NL2000329C2 - Werkwijze voor het vervaardigen van een vormdeel met inzetstuk uit een rubberpolymeer. - Google Patents

Werkwijze voor het vervaardigen van een vormdeel met inzetstuk uit een rubberpolymeer. Download PDF

Info

Publication number
NL2000329C2
NL2000329C2 NL2000329A NL2000329A NL2000329C2 NL 2000329 C2 NL2000329 C2 NL 2000329C2 NL 2000329 A NL2000329 A NL 2000329A NL 2000329 A NL2000329 A NL 2000329A NL 2000329 C2 NL2000329 C2 NL 2000329C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
rubber polymer
insert
rubber
molded part
peroxide
Prior art date
Application number
NL2000329A
Other languages
English (en)
Inventor
Dieter Jungert
Louis-Philippe Antoine Eugene Maria Reuvekamp
Cristian Bernard Maria Greve
Gerard Nijman
Harald Biersack
Original Assignee
Porsche Ag
Vredestein Banden B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Porsche Ag, Vredestein Banden B V filed Critical Porsche Ag
Priority to NL2000329A priority Critical patent/NL2000329C2/nl
Priority to US12/516,038 priority patent/US20100048800A1/en
Priority to PCT/NL2007/050587 priority patent/WO2008063066A1/en
Priority to EP07834715.0A priority patent/EP2104602B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2000329C2 publication Critical patent/NL2000329C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60CVEHICLE TYRES; TYRE INFLATION; TYRE CHANGING; CONNECTING VALVES TO INFLATABLE ELASTIC BODIES IN GENERAL; DEVICES OR ARRANGEMENTS RELATED TO TYRES
    • B60C1/00Tyres characterised by the chemical composition or the physical arrangement or mixture of the composition
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60CVEHICLE TYRES; TYRE INFLATION; TYRE CHANGING; CONNECTING VALVES TO INFLATABLE ELASTIC BODIES IN GENERAL; DEVICES OR ARRANGEMENTS RELATED TO TYRES
    • B60C13/00Tyre sidewalls; Protecting, decorating, marking, or the like, thereof
    • B60C13/001Decorating, marking or the like
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C35/00Heating, cooling or curing, e.g. crosslinking or vulcanising; Apparatus therefor
    • B29C35/02Heating or curing, e.g. crosslinking or vulcanizing during moulding, e.g. in a mould

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Injection Moulding Of Plastics Or The Like (AREA)
  • Laminated Bodies (AREA)
  • Moulds For Moulding Plastics Or The Like (AREA)

