NL194548C

NL194548C - Lichtdoorlatend glaspaneel.

Info

Publication number: NL194548C
Application number: NL8702477A
Authority: NL
Original assignee: Glaverbel
Priority date: 1986-10-16
Filing date: 1987-10-16
Publication date: 2002-07-02
Also published as: BE1001487A3; IT1211397B; SE8704021L; JP2709595B2; GB8724203D0; DE3734982C2; SE8704021D0; NL8702477A; JPS63103844A; IT8767857A0; SE463768B; GB2197882B; US4968563A; LU87020A1; CH677227A5; NL194548B; FR2605308B1; GB2197882A; ES2008909A6; FR2605308A1

Description

I — 1 194548 λ

Lichtdoorlatend glaspaneel /

De uitvinding heeft betrekking op een lichtdoorlatend glazen paneel met ten minste één beklede glasplaat, welk paneel is voorzien van een eerste bekleding op en blootgestelde glaszijde ervan en van een tweede 5 op de andere zijde van het paneel.

Een dergelijk lichtdoorlatend glazen paneel is bekend uit de Japanse ’’Kokaï” 81047/85. Het glazen paneel volgens die publicatie omvat een groot aantal bekledingslagen, ten minste vier, om bescherming te bieden tegen warmtestraling en reflectie van zichtbaar licht. Deze bekende bekledingslagen zijn mechanisch kwetsbaar, en moeten tegen slijtage worden beschermd door andere lagen daaroverheen aan te leggen, 10 wanneer deze op een blootgestelde glaszijde van een glazen paneel moeten worden aangebracht. Dit bekende glazen paneel is daarom niet geschikt om te worden toegepast in bijvoorbeeld voertuigruiten.

Bovendien zijn de lagen gecompliceerd en duur om te vervaardigen.

De onderhavige uitvinding heeft nu tot doel een lichtdoorlatend glazen paneel volgens de hiervoor genoemde soort te verschaffen, welke geschikt is om te worden toegepast als voertuigruiten, bijvoorbeeld 15 ruiten voor treinen, schepen of vliegtuigen, en in het bijzonder ruiten voor wegvoertuigen. Met name is het een doel om een lichtdoorlatend glazen paneel te verschaffen, dat bijzonder weinig warmtestraling doorlaat.

Tevens is het een doel van de onderhavige uitvinding een lichtdoorlatend glazen paneel te verschaffen dat een bekleding omvat, welke een goede mechanische weerstand heeft.

Ter verkrijging van de hiervoor genoemde doelen, verschaft de uitvinding een lichtdoorlatend glazen 20 paneel als in de aanhef genoemd, en dat wordt gekenmerkt doordat de eerste bekleding (i) bestaat uit met fluor gedoteerd tindioxide en de emissie van die zijde met betrekking tot infraroodstralen met golflengten boven 3 pm vermindert en (ii) een dikte heeft van 150 tot 350 nm, en dat de tweede bekleding 25 (i) infraroodstralen met een korte golflengte tegenhoudt, (ii) een reflecterende bekleding is, die is aangebracht op de andere zij de van het paneel, (iii) uit titaandioxide, eventueel gemengd met tindioxide, bestaat en (iv) een dikte heeft van 20 tot 350 nm, waarbij de dikte van iedere bekleding zodanig gekozen is, dat het paneel een doorlaatbaarheid van 30 zichtbaar licht heeft van ten minste 70% en een totale doorlaatbaarheid van zonnestraling heeft van ten hoogste 75%.

