NL195092C - Preparaten van in water oplosbare peptiden met een langzame afgifte. - Google Patents

Preparaten van in water oplosbare peptiden met een langzame afgifte. Download PDF

Info

Publication number
NL195092C
NL195092C NL9900037A NL9900037A NL195092C NL 195092 C NL195092 C NL 195092C NL 9900037 A NL9900037 A NL 9900037A NL 9900037 A NL9900037 A NL 9900037A NL 195092 C NL195092 C NL 195092C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
microparticles
polymer
somatostatin
drug
peptide
Prior art date
Application number
NL9900037A
Other languages
English (en)
Other versions
NL9900037A (nl
Inventor
Thomas Kissel
Jones Wing Fong
Hawkins Valliant Maulding
Oskar Nagele
Jane Edna Pearson
Sandos Bodmer
Original Assignee
Novartis Ag
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from NL9001537A external-priority patent/NL195027C/nl
Application filed by Novartis Ag filed Critical Novartis Ag
Priority to NL9900037A priority Critical patent/NL195092C/nl
Publication of NL9900037A publication Critical patent/NL9900037A/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL195092C publication Critical patent/NL195092C/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61KPREPARATIONS FOR MEDICAL, DENTAL OR TOILETRY PURPOSES
    • A61K9/00Medicinal preparations characterised by special physical form
    • A61K9/0012Galenical forms characterised by the site of application
    • A61K9/0019Injectable compositions; Intramuscular, intravenous, arterial, subcutaneous administration; Compositions to be administered through the skin in an invasive manner
    • A61K9/0024Solid, semi-solid or solidifying implants, which are implanted or injected in body tissue
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61KPREPARATIONS FOR MEDICAL, DENTAL OR TOILETRY PURPOSES
    • A61K38/00Medicinal preparations containing peptides
    • A61K38/16Peptides having more than 20 amino acids; Gastrins; Somatostatins; Melanotropins; Derivatives thereof
    • A61K38/17Peptides having more than 20 amino acids; Gastrins; Somatostatins; Melanotropins; Derivatives thereof from animals; from humans
    • A61K38/22Hormones
    • A61K38/31Somatostatins
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61KPREPARATIONS FOR MEDICAL, DENTAL OR TOILETRY PURPOSES
    • A61K9/00Medicinal preparations characterised by special physical form
    • A61K9/14Particulate form, e.g. powders, Processes for size reducing of pure drugs or the resulting products, Pure drug nanoparticles
    • A61K9/16Agglomerates; Granulates; Microbeadlets ; Microspheres; Pellets; Solid products obtained by spray drying, spray freeze drying, spray congealing,(multiple) emulsion solvent evaporation or extraction
    • A61K9/1605Excipients; Inactive ingredients
    • A61K9/1629Organic macromolecular compounds
    • A61K9/1641Organic macromolecular compounds obtained otherwise than by reactions only involving carbon-to-carbon unsaturated bonds, e.g. polyethylene glycol, poloxamers
    • A61K9/1647Polyesters, e.g. poly(lactide-co-glycolide)
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C07ORGANIC CHEMISTRY
    • C07KPEPTIDES
    • C07K14/00Peptides having more than 20 amino acids; Gastrins; Somatostatins; Melanotropins; Derivatives thereof
    • C07K14/435Peptides having more than 20 amino acids; Gastrins; Somatostatins; Melanotropins; Derivatives thereof from animals; from humans
    • C07K14/575Hormones
    • C07K14/655Somatostatins

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Medicinal Chemistry (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Bioinformatics & Cheminformatics (AREA)
  • Pharmacology & Pharmacy (AREA)
  • Epidemiology (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Gastroenterology & Hepatology (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Endocrinology (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Proteomics, Peptides & Aminoacids (AREA)
  • Toxicology (AREA)
  • Biochemistry (AREA)
  • Biophysics (AREA)
  • Genetics & Genomics (AREA)
  • Molecular Biology (AREA)
  • Immunology (AREA)
  • Biomedical Technology (AREA)
  • Neurosurgery (AREA)
  • Dermatology (AREA)
  • Medicines That Contain Protein Lipid Enzymes And Other Medicines (AREA)
  • Medicinal Preparation (AREA)

