NL2000141C2

NL2000141C2 - Oppervlaktelichtbron welke gebruik maakt van een led en rugverlichtingseenheid welke de oppervlaktelichtbron heeft.

Info

Publication number: NL2000141C2
Application number: NL2000141A
Authority: NL
Inventors: Sang Yun Lee; Jae Wook Kwon
Original assignee: Samsung Electro Mech
Priority date: 2005-07-15
Filing date: 2006-07-12
Publication date: 2011-09-13
Also published as: CN1896586B; CN1896586A; KR100691191B1; US20070013647A1; TWI366806B; JP4971706B2; TW200710782A; CN102252225B; KR20070009149A; NL2000141A1; CN102252225A; JP2007027745A; US7830356B2

Description

Oppervlaktelichtbron welke gebruik maakt van een LED en rugverlichtingseenheid welke de oppervlaktelichtbron heeft

5 VERWANTE TOEPASSING

De onderhavige aanvrage is gebaseerd op, en roept prioriteit in van, de Koreaanse aanvrage nummer 2005-64204, ingediend 15 juli 2005, waarvan de beschrijving geacht wordt hierbij in zijn geheel te zijn inbegrepen door middel van verwijzing.

10 ACHTERGROND VAN DE UITVINDING Gebied van de uitvinding 15 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een oppervlaktelichtbron welke gebruik maakt van licht-emitterende dioden (LED’s) en meer specifiek op een oppervlaktelichtbron welke de problemen kan oplossen welke kunnen worden veroorzaakt door de toename van een aanstuurspanning en een aanstuurstroom, door middel van het elektrisch met elkaar verbinden van een veelheid van LED’s onder gebruikmaking van de 20 combinatie van een serieverbinding en een parallelverbinding en een rugverlichtingseenheid voor een vloeibaar-kristalweergeeforgaan (LCD), welke de oppervlaktelichtbron heeft.

Beschrijving van de verwachte techniek 25

Een fluorescentielamp met koude kathode (CCFL) wordt breed aangewend als lichtbron voor een gebruikelijke rugverlichting van een LCD. Aangezien de CCFL kwikgas gebruikt, kan deze milieuverontreiniging veroorzaken. Bovendien heeft de CCFL een naar verhouding langzame responsietijd en een naar verhouding ongunstige kleurweer-30 gave. In toevoeging daarop is de CCFL niet geëigend voor het reduceren van het gewicht, de dikte en het totale volume van een LCD paneel waarin hij wordt toegepast. LED’s daarentegen zijn milieuvriendelijk en hebben een responsietijd van meerdere nanoseconden, waardoor ze geschikt zijn voor een videosignaalstroom en impulsaan- 2000141 2 de luminantie en de kleurtemperatuur daarvan geëigend worden gevarieerd door middel van het bijstellen van een hoeveelheid licht welke wordt geëmitteerd vanuit rode, groene en blauwe LED’s. In toevoeging daarop zijn de LED’s geëigend voor het reduceren van het gewicht, de dikte en het totale volume van het LCD paneel. Derhalve zijn zij in 5 de jaren van het recente verleden breed aangewend als een lichtbron van een achterver-lichtingseenheid voor de LCD.

De LCD rugverlichting welke de LED’s gebruikt kan naar klasse worden ingedeeld in een rugverlichting van het randtype en een rugverlichting van het rechtstreekse type, al naar gelang de positie van de lichtbron. Bij de rugverlichting van een randtype is de 10 lichtbron gelegen aan een zijde en emitteert licht in de richting van een vooroppervlak van het LCD paneel onder gebruikmaking van een lichtgeleidingsplaat. Bij de rugverlichting van het rechtstreekse type is de lichtbron een oppervlaktelichtbron die onder het LCD paneel is geplaatst en welke een oppervlaktegebied heeft dat bijna identiek is aan dat van het LCD paneel en rechtstreeks licht emitteert in de richting van het voor-15 oppervlak van het LCD paneel.