Description

Werkwijze voor het vervaardigen van een vormdeel met inzetstuk uit een rubberpolymeer
De uitvinding betreft een werkwijze voor het vervaardigen van een vormdeel uit een 5 eerste rubberpolymeer met een inzetstuk uit een tweede rubberpolymeer.
Vormdelen uit een eerste rubberpolymeer dienen vaak voorzien te worden van bijvoorbeeld banden of strippen uit een tweede rubberpolymeer. Het tweede rubberpolymeer verschilt dan doorgaans met betrekking tot een bepaalde eigenschap 10 van het eerste rubberpolymeer. Heeft het tweede rubberpolymeer bijvoorbeeld een andere kleur dan het eerste rubberpolymeer, dan worden decoratieve banden of strippen gevormd, zoals deze bijvoorbeeld voorkomen op de zijvlakken van rubberbanden. Ook is het mogelijk dat de banden of strippen uit het tweede rubberpolymeer plaatselijk voor een versteviging en/of versterking zorgen van het vormdeel.
15
Het is bij het vervaardigen van dergelijke vormdelen van belang dat het eerste en tweede rubberpolymeer in het vormdeel een goede onderlinge hechting vertonen. Daarnaast dienen de typische eigenschappen van rubberpolymeren niet verloren te gaan door beide rubberpolymeren met elkaar te verbinden. In het bijzonder dienen 20 eigenschappen als een lage elasticiteitsmodulus, lage hardheid, hoge rek bij breuk, en daardoor een grote treksterkte, het in hoge mate elastisch gedrag met een relatief lage blijvende vervorming (“permanent set”), en een relatief grote onafhankelijkheid van en bestendigheid tegen temperaturen ook in het vormdeel met inzetstuk bewaard te blijven.
25 In een uit de stand der techniek bekende werkwijze voor het vervaardigen van een vormdeel uit een eerste rubberpolymeer met een inzetstuk uit een tweede rubberpolymeer worden beide rubberpolymeren in ongevulkaniscerde toestand bij elkaar gebracht in een vulkanisatiematrijs en vervolgens gezamenlijk gevulkaniseerd. Voor dat een rubberpolymeer gaat vulkaniseren dient dit eerst op een hiertoe geschikte 30 temperatuur te worden gebracht. Door de temperatuursstijging daalt de viscositeit van het rubberpolymeer waardoor dit onder druk kan gaan vloeien. Worden twee rubberpolymeren bij elkaar in een vulkanisatiematrijs aangebracht en aansluitend gevulkaniseerd, dan zullen beide rubberpolymeren doorgaans in elkaar overvloeien, waardoor het grensvlak tussen beide niet goed gedefinieerd is. Dit verschijnsel is 2 bijvoorbeeld te zien in fietsbanden die op het loopvlak zijn voorzien van een van de zwarte kleur afwijkende, in de omtreksrichting van de band verlopende strip. De scheidingslijn tussen strip en de rest van de band vertoont doorgaans een willekeurige golving. Dit is voor vormdelen waaraan hoge esthetische eisen worden gesteld niet 5 acceptabel.
In een andere eveneens uit de stand der techniek bekende werkwijze worden beide rubberpolymeren eerst separaat gevulkaniseerd, waarna beide worden verlijmd. Dit heeft weliswaar als voordeel dat een scherpere scheidingslijn tussen vormdeel en 10 inzetstuk wordt verkregen, en daardoor een betere esthetiek, doch het verlijmen van meerdere reeds gevulkaniseerde rubberpolymeren leidt tot een composiet vormdeel waarvan de eigenschappen gevoelig kunnen afwijken van hetgeen van rubberpolymeren kan worden verwacht. De in het grensvlak toegepaste lijm is in de regel brosser en/of vertoont een afwijkende hardheid en/of elasticiteitsmodulus dan de rubberpolymeren.
15
Onderhavige uitvinding beoogt te voorzien in een werkwijze volgens de aanhef waarbij bovengenoemde nadelen van de bekende werkwijze althans gedeeltelijk worden voorkomen.
20 Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt door een werkwijze voor het vervaardigen van een vormdeel uit een eerste rubberpolymeer, welk vormdeel een inzetstuk uit een tweede rubberpolymeer omvat, welke werkwijze tenminste de volgende stappen omvat: (A) het verschaffen van een vulkanisatiematrijs met bevestigingsmiddelen voor het inzetstuk; 25 (B) het met behulp van de bevestigingsmiddelen in de vulkanisatiematrijs aanbrengen van een althans gedeeltelijk gevulkaniseerd inzetstuk; (C) het aan de vulkanisatiematrijs toevoegen van het eerste rubberpolymeer in ongevulkaniseerde toestand; (D) het bij een geschikte vulkanisatietemperatuur vulkaniseren en vervolgens 30 uitnemen van het vormdeel; met dien verstande dat voorafgaand aan stap C) althans die zijde van het inzetstuk die bij stap C) in contact komt met het eerste rubberpolymeer van radicalen wordt voorzien. Door het inzetstuk althans ter hoogte van het grensvlak van radicalen te voorzien zal aldaar het eerste rubberpolymeer, en mogelijk tevens het tweede rubberpolymeer sneller 3 vulkaniseren dan elders het geval is. Zo wordt het in elkaar vloeien van de rubberpolymeren ter hoogte van het grensvlak in hoofdzaak voorkomen. Hebben beide rubberpolymeren een afwijkende kleur dan zal hierdoor een optisch scherpe scheiding ontstaat. Verder wordt bereikt dat beide rubberpolymeren duurzaam aan elkaar worden 5 gehecht zonder dat hiervoor een separaat toe te voegen hechtmiddel nodig is. De typische rubberelastische eigenschappen van het vormdeel zullen bovendien niet of nagenoeg niet afwijken van de rubberelastische eigenschappen van beide rubberpolymeren afzonderlijk.
