NL194619C - Samenstel van loop- en werkvlakbezittend constructiedeel en daarmee samenwerkende haken. - Google Patents
Samenstel van loop- en werkvlakbezittend constructiedeel en daarmee samenwerkende haken. Download PDFInfo
- Publication number
- NL194619C NL194619C NL9400556A NL9400556A NL194619C NL 194619 C NL194619 C NL 194619C NL 9400556 A NL9400556 A NL 9400556A NL 9400556 A NL9400556 A NL 9400556A NL 194619 C NL194619 C NL 194619C
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- edge
- engagement
- hooks
- intended
- longitudinal
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04G—SCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
- E04G7/00—Connections between parts of the scaffold
- E04G7/02—Connections between parts of the scaffold with separate coupling elements
- E04G7/28—Clips or connections for securing boards
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04G—SCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
- E04G1/00—Scaffolds primarily resting on the ground
- E04G1/15—Scaffolds primarily resting on the ground essentially comprising special means for supporting or forming platforms; Platforms
- E04G1/152—Platforms made of metal or with metal-supporting frame
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04G—SCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
- E04G5/00—Component parts or accessories for scaffolds
- E04G5/14—Railings
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Architecture (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Ladders (AREA)
Description
1 194619
Samenstel van loop· en werkvlakbezittend constructiedeel en daarmee samenwerkende haken
De uitvinding heeft betrekking op een samenstel van een constructiedeel, voorzien van een loop· en werkvlak, zoals een loopplank, en met het constructiedeel samenwerkende haken voor het bevestigen van 5 bevestigingsonderdelen van leuningdragers, verbindingselementen en andere hulpinrichtingen, waarbij het constructiedeel doosvormige langsliggers van lichtmetaal bezit, die door middel van dwarsdragers met elkaar verbonden zijn en voorzien is van een lichtmetalen loopvlakplaat, die ten minste in het randgebied bevestigd is op een beneden het loopvlakniveau liggende, door de langsligger gevormde, binnenwaarts reikend draagbeen, waarbij de haken worden bevestigd aan ten minste het bovenvlak van de langsligger.
10 Een dergelijk samenstel is bekend van de Franse octrooiaanvrage 2.083.431. In het bekende samenstel is het constructiedeel een loopplank, waarvan de langsliggers aan de boven· en onderranden voorzien zijn van Z-vormig omgezette stroken, die aldus een draagbeen vormen en een aangrijpvlak vormen voor overeenkomstig L-vormige haken aan leuningstaanders en dergelijke, om deze aan de loopplank te bevestigen.
15 Doel van de uitvinding is een samenstel van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, waarmee een zekere bevestiging van de haken en daarmee van de leuningdragers, verbindingselementen en andere hulpinrichtingen mogelijk is.
De uitvinding voorziet hiertoe in een samenstel van de in de aanhef genoemde soort, waarbij een tot het loopvlakniveau reikende, binnenwaarts uitstekende, als een geheel aangevormd en doorlopend, voor 20 aangrijping door de haken bestemd randbeen aanwezig is en de loopvlakplaat damwandprofielvormig is, waarbij het randbeen met het randgebied van de damwandprofielvormige loopvlakplaat een vrije ruimte met invoeropening vormt voor het inhangen van de haken.
Hiermee wordt een plaatsingsvriendelijke, zeer stabiele en spelingvrije verbinding voor de haken en daarmee voor de daarmee verbonden andere constructiedelen of hulpinrichtingen verkregen. De randbenen 25 dragen bij tot vergroting van het weerstandsmoment van de langsligger.
Opgemerkt wordt dat uit het Duits Gebruiksmodel DE-U-8.502.756 een loop* of werkvlak bekend is, dat voorzien is van een opstaand doosprofiel met een naar binnen toe gaand draagbeen en een op afstand hiervan geplaatst, tot het loopvlakniveau reikend, binnenwaarts uitstekend, als één geheel aangevormd en doorlopend randbeen. De tussen het randbeen en het draagbeen gevormde ruimte wordt hierbij uitsluitend 30 benut voor het opnemen van een loopvlakplaat, welke de ruimte volledig opvult.