Figuur 1 toont een gebruikelijke oppervlaktelichtbron welke wordt gebruikt in een rug-verlichtingseenheid van een LCD paneel van het rechtstreekse type. Zoals getoond in figuur 1 omvat een gebruikelijke oppervlaktelichtbron die wordt gebruikt in een LCD paneel van het rechtstreekse type staafvormige substraten 110. Een veelheid van rode, 20 groene en blauwe LED’s zijn ingericht op ieder van de staafvormige substraten 110. De staafvormige substraten 110 zijn als een array in een richting gelegen. Dat wil zeggen, dat de veelheid van rode, groene en blauwe LED’s 121,122 en 123 is ingericht op ieder van de staafvormige substraten 110, waarin de LED’s van identieke kleur met elkaar zijn verbonden in serie en rechtstreeks zijn verbonden met een voor de overeenkomsti-25 ge kleur geschikte LED aanstuurschakeling 221, 222 of 223 van een LED aanstuureen-heid 22. In de gebruikelijke oppervlaktelichtbron is één LED aanstuureenheid 22 vereist voor ieder staafvormig substraat. In toevoeging daarop vereist iedere LED aanstuureenheid 22 drie verschillende aanstuurschakelingen 121,122 en 123.

In de LED verbindingsstructuur van de gebruikelijke oppervlaktelichtbron, zijn de 30 LED’s met elkaar in serie verbonden in iedere aanstuurschakeling. Wanneer echter een groot aantal LED’s in serie met elkaar is verbonden, is een zeer hoge aanstuurspanning noodzakelijk.

3

Aangezien de toename van de aanstuurspanning of de aanstuurstroom echter begrensd is als gevolg van een structurele begrenzing van een geïntegreerde schakeling die wordt gebruikt in de aanstuurschakeling, of als gevolg van andere met het ontwerp samenhangende begrenzingen, is het niet mogelijk de gebruikelijke LED verbindingstructuur 5 toe te passen bij een oppervlaktelichtbron welke een groot aantal LED’s gebruikt.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

Dienovereenkomstig is de onderhavige uitvinding gericht op een oppervlaktelichtbron 10 en een rugverlichtingseenheid welke de oppervlaktelichtbron heeft, die in essentie één of meer problemen welke het gevolg zijn van begrenzingen en nadelen van de verwante techniek opheft.

Een doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een oppervlaktelichtbron welke in staat is een veelheid van LED’s aan te sturen onder gebruikmaking van een 15 geëigende aanstuurspanning of -stroom door middel van het elektrisch met elkaar ver binden van een veelheid van LED’s onder gebruikmaking van een combinatie van een serieverbinding en een parallelverbinding.

Toegevoegde voordelen, doelen en eigenschappen van de uitvinding zullen voor een deel worden weergegeven in de beschrijving hieronder en zullen voor deskundigen op 20 dit gebied van de techniek voor een deel duidelijk worden door het onderzoeken van het volgende, of kunnen worden geleerd door het in praktijk brengen van de uitvinding. De doelen en andere voordelen van de uitvinding kunnen worden gerealiseerd en verkregen door middel van de structuur die in het bijzonder is weergegeven in de tekst van de beschrijving en in de conclusies daarvan, en ook in de aangehangen tekeningen.

25 Teneinde deze doelen en andere voordelen overeenkomstig het doel van de uitvinding te realiseren zoals hier belichaamd en breed beschreven, is voorzien in een oppervlaktelichtbron welke LED’s gebruikt, omvattend: een substraat dat een veelheid van verdeelde gebieden heeft; een veelheid van rode, groene en blauwe LED’s welke zijn ingericht op ieder verdeeld gebied in een vooraf bepaalde inrichtingsstructuur, en een veel-30 heid van LED aanstuureenheden welke ieder aanstuurschakelingen voor een rode, groene en blauwe LED’s hebben waarmee respectievelijk de rode, groene en blauwe LED’s worden aangestuurd, waarbij LED’s van identieke kleur op ieder verdeeld gebied met elkaar in serie zijn verbonden, waarbij de serieverbindingen van de rode, groene en 4 groene en blauwe LED’s in één verdeeld gebied respectievelijk in parallel zijn verbonden met de serieverbindingen van de rode, groene en blauwe LED’s in één of meer andere verdeelde gebieden, en de parallelverbindingen van de serieverbindingen zijn verbonden met schakelingen voor het aansturen van LED’s van overeenkomstige kleur.