Met een lichtdoorlatend glazen paneel volgens de uitvinding wordt een bijzonder goede afscherming tegen warmtestraling verkregen. De bekleding welke een afscherming biedt tegen infraroodstraling met korte golflengte vermindert de warmte die in het voertuig wordt gestraald. De energie die in het glas wordt 35 geabsorbeerd, wordt gereflecteerd door de bekleding met een lage emissiviteit, welke namelijk de verre-infraroodstraling reflecteert, waardoor de warmte die in het voertuig wordt gestraald nog verder wordt verminderd. Het glazen paneel volgens de uitvinding heeft bovendien het voordeel dat de doorlaatbaarheid voor zichtbaar licht zeer hoog is. Hierdoor wordt het voordeel verkregen dat het glazen paneel zeer goed toepasbaar is als voorruit van een automobiel. Aangezien voorruiten van automobielen een groot gedeelte 40 van het glazen oppervlak van automobielen vormen, wordt hierdoor het extra voordeel verkregen dat de warmte-instraling in een automobiel bij toepassing van een glazen paneel volgens de uitvinding sterk wordt verminderd. Ten slotte hebben de beide bekledingslagen volgens de uitvinding een zeer goede mechanische bestendigheid.

Het zal duidelijk zijn dat de doelmatigheid van het paneel in zekere mate afhankelijk is van die zij de 45 ervan waarop de energie invalt. Voor de beste resultaten dient de lage-emïssie-bekleding zich te bevinden onder de bekleding voor het uitzeven van de zonnestralen, zodat van deze beide bekledingen de bekleding voor het uitzeven van zonnestralen zich bovenop bevindt voor het onderscheppen van zonnestraling. Op die manier zal elke energie geabsorbeerd door het paneel, en in het bijzonder door de bekleding voor het uitzeven van zonnestralen, ten gevolge van invallende straling die de neiging heeft het paneel te verhitten, 50 bij voorkeur opnieuw worden uitgestraald naar buiten toe, ten gevolge van de aanwezigheid van de lage-emissie-bekleding. In de rest van de onderhavige beschrijving, tenzij anders aangegeven, zal worden aangenomen dat de lage-emissie-bekledingszijde zich bevindt aan de andere kant van de stralingsbron.

Een dergelijk beglazingspaneel heeft een hoge doorlaatbaarheid voor zichtbaar licht en goede zonne-energie-uitzeefeigenschappen en is een paneel, dat met een geschikte afmeting en vorm ingebouwd kan 55 worden in een voertuig voor toepassing als ruit ervan, bijv. voor- of achterruit, zij ruit of een lichtdoorlatend dak, dat al dan niet opengemaakt kan worden.

Teneinde het zicht door het paneel te bevorderen verdient het bovendien in het bijzonder de voorkeur dat i 194548 2 het paneel een absorptievermogen voor zichtbaar licht heeft van niet meer dan 3%.

Voor de samenstelling volgens de uitvinding bleken een dikte van 150 nm tot 350 nm het meest geschikte compromis te zijn tussen aan de ene kant lage-infrarood-emissie en goede slijtvastheid, waarbij beide in gunstige zin worden beïnvloed door de bekledingsdikte en aan de andere kant een goede 5 doorlaatbaarheid voor zichtbaar licht. De mate, waarin door een bekleding van een gegeven samenstelling licht wordt geabsorbeerd, zal toenemen met de dikte van de bekleding maar het is tevens noodzakelijk rekening te houden met de interferentiewerking van het licht, dat aan de vlakken van de bekleding wordt teruggekaatst. Voor maximale doorlating van licht van een gegeven golflengte, dient de dikte van de bekleding maal de brekingsindex van het beklede materiaal gelijk te zijn aan de helft van de golflengte.

10 Bekledingen met een dikte in het traject van 350 nm tot 150 nm hebben een verder voordeel en wel dat er een tamelijk geringe kans is dat er een ongewenste verkleuring in de reflectie optreedt, ten gevolge van interferentie-effecten. Het verdient in het bijzonder de voorkeur, dat het beklede paneel een kleurzuiverheid heeft van niet meer dan 10% en bij voorkeur niet meer dan 6%, zodat dit een neutraal karakter heeft. Dit is een zeer belangrijke overweging bij panelen voor toepassing als voertuigbeglazing. Dit draagt bij tot het 15 vermijden van verwarring bij de rijder van het voertuig en neemt elk risico weg voor het verkeerd beoordelen van de kleur van een verkeersteken of -licht.