Voorts is uit de Franse octrooiaanvrage 2.527.251 een loop- en werkvlak bekend, dat voorzien is van een opstaand doosprofïel met een naar binnen toe gaand draagbeen en een op afstand hiervan geplaatst tot het loopvlakniveau reikend, binnenwaarts uitstekend, als één geheel aangevormd en doorlopend randbeen. Ook hier is niet beoogd een vrije ruimte te creëren voor het inhangen van haken.
35 Voorts kan gewezen worden op de Duitse octrooiaanvrage 2.535.360, waaruit het gebruik van een metalen damwandprofielplaat als loopvlakplaat op zichzelf bekend is.
Bij voorkeur is de langsligger aan de onderzijde voorzien van een gelijksoortig, voor aangrijping door haken bestemd randbeen met een naburig draagbeen van het doosprofiel een vrije ruimte met invoeropening vormt voor het inhangen van de haken. Hierdoor kunnen de langsliggers ook aan de onderzijde 40 een stabiele aangrijping bieden voor de haken, hetgeen bijvoorbeeld gewenst kan zijn voor de bevestiging van leuningdragers.
Bij voorkeur zijn de oppervlakken van de horizontale bovenwanden met hun aangevormde, voor aangrijping bestemde randbenen van de langsliggers voorzien van langsribben en langsgroeven, die op gelijkmatig verdeelde wijze tot over het treevlak van de voor aangrijping bestemde randbenen reiken.
45 Hiermee kan de aangrijping met de haken, indien overeenkomstig gevormd, worden vergroot, en wordt bovendien een uitglijgevaar verminderd.
Bij voorkeur zijn de dwarsdragers ingelast.
Bij voorkeur zijn op de verticale wanden van de langsliggers verdere horizontale benen gevormd, waarmee het weerstandsmoment verder vergroot wordt, en voorts een bevestigingsmiddel voor dwars-50 dragers wordt verschaft.
De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een aantal in de bijgevoegde tekeningen weergegeven voorbeelduitvoeringen.
Getoond wordt in: 55 figuur 1 een perspectivisch aanzicht van een ladder in schuine stand met een ladderconsole met daarop geplaatst een van een loop- en werkvlak voorzien constructiedeel; figuur 2 een verticale dwarsdoorsnede door het linker randgebied van het van een loop- en werkvlak 194619 2 voorziene constructiedeel, met randliggers, dwarsdragers en een damwandprofielachtige loopvlakplaat, maar .
zonder aangesloten constructiedelen; figuur 3 een dwarsdoorsnede door het linker en door het rechter randgebied van twee naast elkaar liggende van loop* en werkvlakken voorziene constructiedelen, met een van bovenaf aangebrachte 5 samenspaninrichting als eerste uitvoeringsvoorbeeld; en figuur 4 een verticale dwarsdoorsnede door het linker randgebied van een van een loop- en werkvlak voorzien constructiedeel met daarop gezette leuninghouder.
In figuur 1 is een ladder 101 weergegeven, waarop een console 102 met schuine steun 103 en vasthoud-10 haak 104 aangebracht is. Zij draagt een van een loop- en werkvlak voorzien constructiedeel of loopplank 100. Een dergelijke toepassing vindt bijvoorbeeld plaats bij het werk aan de dakrand. Op de randbalk 115 moeten dan leuningen aangebracht worden opdat de gebruiker daar niet vanaf kan vallen.
Figuur 2 toont het profiel van de randbalk 115. Deze bezit een horizontale bovenwand 110, een horizontale onderwand 111, een in figuur 2 linksliggende, buitenste verticale wand 114 en een binnenste 15 verticale wand 112.
De buitenste verticale wand 114 bezit twee buitenliggende hoekgedeelten 114.1 en 114.2, die de bovenste buitenhoek 115.1 en de onderste buitenhoek 115.2 mede vormen. Het buitenste aanligvlak 116 wordt gevormd door de beide buitenliggende hoekgedeelten 114.1 en 114.2. Het middengebied 114.3 is ter versterking en ter verbetering van het aanliggen naar binnen toe verzet gelegen. De binnenste verticale 20 wand 112 bezit vier naar de binnenruimte 117 wijzende bevestigingsbenen 120.1,120.2,120.3 en 120.4.
Tussen de over de gehele lengte doorlopende bevestigingsbenen 120.1 tot en met 120.4 zijn op geschikte afstanden op passende wijze dwarsdragers 123.1, enzovoorts gestoken. Zij bezitten een breedte die ongeveer gelijk is aan hun hoogte en zijn middels lasnaden 124 aan de einden vastgelast. Het profiel van de randbalk 115 is symmetrisch ten opzichte van de lijn S-S.