10 Het grensvlak van het inzetstuk kan in beginsel op alle bekende wijzen worden voorzien van radicalen. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door het inzetstuk te bestralen met straling van geschikte golflengte, bijvoorbeeld UV-licht, desgewenst laserstraling, enzovoorts. Ook is het mogelijk het grensvlak van het inzetstuk van een plasmabehandeling te voorzien. Bij voorkeur wordt het inzetstuk althans gedeeltelijk van een reactief mengsel 15 voorzien, dat tenminste een peroxide omvat. Met meer voorkeur wordt de werkwijze volgens de uitvinding gekenmerkt doordat het reactief mengsel een oplossing omvat van een peroxide in een organisch oplosmiddel. Met nog meer voorkeur betreft het oplosmiddel een carbonylgroep bevattend oplosmiddel. Geschikte voorbeelden van dergelijke oplosmiddelen worden gekozen uit de groep van aldehyden en ketonen, en 20 omvatten bijvoorbeeld methylethylketon, aceton, en dergelijke meer. Dergelijke oplosmiddelen zijn relatief vluchtig wat de verwerkbaarheid van de peroxideoplossing ten goede komt. Door het peroxide in een oplosmiddel op te lossen voorafgaand aan het aanbrengen van het peroxide op de betreffende zijde van het inzetstuk wordt een verbeterde hechting verkregen. Ook is het gebleken dat de vulkanisatie aan het 25 grensvlak tussen beide rubberpolymeren sneller verloopt als gevolg van deze maatregel. Dit is gunstig omdat hierdoor een scherpere optische scheiding tussen beide wordt verkregen. Het moge duidelijk zijn dat beide rubberpolymeren aan hun grensvlak chemisch juist niet gescheiden zijn, doch in hoofdzaak een netwerk vormen waar keten(gedeelte)s van beide rubberpolymeren in zijn opgenomen.
30
Door het aanbrengen van het reactief mengsel op het inzetstuk zal ter hoogte van het grensvlak het eerste rubberpolymeer, en mogelijk tevens het tweede rubberpolymeer sneller vulkaniseren dan elders in de matrijsholte het geval is. Het heeft hierbij voordelen als de werkwijze volgens de uitvinding hierdoor wordt gekenmerkt dat het 4 reactief mengsel een peroxide omvat met een aanslagtemperatuur die lager is dan de vulkanisatietemperatuur van het eerste rubberpolymeer. De aanslagtemperatuur van een peroxide is eenvoudig vast te stellen en wordt door de leverancier van het peroxide aangegeven. Door de aanslagtemperatuur van het peroxide lager te kiezen dan de 5 temperatuur waarbij het eerste rubberpolymeer vulkaniseert zal de vulkanisatie aan het grensvlak tussen beide rubberpolymeren nog sneller verlopen waardoor een nog scherpere scheiding tussen beide rubberpolymeren wordt verkregen. De voordelen van de werkwijze volgens de uitvinding komen derhalve in het bijzonder tot uiting wanneer het eerste en het tweede rubberpolymeer van kleur verschillen. Met behulp van deze 10 voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze kunnen voortbrengselen uit rubberpolymeer worden gemaakt met scherp afgelijnde contrasterende inzetstukken.
Bij voorkeur omvat het reactief mengsel een peroxide met een aanslagtemperatuur die tenminste 20 °C lager is dan de vulkanisatietemperatuur van het eerste rubberpolymeer, en met nog meer voorkeur tenminste 50 °C lager. De uitvinding is niet beperkt tot het 15 gebruik van specifieke peroxides, maar omvat in beginsel elk voor de betreffende rubberpolymeren geschikt peroxide. Tevens omvat de uitvinding alternatieven van peroxides.
De bevestigingsmiddelen voor het inzetstuk kunnen breed worden gekozen. Zo is het 20 mogelijk de inzetstukken aan de vulkanisatiematrijs te bevestigen door middel van lijm, door bij voorkeur tweezijdig en temperatuurbestendig plakband te gebruiken, of door mechanische verbinding. Ook is het mogelijk het gedeelte van de matrijswand waar de inzetstukken dienen geplaatst te worden onder, desgewenst gedeeltelijk, vacuüm te brengen. Het vacuüm zuigt de inzetstukken als het ware vast op de betreffende 25 wandgedeeltes. Verder is het eveneens mogelijk de inzetstukken vast te klemmen tussen de twee matrijshelften en deze aldus te bevestigen, bijvoorbeeld wanneer het eerste rubberpolymeer door middel van spuitgieten aan de vulkanisatiematrijs wordt toegevoegd in stap C van de werkwijze. Om de inzetstukken nauwkeuriger te kunnen positioneren kunnen deze desgewenst in daartoe, in de wand van de vulkanisatiematrijs 30 gemaakte uitsparingen worden aangebracht. Het is hierbij mogelijk de inzetstukken dikker te maken dan de hoogte van de matrijsholte zodat het bovenoppervlak ervan min of meer in het vlak van het vormdeel komt te liggen, wat vanuit esthetisch en mechanisch oogpunt voordelig is.
5
Volgens de uitvinding wordt het inzetstuk in de vulkanisatiematrijs aangebracht in althans gedeeltelijk gevulkaniseerde toestand. Hiermee wordt bedoeld dat het tweede rubberpolymeer voldoende reactief is om ter hoogte van het scheidingsvlak met het eerste rubberpolymeer te vulkaniseren tot in hoofdzaak één netwerk. Gebleken is dat 5 een werkwijze waarbij het althans gedeeltelijk gevulkaniseerd inzetstuk een tweede rubberpolymeer omvat waarvan de hoofdketen per 200 koolstof-koolstof bindingen maximaal één onverzadigde koolstof-koolstof binding bevat, een goede hechting oplevert tussen eerste en tweede rubberpolymeer. Nog meer voorkeur heeft een werkwijze waarbij het althans gedeeltelijk gevulkaniseerd inzetstuk een tweede 10 rubberpolymeer omvat waarvan de hoofdketen per 50 koolstof-koolstof bindingen maximaal één onverzadigde koolstof-koolstof binding bevat.
De rubberpolymeren zoals toegepast in de werkwijze volgens de uitvinding kunnen op voor de vakman bekende wijze worden bereid. In beginsel is elke bekende methode 15 voor het mengen van polymeren, vulstoffen, en andere additieven hiertoe geschikt. Zo is het mogelijk de rubberpolymeren, desgewenst aangevuld met additieven en/of andere polymeren, te mengen met behulp van een interne menger of Banbury mixer, een enkel-of dubbelschroefsextrudeerinrichting, een bladkneder, een Buss-cokneder, een rollenwals en dergelijke meer. Geschikte temperaturen bij het mengen worden in 20 hoofdzaak bepaald door de Theologische eigenschappen van het betreffende rubberpolymeer.
