NL195090C - Preparaten van in water oplosbare peptiden met een langzame afgifte. - Google Patents

Preparaten van in water oplosbare peptiden met een langzame afgifte. Download PDF

Info

Publication number
NL195090C
NL195090C NL9900039A NL9900039A NL195090C NL 195090 C NL195090 C NL 195090C NL 9900039 A NL9900039 A NL 9900039A NL 9900039 A NL9900039 A NL 9900039A NL 195090 C NL195090 C NL 195090C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
water
drug
microparticles
weight
aqueous medium
Prior art date
Application number
NL9900039A
Other languages
English (en)
Other versions
NL9900039A (nl
Inventor
Thomas Kissel
Jones Wing Fong
Hawkins Valliant Maulding
Oskar Nagele
Jane Edna Pearson
Sandos Bodmer
Original Assignee
Novartis Ag
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from NL9001537A external-priority patent/NL195027C/nl
Application filed by Novartis Ag filed Critical Novartis Ag
Priority to NL9900039A priority Critical patent/NL195090C/nl
Publication of NL9900039A publication Critical patent/NL9900039A/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL195090C publication Critical patent/NL195090C/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61KPREPARATIONS FOR MEDICAL, DENTAL OR TOILETRY PURPOSES
    • A61K9/00Medicinal preparations characterised by special physical form
    • A61K9/0012Galenical forms characterised by the site of application
    • A61K9/0019Injectable compositions; Intramuscular, intravenous, arterial, subcutaneous administration; Compositions to be administered through the skin in an invasive manner
    • A61K9/0024Solid, semi-solid or solidifying implants, which are implanted or injected in body tissue
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61KPREPARATIONS FOR MEDICAL, DENTAL OR TOILETRY PURPOSES
    • A61K38/00Medicinal preparations containing peptides
    • A61K38/16Peptides having more than 20 amino acids; Gastrins; Somatostatins; Melanotropins; Derivatives thereof
    • A61K38/17Peptides having more than 20 amino acids; Gastrins; Somatostatins; Melanotropins; Derivatives thereof from animals; from humans
    • A61K38/22Hormones
    • A61K38/31Somatostatins
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61KPREPARATIONS FOR MEDICAL, DENTAL OR TOILETRY PURPOSES
    • A61K9/00Medicinal preparations characterised by special physical form
    • A61K9/14Particulate form, e.g. powders, Processes for size reducing of pure drugs or the resulting products, Pure drug nanoparticles
    • A61K9/16Agglomerates; Granulates; Microbeadlets ; Microspheres; Pellets; Solid products obtained by spray drying, spray freeze drying, spray congealing,(multiple) emulsion solvent evaporation or extraction
    • A61K9/1605Excipients; Inactive ingredients
    • A61K9/1629Organic macromolecular compounds
    • A61K9/1641Organic macromolecular compounds obtained otherwise than by reactions only involving carbon-to-carbon unsaturated bonds, e.g. polyethylene glycol, poloxamers
    • A61K9/1647Polyesters, e.g. poly(lactide-co-glycolide)
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C07ORGANIC CHEMISTRY
    • C07KPEPTIDES
    • C07K14/00Peptides having more than 20 amino acids; Gastrins; Somatostatins; Melanotropins; Derivatives thereof
    • C07K14/435Peptides having more than 20 amino acids; Gastrins; Somatostatins; Melanotropins; Derivatives thereof from animals; from humans
    • C07K14/575Hormones
    • C07K14/655Somatostatins

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Medicinal Chemistry (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Bioinformatics & Cheminformatics (AREA)
  • Pharmacology & Pharmacy (AREA)
  • Epidemiology (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Gastroenterology & Hepatology (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Endocrinology (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Proteomics, Peptides & Aminoacids (AREA)
  • Toxicology (AREA)
  • Biochemistry (AREA)
  • Biophysics (AREA)
  • Genetics & Genomics (AREA)
  • Molecular Biology (AREA)
  • Immunology (AREA)
  • Biomedical Technology (AREA)
  • Neurosurgery (AREA)
  • Dermatology (AREA)
  • Medicines That Contain Protein Lipid Enzymes And Other Medicines (AREA)
  • Medicinal Preparation (AREA)