25 Op de bovenste dwarsdragers 123.2 ligt de damwandprofielvormige loopvlakplaat 125. Zijn randplaat of -strook 126 ligt in het golfdal van het damwandprofiel en is met zijn buitenste randgebied 126.2 opgelegd op het been 120.1, en daarop op geschikte manier, bijvoorbeeld door klinken of lassen, eventueel puntvormig, bevestigd. Aldus wordt een vrije ruimte 127 met een invoeropening 128 verkregen. Het oppervlak 129 van de bovenliggende golfgebieden van de damwandprofielvormige loopvlakplaat 125 is voorzien van noppen-30 vormige uitsteeksels of andere profileringen, om het uitglijgevaar te verminderen. De bovenwand 110 van de randbalk 115 is ter plaatse van haar bovenvlak 110.1 voorzien van ribben 130 en langsgroeven 132 met een ongeveer gelijke breedte en met een geringe hoogte, eveneens om het uitglijgevaar te verminderen.
Het oppervlak 110.1 ligt ongeveer op hetzelfde niveau als het oppervlak 129 van de damwandprofielvormige loopvlakplaat 125, zodat een struikelvrij loop- en werkvlak gevormd wordt. Ter plaatse van de bovenste 35 binnenkant 117.1 is een voor aangrijping bestemd randbeen 18.1 gevormd. Deze steekt over de breedte 121 uit van het verticale vlak 16.1 van de binnenste verticale wand 112 en bezit een dikte 122. Deze is zo gekozen, dat enerzijds goede vervaardigingsomstandigheden bij het stromen van het materiaal tijdens het strengpersen aanwezig zijn en anderzijds voldoende stabiliteit verkregen is om eventueel zwaar belaste aansluitelementen aan te laten grijpen, zoals aangegeven is in de figuren 3 en 4. Beneden het voor 40 aangrijping bestemde randbeen 18.1 strekt zich de vrije ruimte 127 uit. Bijgevolg kan een haak om de ronde kant 130 van het voor aangrijping bestemde randbeen 18.1, door de invoeropening 128 ingevoerd en tot afsteuning gebracht worden, zodat bij een goede verdeling van de vlaklasten hoge spankrachten overgebracht kunnen worden. Een gelijksoortige onderste, voor aangrijping bestemd randbeen 18.2 is aan de onderste binnenkant 17.2 gevormd en hier geheel gelijk aan die van de bovenzijde, zodat ook beneden 45 voldoende aangrijping mogelijk is. Ook hier is een vrije ruimte 127.2 gevormd, zodat ook een haak ingelegd kan worden.
Zoals in figuur 1 te zien is, is aan de andere zijde nog een dergelijke randbalk 115 aanwezig, zodat een stijf raamwerk met een lichte, maar stabiele plaat verkregen worden. In de eindgebieden zijn stabiele aansluitelementen 135 bevestigd. Het van een loop- en werkvlak voorziene constructiedeel 100 kan 50 bijvoorbeeld een breedte 136 van 40 tot 70 cm en een lengte van 4 tot 10 meter, afhankelijk van de hoogte van de randbalken 15, bezitten. Door de breedte van in de orde van grootte van een halve meter wordt dan, als gevolg van het gebruik van lichtmetaal voor alle onderdelen nog een totaal gewicht verkregen, dat hantering zonder hefwerktuigen toelaat.