De bij voorkeur toegepaste eerste en tweede rubberpolymeren in de werkwijze volgens de uitvinding kunnen worden gekozen uit de bekende rubbers. In het algemeen hebben 25 deze rubbers een glasovergangstemperatuur Tg lager dan - 10°C, hoewel dit niet noodzakelijk is. Geschikt toe te passen rubbers worden bijvoorbeeld gekozen uit de groep van natuurlijke rubbers, isopreen rubbers, butadiëenrubbers, styreen-butadiëen copolymeer rubbers, acrylonitril-butadiëen copolymeer rubbers, desgewenst gecopolymeriseerd met styreen, butadiëen-isopreen copolymeer rubbers, chloropreen 30 rubbers, butyl en acryl rubbers, en etheen-propeen copolymeren, die desgewenst een derde copolymeriseerbaar diëenmonomeer bevatten, zoals bijvoorbeeld 1,4-hexadiëen, dicyclopentadiëen, dicyclooctadiëen, methyleennorbomeen, ethylideennorbomeen en tetrahydroindeen. Desgewenst bevat het rubberpolymeer eveneens een ondergeschikte hoeveelheid natuurlijk rubber en/of elastomeer, dat bij voorkeur is opgebouwd uit 1,3- 6 diëenverbindingen, zoals bijvoorbeeld butadiëen en/of isopreen en/of 2,3-dimethylbutadiëen. Bij voorkeur is het in de werkwijze toegepaste rubberpolymeer een etheen-propeen rubber, met meer voorkeur is het toegepaste rubberpolymeer een etheen-propeen-dieen rubber (EPDM). Mengsels van voomoemde rubberpolymeren zijn 5 eveneens mogelijk.
Desgewenst kan een vemetter voor het rubberpolymeer worden toegevoegd. Bijzonder geschikte vemetters voor het rubberpolymeer, in het bijzonder voor het EPDM rubberpolymeer omvatten fenolharsen in combinatie met een tinchloride-verbinding als 10 katalysator. Daarnaast is het ook mogelijk vernetters toe te passen op basis van zwavel en/of peroxides. Bij voorkeur wordt de vemetter voor het rubberpolymeer pas toegevoegd nadat de reacties en/of fysische interacties van andere additieven zolas bijvoorbeeld een koppelingsmiddel met het oppervlak van silicadeeltjes althans gedeeltelijk hebben plaatsgevonden, dus bijvoorbeeld op het einde van de 15 extrudeerinrichting, als deze als mengapparaat voor de bereiding van de rubberpolymeren wordt toegepast. Indien gewenst kan naast het tweede rubberpolymeer het eerste rubberpolymeer tevens worden voorzien van reactieve groepen, zoals bijvoorbeeld hydroxylgroepen, alkoxysilylgroepen, amino en epoxidegroepen, en/of carboxylgroepen. Bijzonder geschikte matrixpolymeren zijn deze voorzien van 20 carboxylgroepen, bijvoorbeeld door op het rubberpolymeer onverzadigde dicarbonzuuranhydride verbindingen te enten. Bijzonder geschikt als eerste en/of tweede rubberpolymeer is een malëinezuuranhydride gefimctionaliseerd rubberpolymeer.
25 Aan de rubberpolymeren zoals toegepast in de werkwijze volgens de uitvinding kunnen desgewenst additieven worden toegevoegd. Voorbeelden van gebruikelijke additieven zijn stabilisatoren, antioxidantia, glijmiddelen, vulmiddelen, kleurstoffen, pigmenten, vlamvertragers, geleidende vezels en versterkende vezels. In het bijzonder kunnen de rubberpolymeren tevens een olie omvatten als additief. Ook is het mogelijk petroleum 30 weekmakers toe te voegen. Voor het eerste en/of tweede rubberpolymeer geschikte kleurstoffen omvatten elk de vakman bekend type. Zo is het mogelijk organische en/of anorganische kleurstoffen toe te passen, en oplosbaar en/of niet oplosbaar in het rubberpolymeer. Voorbeelden van geschikte minerale kleurstoffen omvatten metalen in peodervorm, zoals bijvoorbeeld poedervormig aluminium, koper, metaaloxides, zoals 7 bijvoorbeeld silicaten, aluminaten, titanaten, ijzeroxides en/of hydroxides, evenals mengsels van oxides van bijvoorbeeld kobalt, aluminium, of zink. Geschikte organische kleurpigmenten omvatten bijvoorbeeld indanthronen, pyrrolen en en/of diazo verbindingen, evenals organometaalpigmenten zoals bijvoorbeeld ftalocyanines. Voor 5 de rubberpolymeren overeenkomstig de uitvinding geschikte koppelingsmiddelen omvatten silaanverbindingen. Bijzonder geschikte silaanverbindingen omvatten di- en tetrasulfides. Desgewenst kunnen de rubberpolymeren tevens roetdeeltjes en/of silicadeeltjes omvatten van in beginsel elk bekend type. Geschikte silicadeeltjes zijn bijvoorbeeld in hoofdzaak opgebouwd uit primaire deeltjes met een gemiddelde 10 deeltjesgrootte van ongeveer 30 nm, agglomeraten van silicadeeltjes met een gemiddelde grootte van enkele honderden nm, en aggregaten van silicadeeltjes met een gemiddelde grootte van ongeveer 10 pm. De gemiddelde deeltjesgrootte van de silicadeeltjes is bij voorkeur gelegen tussen 0,1 en 50 pm, met meer voorkeur tussen 1 en 30 pm. Desgewenst kan de deeltjesgrootteverdeling van de silicadeeltjes worden 15 aangepast, bijvoorbeeld door de silicadeeltjes te zeven en/of te malen.
De uitvinding betreft eveneens een vormdeel uit een eerste rubberpolymeer en tenminste één inzetstuk uit een tweede rubberpolymeer, welk vormdeel verkrijgbaar is met de werkwijze volgens de uitvinding. Bij voorkeur omvat een dergelijk vormdeel 20 een eerste rubberpolymeer in een eerste kleur en een tweede rubberpolymeer in een tweede kleur. Met meer voorkeur heeft het eerste rubberpolymeer een zwarte kleur, en is het tweede rubberpolymeer gekleurd. Met gekleurd wordt in het kader van deze aanvrage bedoeld een van zwart afwijkende kleur, inclusief wit en/of metallische kleuren. De vormdelen kunnen in beginsel alle kleuren hebben zoals bijvoorbeeld rood, 25 groen, geel, blauw, indigo, paars en bruin. Het vormdeel dat met de werkwijze volgens de uitvinding kan worden verkregen uit een eerste rubberpolymeer en tenminste één, inzetstuk uit een tweede rubberpolymeer heeft als bijzonderheid dat het inzetstuk bij voorkeur zonder hechtmiddel met het eerste rubberpolymeer is verbonden, waarbij het inzetstuk in het vormdeel bovendien in hoofdzaak dezelfde vorm heeft als het 30 gedeeltelijk gevulkaniseerd inzetstuk. Hiermee wordt bedoeld dat de vorm van het inzetstuk in het vormdeel in hoofdzaak niet wordt beïnvloed door de specifieke werkwijze waarmee het vormdeel wordt vervaardigd.
