NL194120C

NL194120C - Hijsframe voor het hijsen van containers.

Info

Publication number: NL194120C
Application number: NL8800713A
Authority: NL
Original assignee: Stinis Jr Krimpen Holding B V
Priority date: 1988-03-22
Filing date: 1988-03-22
Publication date: 2001-07-03
Also published as: NL194120B; NL8800713A; NO169378B; NO891161L; JPH01299188A; AU607845B2; GB2216492B; KR0140215B1; JP2613472B2; ES2013852A6; AU3117689A; NO891161D0; GB8906051D0; KR890014372A; NO169378C; GB2216492A

Description

1 194120

Hijsframe voor het hijsen van containers

De uitvinding heeft betrekking op een hijsframe voor het aangrijpen van, koppelen met en hijsen van een container, bestaande uit ten minste één langsbalk en ten minste twee dwarsbalken, met op de einddelen 5 van de dwarsbalken omlaag gerichte, op bijpassende openingen en in de container door rotatie vergrendel-bare vergrendelorganen en een met een tussen twee eindstanden roteerbare bedieningshefboom gekoppeld bedieningsmechanisme voor het bedienen van de vergrendelorganen en in het bedieningsmechanisme opgenomen, in één richting werkzame koppelinrichting, zodanig dat het roteren van het vergrendelorgaan in elke richting plaatsvindt bij een beweging van de bedieningshefboom naar één bepaalde van de eindstan-10 den.

Een hijsframe van dit type is bekend uit het Duitse ’’Offenlegungsschrift” 2.803.935 Hijsframes, in de vakwereld spreaders genoemd, worden gebruikt voor het hijsen van containers. Het meest eenvoudige type hijsframe wordt in gebruik op een te hijsen container neergelaten en door een bedieningsman zodanig gepositioneerd, dat de vergrendelorganen in de daartoe bedoelde openingen in de container terechtkomen. 15 Vervolgens vergrendelt de bedieningsman de vergrendelorganen en kan de container worden opgehesen.

Daarnaast zijn complexe en derhalve dure volautomatische hijsframes bekend, waarmee met behulp van bijvoorbeeld infrarode besturingsorganen het hijsframe automatisch op de container wordt neergelaten en vervolgens wordt vergrendeld. Dergelijke kranen en hijsframes zijn in grotere, goed geoutilleerde havens op de wal gemonteerd en zijn alleen economisch toepasbaar indien grote hoeveelheden containers moeten 20 worden verwerkt.

In het hierboven genoemde Duitse ’’Offenlegungsschrift’' 2.803.935 wordt nu een in bovenaanzicht l-vormig hijsframe beschreven dat voorzien is van een mechanisme voor het bedienen van de vergrendelorganen die op de uiteinden van het frame zijn aangebracht. Dit mechanisme omvat een bedieningshefboom die door middel van een in een richting werkzame koppeling met de vergrendelorganen is 25 verbonden. Daarbij omvat deze koppeling een tand-pal-ratelmechanisme en een over-center-veer. De bedieningshefboom is in zijn de vergrendelorganen naar hun vergrendelstand dwingende positie omhoog gericht. Het mechanisme bedient de vergrendelorganen wanneer een met de bedieningshefboom verbonden hijskabel van het hijsframe wordt aangetrokken.

Hoewel dit bekende hijsframe relatief eenvoudig van constructie en daarnaast gemakkelijk bedienbaar is, 30 heeft dit het nadeel, dat de vergrendeling tot stand gebracht moet worden tijdens de eerste fase van de hijsbeweging van het frame. Dit brengt het risico met zich mee, dat een of meer vergrendelorganen onjuist, onvolledig of helemaal niet vergrendeld worden, waarna bij het ophijsen van de container deze scheef kan komen te hangen of zelfs van het hijsframe kan vallen.

