NL2009105C2

NL2009105C2 - Verstelsysteem, primaire versteleenheid en secundaire versteleenheid.

Info

Publication number: NL2009105C2
Application number: NL2009105A
Authority: NL
Inventors: Bastiaan Huijzers; Steve Hoof
Original assignee: Mci Mirror Controls Int Nl Bv
Priority date: 2012-07-02
Filing date: 2012-07-02
Publication date: 2014-01-06
Also published as: DE202013002675U1; EP2867053B1; US10272768B2; JP6626713B2; CN104640732B; KR20190008439A; JP2015528767A; JP6847882B2; EP2867053B2; JP2018118729A; KR20150034169A; KR102134194B1; WO2014007617A1; KR102134195B1; CN104640732A; EP2867053A1; US20150217633A1

Description

P98169NL00

Titel: Verstelsysteem, primaire versteleenheid en secundaire versteleenheid

De uitvinding heeft betrekking op een systeem voor het verstellen van afsluitelementen van een luchtinlaat van een motorcompartiment van een motorvoertuig.

Het motorcompartiment van een motorvoertuig is gewoonlijk 5 voorzien van een koelinrichting voor het koelen van de motor. De motor wordt gewoonlijk gekoeld met behulp van een koelvloeistof. De koelinrichting omvat daartoe gewoonlijk een warmtewisselaar voor het uitwisselen van warmte tussen omgevingslucht en de koelvloeistof. De koelvloeistof kan zodoende de warmte afgeven aan de omgevingslucht om de 10 motor te koelen.

De omgevingslucht wordt via een of meerdere luchtinlaten naar de koelinrichting van het motorvoertuig geleid. De luchtinlaten zijn gewoonlijk voorzien van elementen. Het is bekend om de elementen verstelbaar uit te voeren, waarbij de elementen verstelbaar zijn tussen ten minste een eerste 15 stand waarin de luchtinlaat in hoofdzaak gesloten is, en een tweede stand waarin de luchtinlaat in hoofdzaak open is. Door het verstelbaar uitvoeren van de elementen, kan getracht worden een optimale bedrijfstemperatuur van de motor te bereiken, waarbij het brandstofverbruik en/of de C02-uitstoot minimaal kunnen zijn.

20 Het motorvoertuig kan zijn voorzien van een of meerdere luchtinlaten en/of een luchtinlaat kan zijn voorzien van een of meerdere sets afsluitelementen. Bij voorkeur is elke set afsluitelementen voorzien van een eigen versteleenheid voor het verstellen van de set afsluitelementen. Ook kan een set afsluitelementen van meerdere versteleenheden zijn voorzien, 25 zodat er meer vermogen beschikbaar kan zijn om de elementen te verstellen. In de praktijk blijkt het ondermeer moeilijk te zijn om de versteleenheden 2 van meerdere sets zodanig aan te sturen dat de versteleenheden nagenoeg synchroon de elementen verstellen. Daarnaast is elke versteleenheid voorzien van relatief kostbare elektronica voor het uitvoeren van de aansturing van de versteleenheid. Ook is het voorzien van een 5 versteleenheid bij elke set afsluitelementen relatief complex en duur.

Er is derhalve behoefte aan een systeem dat ten minste een van bovengenoemde nadelen tegengaat.

Hiertoe voorziet de uitvinding in een systeem voor het verstellen van ten minste twee sets afsluitelementen van een luchtinlaat van een 10 motorcompartiment van een motorvoertuig omvattende ten minste twee versteleenheden, waarbij elke versteleenheid een aandrijfeenheid omvattende een elektromotor en een aandrijftrein voor het verstellen van een set afsluitelementen omvat, waarbij één versteleenheid een primaire versteleenheid is en een verdere versteleenheid een secundaire 15 versteleenheid is, waarbij de primaire versteleenheid is ingericht voor primaire verbinding met een centrale aansturingseenheid en is ingericht voor secundaire verbinding met de secundaire versteleenheid.

Door te voorzien in een primaire versteleenheid voor primaire verbinding met de centrale aansturingseenheid en voor secundaire 20 verbinding met de secundaire versteleenheid, is het voldoende dat slechts een enkele versteleenheid van het systeem van versteleenheden is verbonden met de centrale aansturingseenheid.

De centrale aansturingseenheid kan bijvoorbeeld een boordcomputer of een motormanagementsysteem van het motorvoertuig 25 zijn, of kan een aansturingseenheid zijn die op zichzelf weer door een boordcomputer of een motormanagementsysteem wordt aangestuurd. Vele uitvoeringsvormen zijn mogelijk.