8
Bijzonder geschikte vormdelen volgens de uitvinding omvatten een rubberband of een spoiler voor een voertuig. De rubberband kan over haar gehele oppervlak van inzetstukken worden voorzien, bijvoorbeeld op het loopvlak of juist op de zijkanten van de band. De inzetstukken kunnen worden gebruikt als aanduiding, bijvoorbeeld om de 5 graad van slijtage van de band weer te geven, of kunnen om esthetische redenen zijn aangebracht. De werkwijze is ook bijzonder geschikt voor de vervaardiging van flexibele spoilers of meer in het algemeen voor flexibele carrosseriedelen van automobielen of andere voertuigen. Dergelijke carrosserieonderdelen behoeven vaak versiering, waarbij aan de versiering hoge eisen worden gesteld. Een flexibele spoiler 10 wordt bijvoorbeeld beschreven in de Amerikaanse octrooiaanvragen US 2005/0012359 en in US 2005/0017541, de inhoud waarvan hierbij uitdrukkelijk wordt opgenomen in onderhavige aanvrage. De hierin beschreven spoiler omvat een luchtstrominggeleidend element en een bedieningsorgaan daarvoor. Het luchtstrominggeleidend element wordt onderaan de bumper bevestigd, is vervaardigd uit een rubberpolymeer en kan door 15 middel van het bedieningsorgaan in- en uitgeklapt worden Een verende verbinding tussen luchtstrominggeleidend element en bumper houdt de spoiler in de ingeklapte ruststand. Het bedieningsorgaan kan bijvoorbeeld de vorm hebben van een aantal opblaasbalgen, die aan de achterzijde van de spoiler zijn opgesteld. Bij opblazen van de opblaasbalgen beweegt de spoiler van uit de ingeklapte stand naar voren in de 20 uitgeklapte stand. Een staaf uit vezelversterkte kunststof zorgt voor een laterale geleiding van het element. De spoiler kan aan de hand van de werkwijze volgens de uitvinding worden versierd met zwarte en/of gekleurde inzetstukken, bijvoorbeeld in de vorm van lateraal verlopende banden. Het moge duidelijk zijn dat de uitvinding niet is beperkt tot bijzondere vormen, maar dat in beginsel elke vorm mogelijk is.
25
De onderhavige uitvinding zal nu verder worden verduidelijkt aan de hand van het onderstaande voorbeeld zonder daartoe evenwel te worden beperkt.
Voorbeeld I 30
Een eerste en een tweede mengsel van etheen-propeen-diëenrubber (EPDM, Keltan 514 van de firma DSM) en de in tabel 1 vermelde bestanddelen werden bereid door menging in een standaard kneder gedurende ongeveer 5 minuten bij een gemiddelde temperatuur van ongeveer 150°C. De in het tweede mengsel toegepaste silica was afkomstig van de 9 firma Rhodia, type Zeosil-1165MP met een CTAB specifieke oppervlakte van 155 m2/g. Als koppelingsmiddel werd een polysiloxaanverbinding gebruikt ((bistriethoxysilylpropyl)tetrasulfïde van de firma Degussa). Aan beide mengsels werd een standaard vulkanisatiesysteem op basis van zwavel toegevoegd. Verder werden in 5 het tweede mengsel voor EPDM gebruikelijke pigmenten en titaandioxide toegevoegd. De in tabel 1 aangegeven hoeveelheden zijn delen per honderd delen EPDM rubber (phr).
Tabel 1: Polymeersamenstellingen
Materiaal Eerste rubberpolymeer Tweede rubberpolymeer EPDM WO TÖÖ OÏk 2Ö 2Ö
Silica - 50
Koppelingsmiddel - 3,5
Roet 70
Zinkoxide 5 5
Stearinezuur 1 1
Vulkanisatiesysteem 10 10
Titaandioxide - 5
Pigmenten - 15 UV stabilisatoren - 5 10
Het aldus verkregen tweede mengsel werd vervolgens uitgewalst en afgekoeld door het te onderwerpen aan een walsproces op ongeveer 50°C. De velvormige tweede rubbersamenstelling werd vervolgens gevulkaniseerd gedurende ongeveer 12 minuten bij een temperatuur van ongeveer 160 °C. Na voltooiing van de vulkanisatie werden de 15 vellen tweede rubberpolymeer afgekoeld tot kamertemperatuur en versneden tot gekleurde inzetstukken. Het is volgens de uitvinding tevens mogelijk de tweede rubbersamenstelling te spuitgieten of te persen. Een aantal van de aldus verkregen inzetstukken werd vervolgens in een matrijsholte aangebracht en hiermee verbonden door middel van dubbelzijdig temperatuursbestendig plakband. De van de matrijswand 20 afgekeerde gedeeltes van de inzetstukken werden vervolgens ingesmeerd met een reactief mengsel, dat een Perkadox BC peroxide van de firma Akzo omvatte met een 10 aanslagtemperatuur van 130 °C. Vervolgens werd in de andere matrijshelft het nog ongevulkaniseerde eerste rubberpolymeer ingelegd. De matrijs werd gesloten en op de vulkanisatietemperatuur van ongeveer 160°C gebracht. Het is ook mogelijk de matrijs vooraf reeds op deze temperatuur te brengen of de temperatuur anders te kiezen. Na 5 ongeveer 12 minuten werd de matrijs geopend en het vormdeel uit de matrijs verwijderd. Het vormdeel omvatte een zwarte matrix, waarin een aantal inzetstukken was opgenomen. De inzetstukken waren goed gehecht met het eerste (zwarte) rubberpolymeer en hadden nagenoeg dezelfde vorm als voor de vulkanisatie van het vormdeel. De scheiding tussen het (zwarte) matrixgedeelte van het vormdeel en de 10 (gekleurde) inzetstukken was scherp.
15