Description

1 195090 , Preparaten van in water oplosbare peptiden met een langzame afgifte
Deze uitvinding heeft betrekking op preparaten van geneesmiddelen met een langzame afgifte (depot-preparaten), in het bijzonder van in water oplosbare peptiden, bijvoorbeeld somatostatine of somatostatine 5 analogs, zoals octreotide, in een biologisch afbreekbare en biologische verenigbare, polymere drager, bijvoorbeeld een matrix of een bekleding, bijvoorbeeld in de vorm van een implantaat of bij voorkeur een microdeeltje (eveneens bekend als een microcapsule of een microbol).
De uitvinding heeft eveneens betrekking op dergelijke preparaten die gedurende een speciale tijdsperiode bevredigende peptideafgifte-profielen bezitten.
10 Peptide geneesmiddelen vertonen vaak na orale of parenterale toediening een slechte biologische beschikbaarheid in het bloed, bijvoorbeeld tengevolge van hun korte biologische halfwaardetijden veroorzaakt door hun metabolische instabiliteit. Oraal of via de neus toegediend, vertonen ze vaak een slechte resorptie door de slijmvliesmembranen. Een therapeutisch relevante bloedspiegel gedurende een lange tijdsperiode is moeilijk te verwezenlijken.
15 De parenterale toediening van peptide geneesmiddelen als depotpreparaat in een biologisch afbreekbaar polymeer, bijvoorbeeld als microdeeltjes of implantaten, is voorgesteld, waardoor ze, na een verblijftijd in het polymeer dat het peptide tegen enzymatische en hydrolytische invloeden van de biologische media beschermt, met vertraagde afgifte kunnen worden vrijgemaakt.
Hoewel enkele parenterale depotreparaten of peptide geneesmiddelen in een polymeer in de vorm van 20 microdeeltjes of een implantaat bekend zijn, worden slechts in enkele gevallen bevredigende profielen van de peptideafgifte in de praktijk verkregen. Er moeten speciale maatregelen worden getroffen om een continue peptideafgifte voor een serumspiegel van een therapeutisch actief geneesmiddel te geven en desgewenst te hoge serumconcentraties van het geneesmiddel, die ongewenste farmacologische nevenreacties veroorzaken, te vermijden.
25 Het afgiftepatroon van een peptidegeneesmiddel hangt van talrijke factoren af, bijvoorbeeld van het type peptide en bijvoorbeeld of het in de vrije vorm of in een andere vorm ervan, bijvoorbeeld in de zoutvorm, die de oplosbaarheid ervan in water kan beïnvloeden, aanwezig is. Een andere belangrijke factor is de keuze van het polymeer, uit een uitgebreide lijst van mogelijkheden die in de literatuur zijn beschreven.
Elk polymeertype heeft zijn karakteristieke biologische ontledingssnelheid. Er kunnen vrije carboxylgroe-30 pen worden gevormd, die bijdragen tot de pH-waarde in het polymeer en aldus verder de oplosbaarheid in water van het peptide en aldus het afgiftepatroon ervan beïnvloeden.
Andere factoren die het afgiftepatroon van het depotpreparaat beïnvloeden zijn de geneesmiddelbelading van de polymere drager ervan, de wijze van verdeling ervan in het polymeer, de deeltjesgrootte en, in het geval van een implantaat, bovendien de vorm ervan. Verder is de plaats van het preparaat in het lichaam 35 van invloed.
Tot nog toe is geen somatostatinepreparaat in een vorm met vertraagde afgifte voor parenterale toediening op de markt gekomen, waarschijnlijk omdat geen preparaat dat een bevredigend serumspiegel-profiel vertoont kon worden verkregen.
Polymeerpreparaten met geneesmiddelen die zijn bestemd om een langdurige of vertraagde afgifte van 40 het geneesmiddel te geven, zijn bekend in de stand der techniek.
In het Amerikaanse octrooischrift 3.773.919 zijn preparaten waaruit het geneesmiddel met een geregelde snelheid wordt vrijgemaakt beschreven, waarbij het geneesmiddel, bijvoorbeeld een in water oplosbaar peptide geneesmiddel, wordt gedispergeerd in een biologisch afbreekbaar en biologisch verenigbaar lineair polylactide of polylactide-co-glycolide polymeer. Er zijn echter geen patronen voor de afgifte van het 45 geneesmiddel beschreven ën er is geen verwijzing naar een somatostatine. In het Amerikaanse octrooischrift 4.293.539 zijn antibacteriële preparaten in een microbolvorm beschreven.
In het Amerikaanse octrooischrift 4.675.189 zijn preparaten met een vertraagde afgifte van het met LHRH analoge decapeptide nafareline en analoge LHRH-verwanten in polylactide-co-glycolide polymeren beschreven. Er is geen afgiftepatroon beschreven.
50 T. Chang, J. Bioeng., Vol. 1, blz. 25-32, 1976 beschrijven de langdurige afgifte van biologische materialen, enzymen en vaccins uit microdeeltjes.
Polymeren-copolymeren van melkzuur en lactideglycolide copolymeren en verwante preparaten om bij chirurgische toepassingen te worden toegepast en voor de vertraagde vrijmaking en biologische ontleding zijn beschreven in de Amerikaanse octrooischriften 3.991.776; 4.076.798 en 4.118.470.
55 In de Europese octrooiaanvrage 0.203.031 is een reeks somatostatine octapeptide analoga beschreven, bijvoorbeeld verbinding RC-160 met formule 195090 2 Λ * * D-Phe-Cys-Tyr-D-T rp-Lys-Val-Cys-T rp-NH2, met een brug tussen de -Cys-gedeelten, in de kolommen 15-16.
De mogelijkheid van de somatostatinen om in microvorm te worden ingekapseld met polylactide-co-5 glycolide polymeer is vermeld in conclusie 18, doch er zijn geen aanwijzingen gegeven hoe een continue therapeutisch actieve serumspiegel kan worden verkregen.
In het Amerikaanse octrooischrift 4.011.312 is beschreven dat een continue vrijmaking van een antimicrobieel geneesmiddel, bijvoorbeeld het in water oplosbare polymyxine B, uit een polylactide-co-glycolide matrix met een laag molecuulgewicht (lager dan 2000) en een relatief hoog glycolidegehalte in de 10 vorm van een implantaat, kan worden verkregen indien het implantaat wordt ingevoegd in het tepelkanaal van een koe. Het geneesmiddel wordt in een korte tijdsperiode vrijgemaakt, tengevolge van het hoge glycolidegehalte en het lage molecuulgewicht van het polymeer, die beide een snelle biologische ontleding van het polymeer en aldus een overeenkomstige snelle vrijmaking van het geneesmiddel, stimuleren. Een relatief hoge geneesmiddelbelading draagt bovendien bij tot een snelle afgifte van het geneesmiddel. Geen 15 somatostatinen en geen geneesmiddelafgiftepatronen zijn beschreven.
In het Europese octrooischrift 58.481 is beschreven dat een continue vrijmaking van een in water oplosbaar peptide uit een polylactide polymeerimplantaat wordt gestimuleerd door verlaging van het molecuulgewicht van ten minste een gedeelte van de polymeermoleculen, door invoering van glycolide-eenheden in het polymeermolecuul, door vergroting van het blokpolymeerkarakter van het polymeer indien 20 polylactide-coglycolidemoleculen worden toegepast, door toename van de geneesmiddelbelasting van de polymeermatrix en door vergroting van het oppervlak van het implantaat.
Hoewel somatostatinen als in water oplosbare peptiden zijn genoemd, zijn geen somatostatine afgifte-profielen beschreven en is er evenmin een aanwijzing gegeven hoe al deze parameters kunnen worden gecombineerd ter verkrijging van bijvoorbeeld een continue somatostatine serumspiegel gedurende 25 minstens een week, bijvoorbeeld een maand.
In het Europese octrooischrift 92.918 is beschreven dat een continue afgifte van peptiden, bij voorkeur hydrofiele peptiden, gedurende een lange tijdsperiode kan worden verkregen indien het peptide in een gebruikelijke hydrofobe polymeennatrix wordt opgenomen, bijvoorbeeld van een polylactide, dat meer toegankelijk voor water is gemaakt door in het molecuul ervan een hydrofiele eenheid in te voeren, 30 bijvoorbeeld van polyethyleenglycol, polyvinylalcohol, dextran, polymethacrylamide. De hydrofiele bijdrage aan het amphipathische polymeer wordt verleend aan alle ethyleenoxidegroepen in het geval van een polyethyleenglycoleenheid, door de vrije hydroxylgroepen in het geval van een polyvinylalcoholeenheid of van een dextraneenheid en door de amidegroepen in het geval van een polymethylacrylamide-eenheid.