Door slechts te voorzien in een enkele primaire versteleenheid van een set versteleenheden, kunnen de overige versteleenheden worden 30 uitgevoerd als secundaire versteleenheden. De secundaire versteleenheden 3 kunnen hierdoor eenvoudiger en goedkoper worden uitgevoerd, wat een kostenbesparing kan opleveren. De secundaire versteleenheden zijn slechts ingericht voor secundaire verbinding. De secundaire versteleenheid is ingericht voor secundaire verbinding met de primaire versteleenheid, en 5 eventueel voor een verdere secundaire verbinding met een verdere secundaire versteleenheid. In ieder geval heeft een secundaire versteleenheid geen rechtstreekse verbinding met de centrale aansturingseenheid.

Door te voorzien in een primaire versteleenheid en daarmee 10 verbonden secundaire versteleenheden, kan als het ware een boom aan versteleenheden worden voorzien die via de primaire versteleenheid worden aangestuurd. Zo kan de gewoonlijk relatief dure verbinding met de centrale aansturingseenheid worden beperkt tot de primaire verbinding met de primaire versteleenheid. De secundaire verbinding kan vervolgens 15 desgewenst van een ander type zijn dan de primaire verbinding, waardoor deze wellicht goedkoper en/of eenvoudiger kan worden uitgevoerd.

Bij voorkeur omvat de primaire verbinding ten minste een voedingsverbinding en een dataverbinding voor het aansturen van de primaire versteleenheid en/of van een of meerdere secundaire 20 versteleenheden. De secundaire verbinding omvat bij voorkeur een voedingsverbinding en/of een dataverbinding voor het aansturen van de secundaire versteleenheid.

De primaire verbinding met de centrale aansturingseenheid kan bijvoorbeeld een LIN-bus verbinding, of een andere in de 25 automobielindustrie gangbare verbinding met bijvoorbeeld de boordcomputer of het motormanagementsysteem zijn. Een dergelijke verbinding is relatief duur, en daarom is het wenselijk om de toepassing van dergelijke verbindingen te beperken. Door verdere versteleenheden uit te rusten als secundaire versteleenheden, hoeven de verdere versteleenheden 30 niet zelf direct met de centrale aansturingseenheid te worden verbonden, 4 waardoor kosten kunnen worden bespaard, bijvoorbeeld omdat de verbinding tussen de primaire versteleenheid en de secundaire versteleenheid eenvoudiger kan worden uitgevoerd dan een LIN-bus verbinding tussen een gangbare versteleenheid en een centrale 5 aansturingseenheid. Er hoeft dus slechts één primaire verbinding te worden ingericht, wat tevens eenvoudiger is qua installatie en onderhoud. Doordat de centrale aansturingseenheid niet rechtstreeks met de secundaire versteleenheid communiceert, kan het dataverkeer over een boordnet van een voertuig bovendien relatief beperkt blijven.

10 De secundaire verbinding met een secundaire versteleenheid kan bijvoorbeeld enkel een voedingsverbinding zijn, waardoor de elektromotor van de secundaire versteleenheid rechtstreeks via de voedingsverbinding van stroom wordt voorzien. De secundaire versteleenheid kan zodoende relatief eenvoudig worden uitgevoerd. Hierdoor kan bijvoorbeeld niet alleen 15 de verbinding zelf goedkoper zijn, maar kan een systeem met een primaire en een secundaire versteleenheid ook nog eens goedkoper zijn dan een systeem met twee parallel met een centrale aansturingseenheid verbonden gangbare versteleenheden. De secundaire versteleenheid kan bijvoorbeeld in hoofdzaak slechts zijn voorzien van een elektromotor en een aandrijftrein.

20 Dit wil zeggen dat de secundaire versteleenheid dus zonder besturingseenheid kan worden uitgevoerd. Vanzelfsprekend kan de secundaire versteleenheid in dat geval natuurlijk wel ook aansluitelementen en/of een behuizing en/of andere additionele onderdelen omvatten.

25 De secundaire verbinding met een secundaire versteleenheid kan bijvoorbeeld een voedingsverbinding en een dataverbinding omvatten. Eventueel kan de secundaire versteleenheid in dat geval bijvoorbeeld een eenvoudige puls versturen over de dataverbinding naar de primaire versteleenheid, bijvoorbeeld een puls van de elektromotor. Additioneel of 30 alternatief kan de secundaire versteleenheid voorzien zijn van een 5 additionele functionaliteit, zoals bijvoorbeeld een fail-safe mechanisme en/of een positiebepalingseenheid die additionele informatie nodig hebben en/of terugsturen over de dataverbinding. Ook is een uitvoeringsvorm denkbaar waarin de secundaire versteleenheid is uitgevoerd met een relatief 5 eenvoudige processor voor het ontvangen en/of doorleiden van besturings-en/of datasignalen.