Claims (15)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een vormdeel uit een eerste rubberpolymeer, welk vormdeel een inzetstuk uit een tweede rubberpolymeer omvat, 5 welke werkwijze tenminste de volgende stappen omvat: (E) het verschaffen van een vulkanisatiematrijs met bevestigingsmiddelen voor het inzetstuk; (F) het met behulp van de bevestigingsmiddelen in de vulkanisatiematrijs aanbrengen van een althans gedeeltelijk gevulkaniseerd inzetstuk; 10 (G) het aan de vulkanisatiematrijs toevoegen van het eerste rubberpolymeer in ongevulkaniseerde toestand; (H) het bij een geschikte vulkanisatietemperatuur vulkaniseren en vervolgens uitnemen van het vormdeel; met dien verstande dat voorafgaand aan stap C) althans die zijde van het inzetstuk die 15 bij stap C) in contact komt met het eerste rubberpolymeer van vrije radicalen wordt voorzien.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat voorafgaand aan stap C) althans die zijde van het inzetstuk die bij stap C) in contact komt met het eerste 20 rubberpolymeer van een reactief mengsel wordt voorzien, dat tenminste een peroxide omvat.
3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het reactief mengsel een oplossing omvat van een peroxide in een organisch oplosmiddel. 25
4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het reactief mengsel een oplossing omvat van een peroxide in een carbonylgroep bevattend oplosmiddel.
5. Werkwijze volgens één der conclusies 1 - 4, met het kenmerk, dat het reactief 30 mengsel een peroxide omvat met een aanslagtemperatuur die lager is dan de vulkanisatietemperatuur van het eerste rubberpolymeer.
6. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het reactief mengsel een peroxide omvat met een aanslagtemperatuur die tenminste 20 °C lager is dan de vulkanisatietemperatuur van het eerste rubberpolymeer.
7. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het reactief mengsel een peroxide omvat met een aanslagtemperatuur die tenminste 50 °C lager is dan de vulkanisatietemperatuur van het eerste rubberpolymeer.
8. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het 10 eerste en het tweede rubberpolymeer van kleur verschillen.
9. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het althans gedeeltelijk gevulkaniseerd inzetstuk een tweede rubberpolymeer omvat waarvan de hoofdketen per 200 koolstof-koolstof bindingen maximaal één 15 onverzadigde koolstof-koolstof binding bevat.
10. Werkwijze volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het althans gedeeltelijk gevulkaniseerd inzetstuk een tweede rubberpolymeer omvat waarvan de hoofdketen per 50 koolstof-koolstof bindingen maximaal één onverzadigde koolstof-koolstof binding 20 bevat.
11. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het eerste en/of tweede rubberpolymeer een etheen-propeen-dieen rubber (EPDM) omvat.
12. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het eerste en/of tweede rubberpolymeer additieven omvat, gekozen uit de groep van de vemetters, stabilisatoren, antioxidantia, glijmiddelen, vulmiddelen, kleurstoffen, pigmenten, vlamvertragers, geleidende vezels, versterkende vezels, olie, en petroleum weekmakers.
13. Vormdeel uit een eerste rubberpolymeer en tenminste één inzetstuk uit een tweede rubberpolymeer, welk vormdeel verkrijgbaar is met de werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 1-12. 30
14. Vormdeel uit een eerste rubberpolymeer en tenminste één, zonder hechtmiddel ermee verbonden inzetstuk uit een tweede rubberpolymeer, waarbij het inzetstuk in het vormdeel in hoofdzaak dezelfde vorm heeft als het gedeeltelijk gevulkaniseerd inzetstuk. 5
15. Vormdeel volgens conclusie 13 of 14, omvattende een rubberband of een spoiler voor een voertuig.
NL2000329A 2006-11-23 2006-11-23 Werkwijze voor het vervaardigen van een vormdeel met inzetstuk uit een rubberpolymeer. NL2000329C2 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2000329A NL2000329C2 (nl) 2006-11-23 2006-11-23 Werkwijze voor het vervaardigen van een vormdeel met inzetstuk uit een rubberpolymeer.
US12/516,038 US20100048800A1 (en) 2006-11-23 2007-11-23 Method for manufacturing a moulded article with insert from a rubber polymer
PCT/NL2007/050587 WO2008063066A1 (en) 2006-11-23 2007-11-23 Method for manufacturing a moulded article with insert from a rubber polymer
EP07834715.0A EP2104602B1 (en) 2006-11-23 2007-11-23 Method for manufacturing a moulded article with insert from a rubber polymer