5 Het substraat kan zodanig zijn verdeeld dat de inrichting van de verdeelde gebieden nX2 of 2Xn wordt (n is een natuurlijk getal groter dan 2).

De aantallen van de rode, groene en blauwe LED’s in één verdeeld gebied kunnen identiek zijn aan die van de rode, groene en blauwe LED’s in andere verdeelde gebieden.

De serieverbindingen van de rode, groene en blauwe LED’s in één verdeeld gebied 10 kunnen respectievelijk in parallel zijn verbonden met de serieverbindingen van de rode, groene en blauwe LED’s in een daarnaast gelegen verdeeld gebied.

Ieder van de LED aanstuureenheden kan de LED’s welke zijn ingericht in twee naast elkaar gelegen verdeelde gebieden aansturen.

De vooraf bepaalde inrichtingsstructuur kan omvatten: een eerste LED inrichting waar-15 in rode, blauwe, groene, en groene LED’s met herhaling zijn ingericht in deze volgorde; en een tweede LED inrichting waarin blauwe, rode, groene en groene LED’s met herhaling zijn ingericht in deze volgorde, waarbij een eerste en een tweede toegevoegde LED inrichting, op ieder waarvan een vooraf bepaalde LED inrichting, waarin één rode LED, één blauwe LED en twee groene LED’s zijn ingericht in een vooraf bepaalde 20 volgorde, is herhaald, met herhaling zijn ingericht in rijen.

Volgens een ander aspect van de onderhavige uitvinding is voorzien in een rugverlich-tingseenheid welke is gehecht aan een LCD paneel, omvattend: een oppervlaktelicht-bron volgens willekeurig welke van conclusies 1 tot en met 6; een diffiiseerblad dat verschaft is aan de zijde van de oppervlaktelichtbron waar het LCD paneel gelegen is 25 teneinde daarop vallend licht dat afkomstig is van de oppervlaktelichtbron uniform te diffuseren; en tenminste één lichtverzamelblad dat is verschaft aan de zijde van het diffuseerblad waar het LCD paneel is gelegen voor het verzamelen van door het difftt-seerblad gediffiiseerd licht in een richting welke normaal is ten opzichte van een vlak van het LCD paneel.

30 Men dient als vanzelfsprekend in te zien dat zowel de algemene beschrijving hierboven als de gedetailleerde beschrijving van de onderhavige uitvinding hieronder als voorbeeld en ter verklaring zijn gegeven, en dat beoogd wordt dat zij een verdere verklaring van de uitvinding zoals gedefinieerd in de conclusies verschaffen.

5

KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

De bijgaande tekeningen welke hieronder zijn opgenomen teneinde een beter begrip 5 van de uitvinding te verschaffen en zijn opgenomen in en onderdeel vormen van deze aanvrage, illustreren uitvoeringsvormen) van de uitvinding en dienen tezamen met de beschrijving voor het verklaren van het principe van de uitvinding. In de tekeningen geldt: 10 Figuur 1 is een schema van een gebruikelijke oppervlaktelichtbron welke LED’s gebruikt;

Figuur 2 is een schema van een oppervlaktelichtbron welke LED’s gebruikt overeenkomstig een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding;

Figuur 3 is een vergroot aanzicht van een gedeelte van de oppervlaktelicht-15 bron van figuur 2;

Figuur 4 is een schema van een inrichting van LED’s volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding en

Figuur 5 is een uiteengelegd zijaanzicht van een rugverlichtingseenheid voor een LCD overeenkomstig een uitvoeringsvorm van de onderhavige 20 uitvinding.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING

Thans zal in detail worden verwezen naar de voorkeursuitvoeringsvormen van de on-25 derhavige uitvinding, waarvan voorbeelden zijn geïllustreerd in de bijgaande tekeningen. De uitvinding kan echter zijn belichaamd in vele verschillende vormen en dient niet te worden opgevat als zijnde begrensd tot de uitvoeringsvormen welke hier zijn weergegeven; veeleer zijn deze uitvoeringsvormen verschaft opdat deze beschrijving omvattend en volledig zal zijn, en het concept van de uitvinding in volle omvang zal 30 overdragen aan deskundigen op dit gebied van de techniek. In de tekeningen kunnen de vorm en de grootte van ieder onderdeel ter wille van de duidelijkheid zijn overdreven. Waar het mogelijk is zullen overal binnen de tekeningen dezelfde verwijzingscijfers worden gebruikt om te verwijzen naar dezelfde of soortgelijke onderdelen.