Door de aanwezigheid van de hydrofiele eenheid in de polymeermoleculen zal het implantaat na de 35 absorptie van water hydrogeleigenschappen verkrijgen. Somatostatine wordt als een hydrofiel peptide genoemd, doch er is geen afgifteprofiel beschreven en evenmin een indicatie gegeven welk polymeertype voor dit peptide wordt aanbevolen en welk molecuulgewicht en hoeveel hydrofiele groepen het zal hebben.
In het Amerikaanse octrooischrift GB 2.145.422 B is beschreven dat een vertraagde afgifte van verschillende typen geneesmiddelen, bijvoorbeeld vitaminen, enzymen, antibiotica en antigenen, gedurende 40 een langdurige tijdsperiode kan worden verkregen indien het geneesmiddel in een implantaat wordt opgenomen, bijvoorbeeld van de afmeting van microdeeltjes, vervaardigd uit een polymeer van een polyol, bijvoorbeeld glucose of mannitol, met één of een aantal, bij voorkeur ten minste 3, polylactide-estergroepen.
De polylactide-estergroepen bevatten bij voorkeur bijvoorbeeld glycolide-eenheden. Geen peptiden, bijvoorbeeld somatostatinen, worden als geneesmiddelen genoemd en geen serumgeneesmiddelspiegels 45 zijn beschreven.
Deze uitvinding heeft betrekking op preparaten met een vertraagde afgifte, bijvoorbeeld preparaten van microdeeltjes van een geneesmiddel, in het bijzonder van een hormonaal actief, in water oplosbaar, somatostatine of een somatostatine analogon, zoals octreotide, onder verschaffing van een bevredigende geneesmiddelplasmaspiegel en, bijvoorbeeld in een biologisch ontleedbaar, biologisch verenigbaar, 50 polymeer, bijvoorbeeld in een inkapselende polymeermatrix. De polymeermatrix kan een synthetisch of een natuurlijk polymeer zijn.
De microdeeltjes volgens deze uitvinding kunnen volgens elke gebruikelijke methode worden verkregen, bijvoorbeeld een organische fasenscheidingsmethode, een sproeidroogtechniek of een tripel emulsie-methode, waarbij het polymeer tezamen met het geneesmiddel wordt neergeslagen, gevolgd door harden 55 van het verkregen product, indien de fasenscheidings of tripel emulsiemethode worden toegepast.
Desgewenst kunnen de preparaten met een vertraagde afgifte de vorm hebben van een implantaat.
Gevonden werd nu een bijzonder bruikbare modificatie van de tripel emulsiemethode ter bereiding van 3 195090 , microdeeltjes van elk geneesmiddel.
De onderhavige uitvinding verschaft dus: een werkwijze voor het bereiden van microdeeltjes, welke omvat (i) het innig mengen van een water-in-olie emulsie gevormd uit een waterig medium en een niet met water 5 mengbaar, organisch oplosmiddel die in één fase het geneesmiddel en in de andere fase een biologisch ontleedbaar, biologisch verenigbaar polymeer bevat, met een overmaat van een waterig medium dat een emulgerend materiaal of een beschermend colloïde ter vorming van een water-in-olie-in-water emulsie bevat, zonder enig materiaal toe te voegen dat het geneesmiddel bevat aan de water-in-olie emulsie of toepassing van enige, tussentijdse, viscositeit verhogende stap, 10 (ii) het desorberen van het organische oplosmiddel daarvan, (iii) het isoleren en drogen van de verkregen microdeeltjes .
De onderhavige uitvinding verschaft bovendien de volgens deze werkwijzen verkregen microdeeltjes.
Een nieuw zout van octreotide, het pamoaat, is in dergelijke preparaten zeer stabiel.
De geneesmiddelen die bij de werkwijze volgens de uitvinding kunnen worden toegepast zijn bij voorkeur 15 in water oplosbaar, bijvoorbeeld peptiden.
De peptiden die bij de werkwijzen en in de formuleringen volgens deze uitvinding kunnen worden gebruikt kunnen een calcitonine, zoals zalmcalcitonine, lypressine en in de natuur voorkomend somatosta-tine en synthetische analoga daarvan zijn.
Het in de natuur voorkomende somatostatine is één van de aanbevolen verbindingen en is een 20 tetradecapeptide met formule Ala-Gly-Cys-Lys-Asn-Phe-Phe-T rp I
Cys-Ser-Thr-Phe-Thr-Lys.
Dit hormoon wordt geproduceerd door de hypothalamusklier evenals andere organen, bijvoorbeeld het 25 Gl-stelsel en mediaten, tezamen met GRF, q.v. de neuroregulastelsel en mediaten, tezamen met GRF, q.v. de neuroregulatie van de afgifte van het hypofysaire groeihormoon. Behalve de remming van de vrijmaking van het GH door de hypofyse, is somatostatine een krachtige remmer van een aantal systemen, waaronder de centrale en perifere neurale, gastro-intestinale en vasculaire gladde spier. Het remt eveneens de vrijmaking van insuline en glucagon.
30 De aanduiding “somatostatine” omvat de analoga of derivaten daarvan. Onder derivaten en analoga wordt verstaan polypeptiden met een rechte keten, een brug of cyclische polypeptiden, waarin één of een aantal van de aminozuureenheden zijn weggelaten en/of zijn vervangen door één of een aantal andere aminogroep(en) en/of waarin één of een aantal van de functionele groepen zijn vervangen door één of een aantal andere functionele groepen en/of één of een aantal groepen zijn vervangen door één of een aantal 35 andere isosterische groepen. In het algemeen omvat de aanduiding alle gemodificeerde derivaten van een biologisch actief peptide dat een kwalitatief overeenkomstig effect met dat van het niet-gemodificeerde somatostatine peptide vertoont.
Agonist analoga van somatostatine zijn dus bruikbaar ter vervanging van natuurlijk somatostatine wat betreft het effect ervan op de regulering van fysiologische functies.
40 Aanbevolen bekende somatostatinen zijn: * * a) (D)Phe-Cys-Phe-(D)Trp-Lys-Thr-Cys-Thr-ol (generieke naam octreotide) * + 45 b) (D)Phe-Cys-Tyr-(D)Trp-Lys-Val-Cys-ThrNH2 * * c) (D )Phe-Cys-Tys-(D)Trp-Lys-Val-Cys-TrpNH2 * * d) (D)Trp-Cys-Phe-(D)Trp-Lys-Thr-Cys-ThrNH2 50 e) (D)Phe-Cys-Phe-(D)Trp-Lys-Thr-Cys-ThrNH2 * * f) 3-(2-(naftyl)-(D)-Ala-Cys-Tyr-(D)Trp-Lys-Val-Cys-ThrNH2 * * 55 g) (D)Phe-Cys-Tyr-(D)Trp-Lys-Val-Cys-p-Nal-NH2 * * h) 3-(2-naftyl)-Ala-Cys-Tyr-(D)Trp-Lys-Val-Cys-p-Nal-NH2 1S5090 4 * * i) (D)Phr-Cys-p-Nal-(D)Trp-Lys-Val-Cys-Thr-NH2 waarbij er in elk van de verbindingen a) tot i) een brug tussen de aminozuren gemerkt met een * zoals aangegeven de volgende formule is.
5 Andere aanbevolen somatostatines zijn:
I I
H-Cys-Phe-Phe-(D)Trp-Lys-Thr-Phe-Cys-OH
(zie Vale en med., Metabolism, 27, Supp.1, 139 (1978)).
10 *
Asn-Phe-Phe-(D)Trp-Lys-Thr-Phe-Gaba (zie Europese octrooipublicatie No. 1295 en aanvraagnr. 78100994.9).
* *
MeAla- Tyr-(D)Trp-Lys-Val-Phe 15 (zie Verber en med., Life Sciences, 34,1371-1378 (1984) en de Europese octrooiaanvrage 82106205.6 (gepubliceerd als no. 70021)) eveneens bekend als (N-Me-Ala-Tyr-D-T rp-Lys-Val-Phe).
* * NMePhe-His(D)Trp-Lys-Val-Ala 20 (zie R.F. Nutt en med., Klin. Wochenschr. (1986) 64 (suppl.VI!) * *
H-Cys-His-His- Phe-Phe(D)Trp-Lys-Thr-Phe-Thr-Ser-Cys-OH
(zie EP-A-200,188).
* * 25 X-Cys-Phe-D-Trp-Lys-Thr-Cys- Thr-NH2 en * * X-Cys-Phe-D-Trp-Lys-Thr-Cys-Thr-ol waarin X een kationogene anker is, in het bijzonder 30
Ac-hArg(Eh)-Gly-Cys-Phe-D-Trp-Lys-Thr-Cys-NH2 (zie EP 0363 589 A2) waarin in de hiervoor genoemde aminozuren er een brug tussen de aminozuren gemerkt met een a * aanwezig is.
35 De aanduiding “derivaat" omvat eveneens de overeenkomstige derivaten met een suikerrest.
Indien somatostatinen een suikerrest bevatten, is deze bij voorkeur gekoppeld aan een N-eindstandige aminogroep en/of aan ten minste één aminogroep die in een peptidezijketen aanwezig is, meer in het bijzonder aan een N-eindstandlge aminogroep. Dergelijke verbindingen en hun bereiding zijn beschreven, bijvoorbeeld in WO 88/02756.
40 Onder de aanduiding octreotidederivaten vallen die derivaten welke een * * -D-Phe-Cys-Phe-DTrp-Lys-Thr-Cys-groep met een brug tussen de Cys-resten bevatten. Bijzonder aanbevolen derivaten zijn N“-[a-glucosyl-(1-4-deoxyfructosyl]-DPhr=-CysPhe-DTrp-Lys-Thr-Cys-Thr-ol en N“ -[β-deoxyfructosyl-DPhe-Cys-Phe-DTrp-Lys-Thr-Cys-Thr-ol, elk met een brug tussen de -Cys-gedeelten, in 45 het bijzonder in acetaatzoutvorm en beschreven In respectievelijk de voorbeelden 2 en 1 van de hiervoor genoemde aanvrage.
De somatostatinen kunnen bijvoorbeeld in vrije vorm, zoutvorm of in de vorm van complexen daarvan voorkomen. Zuuradditiezouten kunnen worden gevormd met bijvoorbeeld organische zuren, polymeerzuren en anorganische zuren. Onder zuuradditiezouten vallen bijvoorbeeld het hydrochloride en acetaten.