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2000329A NL2000329C2 (nl) 2006-11-23 2006-11-23 Werkwijze voor het vervaardigen van een vormdeel met inzetstuk uit een rubberpolymeer.
NL2000329 2006-11-23

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2000329C2 true NL2000329C2 (nl) 2008-05-26

Family

ID=38169427

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2000329A NL2000329C2 (nl) 2006-11-23 2006-11-23 Werkwijze voor het vervaardigen van een vormdeel met inzetstuk uit een rubberpolymeer.

Country Status (4)

Country Link
US (1) US20100048800A1 (nl)
EP (1) EP2104602B1 (nl)
NL (1) NL2000329C2 (nl)
WO (1) WO2008063066A1 (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2000328C2 (nl) 2006-11-23 2008-05-26 Vredestein Banden B V Werkwijze voor het onderling hechten van vormdelen uit gevulkaniseerd rubber.
NL2000330C2 (nl) 2006-11-23 2008-05-26 Vredestein Banden B V Polymeersamenstelling.
EP2878457A4 (en) * 2012-07-27 2015-12-23 Bridgestone Corp LAMINATE FOR INTERNAL COATING AND TIRE USING THE SAME
US10538642B2 (en) 2013-03-22 2020-01-21 Honeywell International Inc. Rubber-based elastomeric compositions and articles of manufacture produced therewith

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2454899A1 (fr) * 1979-04-27 1980-11-21 Baron Caoutchouc Ltee Procede de fixation d'une pastille publicitaire sur un article en caoutchouc synthetique vulcanise
JPH0796562A (ja) * 1993-09-28 1995-04-11 Asahi Corp 透明インサ−トゴム片を一体化した靴底の成形法
US6279633B1 (en) * 1999-03-23 2001-08-28 The Goodyear Tire & Rubber Company Tire with EPDM-based component