Door het samenleggen van twee of meerdere van loop- en werkvlakken voorziene constructiedelen 100 55 kunnen willekeurig brede vlakken gevormd worden. Figuur 3 toont twee randbalken 15 (uitgevoerd als de randbalk 115 in figuur 1) van twee naast elkaar liggende, van loop- en werkvlakken voorziene constructiedelen 10.1 en 10.2, waarvan de buitenvlakken 116 (zie figuur 1) direct tegen elkaar liggen, terwijl de
Claims (5)
1. Samenstel van een constructiedeel, voorzien van een loop- en werkvlak, zoals een loopplank, en met het constructiedeel samenwerkende haken voor het bevestigen van bevestigingsonderdelen van leuningdragers, verbindingselementen en andere hulpinrichtingen, waarbij het constructiedeel doosvormige langsliggers van 30 lichtmetaal bezit, die door middel van dwarsdragers met elkaar verbonden zijn en voorzien is van een lichtmetalen loopvlakplaat, die ten minste in het randgebied bevestigd is op een beneden het loopvlakniveau liggende, door de langsligger gevormde, binnenwaarts reikend draagbeen, waarbij de haken worden bevestigd aan ten minste het bovenvlak van de langsligger, met het kenmerk, dat tot het loopvlakniveau (129) reikende, binnenwaarts uitstekende, als een geheel aangevormd en doorlopend, voor aangrijping door 35 de haken (70; 21.1) bestemd randbeen (18.1) aanwezig is en de loopvlakplaat damwandprofielvonnig is, waarbij het randbeen (18.1) met het randgebied (126) van de damwandprofielvonnige loopvlakplaat (125) een vrije ruimte (127) met invoeropening (128) vormt voor het inhangen van de haken (70; 21.1).
2. Samenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de langsligger aan de onderzijde voorzien is van een gelijksoortig, voor aangrijping door haken bestemd randbeen (18.2) dat met een naburig draagbeen 40 (120.4) van het doosprofiel een vrije ruimte (127.2) met invoeropening vormt voor het inhangen van de haken (21.2).
3. Constructiedeel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de oppervlakken van de horizontale bovenwanden (110) met hun aangevormde, voor aangrijping bestemde randbenen (18.1,18.3) van de langsliggers voorzien zijn van langsribben en langsgroeven (132), die op gelijkmatig verdeelde wijze tot over 45 het treeviak van de voor aangrijping bestemde randbenen reiken.
3 194619 bovenvlakken 110.1 (zie figuur 1) op hetzelfde niveau liggen. Een inrichting 50 voor het verbinden van deze beide bestaat uit een van een enkele lus voorzien constructiedeel 65.1 en een van een dubbele lus voorzien constructiedeel 65.2. Deze constructiedelen bezitten haken 70, die over de voor aangrijping bestemde randbenen 18.1 en 18.3 gehangen zijn en door het inslaan van een keg in de door omvouwen gevormde 5 opneemruimtes, een horizontale spankracht op de voor aangrijping bestemde randbenen uitoefenen, zodat de beide van loop- en werkvlakken voorziene constructiedelen 10.1 en 10.2 op zekere wijze tegen elkaar gespannen worden. Door de in langsrichting lopende, voor aangrijping bestemde randbenen 18.1 en 18.3 kunnen dergelijke inrichtingen 50 met twee van tussen voorziene constructiedelen op willekeurige plaatse in langsrichting, van bovenaf werkend geplaatst en voor spelingvrije samenspanning bevestigd alsook weer 10 losgemaakt worden. Figuur 4 toont een andere toepassing en een ander gebruik van de voor aangrijping bestemde randbenen, en wel voor het aanbrengen van een bevestigingsinrichting 12 voor een leuning. Daarbij bezit een insteekbuis 25 voor een leuningstaander een onderste haaklus 30, waarvan de haak 21.2 ingehangen Is op het onderste voor aangrijping bestemde randbeen 18.2. Een keg- en haakdeel 35 is met zijn haak 21.2 15 gehangen over het bovenste voor aangrijping bestemde randbeen 18.1. Door zijn opening steekt de insteekbuis 25. Een keg 40 zorgt voor de spankrachten om de insteekbuis 25 ten opzichte van het buitenste aanligvlak 116 te spannen, waarbij de haak 21.1 van het keg- en haakdeel 35 steunt tegen de ronde kant 13.0 (zie figuur 1) van het voor aangrijping bestemde randbeen 18.1 en bijgevolg een spelingvrije bevestiging toelaat.
20 De keg is met een draad 47 gezekerd tegen verlies. Ook dergelijke bevestigingsinrichtingen kunnen op een willekeurige plaats en zonder latere werkzaamheden aangebracht worden en laten derhalve een op de plaatselijke omstandigheden toegesneden bevestiging van een leuning toe.
