NL194411C - Brandstoftoevoersysteem voor een oliebrander. - Google Patents

Brandstoftoevoersysteem voor een oliebrander. Download PDF

Info

Publication number
NL194411C
NL194411C NL8700184A NL8700184A NL194411C NL 194411 C NL194411 C NL 194411C NL 8700184 A NL8700184 A NL 8700184A NL 8700184 A NL8700184 A NL 8700184A NL 194411 C NL194411 C NL 194411C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
pipe
fuel supply
air passage
fuel
air
Prior art date
Application number
NL8700184A
Other languages
English (en)
Other versions
NL194411B (nl
NL8700184A (nl
Original Assignee
Toyotomi Kogyo Co Ltd
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Toyotomi Kogyo Co Ltd filed Critical Toyotomi Kogyo Co Ltd
Publication of NL8700184A publication Critical patent/NL8700184A/nl
Publication of NL194411B publication Critical patent/NL194411B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL194411C publication Critical patent/NL194411C/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23NREGULATING OR CONTROLLING COMBUSTION
    • F23N1/00Regulating fuel supply
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23DBURNERS
    • F23D5/00Burners in which liquid fuel evaporates in the combustion space, with or without chemical conversion of evaporated fuel
    • F23D5/02Burners in which liquid fuel evaporates in the combustion space, with or without chemical conversion of evaporated fuel the liquid forming a pool, e.g. bowl-type evaporators, dish-type evaporators
    • F23D5/04Pot-type evaporators, i.e. using a partially-enclosed combustion space
    • F23D5/045Pot-type evaporators, i.e. using a partially-enclosed combustion space with forced draft
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23DBURNERS
    • F23D14/00Burners for combustion of a gas, e.g. of a gas stored under pressure as a liquid
    • F23D14/46Details, e.g. noise reduction means
    • F23D14/48Nozzles
    • F23D14/50Cleaning devices therefor
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23DBURNERS
    • F23D5/00Burners in which liquid fuel evaporates in the combustion space, with or without chemical conversion of evaporated fuel
    • F23D5/12Details
    • F23D5/16Safety devices
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23KFEEDING FUEL TO COMBUSTION APPARATUS
    • F23K5/00Feeding or distributing other fuel to combustion apparatus
    • F23K5/02Liquid fuel
    • F23K5/04Feeding or distributing systems using pumps

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Feeding And Controlling Fuel (AREA)
  • Evaporation-Type Combustion Burners (AREA)
  • Regulation And Control Of Combustion (AREA)