De primaire versteleenheid kan zijn voorzien van een primair aansluitelement, bijvoorbeeld een connector. Het primaire aansluitelement kan worden verbonden met een primair verbindingselement voor de 10 primaire verbinding met de centrale aansturingseenheid. Praktisch gesproken zal een primaire verbinding tussen de primaire versteleenheid en de centrale aansturingseenheid kunnen worden uitgevoerd als een primaire kabel of primaire verbindingsdraad voorzien van een stekker of verbindingselement dat in een connector of een aansluitelement van de 15 primaire versteleenheid kan worden opgenomen. Vanzelfsprekend kan het primaire verbindingselement ook worden uitgevoerd als een connector en kan het primaire aansluitelement ook worden uitgevoerd als een stekker. Het primaire aansluitelement kan ten minste zijn ingericht voor het tot stand brengen van een voedingsverbinding en een dataverbinding met een 20 centrale aansturingseenheid, dit wil zeggen dat het primaire aansluitelement bij voorkeur ten minste drie aansluitpunten heeft, twee voor de ontvangst van voeding en één voor de ontvangst van data.

De primaire versteleenheid en de secundaire versteleenheid kunnen beide zijn voorzien van een secundair aansluitelement voor het 25 opnemen van of voor opname door een secundair verbindingselement voor de secundaire verbinding tussen de primaire versteleenheid en de secundaire versteleenheid. Praktisch gezien kan de secundaire verbinding worden uitgevoerd als een secundaire kabel of een secundaire verbindingsdraad voorzien van een stekker of een secundair 30 verbindingselement dat opneembaar is in een connector of secundaire 6 aansluitelement van de secundaire versteleenheid. Vanzelfsprekend kan het secundaire verbindingselement ook worden uitgevoerd als een connector en kan het secundaire aansluitelement ook worden uitgevoerd als een stekker. Het secundaire aansluitelement is bij voorkeur ingericht voor het ontvangen 5 van een voedingsverbinding en/of een dataverbinding. Het secundaire aansluitelement kan derhalve zijn voorzien van bijvoorbeeld twee aansluitpunten voor het tot stand brengen van een voedingsverbinding, of van drie aansluitpunten voor het tot stand brengen van een voedingsverbinding en een dataverbinding.

10 De primaire versteleenheid onderscheidt zich derhalve van de secundaire versteleenheid doordat de primaire versteleenheid is ingericht voor de primaire verbinding én voor de secundaire verbinding, terwijl de secundaire versteleenheid is ingericht voor slechts ten minste een secundaire verbinding. Dit wil zeggen dat de secundaire versteleenheid dus 15 niet is ingericht voor een primaire verbinding.

Op de primaire versteleenheid kunnen het primaire aansluitelement en het secundaire aansluitelement eventueel geïntegreerd zijn tot een aansluitelement dat bijvoorbeeld is voorzien van ten minste vijf aansluitpunten, bijvoorbeeld twee aansluitpunten voor de 20 voedingsverbinding uit de primaire verbinding, een aansluitpunt voor de dataverbinding uit de primaire verbinding en twee aansluitpunten voor de voedingsverbinding uit de secundaire verbinding. Het aansluitelement kan eventueel nog meerdere aansluitpunten omvatten. Bijvoorbeeld kan het aansluitelement twee of meer verdere aansluitpunten omvatten, 25 bijvoorbeeld voor één of meerdere additionele voedingsverbindingen welke één of meerdere secundaire verbindingen kunnen vormen met een tweede of een verdere secundaire versteleenheid.

Verdere voordelige uitvoeringsvormen zijn weergegeven in de volgconclusies.

7

De uitvinding heeft tevens betrekking op een primaire versteleenheid en op een secundaire versteleenheid, op een luchtinlaat en een motorvoertuig.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van 5 uitvoeringsvoorbeelden die in de tekening zijn weergegeven. In de tekening toont:

Fig. 1 een schematische weergave van een systeem van versteleenheden overeenkomstig de uitvinding;

Fig. 2 een schematisch perspectivisch aanzicht van een deels 10 opengewerkt systeem overeenkomstig de uitvinding;

Fig. 3 een schematisch perspectivisch aanzicht van opengewerkte primaire versteleenheid overeenkomstig de uitvinding; en

Fig. 4 een schematisch perspectivisch aanzicht van een opengewerkte secundaire versteleenheid overeenkomstig de uitvinding.