Description

1 195092 , Preparaten van in water oplosbare peptiden met een langzame afgifte
Deze uitvinding heeft betrekking op preparaten van geneesmiddelen met een langzame afgifte (depot-preparaten), in het bijzonder van in water oplosbare peptiden, bijvoorbeeld somatostatine of somatostatine 5 analoga, zoals octreotide, in een biologisch afbreekbare en biologische verenigbare, polymere drager, bijvoorbeeld een matrix of een bekleding, bijvoorbeeld in de vorm van een implantaat of bij voorkeur een microdeeltje (eveneens bekend als een microcapsule of een microbol).
De uitvinding heeft eveneens betrekking op dergelijke preparaten die gedurende een speciale tijdsperiode bevredigende peptideafgifte-profielen bezitten.
10 Peptide geneesmiddelen vertonen vaak na orale of parenterale toediening een slechte biologische beschikbaarheid in het bloed, bijvoorbeeld tengevolge van hun korte biologische halfwaardetijden veroorzaakt door hun metabolische instabiliteit. Oraal of via de neus toegediend, vertonen ze vaak een slechte resorptie door de slijmvliesmembranen. Een therapeutisch relevante bloedspiegel gedurende een lange tijdsperiode is moeilijk te verwezenlijken.
15 De parenterale toediening van peptide geneesmiddelen als depotpreparaat in een biologisch afbreekbaar polymeer, bijvoorbeeld als microdeeltjes of implantaten, is voorgesteld, waardoor ze, na een verblijftijd in het polymeer dat het peptide tegen enzymatische en hydrolytische invloeden van de biologische media beschermt, met vertraagde afgifte kunnen worden vrijgemaakt.
Hoewel enkele parenterale depotpreparaten of peptide geneesmiddelen in een polymeer in de vorm van 20 microdeeltjes of een implantaat bekend zijn, worden slechts in enkele gevallen bevredigende profielen van de peptideafgifte in de praktijk verkregen. Er moeten speciale maatregelen worden getroffen om een continue peptideafgifte voor een serumspiegel van een therapeutisch actief geneesmiddel te geven en desgewenst te hoge serumconcentraties van het geneesmiddel, die ongewenste farmacologische nevenreacties veroorzaken, te vermijden.
25 Het afgiftepatroon van een peptidegeneesmiddel hangt van talrijke factoren af, bijvoorbeeld van het type peptide en bijvoorbeeld of het in de vrije vorm of in een andere vorm ervan, bijvoorbeeld in de zoutvorm, die de oplosbaarheid ervan in water kan beïnvloeden, aanwezig is. Een andere belangrijke factor is de keuze van het polymeer, uit een uitgebreide lijst van mogelijkheden die in de literatuur zijn beschreven.
Elk polymeertype heeft zijn karakteristieke biologische ontledingssnelheid. Er kunnen vrije carboxylgroe-30 pen worden gevormd, die bijdragen tot de pH-waarde in het polymeer en aldus verder de oplosbaarheid in water van het peptide en aldus het afgiftepatroon ervan beïnvloeden.
Andere factoren die het afgiftepatroon van het depotpreparaat beïnvloeden zijn de geneesmiddelbelading van de polymere drager ervan, de wijze van verdeling ervan in het polymeer, de deeltjesgrootte en, in het geval van een implantaat, bovendien de vorm ervan. Verder is de plaats van het preparaat in het lichaam 35 van invloed.
Tot nog toe is geen somatostatinepreparaat in een vorm met vertraagde afgifte voor parenterale toediening op de markt gekomen, waarschijnlijk omdat geen preparaat dat een bevredigend serumspiegel-profiel vertoont kon worden verkregen.
Polymeerpreparaten met geneesmiddelen die zijn bestemd om een langdurige of vertraagde afgifte van 40 het geneesmiddel te geven, zijn bekend in de stand der techniek.
In het Amerikaanse octrooischrift 3.773.919 zijn preparaten waaruit het geneesmiddel met een geregelde snelheid wordt vrijgemaakt beschreven, waarbij het geneesmiddel, bijvoorbeeld een in water oplosbaar peptide geneesmiddel, wordt gedispergeerd in een biologisch afbreekbaar en biologisch verenigbaar lineair polylactide of polylactide-co-glycolide polymeer. Er zijn echter geen patronen voor de afgifte van het 45 geneesmiddel beschreven en er is geen verwijzing naar een somatostatine. In het Amerikaanse octrooischrift 4.293.539 zijn antibacterièle preparaten in een microbolvorm beschreven.
In het Amerikaanse octrooischrift 4.675.189 zijn preparaten met een vertraagde afgifte van het met LHRH analoge decapeptide nafareline en analoge LHRH-verwanten in polylactide-co-glycolide polymeren beschreven. Er is geen afgiftepatroon beschreven.
50 T. Chang, J. Bioeng., Vol. 1, blz. 25-32,1976 beschrijven de langdurige afgifte van biologische materialen, enzymen en vaccins uit microdeeltjes.
Polymeren-copolymeren van melkzuur en lactideglycolide copolymeren en verwante preparaten om bij chirurgische toepassingen te worden toegepast en voor de vertraagde vrijmaking en biologische ontleding zijn beschreven in de Amerikaanse octrooischriften 3.991.776; 4.076.798 en 4.118.470.
55 In de Europese octrooiaanvrage 0.203.031 is een reeks somatostatine octapeptide analoga beschreven, 195092 2 bijvoorbeeld verbinding RC-160 met formule , * * D-Phe-Cys-Tyr-D-T rp-Lys-Val-Cys-T rp-NH2, met een brug tussen de -Cys-gedeelten, in de kolommen 15-16.
5 De mogelijkheid van de somatostatinen om in microvorm te worden ingekapseld met polylactide-co-glycolide polymeer is vermeld in conclusie 18, doch er zijn geen aanwijzingen gegeven hoe een continue therapeutisch actieve serumspiegel kan worden verkregen.
In het Amerikaanse octrooischrift 4.011.312 is beschreven dat een continue vrijmaking van een antimicrobieel geneesmiddel, bijvoorbeeld het in water oplosbare polymyxine B, uit een polylactide-co-10 glycolide matrix met een laag molecuulgewicht (lager dan 2000) en een relatief hoog glycolidegehalte in de vorm van een implantaat, kan worden verkregen indien het implantaat wordt ingevoegd in het tepelkanaal van een koe. Het geneesmiddel wordt in een korte tijdsperiode vrijgemaakt, tengevolge van het hoge glycolidegehalte en het lage molecuulgewicht van het polymeer, die beide een snelle biologische ontleding van het polymeer en aldus een overeenkomstige snelle vrijmaking van het geneesmiddel, stimuleren. Een 15 relatief hoge geneesmiddelbelading draagt bovendien bij tot een snelle afgifte van het geneesmiddel. Geen somatostatinen en geen geneesmiddelafgiftepatronen zijn beschreven.
In het Europese octrooischrift 58.481 is beschreven dat een continue vrijmaking van een in water oplosbaar peptide uit een polylactide polymeerimplantaat wordt gestimuleerd door verlaging van het molecuulgewicht van ten minste een gedeelte van de polymeermoleculen, door invoering van glycolide-20 eenheden in het polymeermolecuul, door vergroting van het blokpolymeerkarakter van het polymeer indien polylactide-coglycolidemoleculen worden toegepast, door toename van de geneesmiddelbelasting van de polymeermatrix en door vergroting van het oppervlak van het implantaat.
Hoewel somatostatinen als in water oplosbare peptiden zijn genoemd, zijn geen somatostatine afgifte-profielen beschreven en is er evenmin een aanwijzing gegeven hoe al deze parameters kunnen worden 25 gecombineerd ter verkrijging van bijvoorbeeld een continue somatostatine serumspiegel gedurende minstens een week, bijvoorbeeld een maand.
In het Europese octrooischrift 92.918 is beschreven dat een continue afgifte van peptiden, bij voorkeur hydrofiele peptiden, gedurende een lange tijdsperiode kan worden verkregen indien het peptide in een gebruikelijke hydrofobe polymeermatrix wordt opgenomen, bijvoorbeeld van een polylactide, dat meer 30 toegankelijk voor water is gemaakt door in het molecuul ervan een hydrofiele eenheid in te voeren, bijvoorbeeld van polyethyleenglycol, polyvinylalcohol, dextran, polymethacrylamide. De hydrofiele bijdrage aan het amphipathische polymeer wordt verleend aan alle ethyleenoxidegroepen in het geval van een polyethyleenglycoleenheid, door de vrije hydroxylgroepen in het geval van een polyvinylalcoholeenheid of van een dextraneenheid en door de amidegroepen in het geval van een polymethylacrylamide-eenheid.
35 Door de aanwezigheid van de hydrofiele eenheid in de polymeermoleculen zal het implantaat na de absorptie van water hydrogeleigenschappen verkrijgen. Somatostatine wordt als een hydrofiel peptide genoemd, doch er is geen afgifteprofiel beschreven en evenmin een indicatie gegeven welk polymeertype voor dit peptide wordt aanbevolen en welk molecuulgewicht en hoeveel hydrofiele groepen het zal hebben.
in het Amerikaanse octrooischrift GB 2.145.422 B is beschreven dat een vertraagde afgifte van 40 verschillende typen geneesmiddelen, bijvoorbeeld vitaminen, enzymen, antibiotica en antigenen, gedurende een langdurige tijdsperiode kan worden verkregen indien het geneesmiddel in een implantaat wordt opgenomen, bijvoorbeeld van de afmeting van microdeeltjes, vervaardigd uit een polymeer van een polyol, bij voorbeeld glucose of mannitol, met één of een aantal, bij voorkeur ten minste 3, polylactide-estergroepen. De polylactide-estergroepen bevatten bij voorkeur bijvoorbeeld glycolide-eenheden. Geen 45 peptiden, bijvoorbeeld somatostatinen, worden als geneesmiddelen genoemd en geen serumgeneesmiddel-spiegels zijn beschreven.