Description

1 194411
Brandstoftoevoersysteem voor een oltebrander
De uitvinding heeft betrekking op een brandstoftoevoersysteem voor een oliebrander, die is voorzien van een oliereservoir, een verbrandingssectie, een luchttoevoer en een luchtventilator voor het gedwongen 5 toevoeren van verbrandingslucht door de luchttoevoer aan de verbrandingssectie, welk brandstoftoevoersysteem is voorzien van een brandstoftoevoerpijp, die is aangesloten tussen het oliereservoir en de verbrandingssectie, teneinde daardoorheen olie vanuit het oliereservoir naar de verbrandingssectie te voeren, en een pomporgaan voor het aanzuigen van vloeibare brandstof vanuit het oliereservoir naar de brandstoftoevoerpijp, en een luchtdoorlaatpijp, die aan één uiteinde daarvan via een verbinding is aangestoft ten op de brandstoftoevoerpijp en aan het andere uiteinde daarvan is aangesloten op een inlaatzijde van de luchttoevoer, waarbij de luchtdoorlaatpijp is voorzien van een deel met een verhoging die gepositioneerd is boven ieder deel van de brandstoftoevoerpijp tussen genoemde verbinding en de verbrandingssectie.
Een dergelijk brandstoftoevoersysteem is bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage nr. 8302303 van aanvraagster. In deze bekende oliebrander ontstaat het probleem van geuroverlast nadat de brandstof-15 toevoer is onderbroken. Dit wordt veroorzaakt doordat in de bekende oliebrander vloeibare brandstof in de brandstoftoevoerpijp wordt gehouden, terwijl de oliebrander nog een hoge temperatuur heeft. Dit heeft als gevolg dat de in de brandstoftoevoerpijp achterblijvende vloeibare brandstof geleidelijk verdampt en de verdampte brandstof onder invloed van de hoge temperatuur ontleedt, hetgeen een onaangename geur verspreidt.
20 Het is een doelstelling van de uitvinding deze geurbelasting tegen te gaan.
Het brandstoftoevoersysteem volgens de uitvinding is er daartoe door gekenmerkt dat de brandstoftoevoerpijp bij een gedeelte daarvan tussen de verbinding en de verbrandingssectie eveneens is voorzien van een verhoging. Hiermee wordt bereikt dat bij het staken van de brandstoftoevoer de brandstof die in de brandstoftoevoerpijp tussen de verbinding met de luchttoevoerpijp en de verbrandingssectie achterblijft in de 25 luchttoevoerpijp kan treden, terwijl slechts een geringe hoeveelheid brandstof welke aanwezig is tussen de verhoging van de brandstoftoevoerpijp en de verbrandingssectie nog deze verbrandingssectie kan bereiken. Dit beperkt niet alleen de geurbelasting, maar heeft bovendien nog het voordeel dat het vuur snel kan doven.
De constructie van de luchtdoorlaatpijp is daarbij zodanig dat de in de luchtdoorlaatpijp optredende 30 brandstof niet kan uitstromen naar de verbrandingssectie, zelfs wanneer een uiteinde van de brandstoftoevoerpijp Is verstopt door teer of dergelijke.
Het heeft de voorkeur dat de verhoging van de luchtdoorlaatpijp boven de verhoging van de brandstoftoevoerpijp is geplaatst en dat een terugvoerpijp is aangebracht tussen het oliereservoir en de brandstoftoevoerpijp, waarbij de terugvoerpijp een verhoging bezit, die is geplaatst tussen de verhoging van de 35 luchtdoorlaatpijp en die van de brandstoftoevoerpijp. Hiermee wordt effectief voorkomen dat bij blokkade van de brandstoftoevoerpijp vloeibare brandstof andere delen van de oliebrander dan de verbrandingssectie kan bereiken. Dergelijke brandstof wordt bij in werking zijnde pomp via de terugvoerpijp teruggevoerd naar het oliereservoir, zodat ook dan geurbelasting effectief wordt tegengegaan.
Een alternatieve uitvoeringsvorm van dit brandstoftoevoersysteem is erdoor gekenmerkt dat een 40 terugvoerpijp aan één uiteinde via de luchtdoorlaatpijp met de brandstoftoevoerpijp is verbonden, zodat een gedeelte van de luchtdoorlaatpijp tussen de terugvoerpijp en de verbinding kan fungeren als een deel van de toevoerpijp, terwijl de terugvoerpijp aan het andere uiteinde is ondergedompeld in, in het oliereservoir opgeslagen, vloeibare brandstof.