50 Complexen worden bijvoorbeeld gevormd uit somatostatinen door toevoeging van anorganische materialen, bijvoorbeeld anorganische zouten of hydroxiden, zoals calcium- en zinkzouten en/of toevoeging van polymere, organische materialen.
Het acetaatzout is een aanbevolen zout voor dergelijke preparaten, in het bijzonder voor microdeeltjes die leiden tot een verminderde explosie van geneesmiddel bij het begin. Eveneens is het pamoaatzout 55 bruikbaar, in het bijzonder voor implantaten.
Het pamoaat kan op een gebruikelijke wijze worden verkregen, bijvoorbeeld door emboninezuur (pamoïnezuur) met octreotide te laten reageren, bijvoorbeeld in de vorm van een vrije base. De reactie kan 5 195090 , in een polair oplosmiddel worden uitgevoerd, bijvoorbeeld bij kamertemperatuur.
De somatostatinen zijn geïndiceerd voor toepassing bij de behandeling van ziekten waarbij met het langdurig toedienen van het geneesmiddel rekening moet worden gehouden, bijvoorbeeld ziekten met een etiologie omvattende of verbonden met een overmaat aan GH-secretie, bijvoorbeeld behandeling van 5 acromegalie, voor toepassing bij de behandeling van maag-darm-aandoeningen, bijvoorbeeld de behandeling of voorkoming van maagzweren, enterocutane en pancreaticocutane fistels, irriteerbaar ingewandensyndroom, dumping syndroom, waterig diarree-syndroom, acute pancreatitis en gastroenteropathische endocriene tumoren (bijvoorbeeld vipomas, GRFomas, glucagonomas, insulinomas, gastinomas en carcinoïde tumoren), evenals bloedingen in het maag-darm-stelsel, borstkanker en complicaties verbonden 10 met diabetes.
De polymere drager kan worden verkregen uit biologisch verenigbare en biologische ontleedbare polymeren, zoals lineaire polyesters, vertakte polyesters, die lineaire ketens zijn die uitstralen van een polyolgedeelte, bijvoorbeeld glucose. Andere esters zijn die van polymelkzuur, polyglycolzuur, polyhydroxy-boterzuur, polycaprolacton, polyalkyleenoxalaat, polyalkyleenglycolesters van zuren van de Kreb’s cyclus, 15 bijvoorbeeld de citroenzuurcyclus, enz. en copolymeren daarvan.
De aanbevolen polymeren volgens deze uitvinding zijn de lineaire polyesters en polyesters met een vertakte keten.
De lineaire polyesters kunnen worden bereid uit de α-hydroxycarbonzuren, bijvoorbeeld melkzuur en glycolzuur, door condensatie van de lactondimeren, zie bijvoorbeeld het Amerikaanse octrooischrift 20 3.773.919.
Lineaire polylactide-co-glycoliden, die bij voorkeur volgens de uitvinding worden toegepast, hebben geschikt een molecuulgewicht tussen 25.000 en 100.000 en een polydispergeerbaarheid Mw/Mn van bijvoorbeeld tussen 1,2 en 2.
De vertakte polyesters die bij voorkeur volgens de uitvinding worden toegepast kunnen worden verkregen 25 onder toepassing van polyhydroxyverbindingen, bijvoorbeeld polyol, bijvoorbeeld glucose of mannitol, als initiator. Deze esters van een polyol zijn bekend en beschreven in het Britse octrooischrift GB 2.145.422 B. De polyol bevat ten minste 3 hydroxylgroepen en heeft een molecuulgewicht van maximaal 20.000, met ten minste 1, bij voorkeur ten minste 2, bijvoorbeeld een gemiddelde van 3 van de hydroxylgroepen van de polyol in de vorm van estergroepen, die polylactide of copolylactide ketens bevatten. Typerend wordt 30 0,2% glucose voor het initiëren van de polymerisatie gebruikt. De structuur van de vertakte polyester is stervormig. De aanbevolen polyesterketens in de lineaire en stervormige polymeerverbindingen die bij voorkeur volgens de uitvinding worden toegepast zijn copolymeren van de α-carbonzuurgedeelten, melkzuur en glycolzuur, of van de lactondimeren. De molverhoudingen van lactide:glycolide is ongeveer 75:25 tot 25:75, bijvoorbeeld 60:40 tot 40:60, waarbij van 55:45 tot 45:55, bijvoorbeeld 55:45 tot 50:50 het meest 35 wordt aanbevolen.
De stervormige polymeren kunnen worden verkregen door reactie van een polyol met een lactide en bij voorkeur eveneens een glycolide, bij een verhoogde temperatuur en in aanwezigheid van een katalysator, die een polymerisatie onder ringopening uivoerbaar maakt.
Gevonden werd dat een voordeel van het polymeer van het stervormige type in de preparaten volgens 40 de onderhavige uitvinding is, dat het molecuulgewicht ervan betrekkelijk hoog kan zijn, waardoor fysische stabiliteit, bijvoorbeeld een bepaalde hardheid, aan implantaten en aan microdeeltjes wordt verleend, waardoor hun aan elkaar kleven wordt vermeden, hoewel betrekkelijk korte polylactide ketens aanwezig zijn, hetgeen leidt tot een regelbare biologische ontledingssnelheid van het polymeer die varieert van enkele weken tot 1 of 2 maanden en tot een overeenkomstige vertraagde afgifte van het peptide, hetgeen een 45 depötpreparaat daarvan bijvoorbeeld geschikt maakt voor een afgifte gedurende een maand.
De stervormige polymeren hebben bij voorkeur een gemiddeld molecuulgewicht Mw in het traject van ongeveer 10.000 tot 200.000, bij voorkeur 25.000 tot 100.000, in het bijzonder 35.000 tot 60.000 en een polydispergeerbaarheid van bijvoorbeeld 1,7 tot 3,0, bijvoorbeeld 2,0 tot 2,5. De intrinsieke viscositeiten van stervormige polymeren met Mw 35.000 en Mw 60.000 zijn respectievelijk 0,36 en 0,51 dl/g in chloroform.
50 Een stervormig polymeer met een Mw 52.000 heeft een viscositeit van 0,474 dl/g in chloroform.
De aanduidingen “microsfeer, microcapsule en microdeeltjes” zijn onderling verwisselbaar wat de uitvinding betreft en geven de inkapseling van de peptiden door het polymeer aan, bij voorkeur met het peptide verdeeld door het polymeer, dat dan een matrix voor het peptide is. In dat geval wordt bij voorkeur de aanduiding “microbol” of algemener “microdeeltje” gebruikt.
55 In terinzagelegging NL9.001.537 worden uitgebreid andere methoden beschreven om preparaten met vertraagde afgifte te bereiden.
De preparaten volgens de uitvinding kunnen volgens een tripel-emulsie werkwijze worden bereid.
195090 6
Volgens een typerende methode wordt peptide, bijvoorbeeld octreotide, opgelost in een geschikt oplosmid- , del, bijvoorbeeld water en intensief in een oplossing van het polymeer, bijvoorbeeld 50/50 poly(D,L-lactide-co-glycolide) glucose in een oplosmiddel, dat geen oplosmiddel voor het peptide is, bijvoorbeeld inmethy-leenchloride, geëmulgeerd. Voorbeelden van het oplosmiddel voor het polymeermatrixmateriaal zijn o.a.
5 methyleenchloride, chloroform, benzeen, ethylacetaat, enz. De verkregen water-olie-(w/o)-emulsie wordt verder in een overmaat water dat een emulgerend materiaal bevat, bijvoorbeeld een anionogeen of niet-ionogeen oppervlakactief middel of lecithine of een beschermend colloïde, bijvoorbeeld gelatine, dextrine, carboxymethylcellulose, polyvinylpyrrolidon, polyvinylalcohol, geëmulgeerd, hetgeen een continue vorming van de tripel (w/o/w) emulsie geeft. De microdeeltjes worden gevormd door spontaan neerslaan van 10 het polymeer en gehard door verdamping van het organisch oplosmiddel. Gelatine dient ter verhindering van agglomeratie van de microbolletjes. Na sedimenteren van de microbolletjes wordt de bovenstaande vloeistof afgedecanteerd en worden de microdeeltjes gewassen met water en daarna met acetaatbuffer. Tenslotte worden de microdeeltjes gefiltreerd en gedroogd.
Het peptide kan eveneens direct in de polymeeroplossing worden gedispergeerd, waarna de verkregen 15 suspensie met de gelatine bevattende waterfase wordt gemengd.
De tripel emulsiewerkwijze is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 4.652.441. Volgens dit octrooi-schrift wordt in een eerste stap een oplossing van een geneesmiddel (1), bijvoorbeeld somatostine in water (kolom 2, regels 31-32), innig gemengd met een overmaat van een polylactide-co-glycolide-oplossing (2) in een ander oplosmiddel, waarin het eerste oplosmiddel niet oplosbaar is, bijvoorbeeld methyleenchloride, 20 waardoor een water-in-olie-type (w/0) emulsie (3) van fijne, geneesmiddel bevattende druppeltjes van (1) in oplossing (2) wordt verkregen. In oplossing (1) wordt bovendien een zogenaamd geneesmiddel bevatten materiaal (kolom 1, regel 31) bijvoorbeeld gelatine, albumine, pectine of agar, opgelost.