Deze uitvinding heeft betrekking op preparaten met een vertraagde afgifte, bijvoorbeeld preparaten van microdeeltjes van een geneesmiddel, in het bijzonder van een hormonaal actief, in water oplosbaar, somatostatine of een somatostatine analogon, zoals octreotide, onder verschaffing van een bevredigende 50 geneesmiddelplasmaspiegel en, bijvoorbeeld in een biologisch ontleedbaar, biologisch verenigbaar, polymeer, bijvoorbeeld in een inkapselende polymeermatrix. De polymeermatrix kan een synthetisch of een natuurlijk polymeer zijn.
De microdeeltjes volgens deze uitvinding kunnen volgens elke gebruikelijke methode worden verkregen, bijvoorbeeld een organische fasenscheidingsmethode, een sproeidroogtechniek of een tripel emulsie-55 methode, waarbij het polymeer tezamen met het geneesmiddel wordt neergeslagen, gevolgd door harden van het verkregen product, indien de fasenscheidings of tripel emulsiemethode worden toegepast.
Desgewenst kunnen de preparaten met een vertraagde afgifte de vorm hebben van een implantaat.
3 1Θ5092 ,, Gevonden werd dat een nieuw zout van octreotide het pamoaat is, dat in dergelijke preparaten zeer stabiel is.
De onderhavige uitvinding verschaft dientengevolge (i) octreotide-pamoaat en (ii) een werkwijze voor het bereiden van octreotide-pamoaat, welke omvat de reactie van octreotide met emboninezuur (of een reactief 5 derivaat daarvan).
Een bijzonder bruikbare modificatie van een fasenscheidingsmethode ter bereiding van microdeeltjes van elk geneesmiddel is dus een werkwijze voor het bereiden of vervaardigen van een microdeeltje dat een geneesmiddel in een biologisch ontleedbare, biologisch verenigbare drager bevat, welke de volgende stappen omvat: 10 a) oplossen van het polymere dragermateriaal in een geschikt oplosmiddel, waarin de geneesmiddel-verbinding niet oplosbaar is, b) toevoeging en dispergering van een oplossing van de geneesmiddel verbinding in een geschikt ' oplosmiddel, bijvoorbeeld een alcohol, dat geen oplosmiddel voor het polymeer is, in de oplossing van stap a), 15 c) toevoeging van een faseninducerend middel aan de dispersie van stap b), ter inducering van de vorming van microdeeltjes, d) toevoeging van een olie-in-water emulsie aan het mengsel van stap c), ter harding van het microdeeltje, en e) winnen van het microdeeltje.
20 Eveneens is een bijzonder bruikbare modificatie die van de tripel emulsiemethode ter bereiding van microdeeltjes van elk geneesmiddel, welke een werkwijze voor het bereiden van microdeeltjes omvat van (i) het innig mengen van een water-in-olie emulsie gevormd uit een waterig medium en een niet met water mengbaar, organisch oplosmiddel die in één fase het geneesmiddel en in de andere fase een biologisch ontleedbaar, biologisch verenigbaar polymeer bevat, met een overmaat van een waterig medium dat een 25 emulgerend materiaal of een beschermend colloïde ter vorming van een water-in-olie-in-water emulsie bevat, zonder enig materiaal toe te voegen dat het geneesmiddel bevat aan de water-in-olie emulsie of toepassing van enige, tussentijdse, viscositeit verhogende stap, (ii) het desorberen van het organische oplosmiddel daarvan, (iii) het isoleren en drogen van de verkregen microdeeltjes.
30 Volgens deze werkwijzen worden microdeeltjes verschaft.
Eveneens wordt verschaft: a) een preparaat met vertraagde afgifte dat een peptidegeneesmiddelverbinding een 40/60 tot 60/40 polylactide-co-glycolide-ester van een polyol bevat, waarbij de polyoleenheid is gekozen uit de groep van een alcohol met een koolstofketen van 3-6 koolstofatomen en 3-6 hydroxylgroepen en een mono- of 35 disaccharide en de veresterde polyol ten minste 3 polylactide-co-glycolide ketens bevat.
b) een preparaat met vertraagde afgifte dat een peptidegeneesmiddelverbinding gekozen uit de groep van een calcitonine, lypressine of een somatostatine in een 40/60 tot 60/40 polylactide-co-glycolide polymeer met lineaire ketens met een molecuulgewicht Mw tussen 25.000 en 100.000, een polydispergeerbaarheid tussen 1,2 en 2 in een concentratie van 0,2, bij voorkeur 2-10 gew. % van de peptidegeneesmid-40 delverbinding daarin, bevat.
c) een preparaat met vertraagde afgifte dat octreotide of een zout of een derivaat daarvan in een biologisch afbreekbare, bioverenigbare, polymere drager bevat.
Het in de natuur voorkomende somatostatine is een tetradecapeptide met formule Ala-Gly-Cys-Lys-Asn-Phe-Phe-T rp 45 I
Cys-Ser-Thr-Phe-Thr-Lys.
Dit hormoon wordt geproduceerd door de hypothalamusklier evenals andere organen, bijvoorbeeld het Gl-stelsel en mediaten, tezamen met GRF, q.v. de neuroregulastelsel en mediaten, tezamen met GRF, q.V. de neuroregulatie van de afgifte van het hypofysaire groeihormoon. Behalve de remming van de vrijmaking 50 van het GH door de hypofyse, is somatostatine een krachtige remmer van een aantal systemen, waaronder de centrale en perifere neurale, gastro-intestinale en vasculaire gladde spier. Het remt eveneens de vrijmaking van insuline en glucagon.
De aanduiding “somatostatine” omvat de analoga of derivaten daarvan. Onder derivaten en analoga wordt verstaan polypeptiden met een rechte keten, een brug of cyclische polypeptiden, waarin één of een 55 aantal van de aminozuureenheden zijn weggelaten en/of zijn vervangen door één of een aantal andere aminogroep(en) en/of waarin één of een aantal van de functionele groepen zijn vervangen door één of een aantal andere functionele groepen en/of één of een aantal groepen zijn vervangen door één of een aantal 195092 4 andere isosterische groepen. In het algemeen omvat de aanduiding alle gemodificeerde derivaten van een v biologisch actief peptide dat een kwalitatief overeenkomstig effect met dat van het niet-gemodificeerde somatostatine peptide vertoont.
Agonist analoga van somatostatine zijn dus bruikbaar ter vervanging van natuurlijk somatostatine wat 5 betreft het effect ervan op de regulering van fysiologische functies.
Bekende somatostatinen zijn: * * a) (D)Phe-Cys-Phe-(D)Trp-Lys-Thr-Cys-Thr-ol (generieke naam octreotide) 10 b) (D) Phe-Cys-Tyr-(D)Trp-Lys-Val-Cys-Tïi rNH2 * * c) (D)Phe-Cys-Tys-(D)Trp-Lys-Val-Cys-TrpNH2 * * 15 d) (D)Trp-Cys-Phe-(D)Trp-Lys-Thr-Cys-ThrNH2 * * e) (D)Phe-Cys-Phe-(D)Trp-Lys-Thr-Cys-ThrNH2 * * f) 3-(2-(naftyl)-(D)-Ala-Cys-Tyr-(D)Trp-Lys-Val-Cys-ThrNH2 20 g) (D)Phe-Cys-Tyr-(D)Trp-Lys-Val-Cys-|3-Na1-NH2 * * h) 3-(2-naftyl)-Ala-Cys-Tyr-{D)Trp-Lys-Val-Cys-p-Na1-NH2 * * 25 i) (D)Phr-Cys-p-Na1-(D)Trp-Lys-Val-Cys-Thr-NH2 waarbij er in elk van de verbindingen a) tot i) een brug tussen de aminozuren gemerkt met een * zoals aangegeven de volgende formule is.
Andere somatostatines zijn: *______________________________________
30 I I
H-Cys-Phe-Phe-(D)Trp-Lys-Thr-Phe-Cys-OH
(zie Vale en med.r Metabolism, 27, Supp.1, 139 (1978)).
* *
Asn-Phe-Phe-(D)Trp-Lys-Thr-Phe-Gaba 35 (zie Europese octrooipublicatie No. 1295 en aanvraagnr. 78100994.9).
* *
Me Ala-T yr-(D)T rp-Lys-Val-Phe (zie Verber en med., Life Sciences, 34, 1371-1378 (1984) en de Europese octrooiaanvrage 82106205.6 (gepubliceerd als no. 70021)) eveneens bekend als (N-Me-Ala-Tyr-D-Trp-Lys-Val-Phe).
40 NMePhe-His(D)T rp-Lys-Val-Ala (zie RF, Nutt en med., Klin. Wochenschr. (1986) 64 (suppl.VII) * *
H-Cys-His-His-Phe-Phe(D)Trp-Lys-Thr-Phe-Thr-Ser-Cys-OH
45 (zie EP-A-200,188).
* * X-Cys-Phe-D-Trp-Lys-Thr-Cys-Thr-NH2 en * * 50 X-Cys-Phe-D-T rp-Lys-Thr-Cys-Thr-ol waarin X een kationogene anker is, in het bijzonder * «
Ac-hArg(Et2)-Gly-Cys-Phe-D-Trp-Lys-Thr-Cys-NH2 (zie EP 0.363.589 A2) waarin in de hiervoor genoemde aminozuren er een brug tussen de aminozuren gemerkt met een a * 55 aanwezig is.
De aanduiding “derivaat” omvat eveneens de overeenkomstige derivaten met een suikerrest.
Indien somatostatinen een suikerrest bevatten, is deze bij voorkeur gekoppeld aan een N-eindstandige 5 195092 , aminogroep en/of aan ten minste één aminogroep die in een peptidezijketen aanwezig is, meer in het bijzonder aan een N-eindstandige aminogroep. Dergelijke verbindingen en hun bereiding zijn beschreven, bijvoorbeeld in WO 88/02756.
Onder de aanduiding octreotidederivaten vallen die derivaten welke een 5 -D-Phe-Cys-Phe-DTrp-Lys-Thr-Cys-groep met een brug tussen de Cys-resten bevatten. Bijzonder aanbevolen derivaten zijn N“-[a-glucosyl-(1-4-deoxyfructosyl]-DPhr=-Cys-Phe-DTrp-Lys-Thr-Cys-Thr-ol en Ν“[β -deoxyfructosyl-DPhe-Cys-Phe-DTrp-Lys-Thr-Cys-Thr-ol, elk met een brug tussen de -Cys-gedeelten, in het bijzonder in acetaatzoutvorm en beschreven in respectievelijk de voorbeelden 2 en 1 van de hiervoor 10 genoemde aanvrage.