6

Figuur 2 is een schematisch aanzicht van een oppervlaktelichtbron die LED’s gebruikt overeenkomstig een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. Verwijzend naar figuur 2 omvat een oppervlaktelichtbron welke LED’s gebruikt volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding een substraat 20 dat een veelheid van ver-5 deelde gebieden 20a tot en met 201 heeft, een veelheid van rode, groene en blauwe LED’s 211, 212 en 213, ingericht op het substraat 20, en een veelheid van LED aan-stuurschakelingen 22 welke ieder voor het aansturen van rode, groene en blauwe LED’s geschikte aanstuurschakelingen 222 hebben voor het respectievelijk aansturen van de rode, groene en blauwe LED’s 211,212 en 213.

10 Het substraat 20 kan zijn gevormd uit een gedrukte-schakelingskaart met metaalkem (MCPCB) welke is gebruikt in de gebruikelijke oppervlaktelichtbron die de LED’s gebruikt. De MCPCB omvat een kern welke is gevormd uit metaal zoals Al en isolatieplaten welke zijn gevormd op het bovenoppervlak en het benedenoppervlak van de kern. De MCPCB heeft het voordeel dat hij warmte effectief dissipeert wanneer vele LED’s 15 welke een grote hoeveelheid warmte emitteren worden geïnstalleerd.

Zoals hierboven beschreven is het substraat 20 verdeeld in de verdeelde gebieden 20a tot en met 201. De verdeelde gebieden 20a tot en met 201 worden referenties door middel waarvan de elektrische verbindingsstructuren tussen de rode, groene en blauwe LED’s 212, 214 en 213 zijn verdeeld. Dat wil zeggen, dat de rode, groene en blauwe 20 LED’s 211, 212 en 213 zijn ingericht op het verdeelde gebied, waarin LED’s van identieke kleur met elkaar in serie zijn verbonden.

Het substraat 20 is verdeeld in een verscheidenheid van patronen. Wanneer men echter de elektronenverbinding van de LED’s met de LED aanstuureenheden 22 in aanmerking neemt, heeft het de voorkeur dat het substraat 20 zodanig wordt verdeeld dat de 25 inrichtingswijze van de verdeelde gebieden nX2 of 2Xn (n is een natuurlijk getal groter dan 2) wordt. Bijvoorbeeld, wanneer de inrichting van de verdeelde gebieden nX3 wordt, zal het, aangezien er verdeelde gebieden zijn welke niet kunnen worden geplaatst aan een rand van het substraat, moeilijk zijn de LED’s 211, 212 en 213 welke ingericht zijn op de verdeelde gebieden die niet aan de rand van het substraat zijn gele-30 gen, elektrisch te verbinden met de aanstuureenheden 22.

De verbindingsstructuur van de LED’s zal worden beschreven onder verwijzing naar figuur 3. Figuur 3 is een vergroot aanzicht van een gedeelte van de oppervlaktelicht- 7 bron van figuur 2. Dat wil zeggen, dat figuur 3 een vergroot aanzicht is van de verdeelde gebieden 20a en 20b van figuur 2.

