en een aandrijftrein die een vertragingstrap met een uitgaande as omvat, met het 15 kenmerk, dat de aandrijving een evoloïde tandwieltrap omvat en een dekselmodule met een aan de uitgaande as gekoppelde aandrijftrap.

Door de behuizing te voorzien van een dekselmodule met een aan de uitgaande as gekoppelde aandrijftrap, is het op eenvoudige wijze mogelijk om de aandrijving aan te passen aan de toepassing. Afhankelijk 20 van de toepassing is slechts een andere dekselmodule met aan de uitgaande as gekoppelde aandrijftrap nodig. De dekselmodule met aandrijftrap kan zo speciaal op de beoogde toepassing worden aangepast, zonder dat hiervoor een volledig nieuwe behuizing nodig is. Zo kan de behuizing met daarin de aandrijfeenheid in hoofdzaak ongewijzigd blijven en kan de aandrijving 25 gemakkelijk aan de toepassing worden aangepast door gebruik te maken van een andere dekselmodule.

2

Door toepassing van een evoloïde tandwieltrap kan in één overbrengingstrap een grote overbrenging worden gerealiseerd.

Door toepassing van de dekselmodule met een aan de uitgaande as gekoppelde aandrijftrap en een evoloïde tandwieltrap in de aandrijving, kan 5 de aandrijving eenvoudig en goedkoop worden uitgevoerd. Tevens kan een hoog rendement worden bereikt, waardoor de aandrijving gemakkelijk inzetbaar kan zijn voor uiteenlopende toepassingen.

Onder evoloïde vertanding bij een rondsel als aandrijvend tandwiel van de evoloïde tandwieltrap wordt in deze context verstaan een rondsel 10 met een vertanding volgens DIN 3960, waarbij - het aantal tanden kleiner is dan 6, bij voorkeur 2 of 3; - de tandhoek groter is dan 15°; - de profielverschuiving van het rondsel groter is dan 0,5; - de profielverschuiving van het hoofdtandwiel kleiner of gelijk is 15 dan 0; - de tandvoetvormhoogtefactor van het hoofdtandwiel groter of gelijk is aan de tandkophoogtefactor van het rondsel; en - de tandkophoogtefactor van het hoofdtandwiel in hoofdzaak gelijk is aan de tandvoetvormhoogtefactor van het rondsel.

20 Een dergelijke evoloïde vertanding wordt meer uitgebreid besproken door K. Roth in Zahnrad Technik - Evolventen Sonderverzahnungen, Springer Verlag, ISBN 3-540-64236-6.

Door te voorzien in een dekselmodule als hulpdeksel voor de behuizing, hoeft bij een andere toepassing slechts een aangepast hulpdeksel 25 op de behuizing te worden geplaatst. Zo kan de behuizing als een geheel, eventueel met eigen deksel, worden aangeleverd, waarna afhankelijk van de toepassing er een ander hulpdeksel kan worden op geplaatst.

Door de dekselmodule te voorzien van bevestigingsogen die zijn uitgelijnd met bevestigingsogen van de behuizing, kunnen de delen 30 eenvoudig, snel en gemakkelijk met elkaar worden verbonden. Tevens zijn 3 de delen meteen goed gepositioneerd ten opzichte van elkaar. Op voordelige wijze kan zo gebruik gemaakt worden van de bevestigingsogen van de behuizing voor gemakkelijk uitbreiden van de behuizing.

Door de behuizing van de aandrijving in te richten voor het 5 opnemen van elektromotoren van verschillende grootte, bijvoorbeeld door te voorzien in een aanslag in de behuizing, kan de behuizing gemakkelijk en goedkoop worden gebruikt bij verschillende toepassingen.

Verdere voordelige uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn weergegeven in de volgconclusies. De uitvinding zal worden toegelicht aan 10 de hand van uitvoeringsvoorbeelden die in een tekening zijn weergegeven. In de tekening toont:

Fig. 1 een schematisch perspectivisch aanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van een aandrijving overeenkomstig de uitvinding in uiteengenomen toestand; 15 Fig. 2 een schematisch perspectivisch uiteengenomen onderaanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van een aandrijving overeenkomstig de uitvinding in uiteengenomen toestand.

Fig. 3 een schematisch perspectivisch uiteengenomen bovenaanzicht van de uitvoeringsvorm van figuur 2.