De somatostatinen kunnen bijvoorbeeld in vrije vorm, zoutvorm of in de vorm van complexen daarvan voorkomen. Zuuradditiezouten kunnen worden gevormd met bijvoorbeeld organische zuren, polymeerzuren en anorganische zuren. Onder zuuradditiezouten vallen bijvoorbeeld het hydrochloride en acetaten. Complexen worden bijvoorbeeld gevormd uit somatostatinen door toevoeging van anorganische materialen, 15 bijvoorbeeld anorganische zouten ofhydroxiden, zoals calcium- en zinkzouten en/of toevoeging van polymere, organische materialen.
Het acetaatzout is een aanbevolen zout voor dergelijke preparaten, in het bijzonder voor microdeeltjes die leiden tot een verminderde explosie van geneesmiddel bij het begin. De onderhavige uitvinding verschaft eveneens het pamoaatzout, dat bruikbaar is, in het bijzonder voor implantaten en een werkwijze voor de 20 bereiding ervan.
Het pamoaat kan op een gebruikelijke wijze worden verkregen, bijvoorbeeld door emboninezuur (pamoïnezuur) met octreotide te laten reageren, bijvoorbeeld in de vorm van een vrije base. De reactie kan in een polair oplosmiddel worden uitgevoerd, bijvoorbeeld bij kamertemperatuur.
De somatostatinen zijn geïndiceerd voor toepassing bij de behandeling van ziekten waarbij met het 25 langdurig toedienen van het geneesmiddel rekening moet worden gehouden, bijvoorbeeld ziekten met een etiologie omvattende of verbonden met een overmaat aan GH-secretie, bijvoorbeeld behandeling van acromegalie, voor toepassing bij de behandeling van maag-darm-aandoeningen, bijvoorbeeld de behandeling of voorkoming van maagzweren, enterocutane en pancreaticocutane fistels, irriteerbaar ingewandensyndroom, dumping syndroom, waterig diarree-syndroom, acute pancreatitis en gastroenteropathische 30 endocriene tumoren (bijvoorbeeld vipomas, GRFomas, glucagonomas, insulinomas, gastinomas en carcinoïde tumoren), evenals bloedingen in het maag-darm-stelsel, borstkanker en complicaties verbonden met diabetes.
De polymere drager kan worden verkregen uit biologisch verenigbare en biologische ontleedbare polymeren, zoals lineaire polyesters, vertakte polyesters, die lineaire ketens zijn die uitstralen van een 35 polyolgedeelte, bijvoorbeeld glucose. Andere esters zijn die van polymelkzuur, polyglycolzuur, polyhydroxy-boterzuur, polycaprolacton, polyalkyleenoxalaat, polyalkyleenglycolesters van zuren van de Kreb’s cyclus, bijvoorbeeld de citroenzuurcyclus, enz. en copolymeren daarvan.
De aanbevolen polymeren zijn de lineaire polyesters en polyesters met een vertakte keten.
De lineaire polyesters kunnen worden bereid uit de α-hydroxycarbonzuren, bijvoorbeeld melkzuur en 40 glycolzuur, door condensatie van de lactondimeren, zie bij voorbeeld het Amerikaanse octrooischrift 3.773.919.
Lineaire polylactide-co-glycoliden, hebben geschikt een molecuulgewicht tussen 25.000 en 100.000 en een polydispergeerbaarheid Mw/Mn van bijvoorbeeld tussen 1,2 en 2.
De vertakte polyesters die toegepast kunnen worden, kunnen worden verkregen onder toepassing van 45 polyhydroxyverbindingen, bijvoorbeeld polyol, bijvoorbeeld glucose of mannitol, als initiator. Deze esters van een polyol zijn bekend en beschreven in het Britse octrooischrift GB 2.145.422 B. De polyol bevatten minste 3 hydroxylgroepen en heeft een molecuulgewicht van maximaal 20.000, metten minste 1, bij voorkeur ten minste 2, bijvoorbeeld een gemiddelde van 3 van de hydroxylgroepen van de polyol in de vorm van estergroepen, die polylactide of copolylactide ketens bevatten. Typerend wordt 0,2% glucose voor het 50 initiëren van de polymerisatie gebruikt. De structuur van de vertakte polyester is stervormig. De aanbevolen polyesterketens in de lineaire en stervormige polymeerverbindingen die bij voorkeur volgens de uitvinding worden toegepast zijn copolymeren van de α-carbonzuurgedeelten, melkzuur en glycolzuur, of van de lactondimeren. De molverhoudingen van lactide:glycolide is ongeveer 75:25 tot 25:75, bijvoorbeeld 60:40 tot 40:60, waarbij van 55:45 tot 45:55, bijvoorbeeld 55:45 tot 50:50 het meest wordt aanbevolen.
55 De stervormige polymeren kunnen worden verkregen door reactie van een polyol met een lactide en bij voorkeur eveneens een glycolide, bij een verhoogde temperatuur en in aanwezigheid van een katalysator, die een polymerisatie onder ringopening uitvoerbaar maakt.
195092 6
Een voordeel van het polymeer van het stervormige type in de preparaten is, dat het molecuulgewicht > ervan betrekkelijk hoog kan zijn, waardoor fysische stabiliteit, bijvoorbeeld een bepaalde hardheid, aan implantaten en aan microdeeltjes wordt verleend, waardoor hun aan elkaar kleven wordt vermeden, hoewel betrekkelijk korte polylactide ketens aanwezig zijn, hetgeen leidt tot een regelbare biologische ontledings-5 snelheid van het polymeer die varieert van enkele weken tot 1 of 2 maanden en tot een overeenkomstige vertraagde afgifte van het peptide, hetgeen een depotpreparaat daarvan bijvoorbeeld geschikt maakt voor een afgifte gedurende een maand.
De stervormige polymeren hebben bij voorkeur een gemiddeld molecuulgewicht Mw in het traject van ongeveer 10.000 tot 200.000, bij voorkeur 25.000 tot 100.000, in het bijzonder 35.000 tot 60.000 en een 10 polydispergeerbaarheid van bijvoorbeeld 1,7 tot 3,0, bijvoorbeeld 2,0 tot 2,5. De intrinsieke viscositeiten van stervormige polymeren met Mw 35.000 en Mw 60.000 zijn respectievelijk 0,36 en 0,51 dl/g in chloroform.
Een stervormig polymeer met een Mw 52.000 heeft een viscositeit van 0,474 dl/g in chloroform.
De aanduidingen “microsfeer, microcapsule en microdeeltjes” zijn onderling verwisselbaar wat de uitvinding betreft en geven de inkapseling van de peptiden door het polymeer aan, bij voorkeur met het 15 peptide verdeeld door het polymeer, dat dan een matrix voor het peptide is. In dat geval wordt bij voorkeur de aanduiding “microbol” of algemener “microdeeltje” gebruikt.
Onder toepassing van de fasenscheidingsmethode kunnen de preparaten bijvoorbeeld worden bereid door het polymere dragermateriaal op te lossen in een oplosmiddel, dat geen oplosmiddel voor het peptide is, gevolgd door toevoeging en dispergering van een oplossing van het peptide in het polymeer-20 oplosmiddelproduct. Een faseninduceermiddel, bijvoorbeeld een siliconenvloeistof, wordt daarna toegevoegd voor het induceren van het inkapselen van het peptide door het polymeer.
Het effect van het explosief vrijkomen van het geneesmiddel kan in aanzienlijke mate worden in situ neerslaan van de ultrafijne geneesmiddeldeeltjes, door toevoeging van een geneesmiddeloplossing aan de polymeeroplossing, voor de fasenscheiding. De methode volgens de stand der techniek brengt het 25 toevoegen van droge deeltjes rechtstreeks aan de polymeeroplossing met zich mede.
De therapeutische duur van de vrijmaking van het peptide kan worden verlengd door harden-wassen van de microdeeltjes met een emulsie van buffer-heptaan. De uit de stand der techniek bekende methode brengt een verhardingsstap waarna niet worden gewassen of die gevolgd wordt door een afzonderlijke waterige wasstap met zich mede.
30 Een emulsie van het olie in water type {= °/w) kan worden toegepast voor het wassen en harden van de microbolletjes en voor het verwijderen van niet-ingekapselde peptide. De wassing bevordert het verwijderen van het niet-ingekapselde peptide van het oppervlak van de microbolletjes. Het verwijderen van de overmaat peptide van de microbollen vermindert de aanvankelijke geneesmiddelexplosie, die kenmerkend voor vele gebruikelijke inkapselingspreparaten is. Met de onderhavige microbolpreparaten is dus een 35 consistentere afgifte van het geneesmiddel gedurende een tijdsperiode mogelijk.
De emulsie bevordert eveneens het verwijderen van resterend polymeeroplosmiddel en sificonenvloeistof.
De emulsie kan aan het polymeer-peptidemengsel worden toegevoegd of het mengsel kan aan de emulsie worden toegevoegd. Het verdient aanbeveling dat het polymeerpeptidemengsel aan de emulsie wordt toegevoegd.
40 De O/W-emulsie kan worden bereid onder toepassing van een emulgeermiddel, zoals sorbitan mono-oleaat (Span 80 ICI Corp.) of een dergelijk middel, ter vorming van een stabiele emulsie. De emulsie kan worden gebufferd met een buffer die niet schadelijk is voor het peptide en het polymeer matrixmateiiaal. De buffer kan een pH tussen 2 en 8 hebben, waarbij een pH van 4 wordt aanbevolen. De buffer kan worden bereid uit zure buffers, zoals een fosfaatbuffer, acetaatbuffer, enz. Water kan de buffer vervangen.
45 Heptaan, hexaan, enz. kunnen als organische fase van de buffer worden aangewend.
De emulsie kan dispergeermiddelen, zoals siliconenolie, bevatten.
Een aanbevolen emulsie kan heptaan, pH 4 fosfaatbuffer, siliconenolie en sorbitan mono-oleaat bevatten.
Indien een vrijmaking van het geneesmiddel in het begin wenselijk is, kan een enkelvoudige verhardingsstap zonder oplosmiddel worden toegepast in plaats van de emulsieharding. Als oplosmiddel kunnen heptaan, 50 hexaan, enz. worden gebruikt.
Ook kunnen andere alternatieven voor de O/W-emulsie worden toegepast voor het harden van de microcapsules, zoals oplosmiddel plus emulgator voor het harden van de microcapsules zonder wassen en oplosmiddel plus emulgator voor het harden gevolgd door een afzonderlijke wasstap.