Verwijzend naar figuur 3 zijn, zoals hierboven is beschreven, de rode, groene en blauwe LED’s 211, 212 en 213 ingericht op ieder van de verdeelde gebieden 20a en 20b, 5 waarin de LED’s van identieke kleur in serie met elkaar zijn verbonden. De seriever-bindingsstructuur van de LED’s van identieke kleur in één van de verdeelde gebieden 20a en 20b is in parallel verbonden met de serieverbindingsstructuur van de LED’s van identieke kleur in het andere van de verdeelde gebieden 20a en 20b. De parallelverbin-dingsstructuur is elektrisch verbonden met de aanstuurschakeling 212, 222 of 223 voor 10 LED’s van overeenkomstige kleur. Bijvoorbeeld, zoals getoond in figuur 3 zijn, op het verdeelde gebied 20a, de LED’s van identieke kleur in serie met elkaar verbonden tussen een aansluiting voor het verbinden daarvan met de aanstuurschakeling 221, 222 of 223 en een aarde. De LED’s welke zijn ingericht in het verdeelde gebied 20b hebben een identieke verbindingsstructuur als die van de LED’s welke zijn ingericht in het ver-15 deelde gebied 20a. De serieverbindingsstructuur van LED’s van dezelfde kleur welke zijn ingericht in het verdeelde gebied 20a is verbonden met de serieverbindingsstructuur van LED’s van dezelfde kleur welke parallel is ingericht in het verdeelde gebied 20b. Bijvoorbeeld, de serieverbindingsstructuur van de LED’s van rode kleur welke zijn ingericht in het verdeelde gebied 20a is verbonden met de serieverbindingsstruc-20 tuur van de LED’s van rode kleur welke zijn ingericht in het verdeelde gebied 20b in parallel.

De parallel verbindingsstructuur tussen de serieverbindingsstructuren van de LED’s van identieke kleur in de verschillende verdeelde gebieden is verbonden met de overeenkomstige aanstuurschakeling 221, 222 of 223. Derhalve zijn de LED’s elektrisch met 25 elkaar verbonden door middel van het combineren van de serie- en de parallelverbin-ding.

Zoals hierboven is beschreven, kan het combineren van de elektrische serie- en paral-lelverbinding voor de LED’s het probleem van hoge spanning oplossen, dat kan optreden wanneer uitsluitend de serieverbindingsstructuur wordt aangewend, en het pro-30 bleem van hoge stroom, dat kan optreden wanneer uitsluitend de parallelverbindings-structuur wordt gebruikt. Dat wil zeggen, dat in deze uitvoeringsvorm, door het in serie met elkaar verbinden van het geëigende aantal LED’s dat kan worden aangestuurd door een geëigende spanning, en door het in parallel met elkaar verbinden van het geëigende 8 aantal serieverbindingen dat kan worden aangestuurd door een geëigende stroom, de problemen van de gebruikelijke LED verbindingsstructuur welke een overmatige aan-stuurspanning of stroom vereist, kunnen worden opgelost.

Bij het combineren van de serie- en de parallelverbinding, heeft het de voorkeur dat de 5 aantallen van de rode, groene en blauwe LED’s identiek aan elkaar zijn zodat de aan-stuurschakelingen 221, 222 en 223 voor het aansturen van rode, groene en blauwe LED’s van iedere LED aanstuureenheid 22 kunnen worden gevormd in een identieke schakeling.

In toevoeging daarop heeft het de voorkeur dat de serieverbinding van ieder van de 10 rode, groene en blauwe LED's 211, 212 en 213 in het verdeelde gebied 20a in parallel is verbonden met de overeenkomstige serieverbinding van ieder van de rode, groene en blauwe LED's 211, 212 en 213 in het verdeelde gebied 20b. In het bijzonder heeft het de voorkeur dat ieder van de LED aanstuureenheden 32 de LED’s aanstuurt welke zijn ingericht in twee naast elkaar gelegen verdeelde gebieden 20a en 20b.