Teneinde de doorlating van lage zonne-energie te bevorderen, verdient het de voorkeur dat een dergelijke lage-emissiebekleding aan het beklede oppervlak een emissiefactor ten opzichte van de infraroodstraling verleent met golflengten boven 3 pm van ten minste 0,50 en bij voorkeur minder dan 0,35.

20 Het doel van de uitvinding wordt in het bijzonder bevorderd met behulp van lage-emissiebekledingen met hoge efficiëntie. Het is gewenst, dat dergelijke bekledingen een goede lage emissie hebben, maar ook dat zij voldoende dun zijn teneinde de doorlating van zichtbaar licht niet al te veel te verminderen. Gebleken is, dat deze doelen worden bevorderd wanneer een dergelijke lage-emissiebekleding een emissiefactor en een dikte heeft (uitgedrukt in nanometers), die zodanig zijn, dat hun product niet meer dan 110 en bij voorkeur 25 niet meer dan 90 is.

Bij sommige voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding is het paneel samengesteld als een laminaat, waarbij de glasplaat verbonden is met ten minste één andere plaat via een daartussen aanwezig kleefmid-del. Gelamineerde panelen hebben voordelen uit het oogpunt van veiligheid, in het bij - zonder wanneer ze gebruikt worden als voertuigvoorruiten. Het is bovendien in het algemeen gemakkelijker één laag (lage 30 emissie of bescherming tegen zonnestralen) op elk van twee platen te vormen, dan het aanbrengen van dergelijke lagen op dezelfde plaat. Een verder voordeel van de toepassing van een laminaat ligt daarin, dat dit het mogelijk maakt de tegen zonnestralen beschermende bekleding binnen de dikte van het laminaat te plaatsen, waarbij de laag wordt beschermd tegen slijtage tijdens de toepassing.

De genoemde tegen zonnestraling beschermende bekleding kan worden geconstrueerd als een 35 energie-absorberende bekleding, waarbij echter de toepassing van dergelijke bekledingen gepaard gaat met de toename van de temperatuur van het paneel onder gegeven invallende stralingscondities, hetgeen leidt tot een toenemende terugkaatsing van de infraroodenergie door het paneel, terwijl bovendien dergelijke bekledingen de neiging hebben inherente absorptie van zichtbaar licht te vertonen. Het verdient derhalve de voorkeur dat de tegen zonnestralen beschermende laag een reflectieve laag is, die is aangebracht op het 40 blootgestelde oppervlak van het paneel. Een dergelijke bekleding kan een grotere doorlaatbaarheid voor zichtbaar licht hebben, terwijl zijn zonbeschermende werking niet leidt tot overmatige verhitting van het beklede paneel. Een dergelijke bekleding kan ook geschikt zijn voor het maskeren van lelijke interferentie-verkleuringseffecten, die aanwezig kunnen zijn ten gevolge van de lage-emissiebekleding.

Een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding wordt gekenmerkt, doordat het paneel gekromd is en 45 gemonteerd is in het voertuig, zodanig dat de lage-emissiebekleding aan het concave hoofdvlak van het paneel is aangebracht. Zoals hiervoor reeds is opgemerkt, is de doelmatigheid van het paneel In zekere zin afhankelijk van die zijde daarvan, waarop op de energie invalt en waarbij het beste resultaat wordt verkregen wanneer de lage-emissiebekleding is ingebouwd in de tegen zonnestralen beschermende laag, zodat van deze beide lagen de tegen zonnestralen beschermende laag de eerste is die zonnestralen 50 opvangt. Aangezien dergelijke gekromde panelen meestal met hun concave vlakken naar binnen toe gericht worden geïnstalleerd bij toepassing in voertuigruiten verdient het de voorkeur dat de lage-emissiebekleding wordt aangebracht op het concave hoofdvlak van het paneel.