Family Cites Families (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB518289A (en) * 1937-09-14 1940-02-22 Wolfgang Baseler Method of glueing together workpieces, particularly those of the thick-walled type
US2819256A (en) * 1954-06-09 1958-01-07 Hercules Powder Co Ltd Composition of rubber and a di(arylalkyl) peroxide
US2807564A (en) * 1954-07-02 1957-09-24 Robert L Mitchell Multi-colored rubber mats and apparatus for formation thereof
BE593027A (nl) * 1959-07-17 1900-01-01
DE1250112B (de) * 1962-12-05 1967-09-14 Pirelli Societä per Azioni, Mailand (Italien) Verfahren zum Herstellen eines Schutzstreifens für Fahrzeugluftreifen
US3344105A (en) * 1965-09-29 1967-09-26 Goodrich Co B F Epdm rubber compatible in cure with diene rubbers
JPS5962131A (ja) * 1982-10-01 1984-04-09 Bridgestone Corp タイヤの加硫制御方法
US5594052A (en) * 1995-09-11 1997-01-14 The Goodyear Tire & Rubber Company Sulfur vulcanizable rubber containing sodium thiosulfate pentahydrate
FR2765881B1 (fr) * 1997-07-09 1999-08-13 Michelin & Cie Composition de caoutchouc vulcanisable au soufre contenant de la silice
US6426378B1 (en) * 1999-09-22 2002-07-30 The Goodyear Tire & Rubber Company Partially vulcanized shaped rubber composition and preparation of an article, including tires, having a component thereof
US7138169B2 (en) * 2003-03-05 2006-11-21 3M Innovative Properties Company Cloth-like polymeric film with directional tear
DE10325653A1 (de) * 2003-06-06 2004-12-23 Dr.Ing.H.C. F. Porsche Ag Luftleiteinrichtung für ein Kraftfahrzeug

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2454899A1 (fr) * 1979-04-27 1980-11-21 Baron Caoutchouc Ltee Procede de fixation d'une pastille publicitaire sur un article en caoutchouc synthetique vulcanise
JPH0796562A (ja) * 1993-09-28 1995-04-11 Asahi Corp 透明インサ−トゴム片を一体化した靴底の成形法
US6279633B1 (en) * 1999-03-23 2001-08-28 The Goodyear Tire & Rubber Company Tire with EPDM-based component

Also Published As

Publication number Publication date
WO2008063066A1 (en) 2008-05-29
US20100048800A1 (en) 2010-02-25
EP2104602A1 (en) 2009-09-30
EP2104602B1 (en) 2017-02-22

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JP6339314B2 (ja) ゴム組成物及び空気入りタイヤ
EP2735587B1 (en) Self-healing rubber composition and tire or article of manufacture
EP2860047B1 (en) Rubbery blend containing trans isoprene-butadiene copolymer
EP2340946B1 (en) Pneumatic tire with rubber component containing epoxidized palm oil
KR20080032169A (ko) 고무 조성물용 가소화 시스템
WO2005082995A1 (ja) ゴム組成物及びそれを用いた空気入りタイヤ
KR20110073307A (ko) 탄소 나노튜브를 함유하는 구성요소를 가진 타이어
JP2001129895A (ja) 部分的に加硫された、付形されたゴム組成物、それの部材を有する物品、例えばタイヤの製造。
NL2000328C2 (nl) Werkwijze voor het onderling hechten van vormdelen uit gevulkaniseerd rubber.
JP7483695B2 (ja) ポリフェノール化合物を含むゴム組成物
EP2028021B1 (en) Tire with component having combination plasticizer
NL2000329C2 (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van een vormdeel met inzetstuk uit een rubberpolymeer.
EP2639245A1 (en) Rubber composition and pneumatic tire
EP1457520A1 (en) Process of preparing a silica-rich rubber composition for a tire by a series of sequential mixing steps
US20200347207A1 (en) Sulfur-crosslinkable rubber mixture, vulcanizate of the rubber mixture, and vehicle tyre
CN105315517A (zh) 橡胶组合物和充气轮胎
US10308792B2 (en) Rubbery blend containing trans isoprene-butadiene copolymer
CN112011062A (zh) 一种非硅烷聚合物偶联剂、制备方法及可硫化橡胶组合物
CN115044113B (zh) 橡胶组合物和轮胎
JP2021088706A (ja) ゴム組成物およびゴム組成物を含む製造品
EP3828166B1 (en) Vegetable oil derivative, method of making and use in rubber compositions and tires
EP3828007B1 (en) Vegetable oil derivative, method of making and use in rubber compositions and tires
JP2023156265A (ja) ゴム組成物およびタイヤ
JP2022183050A (ja) ブロックコポリマーを含むゴム組成物およびブロックコポリマー
BR102023015125A2 (pt) Composição de borracha para pneu de caminhão

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
TD Modifications of names of proprietors of patents

Owner name: APOLLO VREDESTEIN B.V.

Effective date: 20090724

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20151201