15 Het heeft verder de voorkeur dat de rode, groene en blauwe LED’s zodanig zijn ingericht op het substraat dat het rode, het groene en het blauwe licht uniform kunnen worden gemengd. De inrichting van de LED’s voor het uniform mengen van de rode, de groene en de blauwe kleur is beschreven in Koreaanse octrooiaanvrage nummer 10-2005-0045794, ingediend door aanvraagster van de onderhavige aanvrage. Figuur 4 is 20 een schematisch aanzicht van een LED inrichting die beschreven is in de aanvrage. Verwijzend naar figuur 4 heeft de structuur van de LED inrichting een matrixstructuur waarbij de LED’s zijn ingericht in rijen en kolommen. De matrixstructuur omvat een eerste LED array waarbij rode, blauwe, groene, en groene LED’s met herhaling zijn ingericht in deze volgorde en een tweede LED array 40b waarbij blauwe, rode, groene, 25 en groene LED’s met herhaling zijn ingericht in deze volgorde. De eerste LED arrays en de tweede LED arrays zijn met herhaling ingericht in rijen teneinde één rode LED, één blauwe LED en twee groene LED’s met herhaling in deze volgorde in te richten in kolommen.

Wanneer de hierboven beschreven structuur van de LED inrichting wordt toegepast 30 kunnen het rode, het groene en het blauwe licht uniform worden gemengd. Dat wil zeggen, dat het uniforme witte licht zonder roodachtig of blauwachtig licht kan worden geëmitteerd, zelfs vanaf de randgedeelten.

9

Wederom verwijzend naar figuur 2 omvat de LED aanstuureenheid 22 de aanstuur-schakeling 221 voor rode LED's, de aanstuurschakeling 222 voor groene LED's, en de aanstuurschakeling 223 voor blauwe LED's. De LED aanstuurschakelingen 221,222 en 223 functioneren teneinde elektrisch vermogen toe te voeren aan de LED’s terwijl zij 5 geëigend besturing uitoefenen over de luminantie, de kleurcoördinaat of de kleurtempe-ratuur teneinde de LED’s aan te sturen onder een gewenste conditie. Als de LED aanstuurschakelingen 221, 222 en 223 kunnen een aanstuurschakeling waarvoor octrooi is aangevraagd in de Koreaanse octrooiaanvragen nummer 10-2005-0041525 en 10-2005-0041526, ingediend door aanvraagster van deze aanvrage, worden gebruikt.

10 De hierboven beschreven oppervlaktelichtbron kan worden toegepast bij een LCD rug-verlichtingseenheid 200 welke licht emitteert in de richting van een achteroppervlak van een LCD-paneel.

Figuur 5 is een opengelegd aanzicht in doorsnede van een LCD-rugverlichtingseenheid volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. Zoals getoond in figuur 5 15 omvat de LCD rugverlichtingseenheid welke is gehecht aan een achteroppervlak van een LCD paneel de oppervlaktelichtbron 61 en het diffuseerblad 62, verschaft aan de zijde van de oppervlaktelichtbron 61 waar het LCD paneel gelegen is teneinde daarop vallend licht dat afkomstig is van de oppervlaktelichtbron 61 uniform te diffuseren. Ten minste één lichtverzamelblad 63 is verschaft aan de zijde van het diffuseerblad 62 waar 20 het LCD paneel gelegen is teneinde licht dat is gediffuseerd door het diffuseerblad 62 te verzamelen in een richting welke verticaal is ten opzichte van een vlak van het LCD paneel 65. Een beschermblad 64 kan in toevoeging daarop gelegen zijn op het lichtverzamelblad 63 teneinde de optische structuur te beschermen.

In toevoeging daarop omvat de oppervlaktelichtbron 62 verder een substraat 611 en een 25 veelheid van LED's 612, ingericht in de hierboven beschreven matrixstructuur volgens de onderhavige uitvinding. Een zijwand 614 is gevormd op een bovenrand van het substraat 611 teneinde de LED's 612 welke zijn ingericht in de matrixstructuur te omringen. De zijwand 614 heeft een schuin oppervlak dat gericht is naar de LED's 612. Een reflectielaag 613 kan zijn gevormd op een bovenoppervlak van het substraat 611 ten-30 einde het licht dat is geëmitteerd vanuit de LED's 612 naar boven te reflecteren.

Een reflectiemateriaal kan zijn gelegen op het schuine oppervlak van de zijwand 614 teneinde het licht dat is geëmitteerd in een laterale richting naar boven te reflecteren.