De O/W -emulsie kan zonder dispergeermiddel worden toegepast. Het dispergeermiddel vermijdt echter 55 aggregatie van de droge deeltjes van de microcapsules ten gevolge van statische elektriciteit en bevordert het verminderen van het gehalte aan resterend oplosmiddel.
Onder voorbeelden van het oplosmiddel voor het polymeer matrixmateriaal vallen methyleenchloride, 7 195092 j chloroform, benzeen, ethylacetaat, enz. Het peptide wordt bij voorkeur opgelost in een alcoholisch oplosmiddel, bijvoorbeeld methanol, dat mengbaar is met het polymeer oplosmiddel.
De faseninduceermiddelen (coacervatiemiddelen) zijn oplosmiddelen die mengbaar zijn met het polymeergeneesmiddelmengsel en die maken dat de embryonale microcapsules zich voor het harden 5 vormen; siliconenoliën zijn de aanbevolen faseninduceermiddelen.
De O/W -emulsie kan op een gebruikelijke wijze onder toepassing van heptaan, hexaan, enz. als organische fase worden bereid.
De microdeeltjes kunnen eveneens worden verkregen volgens de algemene bekende sproeidroog-methode. Volgens deze methode worden het somatostatine of een oplossing van het peptide in een 10 organisch oplosmiddel, bijvoorbeeld methanol, in water of in een buffer, bijvoorbeeld pH 3-8 en een oplossing van het polymeer in een organisch oplosmiddel, die niet mengbaar is met het eerstgenoemde, bijvoorbeeld methyleenchloride, innig gemengd.
De eerstgenoemde oplossing, suspensie of emulsie, wordt daarna in een stroom lucht, bij voorkeur warme lucht, gesproeid. De verkregen microdeeltjes worden verzameld, bijvoorbeeld met een cycloon en 15 desgewenst gewassen, bijvoorbeeld in een bufferoplossing met een pH van bijvoorbeeld tussen 3,0 en 8,0, bij voorkeur van 4,0, of gedestilleerd water en gedroogd onder verminderde druk, bijvoorbeeld bij een temperatuur van 20-40°C. De wasstap kan worden toegepast indien de deeltjes in vivo een geneesmiddel-explosie geven en de mate van deze explosie ongewenst is. Als buffer kan een acetaatbuffer worden toegepast.
20 Dientengevolge kunnen microdeeltjes worden verkregen die in vivo een betere somatostatine afgifte-profiel vertonen.
Een preparaat met vertraagde afgifte wordt verschaft dat bereid is door een somatostatine of een oplossing van een somatostatine in methanol of water of een buffer met pH 3-8 en een oplossing van het polylactide-co-glycolide in methyleenchloride te mengen en de gevormde oplossing, emulsie of suspensie 25 van somatostatine een stroom warme lucht in de polymeeroplossing te sproeien, de microbolletjes te verzamelen en ze in een bufferoplossing met pH 3,0-8,0 of gedestilleerd water te wassen en ze onder verminderde druk bij een temperatuur van 20 tot 40°C te drogen. Vergeleken met microdeeltjes die volgens de fasenscheidingsmethode worden bereid, bevatten ze geen siliconenolie, zelfs niet in sporen, aangezien geen siliconenolie bij de sproeidroogwerkwijze wordt toegepast.
30 De preparaten kunnen eveneens volgens een tripel-emulsiewerkwijze worden bereid. Volgens een typerende methode wordt peptide, bijvoorbeeld octreotide, opgelost in een geschikt oplosmiddel, bijvoorbeeld water en intensief in een oplossing van het polymeer, bijvoorbeeld 50/50 poly(D,L-lactide-co-glycolide)glucose in een oplosmiddel, dat geen oplosmiddel voor het peptide is, bijvoorbeeld in methyleenchloride, geëmulgeerd. Voorbeelden van het oplosmiddel voor het polymeermatrixmateriaal zijn o.a.
35 methyleenchloride, chloroform, benzeen, ethylacetaat, enz. De verkregen water-olie (w/o)-emulsie wordt verder in een overmaat water dat een emulgerend materiaal bevat, bijvoorbeeld een anionogeen of niet-ionogeen oppervlakactief middel of lecithine of een beschermend colloïde, bijvoorbeeld gelatine, dextrine, carboxymethylcellulose, polyvinylpyrrolidon, polyvinylalcohol, geëmulgeerd, hetgeen een continue vorming van de tripel (w/o/w) emulsie geeft. De microdeeltjes worden gevormd door spontaan neerslaan van 40 het polymeer en gehard door verdamping van het organische oplosmiddel. Gelatine dient ter verhindering van agglomeratie van de microbolletjes. Na sedimenteren van de microbolletjes wordt de bovenstaande vloeistof afgedecanteerd en worden de microdeeltjes gewassen met water en daarna met acetaatbuffer. Tenslotte worden de microdeeltjes gefiltreerd en gedroogd.
Het peptide kan eveneens direct in de polymeeroplossing worden gedispergeerd, waarna de verkregen 45 suspensie met de gelatine bevattende waterfase wordt gemengd.
De tripel emulsiewerkwijze is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 4.652.441. Volgens dit octrooi-schrift wordt in een eerste stap een oplossing van een geneesmiddel (1), bijvoorbeeld somatostatine in water (kolom 2, regels 31-32), innig gemengd met een overmaat van een polylactide-co-glycolide-oplossing (2) in een ander oplosmiddel, waarin het eerste oplosmiddel niet oplosbaar is, bijvoorbeeld methyleenchlo-50 ride, waardoor een water-in-olie-type (w/0) emulsie (3) van fijne, geneesmiddel bevattende druppeltjes van (1) in oplossing (2) wordt verkregen. In oplossing (1) wordt bovendien een zogenaamd geneesmiddel bevattend materiaal (kolom 1, regel 31) bijvoorbeeld gelatine, albumine, pectine of agar, opgelost.
Bij een tweede stap wordt de viscositeit van de inwendige fase (1) verhoogd door toepassing van geschikte maatregelen, zoals verhitten, afkoelen, verandering van de pH, toevoeging van metaalionen of 55 verknopen van bijvoorbeeld gelatine met aldehyde.
Volgens een derde stap wordt een overmaat water grondig gemengd met de w/0- emulsie (3) (kolom 7, regels 52-54), hetgeen leidt tot een temaire-laagemulsie van het w/0fvt-type. In de overmaat water kan 195092 8 desgewenst een zogenaamd emulgeermiddel aanwezig zijn (kolom 7, regel 56), gekozen uit de groep van « bijvoorbeeld een anionogeen of niet-ionogeen oppervlakteactief middel, of bijvoorbeeld polyvinylpyrrolidon, polyvinylalcohol of gelatine.
Volgens een vierde stap wordt de '"'/«/„-emulsie onderworpen aan “in-water drogen" (regel 52). Dit 5 betekent dat het organische oplosmiddel in de olielaag wordt gedesorbeerd ter ontwikkeling van micro-deeltjes. De desorptie wordt volgens een op zichzelf bekende wijze uitgevoerd (kolom 8, regels 3-5), bijvoorbeeld door verlaging van de druk onder roeren (kolom 8, regels 5-7) of bijvoorbeeld door stikstofgas door de olielaag (bijvoorbeeld methyleenchloride) (regel 19) te blazen.
De gevormde microdeeltjes worden door centrifugeren of filtreren (regels 26-27) gewonnen en de 10 bestanddelen die niet in het polymeer zijn opgenomen worden verwijderd door te wassen met water (regel 29). Desgewenst worden de microdeeltjes onder verminderde druk verwarmd teneinde een betere verwijdering van water en van oplosmiddel (bijvoorbeeld methyleenchloride uit de wand van microdeeltjes (regels 30-32) te verkrijgen.
Hoewel de hiervoor beschreven werkwijze bevredigend is voor de bereiding van de preparaten, is echter 15 het zogenaamde geneesmiddel bevattende materiaal, hiervoor genoemd, bijvoorbeeld gelatine, albumine, pectine of agar, nog in de verkregen microdeeltjes aanwezig.
Indien het toevoegen van het geneesmiddel bevattende materiaal (= in oplossing (1)) en de stap van het verhogen van de viscositeit van de inwendige fase worden vermeden en in de overmaat aan water van de ternaire w/o/w-emulsie de maatregel van het toevoegen van een emulgerend materiaal of een beschermend 20 colloïde, zoals gelatine, wordt gehandhaafd, kunnen toch bevredigende microdeeltjes worden verkregen, terwijl bovendien, de microdeeltjes geen geneesmiddel bevattend materiaal meer bevatten en slechts een zeer geringe hoeveelheid methyleenchloride.
Een werkwijze voor het bereiden van microdeeltjes is dus innig mengen van: a) een oplossing van een geneesmiddel, bij voorkeur een somatostatine, in het bijzonder octreotide, in een 25 waterig medium, bij voorkeur water of een buffer, bij voorkeur in een gew./vol. verhouding van 0,8-4,0 g/1-120 ml, in het bijzonder 2,5/10 en in een buffer met pH 3-8, in het bijzonder een acetaatbuffer, en b) een oplossing van een polymeer, bij voorkeur een polylactide-co-glycolide, zoals hiervoor genoemd, in een organisch oplosmiddel dat niet mengbaar is met het waterige medium, bijvoorbeeld methyleenchloride, bij voorkeur in een gewVvol. verhouding van 40 g/90 tot 400 ml, in het bijzonder 40/100, bij voorkeur op een 30 dusdanige wijze, dat de gew./gew. verhouding van het geneesmiddel tot het polymeer ligt tussen 1/10 tot 50, in het bijzonder is 1/16 en de volume/volume-verhouding van het waterige medium/organisch oplosmiddel 1/1,5 tot 30 is, in het bijzonder 1/10, innig mengen van de w/c-emulsie van a) in b) tezamen met c) een overmaat van een waterig medium, bij voorkeur water of een buffer, bijvoorbeeld een acetaat- of fosfaatbuffer, bij voorkeur bij een pH van 3-8, die een emulgerend materiaal of een beschermend colloïde 35 bevat, bij voorkeur in een concentratie van 0,01 tot 15,0%, in het bijzonder gelatine, vooral in een concentratie van 0,1 tot 3%, vooral 0,5 gew.%, bij voorkeur in een vol/vol. mengsnelheidsverhouding van ab)/c) van 1/10 tot 100, in het bijzonder 1/40, - zonder toevoeging van enig geneesmiddel bevattend materiaal aan de water-in-olie emulsie of door toepassing van enige tussentijdse, viscositeit verhogende stap, 40 - harden van de embryonale microdeeltjes in de gevormde w/o/w-emulsie door desorptie, bij voorkeur door verdamping, van het organische oplosmiddel, bij voorkeur methyleenchloride, en - door isolatie, desgewenst wassen en drogen van de verkregen microdeeltjes.