15 Opgemerkt wordt dat de figuren slechts getoond worden bij wijze van schematische weergaven van uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding en geenszins als beperkend dienen te worden beschouwd. In de figuren zijn gelijke of overeenkomende onderdelen met gelijke of overeenkomende verwijzingscijfers aangegeven.

20 Figuur 1 toont een schematische weergave van een systeem 1 van versteleenheden 2, 3 overeenkomstig de uitvinding. Het in Fig, 1 getoonde systeem 1 is geschikt voor het verstellen van ten minste twee sets afsluitelementen 30 van een luchtinlaat van een motorcompartiment van een motorvoertuig. De sets afsluitelementen 30 zijn hier schematisch 25 weergegeven. De afsluitelementen 30 kunnen afsluitlamellen of jaloezie-elementen of ringjaloezie-elementen zijn. Vele varianten van afsluitelementen zijn mogelijk.

Het systeem 1 omvat ten minste twee versteleenheden 2, 3. Elke versteleenheid 2, 3 omvat een aandrijfeenheid 4. De aandrijfeenheid 4 30 omvat een elektromotor 5. Bij voorkeur is de elektromotor 5 een 8 gelijkstroomborstelelektromotor 5. Echter, de elektromotor 5 kan ook een ander type motor zijn, zoals een stappenmotor. De aandrijfeenheid 4 omvat voorts een aandrijftrein 6 voor het verstellen van een set afsluitelementen.

Eén versteleenheid 2 is een primaire versteleenheid 2 en een 5 andere versteleenheid 3 is een secundaire versteleenheid 3. De primaire versteleenheid 2 is ingericht voor primaire verbinding 7 met een centrale aansturingseenheid 8 en is tevens ingericht voor secundaire verbinding 9 met de secundaire versteleenheid 3. Dit betekent dat de secundaire versteleenheid 3 geen aansturing rechtstreeks van de centrale 10 aansturingseenheid 8 ontvangt, maar slechts via de primaire versteleenheid 2. De primaire versteleenheid 2 omvat voorts een besturingseenheid 14 die is ingericht voor zowel de primaire verbinding 7 als voor de secundaire verbinding 9. Door slechts de primaire versteleenheid 2 te voorzien voor verbinding met de centrale aansturingseenheid 8, kan het systeem relatief 15 eenvoudig en goedkoop worden uitgevoerd. Immers, de verbinding 9 kan eenvoudiger zijn dan de verbinding 7. Op voordelige wijze is de secundaire versteleenheid 3 slechts voorzien van een secundaire verbinding 9.

Figuur 2 toont een schematische perspectivisch aanzicht van een deels opengewerkt systeem 1 van versteleenheden 2, 3 overeenkomstig de 20 uitvinding. De versteleenheden 2, 3 zijn gedeeltelijk opengewerkt, ondermeer door een niet getoond schaaldeel van elke behuizing 15 weg te laten. Voor de duidelijkheid zijn er bovendien ook een aantal andere onderdelen van de versteleenheden 2, 3, zoals tandwielen en stroomdraden weggelaten uit de figuren. Het in Fig. 2 getoonde systeem 1 is geschikt voor 25 het verstellen van ten minste twee sets afsluitelementen van een luchtinlaat van een motorcompartiment van een motorvoertuig.

Het systeem 1 omvat in dit uitvoeringsvoorbeeld twee versteleenheden 2, 3 met een aandrijfeenheid 4 omvattende een elektromotor 5 en een aandrijftrein 6voor het verstellen van een set 30 afsluitelementen. De aandrijftrein 6 kan zoals hier getoond een aantal 9 vertragingselementen 6a, 6b, 6c, 6d omvatten en kan bijvoorbeeld een samengesteld planeetwielsysteem, een cycloïde aandrijfsysteem of een harmonie drive aandrijfsysteem zijn of omvatten.

Eén versteleenheid 2, in Fig. 2 de linker, is een primaire 5 versteleenheid 2 en de andere versteleenheid 3, in Fig. 2 de rechter, is een secundaire versteleenheid 3. De primaire versteleenheid 2 is ingericht voor primaire verbinding 7 met een centrale aansturingseenheid 8 en is tevens ingericht voor secundaire verbinding 9 met de secundaire versteleenheid 3.