10

Het diffuseerblad 62 dat gelegen is boven de oppervlaktelichtbron 61 diffuseert het daarop vallende licht dat afkomstig is van de oppervlaktelichtbron 1 teneinde te verhinderen dat het licht lokaal wordt geconcentreerd. In toevoeging daarop bestuurt het diffuseerblad 61 een reisrichting van het licht in de richting van het eerste lichtverzamel-5 blad 63 a teneinde de schuine hoek ten opzichte van het eerste lichtverzamelblad 63a te reduceren.

Het eerste en het tweede lichtverzamelblad 63a en 63b zijn op een bovenoppervlak voorzien van een veelheid van prisma’s welke zijn ingericht in vooraf bepaald patroon. De prisma’s van het eerste lichtverzamelblad 63a kruisen de prisma’s van het tweede 10 lichtverzamelblad 63b onder een vooraf bepaalde hoek van ongeveer 90°. Het eerste en tweede lichtverzamelblad 63a en 63b functioneren teneinde het licht dat is gediffiiseerd vanuit het diffuseerblad 62 te verzamelen in een richting welke verticaal is ten opzichte van het vlak van het LCD paneel 65. Derhalve kan het licht dat door het eerste en het tweede lichtverzamelblad 64a en 64b gaat op het beschermblad 64 vallen in een rich-15 ting die normaal is ten opzichte van het oppervlak van het beschermblad 64. Bijgevolg zal, aangezien het licht dat door het eerste en het tweede lichtverzamelblad 63a en 63b gaat, zich voortplant in een richting welke normaal is ten opzichte van het oppervlak van het beschermblad 64, de luminantieverdeling op het beschermblad uniform worden. In figuur 5 is, hoewel twee lichtverzamelbladen als voorbeeld zijn getoond, de 20 onderhavige uitvinding daartoe niet begrensd. Dat wil zeggen, indien vereist kan slechts één lichtverzamelblad zijn verschaft.

De functie van het beschermblad 64 dat is gevormd boven het tweede lichtverzamelblad 63b is niet alleen het oppervlak van het tweede lichtverzamelblad 63b te beschermen maar ook het licht te diffuseren teneinde de lichtverdeling uniform te maken. Het 25 LCD paneel 65 is gelegen op het beschermblad 64.

De oppervlaktelichtbron welke de LED’s gebruikt is geëigend om te worden toegepast bij de LCD rugverlichtingseenheid 200. In toevoeging daarop kan de oppervlaktelichtbron geëigend de aanstuurspanning en -stroom besturen binnen een geëigend gebied door middel van het in serie met elkaar verbinden van het geëigende aantal LED’s, 30 door middel van het in parallel met elkaar verbinden van het geëigende aantal seriever-bindingen, en door middel van het verbinden van de parallelverbinding met één aan-stuurschakeling.

11

Volgens de onderhavige uitvinding kunnen, door het in serie met elkaar verbinden van het geëigende aantal LED’s dat kan worden aangestuurd door middel van een geëigende spanning, en door het in parallel met elkaar verbinden van het geëigende aantal se-rieverbindingen dat kan worden aangestuurd door een geëigende stroom, de problemen 5 van de gebruikelijke LEDverbindingstructuur, welke overmatige aanstuurspanning of -stroom vereist, worden opgelost, en kunnen derhalve de LED’s worden aangestuurd met een geëigende aanstuurspanning en -stroom.

Voor deskundigen op dit gebied van de techniek zal het duidelijk zijn dat diverse modificaties en variaties kunnen worden verricht ten aanzien van de onderhavige uitvinding. 10 Derhalve wordt beoogd dat de onderhavige uitvinding de modificaties en variaties van de uitvinding bestrijkt mits zij gelegen zijn binnen de reikwijdte van de aangehangen conclusies en hun equivalenten.