Bij een tweede stap wordt de viscositeit van de inwendige fase (1) verhoogd door toepassing van geschikte maatregelen, zoals verhitten, afkoelen, verandering van de pH, toevoeging van metaalionen of 25 verknopen van bijvoorbeeld gelatine met aldehyde.
Volgens een derde stap wordt een overmaat water grondig gemengd met de w/0-emulsie (3) (kolom 7, regels 52-54), hetgeen leidt tot een ternaire-laagemulsie van het w/o/w-type, In de overmaat water kan desgewenst een zogenaamd emulgeermiddel aanwezig zijn (kolom 7, regel 56), gekozen uit de groep van bijvoorbeeld een aniogeen of niet-ionogeen oppervlakteactief middel, of bijvoorbeeld polyvinylpyrrolidon, 30 polyvinylalcohol of gelatine.
Volgens een vierde stap wordt de "/^-emulsie onderworpen aan “in-water drogen” (regel 52). Dit betekent dat het organische oplosmiddel in de olielaag wordt gedesorbeerd ter ontwikkeling van microdeeltjes. De desorptie wordt volgens een op zichzelf bekende wijze uitgevoerd (kolom 8, regels 3-5), bijvoorbeeld door verlaging van de druk onder roeren (kolom 8, regels 5-7) of bijvoorbeeld door stikstofgas 35 door de olielaag (bijvoorbeeld methyleenchloride) (regel 19) te blazen.
De gevormde microdeeltjes worden door centrifugeren of filtreren (regels 26-27) gewonnen en de bestanddelen die niet in het polymeer zijn opgenomen worden verwijderd door te wassen met water (regel 29). Desgewenst worden de microdeeltjes onder verminderde druk verwarmd teneinde een betere verwijdering van water en van oplosmiddel (bijvoorbeeld methyleenchloride uit de wand van microdeeltjes 40 (regel 30-32) te verkrijgen.
Hoewel de hiervoor beschreven werkwijze bevredigend is voor de bereiding van de preparaten volgens de uitvinding, is echter het zogenaamde geneesmiddel bevattende materiaal, hiervoor genoemd, bijvoorbeeld gelatine, albumine, pectine of agar, nog in de verkregen microdeeltjes aanwezig.
Er werd nu gevonden dat indien het toevoegen van het geneesmiddel bevattende materiaal (=in 45 oplossing (1)) en de stap van het verhogen van de viscositeit van de inwendige fase worden vermeden en in de overmaat aan water van de ternaire "/^-emulsie de maatregel van het toevoegen van een emulgerend materiaal of een beschermend colloïde, zoals gelatine, wordt gehandhaafd, toch bevredigende microdeeltjes kunnen worden verkregen, terwijl bovendien, de microdeeltjes geen geneesmiddel bevattend materiaal meer bevatten en slechts een zeer geringe hoeveelheid methyleenchloride.
50 De uitvinding verschaft dus een werkwijze voor het bereiden van microdeeltjes die worden verkregen door innig mengen van: a) een oplossing van een geneesmiddel, bij voorkeur een somatostine, in het bijzonder octreotide, in een waterig medium, bij voorkeur water of een buffer, bijvoorkeur in een gew./vol. verhouding van 0,8-4,0 g/l-120 ml, in het bijzonder 2,5/10 en in een buffer met pH 3-8, in het bijzonder een acetaatbuffer, 55 en b) een oplossing van een polymeer, bij voorkeur een polylactide-co-glycolide, zoals hiervoor genoemd, in een organisch oplosmiddel dat niet mengbaar is met het waterige medium, bijvoorbeeld methyleenchloride, 7 195090 , bij voorkeur in een gew./vol. verhouding van 40 g/90 tot 400 ml, in het bijzonder 40/100, bij voorkeur op een dusdanige wijze, dat de gew./gew. verhouding van het geneesmiddel tot het polymeer ligt tussen 1/10 tot 50, in het bijzonder is 1/16 en de volume/volume-verhouding van het waterige medium/organisch oplosmiddel 1/1,5 tot 30 is, in het bijzonder 1/10, innig mengen van de w/0-emulsie van a) in b) tezamen met 5 c) een overmaat van een waterig medium, bij voorkeur water of een buffer, bijvoorbeeld een acetaat- of fosfaatbuffer, bij voorkeur bij een pH van 3-8, die een emulgerend materiaal of een beschermend colloïde bevat, bij voorkeur in een concentratie van 0,01 tot 15,0 %, in het bijzonder gelatine, vooral in een concentratie van 0,1 tot 3%, vooral 0,5 gew.%, bij voorkeur in een vol./vol. mengsnelheidsverhouding van ab)/c) van 1/10 tot 100, in het bijzonder 1/40, 10 - zonder toevoeging van enig geneesmiddel bevattend materiaal aan de water-in-olie emulsie of door toepassing van enige tussentijdse, viscositeit verhogende stap, - harden van de embryonale microdeeitjes in de gevormde w/0 /„-emulsie door desorptie, bij voorkeur door verdamping, van het organische oplosmiddel, bij voorkeur methyleenchloride en - door isolatie, desgewenst wassen en drogen van de verkregen microdeeitjes.
15 De uitvinding verschaft eveneens de werkwijzevariant, waarbij het geneesmiddel direct in de polymeer-oplossing wordt gedispergeerd, waarna de verkregen dispersie wordt gemengd met de gelatine bevattende waterfase.
De uitvinding verschaft eveneens de microdeeitjes die volgens deze werkwijzen worden verkregen. Zoals microdeeitjes verkregen volgens de sproeidroogmethode, bevatten ze geen siliconenolie. Vergeleken met de 20 microdeeitjes die volgens het bekende tripel-emulsiewerkwijzetype worden bereid, bevatten ze geen beschermend colloïde.
Geschikt worden de preparaten volgens de uitvinding onder aseptische omstandigheden bereid of vervaardigd.
De preparaten volgens de uitvinding kunnen in depotvorm worden gebruikt, bijvoorbeeld als injecteerbare 25 microbolletjes of implantaten.
Ze kunnen op een gebruikelijke wijze worden toegediend, bijvoorbeeld subcutaan of door intramusculaire injectie, bijvoorbeeld voor indicaties die bekend zijn voor het daarin aanwezige geneesmiddel.
De preparaten met vertraagde afgifte die octreotide bevatten kunnen voor alle bekende indicaties van het octreotide of derivaten daarvan worden toegediend, bijvoorbeeld die beschreven in het Britse octrooischrift 30 2.199.829 A, de blz. 89-96, evenals voor acromegalie en borstkanker.
De microdeeitjes volgens deze uitvinding kunnen een afmeting hebben die wat diameter betreft varieert van ongeveer 1 tot 250 micron, bij voorkeur van 10 tot 200, vooral 10 tot 130 micron, bijvoorbeeld van 10 tot 90 micron. Implantaten kunnen bijvoorbeeld een afmeting van ongeveer 1 tot 10m3 hebben. De hoeveelheid geneesmiddel, dat wil zeggen peptide die in het preparaat aanwezig is hangt af van de 35 gewenste dagelijkse dosis die wordt afgegeven en dus van de biologische ontledingssnelheid van het inkapselende polymeer. De nauwkeurige hoeveelheid peptide kan door onderzoekingen van de biologische beschikbaarheid worden vastgesteld. De preparaten kunnen peptide in een hoeveelheid van ten minste 0,2, bij voorkeur 0,5 tot 20 gew.%, ten opzichte van de polymeermatrix, bij voorkeur 2,0 tot 10, in het bijzonder 3,0 tot 6 gew.% bevatten.
40 De afgiftetijd van het peptide uit het microdeeltje kan 1 tot 2 weken tot ongeveer 2 maanden zijn.
Geschikt bevat het preparaat met vertraagde afgifte een somatostatine, bijvoorbeeld octreotide, in een biologische ontleedbare, biologisch verenigbare polymere drager, die, subcutaan in een dosering van 10 mg somatostatine per kg lichaamsgewicht van het dier aan een rat toegediend, een concentratie van een somatostatine in het bloedplasma van ten minste 0,3 ng/ml en bij voorkeur minder dan 20 ng/ml gedurende 45 een periode van 30 dagen of geschikt een periode van 60 dagen, geeft.
Het is ook mogelijk dat het preparaat met vertraagde afgifte een somatostatine, bijvoorbeeld octreotide, in een biologisch ontleedbare, biologisch verenigbare, polymere drager bevat, dat, intramusculair in een dosis van 5 mg/kg lichaamsgewicht aan een konijn toegediend, een concentratie van somatostatine van ten minste 0,3 ng/ml gedurende een periode van 50 dagen en geschikt een concentratie van ten hoogste 50 20 ng/ml, geeft.
Andere aanbevolen eigenschappen van het verkregen somatostatine, bijvoorbeeld octreotide bevattende depotpreparaten zijn afhankelijk van de toegepaste bereidingsmethoden:
Tripel emulsie-methode
Rat 10 mg somatostatine/kg, subcutaan 55 vertraging (0-42 dagen) > 75% gemiddelde plasmaspiegel(Cp. ideaal) (0-42 dagen) 4-6,5 ng/ml 195090 8 AUC (0-42 dagen) 170-230 n g/ml x dagen 1