In het getoonde voorbeeld omvat de primaire verbinding 7 een 10 voedingsverbinding 7a en een dataverbinding 7b. De voedingsverbinding 7a kan bijvoorbeeld twee aders 7a’, 7a” omvatten en de dataverbinding 7b kan bijvoorbeeld een enkele ader 7b’ omvatten. Ook andere configuraties van de primaire verbinding 7 zijn mogelijk. Zo kan de primaire verbinding 7 bijvoorbeeld meerdere dataverbindingen omvatten en/of kan de 15 voedingsverbinding een ander aantal aders omvatten.

In de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm omvat de secundaire verbinding 9 een voedingsverbinding 9a maar geen dataverbinding. De voedingsverbinding 9a kan worden gebruikt om de elektromotor 5 van de secundaire versteleenheid 3 door de primaire versteleenheid 2 te laten 20 aansturen door de elektromotor 5 van de secundaire versteleenheid 3 desgewenst van voeding te voorzien. De genoemde voedingsverbinding 9a kan bijvoorbeeld twee aders 9a’, 9a” omvatten.

Alternatief of additioneel kan de secundaire verbinding 9 zijn voorzien van een niet getoonde dataverbinding voor het aansturen van de 25 secundaire versteleenheid 3. De secundaire versteleenheid 3 kan dan bijvoorbeeld zijn voorzien van een relatief simpele en relatief goedkope schakeling of schakelaar voor het openen en afsluiten van de voeding naar de elektromotor 5 van deze secundaire versteleenheid 3.

Hoewel de genoemde aders 7a’, 7a”, 7b’ van de primaire verbinding 30 7 hier samen voorzien zijn in een enkele kabel 7’ van de primaire verbinding 10 7 en de aders 9a’, 9a” van de secundaire verbinding 9 hier op hun beurt samen voorzien zijn in een enkele kabel 9’ van de secundaire verbinding 9, hoeven noch de aders 7a’, 7a”, 7b’ van de primaire verbinding 7, noch de aders 9a’, 9a” van de secundaire verbinding 9 samen een enkele kabel 7’, 9’ 5 te vormen. Zo kunnen de voedingsverbinding 7a en de dataverbinding 7b van de primaire verbinding 7 bijvoorbeeld beide door een separate kabel worden gevormd. Velerlei opties zijn mogelijk en zullen de vakman bekend zijn.

De primaire versteleenheid 2 is voorzien van een primair 10 aansluitelement 10 voor het opnemen van een primair verbindingselement 11 voor de primaire verbinding 7 met de centrale aansturingseenheid 8. Voorts is de primaire versteleenheid 2 voorzien van een secundair aansluitelement 12a voor het opnemen van een secundair verbindingselement 13a voor de secundaire verbinding 9 met de secundaire 15 versteleenheid 3. Hoewel de primaire versteleenheid 2 hier is voorzien van een enkel secundair aansluitelement 12a kan de primaire versteleenheid 2 in een alternatieve uitvoeringsvorm meer dan één, bijvoorbeeld twee of drie secundaire aansluitelementen 12a omvatten. Opgemerkt wordt dat de aansluitelementen 10, 12a, 12b in het in Fig. 2 getoonde voorbeeld alle 20 gevormd zijn als een of een onderdeel van een stekkercontact 20, 21 dat is ingericht voor het opnemen van een als een of een onder deel van een stekker 22, 23 gevormd verbindingselement 11, 13a, 13b. Alternatief kunnen echter één of meerdere, bijvoorbeeld alle, aansluitelementen 10, 12a, 12b van de primaire en/of secundaire versteleenheid worden uitgevoerd 25 als een stekker en kunnen één of meerdere, bijvoorbeeld alle, verbindingselementen 11, 13a, 13b zijn voorzien als een stekkercontact voor opname van één of meerdere als stekker of onderdeel van een stekker uitgevoerd aansluitelement. Bovendien wordt opgemerkt dat hoewel hier het primaire aansluitelement 10 en het secundaire aansluitelement 12a van 30 de primaire versteleenheid 2 zijn geïntegreerd in een enkel aansluitelement 11 24, het primaire aansluitelement 10 en het secundaire aansluitelement 12a ook als separate aansluitelementen kunnen worden uitgevoerd.