20 Opgemerkt wordt dat de figuren slechts schematische weergaven zijn van een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding die wordt beschreven bij wijze van niet-limitatief uitvoeringsvoorbeeld. In de figuren zijn gelijke of corresponderende onderdelen met dezelfde verwijzingscijfers weergegeven.

25 Fig. 1 toont een aandrijving 1 die een behuizing 2 omvat. De behuizing 2 omvat in dit uitvoeringsvoorbeeld twee behuizingsdelen 2a en 2b, waarvan het behuizingsdeel 2a als deksel dient voor behuizingsdeel 2b. In het behuizingsdeel 2b kan in de ruimte 3 een elektromotor - niet getoond - worden opgenomen.

4

De behuizing 2 is voorzien van een dekselmodule 10 die in dit uitvoeringsvoorbeeld is uitgevoerd als een hulpdeksel 10.

De behuizing 2 kan echter ook zijn uitgevoerd als het behuizingsdeel 2b, zonder het deksel 2a, waarbij de dekselmodule 10 dan 5 fungeert als deksel voor het behuizingsdeel 2b.

De aandrijving 1 omvat een aandrijftrein 4, met de in dit uitvoeringsvoorbeeld getoonde trappen 4a en 4b. De trap 4a werkt samen met de uitgaande as van de elektromotor bevestigde worm - hier niet getoond - en omvat een rondsel 7. Het rondsel 7 heeft een evoloïde 10 vertanding die samenwerkt met een evoloïde hoofdtandwiel op de trap 4b. Door toepassing van een evoloïde vertanding kan in één overbrengingstrap een grote overbrengingsverhouding worden gerealiseerd. Bij voorkeur heeft het evoloïde rondsel 7 slechts twee of drie tanden. In Fig. 1 is te zien dat het evoloïde rondsel 7 in dit uitvoeringsvoorbeeld twee tanden heeft.

15 De aandrijftrein 4, omvattende in dit uitvoeringsvoorbeeld de trappen 4a en 4b, bevindt zich tussen de behuizingsdelen 2b en 2a. De behuizingsdelen 2a, 2b samen met de elektromotor en de aandrijftrein 4, vormt een basiseenheid 20.

De uitgaande as 5 van de aandrijftrein 4 werkt in dit 20 uitvoeringsvoorbeeld samen met een aandrijftrap 9 van de dekselmodule 10. De aandrijftrap 9 van de dekselmodule 10 omvat in Fig. 1 een enkelvoudige overbrenging. In Fig. 2 is de aandrijftrap 9 van de dekselmodule 10 uitgevoerd als een lineaire overbrenging. De aandrijftrap 9 kan echter ook zijn uitgevoerd als een vertragingstrap of een versnellingstrap. De 25 aandrijftrap 9 werkt samen met de dekselmodule 10. In figuur 1 is te zien dat een projectie 15 van de aandrijftrap 9 samenwerkt met een gat 16 in het hulpdeksel 10. In figuren 2 en 3 werkt een vertanding 17 van de aandrijftrap 9 via een geleiding 18 in het hulpdeksel 10 samen met de uitgaande as 5 van aandrijftrein 4.

5

De twee delen van de behuizing 2, de behuizingsdelen 2a en 2b, zijn voorzien van een aantal ten opzichte van elkaar uitgelijnde bevestigingsogen 11a en 11b. Door de met elkaar uitgelijnde bevestigingsogen 11a en 11b kunnen de behuizingsdelen 2a en 2b eenvoudig 5 en snel aan elkaar worden gekoppeld, terwijl meteen een goede positionering van de beide behuizingsdelen 2a en 2b ten opzichte van elkaar kan worden bereikt.

Eventueel kunnen de behuizingsdelen 2a en 2b ook voorzien zijn van een klikverbinding 13, 14, waardoor de behuizingsdelen 2a en 2b stevig 10 met elkaar kunnen gekoppeld blijven.

Zoals te zien in Fig. 1 en Fig. 2 is de dekselmodule 10 eveneens voorzien van bevestigingsogen 12, die zijn uitgelijnd met de bevestigingsogen 11a en 11b van de behuizing 2. Door te voorzien in bevestigingsogen 11a, 11b, 12 kan gemakkelijk een extra deel op de 15 behuizing 2 worden geplaatst - in dit geval hulpdeksel 10 - waarbij gebruik kan worden gemaakt van'de reeds aanwezige bevestigingsmiddelen op de behuizing 2. De dekselmodule 10 is meteen ook goed gepositioneerd ten opzichte van de behuizing 2. De behuizing 2 is op deze wijze makkelijk uitbreidbaar.