Konijn 5 mg somatostatine/kg, intramusculair vertraging (0-42/43 dagen) > 74% gemiddelde plasmaspiegel(Cp.ideaal) (0-42/43 dagen) 3,5-6,5 ng/ml AUC (0-42/43 dagen) 160-270 ng/ml x dagen
De uitvinding verschaft dus somatostatine, bij voorkeur octreotide en octreotideanaloge preparaten, met de 10 volgende eigenschappen: 1. een vertraging van ten minste 70%, bij voorkeur ten minste 74%, bijvoorbeeld ten minste 75%, 80%, 88% of ten minste 89% over een periode van 0 tot 42 of 43 dagen, en/of 2. een gemiddelde plasmaspiegel (CPi ideaal) van 2,5-6,5, bij voorkeur 4-6,5 ng/ml gedurende een periode van 0 tot 42 dagen, bij ratten, indien 10 mg somatostatine subcutaan wordt toegediend en/of een gemid- 15 delde plasmaspiegel van 3,5-6,5, bijvoorbeeld 4-6,5 ng/ml gedurende een periode van 0 tot 42 of 43 dagen bij een konijn indien 5 mg somatostatine intramusculair wordt toegediend, en/of 3. een AUC gedurende een periode van 0 tot 42 dagen van ten minste 160, bij voorkeur van 170-230 ng/ml x dagen voor een rat, indien 10 mg somatostatine subcutaan wordt toegediend en/of een AUC gedurende een periode van 0 tot 42 of 43 dagen van ten minste 160, bij voorkeur van 180-275, 20 bijvoorbeeld van 200 tot 275 ng/ml x dagen voor een konijn, indien 5 mg somatostatine intramusculair wordt toegediend.
Voor de kwantitatieve karakterisering van de hiervoor beschreven preparaten met vertraagde afgifte wordt gebruik gemaakt van de methode van de oppervlakafwijking (AD) van F. Nimmerfall en J. Rosentha-ler; Intem.J.Pharmaceut. 32, 1-6 (1986). In het kort worden volgens de AD-methode de oppervlak-25 afwijkingen van het experimentele plasmaprofiel van een ideaal profiel dat een constant gemiddelde plasmaspiegel (=Cp.ideaai) verkregen door omzetting van het experimentele oppervlak onder de plasmaspiegel-tijdkromme (AUC) in een rechthoek met hetzelfde oppervlak berekend. Uit de procentuele oppervlakafwijking (aangeduid met AUC) wordt het percentage vertraging op de volgende wijze berekend: % vertraging = 100 x (1 - AD/AUC).
30 Volgens deze methode wordt het volledige plasmaprofiel bepaald gedurende een van tevoren gekozen tijdsperiode gekenmerkt door een enkele getalindex.
In Proc.Natl.Acad.Sci.USA 85 (1988) 5688-5692 is in figuur 4 een plasmaspiegelprofiei van het octapeptide analoog aan somatostatine met formule * * 35 D-Phe-Cys-Tyr-D-Trp-Lys-Val-Cys-Trp-NH2 bij ratten beschreven.
Een duidelijke vergelijking kan echter niet met de plasmaspiegelwaarden van de preparaten volgens de uitvinding bij ratten, zoals hiervoor vermeld, worden gemaakt, aangezien het beschreven plasmaspiegel-profiel op een andere toedieningsmethode is gebaseerd (intramusculaire injectie) en, hetgeen nog 40 belangrijker is, het beladingsgehalte van de microcapsules (tussen 2 en 6%) en de doseringshoeveelheid voor de toediening (25 tot 50 mg porties microcapsules voor 30 dagen, hoewel voor ten minste gedurende 45 dagen bepalingen werden uitgevoerd) niet nauwkeurig zijn aangegeven. Bovendien is het type gebruikt poly(DI-lactide-co-glycolide) niet nauwkeurig beschreven.
De beschrijvende waarde van de publicatie is dus te gering om deze als een voorpublicatie, die 45 bezwarend voor de uitvinding is, te beschouwen.
De volgende voorbeelden lichten de uitvinding toe.
Het Mw van de polymeren is het gemiddelde molecuulgewicht bepaald volgens GLPC onder toepassing van polystyreen als standaard.
50 Voorbeeld 1
Men loste 1 g poly(D,L-lactide-co-glycolide)glucose, molecuulgewicht 46.000 (50:50) molair bereid volgens de werkwijze van het Britse octrooischrift 2.145.422 B, polydispergeerbaarheid ongeveer 1,7, bereid uit 0,2% glucose) onder magnetisch roeren op in 10 ml methyleenchloride, waarna men 75 mg octreotide opgelost in 0,133 ml methanol toevoegde. Het mengsel werd 1 min, innig gemengd, bijvoorbeeld met behulp 55 van een Ultra-Turax met 20.000 omwentelingen per min., waardoor een suspensie van zeer kleine kristallen van octreotide in de polymeeroplossing werd verkregen.
De suspensie werd met behulp van een met grote snelheid werkende turbine (Niro Atomizer) gesproeid 9 195090 ( en de kleine druppeltjes werden in een stroom warme lucht gedroogd, waardoor microdeeltjes werden verkregen. Deze microdeeltjes werden verzameld met een “zyklon” en een nacht in een vacuümoven bij kamertemperatuur gedroogd.
De microdeeltjes werden 5 minuten gewassen met 1/15 molair acetaatbuffer, pH 4,0 en werden weer bij 5 kamertemperatuur in een vacuümoven gedroogd, na 72 uur werden de microdeeltjes gezeefd (0,125 mm mesh), waardoor het eindproduct werd verkregen.
De microdeeltjes werden gesuspendeerd in een drager en in een dosis van 5 mg/kg octreotide intramus-culair toegediend aan witte konijnen (chinchilla bastaard) en subcutaan in een dosis van 10 mg/kg aan mannetjesratten. Periodiek werden bloedmonsters genomen, waaruit bleek dat de plasmaspiegels tussen 10 0,3 en 10,0 ng/ml (5 mg dosis) bij konijnen en tussen 0,5 en 7,0 ng/ml gedurende 42 dagen bij ratten lagen, gemeten met radioimmunoassay (RIA) analyse.
Voorbeeld 2
Microdeeltjes werden door sproeidrogen op dezelfde wijze als beschreven voor voorbeeld 1 bereid, met 15 als enige verandering dat octreotide direct in de polymeeroplossing werd gesuspendeerd, zonder toepassing van methanol.
De microdeeltjes werden in een drager gesuspendeerd en subcutaan in een dosis van 10 mg/kg octreotide aan mannetjesratten toegediend. Periodiek werden bloedspiegels genomen waaruit bleek dat de plasmaspiegels gedurende 42 dagen tussen 0,5 en 10,0 ng/ml lagen, gemeten met radioimmunoassay (RIA) 20 analyses.
Voorbeeld 3
Men loste 1 g poly(D,L-lactide-co-glycolide)glucose, molecuulgewicht 46.000 (50:50 molair, bereid volgens de methode van het Britse octrooischrift 2.145.422 B, polydïspergeerbaarheid ongeveer 1,7, bereid 25 uit 0,2% glucose) op in 2,5 ml methyleenchloride, waarna men 75 mg octreotide opgelost in 0,125 ml gedeïoniseerd water toegevoegde. Het mengsel werd 1 min. innig gemengd, bijvoorbeeld met een Ultra-Turax met 20.000 omwentelingen per min. (inwendige W/O-fase).
Men loste bij 50°C 1 g gelatine A op in 200 ml gedeïoniseerd water en koelde de verkregen oplossing af tot 20° C (buitenste W-fase). De W/O- en de W-fasen werden innig gemengd. Daarbij werd de W/O/-30 binnenfase afgescheiden in kleine druppeltjes, die homogeen werden gedispergeerd in de W-buitenfase. De verkregen tripel-emulsie werd langzaam 1 uur geroerd. Hierbij werd het methyleenchloride verdampt en de microcapsules werden uit de druppeltjes van de binnenfase gehard. Na afzetten van de microdeeltjes werd de bovenstaande vloeistof afgezogen en de microdeeltjes werden door filtreren onder verminderde druk gewonnen en met water gespoeld teneinde gelatine te verwijderen.
35 Het drogen, zeven, wassen en weer drogen van de microdeeltjes werd uitgevoerd op de wijze als beschreven in voorbeeld 1. De microdeeltjes werden gesuspendeerd in een drager en in een dosis van 5 mg/kg octreotide intramusculair toegediend aan witte konijnen (chinchilla bastaard) en in een dosis van 10 mg/kg subcutaan toegediend aan mannetjesratten. Periodiek werden bloedmonsters genomen, waaruit bleek dat de plasmaspiegels tussen 0,3 en 15,0 ng/ml (dosis van 5 mg) bij konijnen lagen en gedurende 40 42 dagen tussen 0,5 en 8,0 ng/ml in ratten lagen, gemeten met radioimmunoassay (RIA) analyses.
Voorbeeld 4
Microdeeltjes werden bereid met de tripel-emulsie-methode, op dezelfde wijze als beschreven is voor voorbeeld 3 met drie veranderingen: 45 1. men gebruikte 0,25 ml acetaatbuffer, pH 4,0 in plaats van 0,125 ml water ter bereiding van de W/O-binnenfase.
2. het spoelen na verzameling van de microdeeltjes werd uitgevoerd met een 1/45 molaire acetaatbuffer, pH 4,0 in plaats van met water.
3. het verder wassen van de microdeeltjes werd nagelaten.
50
Voorbeeld 5
Microdeeltjes werden bereid volgens de tripel-emulsiemethode, op dezelfde wijze als beschreven voor voorbeeld 4, met als enige verandering dat de W/O-binnenfase werd verkregen door toepassing van water dat 0,7% (gew./vol.) natriumchloride in plaats van acetaatbuffer bevatte.