Het primaire aansluitelement 10 is hier voorzien van drie aansluitpunten 10a, 10b, 10c. Twee van de aansluitpunten 10a, 10b zijn 5 voor de ontvangst van voeding en één aansluitpunt 10c is voor de ontvangst van data. De secundaire aansluitelementen 12a, 12b zijn hier beide voorzien van twee aansluitpunten 25 voor het tot stand brengen van de voedingsverbinding 9a. Alternatief kunnen de primaire en/of secundaire aansluitelementen 10, 12a, 12b ook van andere aantallen aansluitpunten 10 zijn voorzien. Bijvoorbeeld kan de secundaire aansluitelementen 12a, 12b zijn voorzien van drie aansluitpunten, bijvoorbeeld twee voor het tot stand brengen van een voedingsverbinding en één voor een dataverbinding.

In het getoonde voorbeeld zijn de aansluitpunten 10a-10c, 25 uitgevoerd als stekkeropeningen ingericht voor het opnemen van een als 15 stekkerpen gevormd uiteinde van een respectievelijke ader 7a’, 7a”, 7b’, 9a’, 9a”. Alternatief kunnen de of een aantal van de aansluitpunten 10a-10c, 25 anders worden uitgevoerd, bijvoorbeeld als aansluitklem of als kroonsteentje. Ook is het bijvoorbeeld mogelijk dat één of meerdere aansluitpunten 10a-10c, 25 worden uitgevoerd als stekkerpen en dat één of 20 meerdere verbindingselementen 11, 13a, 13b zijn voorzien van stekkeropeningen.

Figuur 3 toont een schematisch perspectivisch aanzicht van opengewerkte primaire versteleenheid 2 overeenkomstig de uitvinding. De primaire versteleenheid 2 kan bijvoorbeeld worden opgenomen in het 25 systeem van Fig. 2. De primaire versteleenheid 2 van Fig. 3 is geschikt voor het verstellen van afsluitelementen van een luchtinlaat van een motorcompartiment van een motorvoertuig. De primaire versteleenheid 2 omvat een aandrijfeenheid 4 die een elektromotor 5 en een door de elektromotor 5 aangedreven aandrijftrein 6, 6a, 6b, 6c, 6d omvat voor het 30 verstellen van de afsluitelementen. De aandrijfeenheid 4 is hier opgenomen 12 in een behuizing 15. In een voordelige uitvoeringsvorm huisvest de behuizing 15 de overige onderdelen van de secundaire versteleenheid 3.

Hier omvat de behuizing 15 bevestigingsmiddelen 15a om de behuizing 15 in het motorvoertuig te kunnen bevestigen.

5 De primaire versteleenheid 2 is ingericht voor enerzijds primaire verbinding met een centrale aansturingseenheid en anderzijds secundaire verbinding met een secundaire versteleenheid. Bij voorkeur is de primaire verbinding een verbinding met een centrale aansturingseenheid van een motorvoertuig, waarbij de primaire verbinding bij grote voorkeur ten minste 10 een voedingsverbinding en een dataverbinding omvat. De secundaire verbinding 9 omvat bij voorkeur een voedingsverbinding en/of een dataverbinding voor het aansturen van een secundaire versteleenheid.

De primaire versteleenheid 2 is hier voorzien van een primair aansluitelement 10 voor het opnemen van een primair verbindingselement 15 voor de primaire verbinding met de centrale aansturingseenheid. Tevens is de primaire versteleenheid 2 voorzien van een secundair aansluitelement 12a voor het opnemen van een secundair verbindingselement voor de secundaire verbinding. Hoewel de aansluitelementen 10, 12a hier als een geïntegreerd aansluitelement 24 in de vorm van een stekkercontact 20 zijn 20 voorzien zijn velerlei alternatieven mogelijk.

Voorts omvat de primaire versteleenheid 2 een besturingseenheid 14 die is ingericht voor de primaire verbinding en voor de secundaire verbinding. Dat wil zeggen, de besturingseenheid 14 is elektrisch en/of elektronisch gekoppeld met aansluitpunten 10a, 10b, 10c, 25 van de 25 aansluitelementen 10, 12a, bijvoorbeeld via aders 16 van een meeraderige kabel, en de besturingseenheid 14 is ingericht om een signaal van een centrale besturingseenheid te ontvangen en bijvoorbeeld om op basis daarvan de voedingstoevoer aan zijn elektromotor 5 af te sluiten of te openen. Tevens kan de besturingseenheid 14 zijn ingericht om, bijvoorbeeld 30 op basis van een signaal van de centrale besturingseenheid, de 13 aansluitpunten 15 van het secundaire aansluitelement 12a van voeding te voorzien of van voeding te onthouden. Hierdoor kan de besturingseenheid 14 van de primaire versteleenheid 2 dus een elektromotor van een met de primaire versteleenheid 2 verbonden secundaire versteleenheid aansturen 5 door deze tijdelijk van voeding te voorzien.