In weer een alternatieve uitvoeringsvorm heeft het de voorkeur dat het brandstoftoevoersysteem erdoor 45 gekenmerkt is dat deze is voorzien van een sensororgaan voor het detecteren van een variatie in het niveau van vloeibare brandstof in de luchtdoorlaatpijp. Op deze wijze kan tijdig worden ingegrepen, wanneer vloeibare brandstof via de luchtdoorlaatpijp delen van de oliebrander dreigt te bereiken waardoor brandgevaarlijke situaties en onwenselijke geurbelasting zou kunnen ontstaan. 1 2 3 4 5 6
De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de hand van de tekening, die een aantal uitvoerings- 2 voorbeelden van het brandstoftoevoersysteem voor een oliebrander volgens de uitvinding weergeeft.
3
Figuur 1 is een gedeeltelijke verticale doorsnede van een essentieel deel van een oliebrander, waarin 4 een uitvoeringsvoorbeeld van een dergelijk brandstoftoevoersysteem is opgenomen.
5
Figuur 2 is een schematisch vooraanzicht, gedeeltelijk in doorsnede, van een uitvoering van het 6 brandstoftoevoersysteem volgens figuur 1.
Figuur 3 is een schematisch vooraanzicht, gedeeltelijk in doorsnede, van een gewijzigde uitvoering van het brandstoftoevoersysteem volgens figuur 2.
194411 2
Figuur 4 is een gedeeltelijke verticale doorsnede van een oliebrander, waarin een andere uitvoering van het brandstoftoevoersysteem is opgenomen.
In de verschillende figuren zijn overeenkomstige onderdelen met dezelfde verwijzingscijfers aangeduid.
5 In figuur 1 zijn een oliebrander en een brandstoftoevoersysteem in hun geheel aangeduid met de verwijzingscijfers 10, respectievelijk 12, De oliebrander 10 is uitgevoerd als een inwendig roodgloeiend wordende oliebrander van het pot-type. Het voorgestelde brandstoftoevoersysteem kan ook bij oliebranders van een ander type worden toegepast.
De oliebrander 10 van het pot-type kan op zichzelf op een in de techniek bekende wijze zijn geconstru-10 eerd. Meer in het bijzonder omvat de oliebrander 10 een huis 14 met een althans ongeveer cilindrische vorm en een verbrandingssectie, die is ondergebracht in het huis 14. In dit voorbeeld is de verbrandings-sectie voorzien van een pot 16. De pot 16 is bedoeld voor het daarin tot stand brengen van de verdamping, de ontsteking en de verbranding van hieraan toegevoerde vloeibare brandstof, zoals kerosine, door middel van het voorgestelde brandstoftoevoersysteem. Hiertoe bezit de pot 16 een onderste kamer 18 voor de 15 verdamping en ontsteking van vloeibare brandstof, en een bovenste kamer 20 voor de verbranding van hierin gevormde vloeibare brandstof, welke kamers 18 en 20 van elkaar zijn gescheiden door een horizontale scheidingswand 22. De scheidingswand 22 is in het middengedeelte ervan uitgevoerd met een opening 24, door welke de kamers 18 en 20 met elkaar in verbinding staan. In de onderste kamer 18 is een elektrisch verhittingsorgaan 26 aangebracht, dat dient voor het verhitten van aan de pot 16 toegevoerde 20 vloeibare brandstof, teneinde deze te verdampen en de verdampte vloeibare brandstof te ontsteken onder gebruikmaking van lucht, die wordt toegevoerd door gaten 28, welke in een zijwand van de onderste kamer 18 zijn gevormd.
De bovenste kamer 20 bezit een plaatorgaan 30, dat op de scheidingswand 22 steunt en dat boven de opening 24 is geplaatst. Het plaatorgaan 30 bezit de vorm van een omgekeerd bord en fungeert voor het 25 verspreiden van een vlam van vloeibare brandstof, die in de onderste kamer 18 is ontstoken en voor het uitvoeren van de verbranding van vloeibare brandstof onder gebruikmaking van lucht, die aan de kamer 20 wordt toegevoerd via een aantal gaten 32, die in een zijwand van de kamer 20 zijn gevormd.
In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is de pot 16 opgehangen in het huis 14 door middel van een bovenplaat 34 van de pot 16, die zich buitenwaarts vanaf de pot 16 naar het huis 14 uitstrekt, zodat een 30 luchttoevoer 36 kan worden gevormd tussen het huis 14 en de pot 16 voor het daardoorheen toevoeren van lucht van een luchtventilator 38 naar de pot 16. Hiertoe staat de luchttoevoer 36 via gaten 28 en 32 in verbinding met de pot 16.