20 Doordat de behuizing 2 is uitgevoerd als twee behuizingsdelen 2a en 2b die door middel van bevestigingsogen en klikverbinding solide met elkaar verbonden kunnen worden, kan een dergelijke behuizing in grote aantallen worden geprefabriceerd, waardoor een aandrijving met een dergelijke behuizing goedkoop kan worden uitgevoerd. Afhankelijk van de 25 gewenste toepassing kan dan een andere dekselmodule 10 op de behuizing 2 worden bevestigd. Hiermee wordt de aandrijving 1 modulair en geschikt voor velerlei toepassingen.

De behuizing 2 samen met de aandrijftrein 4 en de elektromotor vormt een standaard basiseenheid 20, waarop afhankelijk van de toepassing 6 een andere dekselmodule 10 met aangepaste aandrijftrap 9 kan worden geplaatst.

De behuizing 2 kan zijn ingericht voor het opnemen van elektromotoren van verschillende grootte. Hiervoor kan in het 5 behuizingsdeel 2b bijvoorbeeld een aanslag zijn voorzien of een kamer waarin een kleinere elektromotor zou kunnen passen. Ook kunnen de koppelingsdelen 15 van het behuizingsdeel 2a die samenwerken met de elektromotor zo zijn geplaatst dat ze kunnen samenwerken met bijvoorbeeld een kleinere elektromotor.

10 In de behuizing 2 kan eveneens een potentiometer zijn voorzien ten behoeve van een geheugenfunctie. Dit kan bijvoorbeeld gunstig zijn bij het bedienen van raambekleding, zoals zonwering of gordijnen.

Ook kan de aandrijftrein 4 een slipkoppeling omvatten.

Het moge duidelijk zijn dat de uitvinding niet beperkt is tot de hier 15 weergegeven uitvoeringsvoorbeelden. Zo kan de behuizing eventueel uit meer dan twee delen bestaan. Ook kan de dekselmodule met aandrijftrap uit twee of meer delen bestaan. Ook kan de aandrijftrein nog een extra overbrengingstrap omvatten. Dergelijke varianten zullen de vakman duidelijk zijn en worden geacht te liggen in het bereik van de uitvinding 20 zoals weergegeven in de hiernavolgende conclusies.

Claims

1. Aandrijving omvattende een behuizing met een aandrijfeenheid omvattende een elektromotor en een aandrijftrein die een vertragingstrap met een uitgaande as omvat, met het kenmerk dat de aandrijving een evoloïde tandwieltrap omvat en een dekselmodule met een aan de uitgaande 5 as gekoppelde aandrijftrap.

2. Aandrijving volgens conclusie 1, waarbij de evoloïde tandwieltrap een rondsel met een vertanding omvat met minder dan zes, bij voorkeur twee of drie tanden.

3. Aandrijving volgens conclusie 1 of 2, waarbij de aandrijftrap van de 10 dekselmodule een enkelvoudige overbrenging omvat.

4. Aandrijving volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de aandrijftrap een versnellingstrap of een vertragingstrap of een lineaire trap is.

5. Aandrijving volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de 15 dekselmodule een hulpdeksel vormt voor de behuizing.

6. Aandrijving volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de behuizing ten minste twee delen omvat die elk zijn voorzien van een aantal bevestigingsogen.

7. Aandrijving volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de 20 dekselmodule is voorzien van bevestigingsogen die zijn uitgelijnd met de bevestigingsogen van de behuizing.

8. Aandrijving volgens een der voorgaande conclusies, waarbij een behuizingsdeel en/of de dekselmodule onderling samenwerken via een klikverbinding.

9. Aandrijving volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de aandrijving een potentiometer in de behuizing omvat ten behoeve van een geheugenfunctie.

10. Aandrijving volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de aandrijftrein een slipkoppeling omvat.

11. Aandrijving volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de behuizing is ingericht voor het opnemen van elektromotoren van 5 verschillende grootte.

12. Aandrijfsysteem omvattende een behuizing met een aandrijfeenheid omvattende een elektromotor en een aandrijftrein die een vertragingstrap met een uitgaande as omvat, waarbij de aandrijving een evoloïde tandwieltrap omvat en waarbij op de behuizing een dekselmodule 10 kan worden geplaatst met een aan de uitgaande as gekoppelde aandrijftrap waarbij de aandrijftrap naar keuze een versnellingstrap, een vertragingstrap of een lineaire trap is.