Diverse uitvoeringsvormen van de uitvinding zullen thans nader worden beschreven aan de hand van de 55 schematische tekening, die een paneel volgens de uitvinding weergeeft, welk paneel gemonteerd is als een voorruit van een wegvoertuig, terwijl bovendien de uitvinding wordt toegelicht aan de hand van voorbeelden.

3 194548 ν·

In de tekening omvat een voertuigruit 100 een glasplaat 101, die is voorzien van een bekleding 102, die de * emissie van het beklede oppervlak vermindert ten opzichte van de infraroodstraling met golflengten boven 3 pm. De onbeklede zijde van de glasplaat 101 is via een kleefmiddellaag (niet aangegeven ) verbonden met een tweede glasplaat 103. De tweede plaat 103 is aan zijn buitenoppervlak voorzien van een tweede 5 bekleding 104. De tweede bekleding 104 is geschikt voor het tegenhouden van infraroodstralen met korte golflengte. De dikte van iedere bekleding 102,104 is zodanig gekozen, dat het paneel een doorlaatbaarheid voor zichtbaar licht heeft van ten minste 70% en een totale zonnestralenenergiedoorlating van ten minste 75%.

Het paneel 100 is gekromd, zodat het een convexe zijde heeft en een concave zijde. De lage-10 emissiebekleding 102 bevindt zich op de concave zijde. Het paneel is gemonteerd als een voorruit van een wegvoertuig in een zetting 105 van een voertuigcarrosserie 106 en is verbonden met de voertuigcarrosserie door middel van kleef middel 107 met de lage-emissiebekleding 102 naar binnen toe in het voertuig gekeerd.

Volgens een variant omvat het paneel 100 een enkele glasplaat, die op elk van zijn oppervlakken is bekleed.

15 Volgens een andere variant is of zijn de toegepaste glasplaat of glasplaten chemisch getemperd. Alternatief kan het glas thermisch getemperd zijn.

VOORBEELDEN

In de voorbeelden zijn diverse bekledingen pyrolytisch aan beide zijden van soda*lime-glas aangebracht, 20 welke glasplaat een dikte heeft van 4 mm. De bekledingen zijn als volgt.

Lage-emissiebekleding A. Glasplaten met een dikte te van 4 mm worden pyrolytisch bekleed met een fluor-gedoteerde tindioxidebekleding met een dikte van 330 nm en een emissiviteit van 0,25 met betrekking tot infraroodstraling met golflengten boven 3 pm.

Lage-emissiebekleding B. Glasplaten met een dikte van 4 mm worden pyrolytisch bekleed met een 25 fluor-gedoteerde tindioxidebekleding met een dikte van 260 nm en een emissiviteit van 0,30 met betrekking tot infraroodstralen met een golflengte boven 3 pm.

Lage-emissiebekleding C. Glasplaten met ee te van 4 mm worden pyrolytisch bekleed met een fluor-gedoteerde tindioxidebekleding met een dikte van 200 nm en een emissiviteit van 50 met betrekking tot infraroodstralen met een golflengte boven 3 pm.

30 Bekleding A tegen zonnestralen. Glasplaten met een lage-emissiebekleding, zoals boven vermeld, worden pyrolytisch bekleed tot een dikte van 20 nm, waarbij de bekleding geheel uit titaandioxide bestaat.

Bekleding B tegen zonnestralen. Glasplaten met een lage-emissiebekleding, zoals boven vermeld, worden pyrolytisch bekleed tot een dikte van 20 nm, welke bekleding bestaat uit 70 vol.% titaandioxide en 30 vol.% tindioxide.

35 Bekleding C tegen zonnestralen. Glasplaten met een lage-emissiebekleding, zoals boven vermeld, worden pyrolytisch bekleed tot een dikte van 20 nm, waarbij de bekleding bestaat uit 30 vol.% titaandioxide en 70 vol.% tindioxide.