Claims (15)

195090 10 Voorbeeld 6 , Microdeeltjes werden op dezelfde wijze bereid als beschreven in voorbeeld 3 met als enig verschil dat de geneesmiddelverbinding direct in de polymeeroplossing werd gesuspendeerd, waarna de verkregen dispersie met de gelatine bevattende waterfase werd gemengd. 5 Voorbeeld 7 Octreotidepamoaat Men loste 10,19 g (10 mM) octreotide vrije base en 3,88 g (10 mM) emboninezuur op in 11 van een mengsel van gelijke delen water en dioxan. Het reactiemengsel werd gefiltreerd en gelyofiliseerd, waardoor 10 een geel poeder [a]20D=+7,5° (C=0,35, in DMF) van octreotidepamoaat.hydraat werd verkregen. De factor is 1,4, waarin factor het gewicht van lyofilisaat-gewicht van het daarin aanwezige octreotide is. Het pamoaat kan het octreotideacetaat dat in de microdeeltjes van de voorbeelden 1-6 aanwezig is vervangen en heeft een uitstekende stabiliteit. 15 Voorbeeld 8 Men voegde een oplossing van 1 g poly(D,L-lactide-co-glycolide) (50:50) molair, molecuulgewicht 36.100) in 20 ml methyleenchloride onder roeren toe aan een oplossing van 100 mg calcitonine in 1,5 ml methanol. De fasenscheiding werd uitgevoerd door toevoeging van 20 ml siliconenvloeistof (Dow 360 Medical Fluid, 1000 cs). Het verkregen mengsel werd toegevoegd aan een geroerde emulsie die bestond uit 100 ml pH 4 20 fosfaatbuffer, 400 ml n-heptaan, 4 ml Span 80 en 40 ml siliconenvloeistof (Dow 360 Medical Fluid, 1000 cs). Na 10 min. roeren werden de microbolletjes verzameld door filtreren onder verminderde druk en een nacht bij 37° C in een vacuümoven gedroogd. De opbrengst bedroeg 1,1 g microbolletjes die 5,9% calcitonine bevatten. 25 Voorbeeld 9 Men voegde een oplossing van 9,9 g poly(D,L-lactide-co-glycolide) (50:50) molair), Mw=44.300) in 140 ml methyleenchloride toe aan 100 mg lypressine. De dispersie werd gedurende een uur magnetisch geroerd, alvorens men 140 ml siliconenvloeistof (Dow 360 Medical Fluid, 1000 cs) en 2,5 ml Span 80 toevoegde. Het mengsel werd toegevoegd aan 2000 ml heptaan en 10 min. geroerd. De verkregen microcapsules werden 30 door filtreren onder verminderde druk verzameld, driemaal gewassen met heptaan en 10 min onder afzuigen gedroogd. De helft van het monster werd gewassen door 10 min. roeren in water en de andere helft werd niet gewassen. Beide monsters werden een nacht in een vacuümoven bij 30°C gedroogd. De totale opbrengst was 10,65 g microcapsules. Analyse van het gewassen monster was 0,5% lypressine en 0,6% voor het monster dat niet met water was gewassen. 35
1. Werkwijze voor het bereiden van microdeeltjes die een geneesmiddel in een biologische ontleedbaar, 40 biologische verenigbare drager bevat, welke omvat: i. innig mengen van een water-in-olie-emulsie gevormd uit een waterig medium en een met water niet mengbaar organisch oplosmiddel die in een fase het geneesmiddel en in de andere fase een biologisch ontleedbaar, biologisch verenigbaar polymeer bevat met een overmaat aan medium, dat een emulgerend materiaal of een beschermend colloïde bevat ter vorming van een water-in-olie-in-water emulsie, zonder 45 toevoegen van enig geneesmiddel bevattend materiaal aan de water-in-olie-emulsie of toepassing van een tussentijdse viscositeit verhogende stap, ii. desorberen van het organische oplosmiddel daaruit, iii. isoleren en drogen van de verkregen micrpdeeltjes.
2. Werkwijze voor het bereiden van microdeeltjes die een geneesmiddelverbinding in een biologisch 50 ontleedbaar, biologisch verenigbaar polymeer bevat, welke omvat: i) innig mengen van een suspensie van een geneesmiddelverbinding gevormd uit een geneesmiddelverbinding en een niet met water mengbaar, organisch oplosmiddel dat een biologisch ontleedbaar, biologisch verenigbaar polymeer bevat met een overmaat van een waterig medium, dat een emulgerend materiaal of een beschermend colloïde bevat ter vorming van een olie-in-water-emulsie, waarbij de 55 geneesmiddelverbinding in het oliebestanddeel is gedispergeerd, zonder een materiaal toe te voegen dat een geneesmiddel bevat of een tussentijdse, viscoteit verhogende stap toe te passen, ii) desorberen van het organisch oplosmiddel daaruit, en 1 11 195090 iii) isoleren en drogen van de verkregen microdeeltjes.
3. Werkwijze voor het bereiden van microdeeltjes die omvat het innig mengen van: a) een oplossing van een geneesmiddel in een waterig medium, en b) een oplossing van een polymeer in een organisch oplosmiddel, die niet mengbaar is met het waterige 5 medium, innig samen mengen van de water-olie-emulsie van a) en b) met c) een overmaat van een waterig medium dat een beschermend colloïde bevat, zonder een materiaal dat een geneesmiddel bevat aan de water-in-olie-emulsie toe te voegen of een tussentijdse, viscositeit verhogende stap toe te passen, harden van de embryonale microdeeltjes in de gevormde ^„-emulsie door desorptie en afscheiding van de verkregen microdeeltjes.
4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het geneesmiddel een somatostatine is.
5. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het geneesmiddel octreotide is.
6. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het geneesmiddel octreotidepamoaatzout is.
7. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het polymeer een polylactide-co-glycolide is.
8. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het waterige medium water of een buffer is.
9. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het waterige medium een buffer met een pH 3-8 is.
10. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het organische oplosmiddel methyleenchloride is.
11. Werkwijze voor het bereiden van microdeeltjes welke omvat het innig mengen van: a) een oplosmiddel van een somatostatine in water of een buffer in een gewicht volumeverhouding vam 0,8 tot 4,0 g/l tot 120 ml en 20 b) een oplossing van een polylactide-co-glycolide in een organisch oplosmiddel dat niet mengbaar is met het waterige medium, in een gew./vol.-verhouding van 40g/90 tot 400 ml, op een dusdanige wijze, dat de gewVgew.-verhouding van het geneesmiddel tot het polymeer tussen 1/10 tot 50 ligt en de vol./vol.-verhouding van het waterige medium/organische oplosmiddel 1/1,5-3,0 is, het intensief mengen van de water-olie-emulisie van a) en b) tezamen met 25 c) een overmaat aan water of een buffer dat een beschermend colloïde bevat in een volume/volume- mengsnelheidverhouding van ab)/c) van 1/10 tot 100, zonder een materiaal dat een geneesmiddel bevat aan de water-in-olie-emulsie toe te voegen of een tussetijdse, viscositeit verhogende stap toe te passen, het harden van de embryonale microdeeltjes in de gevormde w/0/w-emulsie door verdamping van het organisch oplosmiddel en afscheiding van de verkregen microdeeltjes.
12. Werkwijze volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de beschermende colloïde gelatine is.
13. Werkwijze voor het bereiden van microdeeltjes, welke omvat het innig mengen van a) een oplossing van een somatostatine in een waterig medium in een gew./vol.-verhouding van 2,5 g/10 ml, en b) een oplossing van een polylactide-co-glycolide in een organisch oplosmiddel, dat niet mengbaar is met 35 het waterige medium in een gew./vol./verhouding van 40g/100 ml, op een dusdanige wijze, dat de gew./gew.-verhouding van het geneesmiddel ten opzichte van het polymeer 1/16 is en de vol./vol.-verhouding van het waterige medium/organische oplosmiddel 1/10 is, innig mengen van de water-olie-emulsie van a) in b) tezamen met, c) een overmaat van een waterig medium dat een beschermend colloïde in een concentratie van 0,01 tot 40 15,0% bevat in een volume-volume-mengselsnelheidsverhouding van ab)/c) van 1/40, zonder toevoeging van een materiaal dat een geneesmiddel bevat aan de water-in-olie-emulsie of toepassing van een tussentijdse, viscositeit verhogende stap, het harden van de embryonale microdeeltjes in de gevormde water/olie/water-emulsïe door verdamping van het organische oplosmiddel en isoleren van de verkregen microdeeltjes.
14. Werkwijze voor het bereiden van microdeeltjes, welke omvat het innig mengen van: a) een oplossing van octreotide in een gew./vol.-verhouding van 2,5 g per 10 ml in een buffer met een pH van 3-8, en b) een oplossing van een polylactide-co-glycolide in methylchloride in een gew./vol.-verhouding van 40 g/100 ml, op een dusdanige wijze, dat de gew./gew.-verhouding van het geneesmiddel ten opzichte 50 van polymeer 1/16 is en de voIJvol. verhouding van het waterige medium/organisch oplosmiddel 1:10 is, het innig mengen van de water-olie-emulsie van a) in b) tezamen met c) een overmaat van een buffer met een pH van 3-8, bevattende gelatine in een concentratie van 0,5 gew.% bij een vol./vol.-mengsnelheidsverhouding van ab)/c) van 1:40, - zonder een materiaal dat een geneesmiddel bevat aan de water-in-olie-emulsie toe te voegen of een 55 tussentijdse, viscositeit verhogende stap toe te passen, harden van de embryonale microdeeltjes in de 195090 12 ‘ gevormde "'/(/'''-emulsie door verdamping van het methyleenchloride, en - afscheiden, wassen en drogen van de verkregen microdeeltjes.
15. Microdeeltjes verkregen volgens conclusie 1.
NL9900039A 1989-07-07 2003-08-19 Preparaten van in water oplosbare peptiden met een langzame afgifte. NL195090C (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9900039A NL195090C (nl) 1989-07-07 2003-08-19 Preparaten van in water oplosbare peptiden met een langzame afgifte.