De uitvinding beoogt hiervoor een oplossing te vinden, zodanig dat alleen wanneer het frame op juiste 35 wijze gekoppeld is met de container, hetgeen door de bedieningsman visueel kan worden waargenomen, de hijsverrichting kan plaatsvinden.

Dit wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat die bepaalde eindstand wordt bereikt onder invloed van het eigen gewicht van de roteerbare hefboom.

Doordat de bedieningshefboom onder zijn eigen gewicht naar de actieve eindstand beweegt en derhalve 40 de energie nodig voor het koppelen, althans over het eerste dele van de slag, ontleend wordt aan het gewicht van de bedieningshefboom, wordt door de positieve koppeling alleen de eindstand van de bedieningshefboom bereikt wanneer op juiste wijze koppeling heeft kunnen plaatsvinden. Ondervinden de vergrendelorganen daarbij een sterke weerstand, dan zal de bedieningshefboom niet verder omlaag kunnen bewegen, hetgeen door de bedieningsman wordt waargenomen. Deze zal derhalve de bedieningshefboom 45 terugbewegen, waardoor de vergrendelorganen in een niet-koppelende stand komen en zijn poging tot koppelen vervolgens herhalen door opnieuw te trachten de bedieningshefboom onder zijn eigen gewicht omlaag te doen bewegen.

Dankzij de oplossing volgens de uitvinding is het mogelijk dat de hijskabel aangehecht wordt aan de bedieningshefboom. Aangezien de teruggaande slag, dat wil zeggen naar de opgerichte stand van de 50 bedieningshefboom de loze slag is en de bedieningshefboom in de opgerichte eindstand de niet-actieve stand inneemt, kan de hefboom in deze stand als aanhechtingspunt voor de hijskabel dienst doen en kan de container aan deze hefboom worden gehesen.

Voorkeursuitvoeringen van het hijsframe volgens de uitvinding zijn beschreven in de volgconclusies.

55 De uitvinding zal aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld worden verduidelijkt. In de tekeningen toont: figuur 1 een perspectivisch aanzicht van een container met het hijsframe volgens de uitvinding, figuur 2 een perspectivisch aanzicht in opengewerkte vorm van het hijsframe volgens de uitvinding,