Voorts omvat de oliebrander 10 een verbrandingscilinder 40, die boven de pot 16 is aangebracht op een zodanige wijze, dat deze in verbinding staat met de pot. De verbrandingscilinder 40 is geschikt voor het 35 hierin voltooien van de verbranding van vloeibare brandstof, die in de pot is aangevangen en voor het afvoeren van warmtestralen naar het uitwendige van de oliebrander. De verbrandingscilinder 40 omvat een cilinderorgaan 42 en een warmtedoorlatende cilinder 44, waartussen een ruimte 46 is gevormd. Het cilinderorgaan 42 is voorzien van een buitenste geperforeerde cilinder 48 en een binnenste geperforeerde cilinder 50. De in de constructie 40 voltooide verbranding veroorzaakt, dat het cilinderorgaan 42 rood-40 gloeiend wordt, in zodanige mate, dat daarvandaan warmtestralen buitenwaarts door de warmtedoorlatende cilinder 44 worden uitgezonden. Het door de verbranding geproduceerde verbrandingsas wordt bovenwaarts afgevoerd uit de constructie 40 naar een kamer.
Voorts bezit de oliebrander 10 in het onderste deel een oliereservoir 52 voor het opslaan van vloeibare brandstof 54 daarin.
45 Het brandstoftoevoersysteem 12, dat schematische in figuur 1 en meer gedetailleerd in figuur 2 is weergegeven, omvat een brandstoftoevoerpijp 56, die is aangebracht tussen het oliereservoir 52 en de pot 16 op zodanige wijze, dat deze met beide in verbinding staat, in de weergegeven uitvoering is de brandstoftoevoerpijp 56 aan een uiteinde daarvan voorzien van een sproeipijp 58, die dient voor het in de vorm van een nevel bestaande uit fijne druppels afgeven van vloeibare brandstof in de pot 16. Het brandstoftoevoer-50 systeem 12 omvat eveneens een tussen de brandstoftoevoerpijp 56 en het oliereservoir 52 geplaatste pomp 60 voor het opzuigen van vloeibare brandstof 54 uit het oliereservoir 52 naar de brandstoftoevoerpijp 56, die in de weergegeven uitvoering is voorzien van een elektromagnetische pomp. Een luchtdoorlaatpijp 62 is aangesloten tussen de brandstoftoevoerpijp 56 en de luchttoevoer 36. Het brandstoftoevoersysteem volgens de weergegeven uitvoering omvat een mechanisme voor het voorkomen dat vloeibare brandstof uitstroomt 55 door de luchtdoorlaatpijp 62, hetgeen in figuur 2 bij de verwijzingsletters A-C is aangeduid. Meer in het bijzonder duidt A een verbinding tussen de luchtdoorlaatpijp 62 en de brandstoftoevoerpijp 56 aan, terwijl B een in een gedeelte van de brandstoftoevoerpijp 56 stroomafwaarts van de verbinding A aangebrachte 3 194411 verhoging aanduidt, en C een in de luchtdoorlaatpijp 62 aangebrachte verhoging is. De hoogterelatie tussen A, B en C is zodanig, dat de verhoging B boven de verbinding A is gevormd, terwijl de verhoging C boven de verhoging B is geplaatst. Bovendien is de verhoging B zodanig geplaatst, dat deze voortdurend boven het niveau van vloeibare brandstof in de luchtdoorlaatpijp tijdens de verbranding is gepositioneerd.
5 De onderlinge hoogterelatie, zoals hierboven is beschreven, leidt ertoe, dat vloeibare brandstof in de luchtdoorlaatpijp 62 voortdurend op een niveau D onder de verhoging B van de brandstoftoevoerpijp 56 wordt gehouden tengevolge van de luchtdruk, die via de luchtdoorlaatpijp 62 wordt uitgeoefend onder invloed van de luchtventilator 38. Hoewel vloeibare brandstof de luchtdoorlaatpijp 62 binnentreedt, wordt zo het uitstromen van vloeibare brandstof door de luchtdoorlaatpijp naar een sectie anders dan de pot 16 op 10 effectieve wijze voorkomen tijdens de verbranding in de oliebrander.
Het brandstoftoevoersysteem 12 volgens de weergegeven uitvoering omvat voorts een terugvoerpijp 64 voor het direct of indirect verbinden van de brandstoftoevoerpijp 56 met het oliereservoir 52. De terugvoerpijp 64 bezit een verhoging E, die qua hoogte tussen de verhoging B van de brandstoftoevoerpijp en de verhoging C van de luchtdoorlaatpijp is geplaatst, zodat zelfs wanneer tengevolge van enig mankement een 15 overmatige stijging van vloeibare brandstof in de luchtdoorlaatpijp plaatsvindt, de terugvoerpijp 64 een uitweg verschaft, waardoor wordt voorkomen, dat vloeibare brandstof door de luchtdoorlaatpijp uitstroomt.