Eveneens is er de werkwijzevariant, waarbij het geneesmiddel direct in de polymeeroplossing wordt gedispergeerd, waarna de verkregen dispersie wordt gemengd met de gelatine bevattende waterfase.
45 Zoals microdeeltjes verkregen volgens de sproeidroogmethode, bevatten de microdeeltjes verkregen volgens de werkwijze hierboven geen siliconenolie. Vergeleken met de microdeeltjes die volgens het bekende tripel-emulsiewerkwijzetype worden bereid, bevatten ze geen beschermend colloïde.
De preparaten met vertraagde afgifte kunnen eveneens volgens andere, op zichzelf bekende methoden, worden bereid, bijvoorbeeld 50 - indien het peptide voldoende stabiel is voor het vervaardigen een implantaat, door verhitting van microdeeltjes die het peptide bevatten, bijvoorbeeld een somatostatine in een polylactide-co-glycolide, in het bijzonder zoals hiervoor beschreven of een mengsel daarvan verkregen door mengen van het peptide en het polymeer, bij een temperatuur van bijvoorbeeld 70 tot 100°C en extruderen en afkoelen van de compacte massa, waarna het extrudaat wordt gesneden en desgewenst wordt gewassen en gedroogd.
55 Geschikt worden de preparaten onder aseptische omstandigheden bereid of vervaardigd.
De preparaten kunnen in depotvorm worden gebruikt, bijvoorbeeld als injecteerbare microbolletjes of implantaten.
9 195092 j Ze kunnen op een gebruikelijke wijze worden toegediend, bijvoorbeeld subcutaan of door intramusculaire injectie, bijvoorbeeld voor indicaties die bekend zijn voor het daarin aanwezige geneesmiddel.
De preparaten met vertraagde afgifte die octreotide bevatten kunnen voor alle bekende indicaties van het octreotide of derivaten daarvan worden toegediend, bijvoorbeeld die beschreven in het Britse octrooischrift 5 2.199.829 A, de blz. 89-96, evenals voor acromegalie en borstkanker.
De microdeeltjes kunnen een afmeting hebben die wat diameter betreft varieert van ongeveer 1 tot 250 micron, bij voorkeur van 10 tot 200, vooral 10 tot 130 micron, bijvoorbeeld van 10 tot 90 micron. Implantaten kunnen bijvoorbeeld een afmeting van ongeveer 1 tot 10 m3 hebben. De hoeveelheid geneesmiddel, d.w.z. peptide die in het preparaat aanwezig is hangt af van de gewenste dagelijkse dosis die wordt afgegeven en 10 dus van de biologische ontledingssnelheid van het inkapselende polymeer. De nauwkeurige hoeveelheid peptide kan door onderzoekingen van de biologische beschikbaarheid worden vastgesteld. De preparaten kunnen peptide in een hoeveelheid van ten minste 0,2, bij voorkeur 0,5 tot 20 gew.%, ten opzichte van de polymeermatrix, bij voorkeur 2,0 tot 10, in het bijzonder 3,0 tot 6 gew.% bevatten.
De afgiftetijd van het peptide uit het microdeeltje kan 1 tot 2 weken tot ongeveer 2 maanden zijn.
15 Geschikt bevat het preparaat met vertraagde afgifte een somatostatine, bijvoorbeeld octreotide, in een biologische ontleedbare, biologisch verenigbare polymere drager, die, subcutaan in een dosering van 10 mg somatostatine per kg lichaamsgewicht van het dier aan een rat toegediend, een concentratie van een somatostatine in het bloedplasma van ten minste 0,3 ng/ml en bij voorkeur minder dan 20 ng/ml gedurende een periode van 30 dagen of geschikt een periode van 60 dagen, geeft.
20 Het is ook mogelijk dat het preparaat met vertraagde afgifte een somatostatine, bijvoorbeeld octreotide, in een biologisch ontleedbare, biologisch verenigbare, polymere drager bevat, dat, intramusculair in een dosis van 5 mg/kg lichaamsgewicht aan een konijn toegediend, een concentratie van somatostatine van ten minste 0,3 ng/ml gedurende een periode van 50 dagen en geschikt een concentratie van ten hoogste 20 ng/ml, geeft.
25 Andere aanbevolen eigenschappen van het verkregen somatostatine, bijvoorbeeld octreotide bevattende depotpreparaten zijn afhankelijk van de toegepaste bereidingsmethoden:
Fasenscheidingsmethode 30
Konijn 5 mg somatostatine/kg, intramusculair vertraging (CM2 dagen) 76% gemiddelde plasmaspiegel (Cp.ideaal) (0-42 dagen) 4 ng/ml AUC (0-42 dagen) 170 ng/ml x dagen 35
Sproeidroogmethode
Rat 10 mg somatostatine/kg, Subcutaan vertraging (0-42 dagen) > 75% gemiddelde plasmaspiegel (Cp.ideaal) (0-42 dagen) 4-6 ng/m AUC (0-42 dagen) 170-210 ng/ml x dagen 40
Konijn 5 mg somatostatine/kg, intramusculair vertraging (0-43 dagen) > 75% gemiddelde plasmaspiegel (Cp.ideaa,) (0-43 dagen) 4-6 ng/m „ AUC (0-43 dagen) 200-240 ng/ml x dagen 45
Tripel emulsie-methode
Rat 10 mg somatostatine/kg subcutaan vertraging (0-42 dagen) > 75% gemiddelde plasmaspiegel (Cp.ideaai) (0-42 dagen) 4-6,5 ng/ml AUC (0-42 dagen) 170-230 ng/ml x dagen
Konijn 5 mg somatostatine/kg intramusculair vertraging (0-42/43 dagen) > 74% ψ 195092 10 gemiddelde plasmaspiegel (Cp.ideaal) (0-42/43 dagen) 3,5-6,5 ng/ml ' AUC (0-42/43 dagen) 160-270 ng/ml x dagen
Verschaft worden dus somatostatine, bij voorkeur octreotide- en octreotideanaloge preparaten, met de β volgende eigenschappen: 1. een vertraging van ten minste 70%, bij voorkeur ten minste 74%, bijvoorbeeld ten minste 75%, 80%, 88% of ten minste 89% over een periode van 0 tot 42 of 43 dagen, en/of 2. een gemiddelde plasmaspiegel (Cp ideaal) van 2,5-6,5, bij voorkeur 4-6,5 ng/ml gedurende een periode van 0 tot 42 dagen, bij ratten, indien 10 mg somatostatine subcutaan wordt toegediend en/of een geluidje delde plasmaspiegel van 3,5-6,5, bij voorbeeld 4-6,5 ng/ml gedurende een periode van 0 tot 42 of 43 dagen bij een konijn indien 5 mg somatostatine intramusculair wordt toegediend, en/of 3. een AUC gedurende een periode van 0 tot 42 dagen van ten minste 160, bij voorkeur van 170-230 ng/ml x dagen voor een rat, indien 10 mg somatostatine subcutaan wordt toegediend en/of een AUC gedurende een periode van 0 tot 42 of 43 dagen van ten minste 160, bij voorkeur van 180-275, bijvoorbeeld van 200 1g tot 275 mg/ml x dagen voor een konijn, indien 5 mg somatostatine intramusculair wordt toegediend.
Voor de kwantitatieve karakterisering van de hiervoor beschreven preparaten met vertraagde afgifte wordt gebruik gemaakt van de methode van de oppervlakafwijking (AD) van F. Nimmerfall en J. Rosenthaler;
Intern. J. Pharmaceut. 32, 1-6 (1986). In het kort worden volgens de AD-methode de oppervlakafwijkingen 20 van het experimentele plasmaprofiel van een ideaal profiel dat een constant gemiddelde plasmaspiegel (=Cp-ideaai) verkregen door omzetting van het experimentele oppervlak onder de plasmaspiegel-tijdkromme (AUC) in een rechthoek met hetzelfde oppervlak berekend. Uit de procentuele oppervlakafwijking (aangeduid met AUC) wordt het percentage vertraging op de volgende wijze berekend: % vertraging = 100 x (1 - AD/AUC).
25 Volgens deze methode wordt het volledige plasmaprofiel bepaald gedurende een van tevoren gekozen tijdsperiode gekenmerkt door een enkele getalindex.
In Proc.Natl.Acad.Sci.USA 85 (1988) 5688-5692 is in figuur 4 een plasmaspiegelprofiel van het octapeptide analoog aan somatostatine met formule * * 30 D-Phe-Cys-Tyr-D-Trp-Lys-Val-Cys-Trp-NH2 bij ratten beschreven.
Een duidelijke vergelijking kan echter niet met de plasmaspiegelwaarden van de preparaten volgens de uitvinding bij ratten, zoals hiervoor vermeld, worden gemaakt, aangezien het beschreven plasmaspiegelprofiel op een andere toedieningsmethode is gebaseerd (intramusculaire injectie) en, hetgeen nog belangrijker is, het beladingsgehalte van de microcapsules (tussen 2 en 6%) en de doseringshoeveelheid 35 voor de toediening (25 tot 50 mg porties microcapsules voor 30 dagen, hoewel voor ten minste gedurende 45 dagen bepalingen werden uitgevoerd) niet nauwkeurig zijn aangegeven. Bovendien is het type gebruikt poly(DI-lactide-co-glycolide) niet nauwkeurig beschreven.
De beschrijvende waarde van de publicatie is dus te gering om deze als een voorpublicatie, die bezwarend voor de uitvinding is, te beschouwen.
40 De volgende voorbeelden lichten de uitvinding toe.
Het Mw van de polymeren is het gemiddelde molecuulgewicht bepaald volgens GLPC onder toepassing van polystyreen als standaard.
Voorbeeld 1 45
Octreotidepamoaat
Men loste 10,19 g (10 mM) octreotide vrije base en 3,88 g (10 mM) emboninezuur op in 1 I van een mengsel van gelijke delen water en dioxan. Het reactiemengsel werd gefiltreerd en gelyofiliseerd, waardoor een geel poeder [a]20D = + 7,5° (C = 0,35, in DMF) van octreotidepamoaat.hydraat werd verkregen. De 50 factor is 1,4, waarin factor het gewicht van lyofilisaat-gewicht van het daarin aanwezige octreotide is.