Figuur 4 toont een schematisch perspectivisch aanzicht van een opengewerkte secundaire versteleenheid 3 overeenkomstig de uitvinding. De secundaire versteleenheid 3 is geschikt voor het verstellen van afsluitelementen van een luchtinlaat van een motorvoertuig en is voorzien 10 van een aandrijfeenheid 4. De aandrijfeenheid omvat een aandrijftrein 6 met een aantal vertragingselementen 6a, 6b, 6c, 6d en kan bijvoorbeeld een samengesteld planeetwielsysteem, een cycloïde aandrijfsysteem of een harmonie drive aandrijfsysteem zijn of omvatten. De aandrijfeenheid 4 is hier opgenomen in een behuizing 15, waarvan hier één schaaldeel 15b is 15 getoond. In een voordelige uitvoeringsvorm huisvest de behuizing 15 de overige onderdelen van de secundaire versteleenheid 3.

Tevens omvat de aandrijfeenheid 4 een elektromotor 5 voor het aandrijven van de aandrijftrein 6 voor het verstellen van de afsluitelementen. De secundaire versteleenheid 3 is ingericht voor een 20 secundaire verbinding met een primaire versteleenheid voor het ontvangen van voeding van de primaire versteleenheid. Daartoe omvat de secundaire versteleenheid 3 een secundair aansluitelement 12b voor het opnemen van een secundair verbindingselement voor een secundaire verbinding tussen de secundaire versteleenheid 3 en een primaire versteleenheid. Alternatief kan 25 de secundaire versteleenheid 3 een ander aantal secundaire aansluitelementen 12b omvatten, bijvoorbeeld twee of drie secundaire aansluitelementen 12b. In een dergelijk geval kan de secundaire versteleenheid 3 bijvoorbeeld zijn ingericht voor het doorlussen van voeding afkomstig van een primaire versteleenheid naar een verdere secundaire 30 versteleenheid.

14

Zoals te zien is in Fig. 4 omvat het secundaire aansluitelement 12b twee aansluitpunten 25 welke zijn verbonden met motoraansluitpunten 5a, 5b van de elektromotor 5. Dit kan bijvoorbeeld, zoals getoond in Fig. 4, met behulp van twee draden 17. Alternatief kunnen de aansluitpunten 25 5 bijvoorbeeld met behulp van een meeraderige kabel met de motoraansluitpunten 5a, 5b worden verbonden. Tussen de aansluitpunten 25 en de motoraansluitpunten 5a, 5b bevindt zich, in tegenstelling tot de primaire versteleenheid van Fig. 3 waarbij dit wel het geval, geen besturingseenheid. Hierdoor kan de motor 5 van de primaire versteleenheid 10 2 dus rechtstreeks door een primaire versteleenheid van voeding worden voorzien.

In een niet getoonde uitvoeringsvorm kan de secundaire verbinding voorts een dataverbinding omvatten. Zo kan de secundaire versteleenheid 3 bijvoorbeeld een positiebepalingseenheid omvatten die via de 15 dataverbinding informatie, bijvoorbeeld informatie over een rotatietoestand van één van de vertragingselementen 6a, 6b, 6c, 6d, verstuurt naar een besturingseenheid van een primaire versteleenheid.

De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven weergegeven uitvoeringsvoorbeelden. Vele varianten zijn mogelijk en zullen de vakman 20 duidelijk zijn.

Zo kan het systeem, dat al dan niet meer dan één secundaire versteleenheid omvat, worden voorzien in een motorvoertuig zoals een auto. Ook kan een enkel motorvoertuig van meer dan één systeem voor het verstellen van ten minste twee sets afsluitelementen worden voorzien.

25 Bijvoorbeeld kan een eerste systeem worden voorzien voor het verstellen van elementen van een eerste luchtinlaat en een tweede systeem voor het verstellen van elementen van een tweede luchtinlaat.

Voorts kan het systeem, dat weliswaar geschikt is voor het verstellen van ten minste twee sets afsluitelementen van ten minste twee 30 sets afsluitelementen, op voordelige wijze worden gebruikt voor het 15 verstellen van slechts een enkele set afsluitelementen. Bijvoorbeeld kunnen in dat geval de primaire en de secundaire versteleenheid elke aan weerszijden van een enkele set afsluitelementen met deze set zijn gekoppeld. Beide versteleenheden kunnen dan dus worden gebruikt voor het 5 verstellen van een enkele set, bijvoorbeeld om meer vermogen te kunnen bieden.