Thans zal de werking van de hiervoor beschreven uitvoering van het brandstoftoevoersysteem worden beschreven aan de hand van de figuren 1 en 2.
Allereerst wordt de pot 16 tot een vooraf bepaalde temperatuur verhit door middel van het verhittings-20 orgaan 26, waarna de pomp 60 en de luchtventilator 38 in werking worden gesteld, teneinde vloeibare brandstof 54 vanuit het oliereservoir 52 aan de pot 16 toe te voeren, respectievelijk verbrandingslucht door de luchtdoorlaat 36 aan de pot 16 af te geven. De op deze wijze toegevoerde vloeibare brandstof wordt ontstoken en een verbranding wordt uitgevoerd onder gebruikmaking van verbrandingslucht in de verhitte pot en de verbrandingscilinder 40, zodat het cilinderorgaan 42 roodgloeiend kan worden, teneinde 25 warmtestralen daarvandaan af te voeren door de warmtedoorlatende cilinder 44 naar een kamer.
Tijdens de verbranding in de oliebrander oefent de luchtventilator 38 voortdurend druk uit op de in de luchtdoorlaatpijp 62 via de luchttoevoer 36 aangevoerde lucht, hetgeen ertoe leidt, dat het niveau D van de vloeibare brandstof in de luchtdoorlaatpijp 62 voortdurend onder de verhoging C wordt gehouden. Wanneer de brandstoftoevoerpijp 56 aan zijn uiteinde of sproeier met teer of dergelijke wordt verstopt, kan deze geen 30 vloeibare brandstof aan de pot toevoeren, waardoor het niveau D stijgt. Niettemin gaat het opzuigen van vloeibare brandstof naar de brandstoftoevoerpijp 56 door middel van de pomp 60 door. Op dat moment bereikt het olieniveau B in de luchtdoorlaatpijp 62 evenwel de verhoging E van de terugvoerpijp voordat het tot de verhoging C van de luchtdoorlaatpijp stijgt, zodat een overmaat aan, door de pomp 60 opgezogen vloeibare brandstof, op effectieve wijze terug kan worden gevoerd door de terugvoerpijp 64 naar het 35 oliereservoir 52, teneinde te voorkomen, dat enig vloeibare brandstof door de luchtdoorlaatpijp 62 uitstroomt.
Figuur 3 toont een wijziging van de in het voorgaande beschreven uitvoering. Deze wijziging is zodanig, dat een terugvoerpijp 64 aan één uiteinde daarvan is verbonden met een luchtdoorlaatpijp 62 onder de verhoging C van de luchtdoorlaatpijp, teneinde de constructie van het brandstoftoevoersysteem meer te vereenvoudigen. Het verdient de voorkeur, dat de terugvoerpijp 64 aan het andere uiteinde daarvan 40 voortdurend is ondergedompeld in vloeibare brandstof 54 in een oliereservoir 52. Dit leidt ertoe, dat een niveau van vloeibare brandstof in een gedeelte van de terugvoerpijp 64, dat is ondergedompeld in de vloeibare brandstof 54 in het oliereservoir 52 zich voortdurend onder een niveau van vloeibare brandstof in het oliereservoir, zoals weergegeven in figuur 3, bevindt, tengevolge van de op de lucht in de terugvoerpijp via de luchtdoorlaatpijp 62 uitgeoefende luchtdruk, waardoor op effectieve wijze wordt voorkomen, dat via 45 de luchtdoorlaatpijp werkende luchtdruk door de terugvoerpijp 64 lekt. Voorts is in de wijziging volgens figuur 3 de brandstoftoevoerpijp 56 in een gedeelte daarvan gevormd tot een U-vorm, terwijl de luchtdoorlaatpijp 62 is aangesloten op een bodem van het U-vormige gedeelte van de brandstoftoevoerpijp 56. Het overige gedeelte van de gewijzigde uitvoering kan in hoofdzaak op dezelfde wijze zijn geconstrueerd als de in het voorgaande beschreven uitvoering.
50 Figuur 4 toont een andere uitvoering van een brandstoftoevoersysteem voor een oliebrander. In de uitvoering volgens figuur 4 is een uitstroming voorkomend mechanisme voorzien van een sensororgaan 66 voor het detecteren van een variatie in een niveau van vloeibare brandstof in een luchtdoorlaatpijp 62. Het sensororgaan 66 is verbonden met een alarminrichting 68 en kan de alarminrichting 68 in werking stellen wanneer het de variatie detecteert. Als alternatief kan het sensororgaan 66 zijn verbonden met een 55 automatische brandblusinrichting. Het sensororgaan 66 kan zijn voorzien van een in de luchtdoorlaatpijp 62 aangebrachte, geschikte, niveausensor.
In de uitvoering volgens figuur 4 detecteert de sensor 66 een variatie in een niveau van de vloeibare