Het pamoaat kan het octreotideacetaat dat in de microdeeltjes van de voorbeelden 2-10 aanwezig is vervangen en heeft een uitstekende stabiliteit.
Voorbeeld 2 55
Men loste 1 g poly(D,L-lactide-co-glycolide) 50/50 molair, Mw 45.000; polydispersiteit ca. 1,7) onder magnetisch roeren op in 15 ml methyleenchloride, waarna men 75 mg octreotide.acetaat opgelost in 0,5 ml 11 195092 methanol toevoegde. Daarna voegde men 15 ml siliconenolie (merk Dow 360 Medical Fluid 1000cs) (siliconenvloeistof) aan het polymeer-peptidemengsel toe. Het verkregen mengsel werd toegevoegd aan een geroerde emulsie die 400 ml n-heptaan, 100 ml pH 4 fosfaatbuffer, 40 ml Dow 360 Medical Fluid, 350 cs en 2 ml Span 80 (emulgator) bevatte. Daarna werd minimaal nog 10 min. geroerd. De verkregen microdeeltjes 5 werden gewonnen door filtreren onder verminderde druk en werden een nacht in een vacuümoven gedroogd. De opbrengst was ongeveer 90% aan microdeeltjes met een grootte van 10-40 micron.
De microdeeltjes werden gesuspendeerd in een drager en intramusculair in een dosis van 4 mg octreotide toegediend aan Nieuw-Zeeiandse konijnen. Periodiek werden bloedmonsters genomen waarbij plasmaspiegels van 0,5 tot 1,0 ng/ml gedurende 30 dagen, gemeten met radioimmunoassay (RIA) analyse 10 werden gemeten.
Voorbeeld 3
Men loste 1 g poly(D,L-lactide-co-glycolide)glucose (Mw - 45.000) (55/45 molair, verkregen volgens de 15 werkwijze van het Britse octrooischrift 2.145.422 B, polydispergeerbaarheid van ongeveer 1,7, bereid uit 0,2% glucose) onder magnetisch roeren op in 25 ml ethylacetaat, waarna men 75 mg octreotide opgelost in 3 ml methanol toevoegde. Daarna voegde men 25 ml siliconenolie (merk Dow 360 Medical Fluid, 1000 cs) aan het polymeer-polypeptidemengsel toe. Het verkregen mengsel werd toegevoegd aan de in voorbeeld 2 beschreven emulsie. Daarna roerde men nog minimaal 10 min. De verkregen microdeeltjes werden 20 gewonnen door vacuümfiltratie en een nacht in een vacuümoven gedroogd. De opbrengst was groter dan 80% microdeeltjes in het traject van 10-40 micron.
De microdeeltjes werden gesuspendeerd in een drager en in een dosis van 4 mg octreotide intramusculair toegediend aan witte Nieuw-Zeeiandse konijnen. Periodiek werden bloedmonsters genomen, waaruit bleek dat de plasmaspiegels gedurende 21 dagen tussen 0,5 en 2 ng/ml lagen, gemeten met RIA.
25
Voorbeeld 4
Een oplossing van 1,5 g octreotide.acetaat in 20 ml methanol werd onder roeren toegevoegd aan een oplossing van 18,5 g po!y(D,L-lactide-co-glyco!ide)glucose (50:50 molair, molecuulgewicht 45.000) in 500 ml 30 methyleenchloride. Fasenscheiding werd uitgevoerd door toevoeging van 500 ml Dow 360 Medical Fluid (1000 cs) en 800 ml Dow 360 Medical Fluid (350 cs) aan de peptide-polymeersuspensie. Het verkregen mengsel werd toegevoegd aan een geroerde emulsie die bestond uit 1800 ml n-heptaan, 2000 ml steriel water en 40 ml Span 80. Na 10 min. roeren werden de microbolletjes verzameld door filtreren onder verminderde druk.
35 De helft van het product werd in een vacuümoven bij 37°C gedroogd.
De spiegel van overgebleven methyleenchloride bedroeg 1,2%.
De andere helft van het product werd gewassen door roeren met 1000 ml ethanol die 1 mg Span 80 bevatte. Na 1 uur roeren, werd de ethanol gedecanteerd en de microdeeltjes werden 1 uur geroerd met 1000 ml n-heptaan die 1 ml Span 80 bevatte. Na 1 uur roeren werden de microdeeltjes verzameld door 40 filtreren onder verminderde druk en een nacht bij 37°C gedroogd in een vacuümoven. De spiegel van de overgebleven methyleenchloride van de microdeeltjes die op deze wijze waren gewassen werd verlaagd van 1,2% tot 0,12%.
De gecombineerde opbrengst van het product bedroeg 18,2 g (91%) aan microdeeltjes die 5,6% octreotide bevatten, met een gemiddelde middellijn van 24 micron en 1,5% resterend heptaan.
45 De microdeeltjes werden gesuspendeerd in een drager en intramusculair in een dosis van 5 mg/kg dosis octreotide toegediend aan witte konijnen. Periodiek werden bloedmonsters genomen, waaruit bleek dat gedurende 49 dagen de plasmaspiegel tussen 0,3 en 7,7 ng/ml lagen, gemeten met RIA.
Voorbeeld 5 50
Men loste 1 g poly(D,L-lactide-co-glycolide)glucose, molecuulgewicht 46.000 (50:50) molair bereid volgens de werkwijze van het Britse octrooischrift 2.145.422 B, polydispergeerbaarheid ongeveer 1,7, bereid uit 0,2% glucose) onder magnetisch roeren op in 10 ml methyleenchloride, waarna men 75 mg octreotide opgelost in 0,133 ml methanol toevoegde. Het mengsel werd 1 min. innig gemengd, bijvoorbeeld met 55 behulp van een Ultra- Turax met 20.000 omwentelingen per min., waardoor een suspensie van zeer kleine kristallen van octreotide in de polymeeroplossing werd verkregen.
De suspensie werd met behulp van een met grote snelheid werkende turbine (Niro Atomizer) gesproeid 195092 12 en de kleine druppeltjes werden in een stroom warme lucht gedroogd, waardoor microdeeltjes werden .
verkregen. Deze microdeeltjes werden verzameld met een “zyklon” en een nacht in een vacuümoven bij kamertemperatuur gedroogd.
De microdeeltjes werden 5 min. gewassen met 1/15 molair acetaatbuffer, pH 4,0 en werden weer bij 5 kamertemperatuur in een vacuümoven gedroogd. Na 72 uur werden de microdeeltjes gezeefd (0,125 mm mesh), waardoor het eindproduct werd verkregen.
De microdeeltjes werden gesuspendeerd in een drager en in een dosis van 5 mg/kg octreotide intramus-culair toegediend aan witte konijnen (chinchilla bastaard) en subcutaan in een dosis van 10 mg/kg aan mannetjesratten. Periodiek werden bloedmonsters genomen, waaruit bleek dat de plasmaspiegels tussen 10 0,3 en 10,0 ng/ml (5 mg dosis) bij konijnen en tussen 0,5 en 7,0 ng/m! gedurende 42 dagen bij ratten lagen, gemeten met radioimmunoassay (RIA) analyse.
Voorbeeld 6 15 Microdeeltjes werden door sproeidrogen op dezelfde wijze als beschreven voor voorbeeld 5 bereid, met als enige verandering dat octreotide direct in de polymeeroplossing werd gesuspendeerd, zonder toepassing van methanol.
De microdeeltjes werden in een drager gesuspendeerd en subcutaan in een dosis van 10 mg/kg octreotide aan mannetjesratten toegediend. Periodiek werden bloedspiegels genomen, waaruit bleek dat de 20 plasmaspiegels gedurende 42 dagen tussen 0,5 en 10,0 ng/ml lagen, gemeten met radioimmunoassay (RIA) analyses.
Voorbeeld 7 25 Men loste 1 g poly(D,L-lactide-co-glycolide)glucose, molecuulgewicht 46.0000 (50:50 molair, bereid volgens de methode van het Britse octrooischrift 2.145.422 B, polydispergeerbaarheid ongeveer 1,7, bereid uit 0,2% glucose) op in 2,5 ml methyleenchloride, waarna men 75 mg octreotide opgelost in 0,125 ml gedeïoniseerd water toevoegde. Het mengsel werd 1 min. innig gemengd, bijvoorbeeld met een Ultra- Turax met 20.000 omwentelingen per min. (inwendige W/O-fase).
30 Men loste bij 50°C 1 g gelatine A op in 200 ml gedeïoniseerd water en koelde de verkregen oplossing af tot 20°C (buitenste W-fase). De W/O- en de W-fasen werden innig gemengd. Daarbij werd de W/O/-binnenfase afgescheiden in kleine druppeltjes, die homogeen werden gedispergeerd in de W-buitenfase. De verkregen tripel-emulsie werd langzaam 1 uur geroerd. Hierbij werd het methyleenchloride verdampt en de microcapsules werden uit de druppeltjes van de binnenfase gehard. Na afzetten van de microdeeltjes werd 35 de bovenstaande vloeistof afgezogen en de microdeeltjes werden door filtreren onder verminderde druk gewonnen en met water gespoeld teneinde gelatine te verwijderen.
Het drogen, zeven, wassen en weer drogen van de microdeeltjes werd uitgevoerd op de wijze als beschreven in voorbeeld 5. De microdeeltjes werden gesuspendeerd in een drager en in een dosis van 5 mg/kg octreotide intramusculair toegediend aan witte konijnen (chinchilla bastaard) en in een dosis van 40 10 mg/kg subcutaan toegediend aan mannetjesratten. Periodiek werden bloedmonsters genomen, waaruit bleek dat de plasmaspiegels tussen 0,3 en 15,0 ng/ml (dosis van 5 mg) bij konijnen lagen en gedurende 42 dagen tussen 0,5 en 8,0 ng/ml in ratten lagen, gemeten met radioimmunoassay (RIA) analyses.
Voorbeeld 8 45
Microdeeltjes werden bereid met de tripel-emulsie-methode, op dezelfde wijze als beschreven is voor voorbeeld 7 met drie veranderingen: 1. men gebruikte 0,25 ml acetaatbuffer, pH 4,0 in plaats van 0,125 ml water ter bereiding van de W/O-binnenfase.
50 2. het spoelen na verzameling van de microdeeltjes werd uitgevoerd met een 1/45 molaire acetaatbuffer, pH 4,0 in plaats van met water.
3. het verder wassen van de microdeeltjes werd nagelaten.
Voorbeeld 9 55
Microdeeltjes werden bereid volgens de tripel-emulsiemethode, op dezelfde wijze als beschreven voor voorbeeld 8, met als enige verandering dat de W/O-binnenfase werd verkregen door toepassing van water