25 Conclusies
4. Constructiedeel volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de dwarsdragers (123.1) ingelast zijn.
5. Constructiedeel volgens een der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat op de verticale wanden (112, 114. van de langsliggers verdere horizontale benen (120.1; 120.2; 120.3;120.4) gevormd zijn. Hierbij 2 bladen tekening
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
DE4311788 | 1993-04-09 | ||
DE19934311788 DE4311788A1 (de) | 1993-04-09 | 1993-04-09 | Lauf- und Arbeitsflächen-Element |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL9400556A NL9400556A (nl) | 1994-11-01 |
NL194619B NL194619B (nl) | 2002-05-01 |
NL194619C true NL194619C (nl) | 2002-09-03 |
Family
ID=6485196
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL9400556A NL194619C (nl) | 1993-04-09 | 1994-04-08 | Samenstel van loop- en werkvlakbezittend constructiedeel en daarmee samenwerkende haken. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
DE (1) | DE4311788A1 (nl) |
NL (1) | NL194619C (nl) |
Families Citing this family (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE9418062U1 (de) * | 1994-11-11 | 1995-01-19 | Krause-Werk GmbH & Co KG, 36304 Alsfeld | Arbeitsbühne |
DE19511847A1 (de) * | 1995-03-31 | 1996-10-02 | Layher Ulrich | Tragstruktur-Element-Anordnung eines Gerüstes |
DK175063B1 (da) | 2003-07-04 | 2004-05-17 | Pf Man Holding Aps | Beslag egnet til samling af stilladsplanker |
Family Cites Families (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB1352696A (en) * | 1970-03-19 | 1974-05-08 | Colt Int Ltd | Prefabricated platform structures |
GB1489411A (en) * | 1975-04-17 | 1977-10-19 | Gkn Mills Building Serv | Builders scaffolding |
DE2535360C2 (de) * | 1975-08-07 | 1984-06-07 | Koweko AG, St.Gallen | Gerüstbohle, insbesondere aus Leichtmetall |
FR2527251A1 (fr) * | 1982-05-18 | 1983-11-25 | Self Lock Echafaudages | Element de construction comportant une armature realisee au moyen de longerons et traverses, en particulier pour planchers d'echafaudage |
DE8502756U1 (de) * | 1985-02-01 | 1986-06-12 | Langer, geb. Layher, Ruth, 7129 Güglingen | Gerüstrahmentafel |
DE3702152A1 (de) * | 1987-01-25 | 1988-08-04 | Langer Ruth Geb Layher | Geruestrahmentafel |
CA2033136C (en) * | 1990-12-24 | 1994-12-27 | Ronald Lubinski | Knock-down base for platforms |
-
1993
- 1993-04-09 DE DE19934311788 patent/DE4311788A1/de not_active Withdrawn
-
1994
- 1994-04-08 NL NL9400556A patent/NL194619C/nl not_active IP Right Cessation
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
NL194619B (nl) | 2002-05-01 |
DE4311788A1 (de) | 1994-10-13 |
NL9400556A (nl) | 1994-11-01 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US4534589A (en) | Unitized trailer assembly | |
RU183178U1 (ru) | Рама железнодорожной платформы | |
US4226465A (en) | Load supporting frame assembly | |
NL7909248A (nl) | Loopplank. | |
KR101288393B1 (ko) | 팔레트 | |
NL194619C (nl) | Samenstel van loop- en werkvlakbezittend constructiedeel en daarmee samenwerkende haken. | |
CA2293045A1 (en) | Scaffolding platform | |
US3163463A (en) | Dump body with radius side plates | |
US4169415A (en) | Corrugated steel wall lining for boxcar | |
US4945705A (en) | Stiffening for box girders or beams | |
US3797671A (en) | Collapsible structure for a shelving arrangement | |
US4991897A (en) | Vehicle body | |
NL193755C (nl) | Stellingraamtafel. | |
RU2143533C1 (ru) | Рабочая площадка для строительных лесов | |
NL8403237A (nl) | Frames voor systemen met planken. | |
NL8503323A (nl) | Vloerbekistingssysteem. | |
SU1286103A3 (ru) | Устройство дл закреплени грузов | |
FI91909C (fi) | Telinetasojen tukikoukku | |
DE4018047C2 (nl) | ||
US5052159A (en) | Modular decking panel | |
RU97100313A (ru) | Передвижные подмости | |
NL2033315B1 (en) | Container frame | |
RU187286U1 (ru) | Грузоопорный элемент для закрепления грузов на платформе транспортного средства, оборудованной фитинговыми упорами | |
NL9600001A (nl) | Loopplank. | |
RU25304U1 (ru) | Вагон-платформа |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20041101 |