2000141

Claims

1. Oppervlaktelichtbron welke LED’s gebruikt, omvattend: 5 een substraat dat een veelheid van verdeelde gebieden heeft; een veelheid van rode, groene en blauwe LED's, ingericht op ieder verdeeld gebied in een vooraf bepaalde inrichtingsstructuur; en een veelheid van LED aanstuureenheden welke ieder aanstuurschake-lingen voor rode, groene en blauwe LED’s hebben waarmee respec-10 tievelijk de rode, groene en blauwe LED’s worden aangestuurd, waarbij de rode, groene en blauwe LED’s ingericht in een verdeeld gebied met gelijkgekleurde LED’s in serie zijn verbonden, de serieverbindingen parallel zijn verbonden met serieverbindingen van gelijkgekleurde LED’s 15 in tenminste een ander verdeeld gebied, en waarbij de parallelverbindingen van de gelijkgekleurde LED’s in serie zijn verbonden met schakelingen voor het aansturen van LED’s van overeenkomstige kleur.

2. Oppervlaktelichtbron volgens conclusie 1, waarbij het substraat zodanig is verdeeld dat de inrichting van de verdeelde gebieden nX2 of 2Xn wordt (n is een natuurlijk getal groter dan 2).

3. Oppervlaktelichtbron volgens conclusie 1, waarbij de aantallen van de rode, 25 groene en blauwe LED’s in het ene verdeeld gebied identiek zijn aan die van de rode, groene en blauwe LED’s in het ten minste ene andere verdeeld gebied.

4. Oppervlaktelichtbron volgens conclusie 1, waarbij de serieverbindingen 30 van de rode, groene en blauwe LED’s in het ene verdeeld gebied respectie velijk parallel zijn verbonden met de serieverbindingen van de rode, groene en blauwe LED’s in een naastgelegen verdeeld gebied.

5. Oppervlaktelichtbron volgens conclusie 1, waarbij ieder van de LED aan-stuureenheden de LED’s aanstuurt welke zijn ingericht in twee naast elkaar gelegen verdeelde gebieden. 5

6. Oppervlaktelichtbron volgens conclusie 1, waarbij de vooraf bepaalde in-richtingstructuur omvat: een eerste LED array waarbij rode, blauwe, groene en groene 10 LED’s met herhaling zijn ingericht in deze volgorde; en een tweede LED array waarbij blauwe, rode, groene, en groene LED’s met herhaling zijn ingericht in deze volgorde; waarbij de eerste LED arrays en de tweede LED arrays met herhaling zijn 15 ingericht in rijen teneinde één rode LED, één blauwe LED en twee groene LED’s met herhaling in deze volgorde in te richten in kolommen.

7. Rugverlichtingseenheid, gehecht aan een LCD paneel, omvattend: 20 een oppervlaktelichtbron volgens willekeurig welke van con clusies 1 tot en met 6; een diffuseerblad, verschaft aan de zijde van een LCD paneel waar de oppervlaktelichtbron gelegen is, teneinde daaropval-lend licht afkomstig van de oppervlaktelichtbron uniform te dif-25 fuseren; en ten minste één lichtverzamelblad, verschaft aan de zijde van het LCD paneel waar het diffuseerblad gelegen is teneinde het van het diffuseerblad afkomstige gediffuseerde licht te verzamelen in een richting welke normaal is ten opzichte van een vlak van 30 het LCD paneel.

8. Weergeefïnrichting, omvattend: een weergeefpaneel; en een rugverlichtingseenheid die ingericht is om licht uit te stralen naar het weergeefpaneel, de rugverlichtingseenheid omvattend: 5 een oppervlaktelichtbron volgens willekeurig welke van conclusies 1 tot en met 6, waarbij de vooraf bepaalde inrichtingstructuur omvat: een eerste LED array waarbij rode, blauwe, groene en groene LED’s met herhaling zijn ingericht in deze volgorde; en 10 een tweede LED array waarbij blauwe, rode, groene, en groene LED’s met herhaling zijn ingericht in deze volgorde; waarbij de eerste LED arrays en de tweede LED arrays met herhaling zijn ingericht in rijen teneinde één rode LED, één blauwe LED en twee groene LED’s met herhaling in deze volgorde in te richten in kolommen. 15

9. Weergeefïnrichting volgens conclusie 8, waarbij het weergeefpaneel een LCD paneel is.

10. Een televisie omvattend een weergeefpaneel volgens conclusie 8. 20

11. Een televisie volgens conclusie 10, waarbij het weergeefpaneel een LCD paneel is.