Bekleding D tegen zonnestralen. Glasplaten, voorzien van een lage-emissiebekleding, zoals boven vermeld, worden pyrolytisch bekleed tot een dikte van 320 nm, waarbij de bekleding praktisch geheel is 40 samengesteld uit titaandioxide.

Bekleding E tegen zonnestralen. Glasplaten met een lage-emissiebekleding, zoals boven vermeld, worden pyrolytisch bekleed tot een dikte van 320 nm, waarbij de bekleding is samengesteld uit 70 vol.% titaandioxide en 30 vol.% tindioxide.

Bekleding F tegen zonnestralen. Glasplaten met een lage-emissiebekleding, zoals boven vermeld, 45 worden pyrolytisch bekleed tot een dikte van 160 nm, waarbij de bekleding is samengesteld uit 30 vol.% titaandioxide en 70 vol.% tindioxide.

Bekleding G tegen zonnestralen. Glasplaten, voorzien van een lage-emissiebekleding zoals boven vermeld, worden pyrolytisch bekleed tot een dikte van 320 nm, waarbij de bekleding is samengesteld uit 30 vol.% titaandioxide en 70 vol.% tindioxide.

50 De diverse beklede platen werden vervolgens belicht onder gebruikmaking van C.I.E.-belichtingsapparaat D, waarbij de lichtstralen terecht kwamen op die zijde, die was voorzien van bekleding tegen zonnestralen, terwijl de verschillende eigenschappen van de beklede platen als volgt werden gemeten.

Claims

194548 4 ____ ^^*· voor- lage- bekleding doorlating doorlating absorptie kleurbeeld emissie- tegen zonne- van zicht- van totale van zicht- zuiverheid 5 bekleding stralen baar licht energie baar licht IA A 73,2% 70,3% 2,5% 5,5% II B A 74,7% 70,6% 2,5% 4,5% III C A 71,0% 71,4% 2,6% 5,3% 10 IV A B 76,5% 72,6% 2,6% 4,0% VB B 78,2% 72,8% 2,6% 3,0% VI C B 74,1% 73,6% 2,7% 3,7% VII A C 79,1% 73,3% 2,7% 2,9% VIII B C 81,0% 74,5% 2,7% 1,9% 15 IX B D 72,2% 66,0% 2,8% 5,0% X B E 71,0% 68,0% 2,8% 4,7% XI A F 76,3% 70,1% 2,9% 9,4% XII B F 77,5% 70,0% 2,8% 8,0% XIII A G 72,6% 69,3% 3,0% 6,4% 20 XIV B G 73,8% 69,3% 3.0% 1,5% De waarden voor kleurzuiverheid werden verkregen onder toepassing van C.I.E.-belichtingsapparaat C. 25

1. Llchtdoorlatend glazen paneel met ten minste één beklede glasplaat, welk paneel is voorzien van een eerste bekleding op een blootgestelde glaszijde ervan en van een tweede op de andere zijde van het 30 paneel, met het kenmerk, dat de eerste bekleding (i) bestaat uit met fluor gedoteerd tindioxide en de emissie van die zijde met betrekking tot infrarood-stralen met golflengten boven 3 pm vermindert en (ii) een dikte heeft van 150 tot 350 nm, en dat de tweede bekleding 35 (i) infraroodstraien met een korte golflengte tegenhoudt, (ii) een reflecterende bekleding is, die is aangebracht op de andere zij de van het paneel, (iii) uit titaandioxide, eventueel gemengd met tindioxide, bestaat en (iv) een dikte heeft van 20 tot 350 nm, waarbij de dikte van iedere bekleding zodanig gekozen is, dat het paneel een doorlaatbaarheid van zichtbaar licht heeft van ten minste 70% en een totale doorlaatbaarheid 40 van zonnestraling heeft van ten hoogste 75%.

2. Paneel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het paneel gekromd is, en gemonteerd is in een voertuig, zodanig dat de lage-emissiebekleding aan het concave hoofdvlak van het paneel is aangebracht. Hierbij 1 blad tekening