Claims (2)

13 195092 , dat 0,7% (gew./vol.) natriumchloride in plaats van acetaatbuffer bevatte. Voorbeeld 10 5 Microdeeltjes werden op dezelfde wijze bereid als beschreven in voorbeeld 7 met als enig verschil dat de geneesmiddelverbinding direct in de polymeeroplossing werd gesuspendeerd, waarna de verkregen dispersie met de gelatine bevattende waterfase werd gemengd. 10 Conclusies
1. Octreotide-pamoaat.
2. Werkwijze voor het bereiden van octreotide-pamoaat, waarbij men octreotide laat reageren met emboninezuur of een reactief derivaat daarvan.
NL9900037A 1989-07-07 2003-08-19 Preparaten van in water oplosbare peptiden met een langzame afgifte. NL195092C (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9900037A NL195092C (nl) 1989-07-07 2003-08-19 Preparaten van in water oplosbare peptiden met een langzame afgifte.

Applications Claiming Priority (8)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US37702389A 1989-07-07 1989-07-07
US37702389 1989-07-07
US41134789A 1989-09-22 1989-09-22
US41134789 1989-09-22
NL9001537 1990-07-05
NL9001537A NL195027C (nl) 1989-07-07 1990-07-05 Werkwijze voor het bereiden van microdeeltjes voor langzame afgifte van in water oplosbare peptiden en preparaten daarvan.
NL9900037 2003-08-19
NL9900037A NL195092C (nl) 1989-07-07 2003-08-19 Preparaten van in water oplosbare peptiden met een langzame afgifte.

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL9900037A NL9900037A (nl) 2003-11-03
NL195092C true NL195092C (nl) 2003-12-16

Family

ID=29255131

Family Applications (3)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9900039A NL195090C (nl) 1989-07-07 2003-08-19 Preparaten van in water oplosbare peptiden met een langzame afgifte.
NL9900038A NL195089C (nl) 1989-07-07 2003-08-19 Preparaten van in water oplosbare peptiden met een langzame afgifte.
NL9900037A NL195092C (nl) 1989-07-07 2003-08-19 Preparaten van in water oplosbare peptiden met een langzame afgifte.

Family Applications Before (2)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9900039A NL195090C (nl) 1989-07-07 2003-08-19 Preparaten van in water oplosbare peptiden met een langzame afgifte.
NL9900038A NL195089C (nl) 1989-07-07 2003-08-19 Preparaten van in water oplosbare peptiden met een langzame afgifte.

Country Status (1)

Country Link
NL (3) NL195090C (nl)

Also Published As

Publication number Publication date
NL9900037A (nl) 2003-11-03
NL195090C (nl) 2003-12-16
NL9900039A (nl) 2003-11-03
NL195089C (nl) 2003-12-16
NL9900038A (nl) 2003-11-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5876761A (en) Sustained release formulations of water soluble peptides
US5688530A (en) Sustained release formulations of water soluble peptides
CA2020477C (en) Sustained release formulations of water soluble peptides
JP4979843B2 (ja) 微粒子の形のポリペプチド含有投薬形
NL195092C (nl) Preparaten van in water oplosbare peptiden met een langzame afgifte.
CA2316052C (en) Sustained release formulations of water soluble peptides
CA2535463A1 (en) Octreotide-pamoate and its use in sustained release formulations of water soluble peptides
FI106926B (fi) Menetelmä pitkäaikaisesti vapautuvan koostumuksen muodostamiseksi
IL112286A (en) Process for the production of a microparticle and microparticle obtained thereby
CH686252A5 (de) Octreotidepamoat und dessen Verwendung zur Herstellung von pharmazeutischen Formulierungen.
SA90110050B1 (ar) مستحضرات ممتدة المفعول لببتيدات تذوب في الماء

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
NP1 Not automatically granted patents
V4 Lapsed because of reaching the maximum lifetime of a patent

Effective date: 20100705