Claims (4)

194411 4 brandstof in de luchtdoorlaatpijp 62, die is veroorzaakt door het verstoppen van een uiteinde van de brandstoftoevoerpijp 56 of een sproeier 58 met teer en stelt de sensor 66 het alarm 68 in werking. Dit leidt ertoe, dat een gebruiker de onregelmatigheid opmerkt, teneinde te voorkomen, dat vloeibare brandstof door de luchtdoorlaatpijp uitstroomt. 5
1. Brandstoftoevoersysteem voor een oliebrander, die is voorzien van een oliereservoir, een verbrandings-10 sectie, een luchttoevoer en een luchtventilator voor het gedwongen toevoeren van verbrandingslucht door de luchttoevoer aan de verbrandingssectie, welk brandstoftoevoersysteem is voorzien van een brandstoftoevoerpijp, die is aangesloten tussen het oliereservoir en de verbrandingssectie, teneinde daardoorheen olie vanuit het oliereservoir naar de verbrandingssectie te voeren, en een pomporgaan voor het aanzuigen van vloeibare brandstof vanuit het oliereservoir naar de brandstoftoevoerpijp, ene en luchtdoorlaatpijp, die 15 aan één uiteinde daarvan via een verbinding is aangesloten op de brandstoftoevoerpijp en aan het andere uiteinde daarvan is aangesloten op een inlaatzijde van de luchttoevoer, waarbij de luchtdoorlaatpijp is voorzien van een deel met een verhoging die gepositioneerd is boven ieder deel van de brandstoftoevoerpijp tussen genoemde verbinding en de verbrandingssectie, met het kenmerk, dat de brandstoftoevoerpijp (56) bij een gedeelte daarvan tussen de verbinding en de verbrandingssectie (16) eveneens is voorzien van 20 een verhoging (B).
2. Brandstoftoevoersysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de verhoging (C) van de luchtdoorlaatpijp (62) boven de verhoging (B) van de brandstoftoevoerpijp (56) is geplaatst en een terugvoerpijp (64) is aangebracht tussen het oliereservoir (52) en de brandstoftoevoerpijp (56), waarbij de terugvoerpijp (64) een verhoging (E) bezit, die is geplaatst tussen de verhoging (C) van de luchtdoorlaatpijp (62) en die 25 (B) van de brandstoftoevoerpijp (56).
3. Brandstoftoevoersysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een terugvoerpijp (64) aan één uiteinde via de luchtdoorlaatpijp (62) met de brandstoftoevoerpijp (56) is verbonden, zodat een gedeelte van de luchtdoorlaatpijp (62) tussen de terugvoerpijp (64) en de verbinding kan fungeren als een deel van de toevoerpijp, terwijl de terugvoerpijp (64) aan het andere uiteinde is ondergedompeld in, in het oliereservoir 30 (52) opgeslagen, vloeibare brandstof.
4. Brandstoftoevoersysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat is voorzien in een sensororgaan (66) voor het detecteren van een variatie in het niveau van vloeibare brandstof in de luchtdoorlaatpijp (62). Hierbij 4 bladen tekening
NL8700184A 1986-01-29 1987-01-27 Brandstoftoevoersysteem voor een oliebrander. NL194411C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP1986011339U JPH0232993Y2 (nl) 1986-01-29 1986-01-29
JP1133986 1986-01-29