Applications Claiming Priority (8)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US37702389A 1989-07-07 1989-07-07
US37702389 1989-07-07
US41134789A 1989-09-22 1989-09-22
US41134789 1989-09-22
NL9001537 1990-07-05
NL9001537A NL195027C (nl) 1989-07-07 1990-07-05 Werkwijze voor het bereiden van microdeeltjes voor langzame afgifte van in water oplosbare peptiden en preparaten daarvan.
NL9900039 2003-08-19
NL9900039A NL195090C (nl) 1989-07-07 2003-08-19 Preparaten van in water oplosbare peptiden met een langzame afgifte.

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL9900039A NL9900039A (nl) 2003-11-03
NL195090C true NL195090C (nl) 2003-12-16

Family

ID=29255131

Family Applications (3)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9900037A NL195092C (nl) 1989-07-07 2003-08-19 Preparaten van in water oplosbare peptiden met een langzame afgifte.
NL9900039A NL195090C (nl) 1989-07-07 2003-08-19 Preparaten van in water oplosbare peptiden met een langzame afgifte.
NL9900038A NL195089C (nl) 1989-07-07 2003-08-19 Preparaten van in water oplosbare peptiden met een langzame afgifte.

Family Applications Before (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9900037A NL195092C (nl) 1989-07-07 2003-08-19 Preparaten van in water oplosbare peptiden met een langzame afgifte.

Family Applications After (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9900038A NL195089C (nl) 1989-07-07 2003-08-19 Preparaten van in water oplosbare peptiden met een langzame afgifte.

Country Status (1)

Country Link
NL (3) NL195092C (nl)

Also Published As

Publication number Publication date
NL9900039A (nl) 2003-11-03
NL195089C (nl) 2003-12-16
NL9900038A (nl) 2003-11-03
NL195092C (nl) 2003-12-16
NL9900037A (nl) 2003-11-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5876761A (en) Sustained release formulations of water soluble peptides
US5688530A (en) Sustained release formulations of water soluble peptides
NL195027C (nl) Werkwijze voor het bereiden van microdeeltjes voor langzame afgifte van in water oplosbare peptiden en preparaten daarvan.
JP4979843B2 (ja) 微粒子の形のポリペプチド含有投薬形
NL195090C (nl) Preparaten van in water oplosbare peptiden met een langzame afgifte.
CA2316052C (en) Sustained release formulations of water soluble peptides
FI106926B (fi) Menetelmä pitkäaikaisesti vapautuvan koostumuksen muodostamiseksi
CA2535463A1 (en) Octreotide-pamoate and its use in sustained release formulations of water soluble peptides
IL112286A (en) Process for the production of a microparticle and microparticle obtained thereby
JP2008184468A (ja) 微粒子の形のポリペプチド含有投薬形
SA90110050B1 (ar) مستحضرات ممتدة المفعول لببتيدات تذوب في الماء
CH686226A5 (de) Formulierungen mit verlangsamter Freisetzung wasserloslicher Peptide.

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
NP1 Not automatically granted patents
V4 Lapsed because of reaching the maximum lifetime of a patent

Effective date: 20100705