Tevens is het mogelijk om één of meerdere versteleenheden, bijvoorbeeld de primaire versteleenheid, te voorzien van een fail-safe mechanisme 27, bijvoorbeeld zoals getoond in Fig. 3.

10 Dergelijke varianten zullen de vakman duidelijk zijn en worden geacht te vallen binnen het bereik van de hiernavolgende conclusies.

Claims

1. Systeem voor het verstellen van ten minste twee sets afsluitelementen van een luchtinlaat van een motorcompartiment van een motorvoertuig omvattende ten minste twee versteleenheden, waarbij elke versteleenheid een aandrijfeenheid omvattende een elektromotor en een 5 aandrijftrein voor het verstellen van een set afsluitelementen omvat, waarbij één versteleenheid een primaire versteleenheid is en een verdere versteleenheid een secundaire versteleenheid is, waarbij de primaire versteleenheid is ingericht voor primaire verbinding met een centrale aansturingseenheid en is ingericht voor secundaire verbinding met de 10 secundaire versteleenheid.

2. Systeem volgens conclusie 1, waarbij de primaire versteleenheid is voorzien van een primair aansluitelement voor het opnemen van of voor opname door een primair verbindingselement voor de primaire verbinding met de centrale aansturingseenheid en ten minste één secundair 15 aansluitelement voor het opnemen van of voor opname door een secundair verbindingselement voor de secundaire verbinding met een secundaire versteleenheid.

3. Systeem volgens conclusie 1 of 2, waarbij de secundaire versteleenheid is voorzien van een secundair aansluitelement voor het 20 opnemen van of voor opname door een secundair verbindingselement voor de secundaire verbinding met de primaire versteleenheid.

4. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de primaire verbinding ten minste een voedingsverbinding en een dataverbinding omvat.

5. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de secundaire verbinding een voedingsverbinding en/of een dataverbinding omvat voor het aansturen van een secundaire versteleenheid.

6. Primaire versteleenheid voor het verstellen van afsluitelementen van een luchtinlaat van een motorcompartiment van een motorvoertuig, omvattende een aandrijfeenheid die een elektromotor en een door de elektromotor aangedreven aandrijftrein omvat voor het verstellen van de 5 afsluitelementen, waarbij de primaire versteleenheid is ingericht voor enerzijds primaire verbinding met een centrale aansturingseenheid en anderzijds secundaire verbinding met een secundaire versteleenheid.

7. Primaire versteleenheid volgens conclusie 6, waarbij de primaire versteleenheid is voorzien van een primair aansluitelement voor het 10 opnemen van of voor opname door een primair verbindingselement voor de primaire verbinding met de centrale aansturingseenheid en van ten minste één secundair aansluitelement voor het opnemen van of voor opname door een secundair verbindingselement voor de secundaire verbinding.

8. Primaire versteleenheid volgens conclusie 6 of 7, waarbij de 15 primaire versteleenheid voorts een besturingseenheid omvat die is ingericht voor de primaire verbinding en voor de secundaire verbinding.

9. Primaire versteleenheid volgens een der conclusies 6 - 8, waarbij de primaire verbinding een verbinding met de centrale aansturingseenheid van het motorvoertuig is.

10. Primaire versteleenheid volgens een der conclusies 6 - 9, waarbij de primaire verbinding ten minste een voedingsverbinding en een dataverbinding omvat.

11. Primaire versteleenheid volgens een der conclusies 6 - 10, waarbij de secundaire verbinding een voedingsverbinding en/of een dataverbinding 25 omvat voor het aansturen van een secundaire versteleenheid.

12. Primaire versteleenheid volgens een der conclusies 6-11, waarbij de aandrijfeenheid is opgenomen in een behuizing.

13. Secundaire versteleenheid voor het verstellen van afsluitelementen van een luchtinlaat van een motorvoertuig voorzien van een aandrijfeenheid 30 omvattende een aandrijftrein en een elektromotor voor het aandrijven van de aandrijftrein voor het verstellen van de afsluitelementen, waarbij de secundaire versteleenheid is ingericht voor een secundaire verbinding met een primaire versteleenheid voor het ten minste ontvangen van voeding van de primaire versteleenheid.

14. Secundaire versteleenheid volgens conclusie 13, waarbij de secundaire verbinding voorts een dataverbinding omvat.

15. Luchtinlaat voorzien van ten minste twee sets afsluitelementen omvattende een systeem volgens een der conclusies 1-5 voor het verstellen van de sets afsluitelementen.

16. Motorvoertuig voorzien van een motorcompartiment met een luchtinlaat volgens conclusie 15.