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8700184A NL8700184A (nl) 1987-08-17
NL194411B NL194411B (nl) 2001-11-01
NL194411C true NL194411C (nl) 2002-03-04

Family

ID=11775272

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8700184A NL194411C (nl) 1986-01-29 1987-01-27 Brandstoftoevoersysteem voor een oliebrander.

Country Status (4)

Country Link
US (1) US4767316A (nl)
JP (1) JPH0232993Y2 (nl)
KR (1) KR900008427B1 (nl)
NL (1) NL194411C (nl)

Families Citing this family (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2296317A (en) * 1994-12-19 1996-06-26 Harworth Heating Ltd Liquid fuel burner apparatus
JP3425710B2 (ja) 1997-05-30 2003-07-14 株式会社トヨトミ 石油燃焼器の室温制御装置
US5749284A (en) * 1997-06-09 1998-05-12 Chiu; Chun-Mu Earthen kiln cooking pot
US6390807B1 (en) * 2001-03-01 2002-05-21 Toyotomi Kogyo Co Ltd Pot type oil burner with unnoticeable bad odor
CN102278751B (zh) * 2010-01-10 2012-12-05 伍镜清 一种燃油燃烧节能的方法及其燃烧器
CN102278752B (zh) * 2010-04-15 2013-08-14 伍镜清 一种燃烧燃油缓减温室气体排放方法
JP2016057007A (ja) * 2014-09-10 2016-04-21 株式会社ノーリツ 燃焼装置

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB746068A (en) * 1953-09-25 1956-03-07 Urquhart S 1926 Ltd Improvements relating to the supply of fuel to liquid fuel burners
GB908973A (en) * 1960-05-21 1962-10-24 Sankey & Sons Ltd Joseph Improvements relating to oil-burning space-heating appliances
CH387212A (de) * 1960-10-19 1965-01-31 Kuehlapparate Gmbh Olofen der Schalenbrennerbauart
US3408152A (en) * 1967-04-03 1968-10-29 American Air Filter Co Liquid fuel supply assembly
DE3100414A1 (de) * 1981-01-09 1982-08-12 Karl-Heinz Dr. 7770 Überlingen Stahl Vorrichtung an einem schwingbrenner zur steuerung des austritts von zu vernebelndem wirkstoff aus einer austrittsduese
JPS60128271A (ja) * 1983-12-15 1985-07-09 Tsurumi Soda Kk 金属銅及び塩素の製造方法
US4688546A (en) * 1984-01-30 1987-08-25 Sharp Kabushiki Kaisha Deodorizing device for oil stove
JPS61170853A (ja) * 1985-01-24 1986-08-01 Nec Corp デ−タ伝送装置

Also Published As

Publication number Publication date
NL194411B (nl) 2001-11-01
NL8700184A (nl) 1987-08-17
JPH0232993Y2 (nl) 1990-09-06
KR900008427B1 (ko) 1990-11-20
JPS62125828U (nl) 1987-08-10
KR870007398A (ko) 1987-08-19
US4767316A (en) 1988-08-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL194411C (nl) Brandstoftoevoersysteem voor een oliebrander.
US4545758A (en) Pot-type oil burner
US4614493A (en) Heat radiation-type oil burner
CA2014362C (en) Method and apparatus for burning liquid fuel
US1503850A (en) Oil burner
US670326A (en) Hydrocarbon-burner.
JPH0711311Y2 (ja) 石油燃焼器の燃料供給装置
JPS602418Y2 (ja) 液体燃料焼装置
JP2865406B2 (ja) 液体燃料燃焼装置
US1071749A (en) Hydrocarbon-igniter.
JPS58500297A (ja) 廃油の燃焼方法および装置
US317567A (en) Vapor-burner
US1740062A (en) Oil burner
US253607A (en) Oil-stove
US1329066A (en) Joseph g
US746596A (en) Oil-burner.
US392021A (en) Petroleum-burner
US209650A (en) Improvement in heating apparatus
US1199895A (en) Oil-burning heater.
US1619738A (en) Oil burner
US570854A (en) Vapor-burner
JP2501660Y2 (ja) 液体燃料燃焼装置
US1862691A (en) Oil burner
JPH0449456Y2 (nl)
US1510916A (en) Oil burner

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V4 Discontinued because of reaching the maximum lifetime of a patent

Effective date: 20070127