Claims

194120 2 figuur 3 een doorsnedeaanzicht volgens de lijn lll-lll in figuur 2, figuur 4 een doorsnedeaanzicht volgens de lijn IV—IV in figuur 3, figuur 5 een soortgelijk aanzicht als figuur 4 met het omkeermechanisme in de andere eindstand, en figuur 6 een perspectivisch aanzicht volgens de pijl VI in figuur 2. 5 Het hijsframe 1 voor het aangrijpen en koppelen met en hijsen van een container 2 wordt gevormd door de langsbalk 3 en aan de einddelen van de langsbalk 3 twee dwarsbalken 4 respectievelijk 5. Op de dwarsbalken 4, 5 zijn aan de einden ervan vleugels 29, 30, 31 en 131 aangebracht welke in getekende toestand het frame 1 kunnen geleiden naar een positie boven de container 2. De container vertoont op de hoekpunten 10 een aantal openingen, bijvoorbeeld 6. Bij het vieren van de hijskabel 12 daalt het frame 1 op de container en vallen, bij een juiste positionering, de vergrendelorganen, bijvoorbeeld 7, in de bijbehorende opening 6. Nabij elk vergrendeiorgaan 7 is een vrijgeefpen, bijvoorbeeld 22 geplaatst. Bij het op juiste wijze op de container plaatsen van het hijsframe wordt de vrijgeefpen verticaal omhoog bewogen en in een stand gebracht waarbij door rotatie van het vergrendeiorgaan 7 de daarop aangebrachte nok 20 in de sleuf 21 in 15 de vrijgeefpen 22 kan worden gebracht. De bedieningshefboom 8 is via het bedieningsmechanisme 9 met de vergrendelorganen 7 gekoppeld. In het bedieningsmechanisme 9 is een in één richting werkzame koppelinrichting 10 opgenomen. De koppelinrichting 10 bestaat uit een omkeermechanisme 15 met een rotatiebedieningsstang 13 voor de vergrendelorganen 7. Het omkeermechanisme 15 omvat een gaffel 14, die zwenkbaar is tussen de ene eindstand volgens figuur 4 en de andere eindstand volgens figuur 5. Bij het 20 omlaag bewegen van de bedieningshefboom 8 wordt de vork 16 geroteerd zodanig dat de tand 17 in contact komt met de gaffel 14 en deze naar de in figuur 5 met stippellijnen aangegeven stand beweegt tegen de werking van de veer 19 in. Door de zwenkbeweging van de gaffel 14 roteert de rotatiebedieningsstang 13 en roteren de vergrendelorganen 7 naar de vergrendelende stand indien de vrijgeefpen 22 op de bovenbeschreven wijze het vergrendeiorgaan 7 heeft vrijgegeven. Het laatste deel van deze beweging wordt 25 bevorderd door het bi-stabiele veerstelsel 23, waarvan de gasveer 24 deel uitmaakt. Het omkeermechanisme 15 bevat eveneens een bi-stabiel veerstelsel waarin de drukveer 19 is opgenomen. Aan het einde van de bovenbeschreven beweging bevindt het omkeermechanisme 15 zich in de in figuur 5 met stippellijn aangegeven stand. Een verdere beweging onder invloed van het veermechanisme 19 vanuit de in figuur 4 met stippellijn aangegeven stand naar de in figuur 5 met getrokken lijnen aangegeven stand is niet 30 mogelijk aangezien de gaffel 14 wordt geblokkeerd door de tand 18. Eerst na de teruggaande beweging van de bedieningshefboom 8 is een verdere beweging van het omkeermechanisme onder invloed van de veer 19 naar de in figuur 5 getekende stand mogelijk. Tijdens deze teruggaande beweging wordt het bedieningsmechanisme 8 niet geactiveerd. Bij het bereiken van de in figuur 1 getekende stand van de hefboom kan de hijskabel 12, die op het punt 11 verbonden is met de hefboom 8, worden gespannen en de container 2 35 worden gehesen. Nadat de container is verplaatst, kan door het vieren van de kabel 12 de bedieningshefboom 8 onder invloed van het eigen gewicht weer bewegen naar de andere eindstand waarbij het bedieningsmechanisme 9 opnieuw wordt bediend. Dit heeft tot gevolg dat de vork 18 in contact komt met de gaffel 14 en deze roteert van de in figuur 5 aangegeven stand naar de in figuur 4 aangegeven stand met als tussenstand de 40 in de figuren 4 en 5 met onderbroken lijnen aangegeven stand. Ten gevolge hiervan wordt de rotatie-bedieningsas 13 in tegengestelde richting als bij de voorgaande werkzame slag geroteerd hetgeen tot gevolg heeft dat de vergrendelorganen 7 weer worden geroteerd naar de ontgrendelstand. Bij de daaropvolgende beweging onder invloed van het spannen van de kabel 12 naar de in figuur 1 getekende stand van de bedieningshefboom 8 wordt het hijsframe 1 van de container 2 gelicht. 45 Wanneer men over wenst te gaan op handbediening kan het vergrendeiorgaan 26 omhoog worden geklapt, zodat de bedieningshefboom 8 in de in figuur 1 en 2 getekende stand wordt geblokkeerd. Vervolgens kan met behulp van de handbedieningshefboom 25 de rotatiebedieningsstang 13 in de gewenste richting worden geroteerd. De stand van de handbedieningshefboom 25 is door de bedienings-man van de hijskranen op afstand waarneembaar, zodat hiermee een visuele controle over de bedrijfs-50 toestand wordt verkregen.

1. Hijsframe voor het aangrijpen van, koppelen met en hijsen van een container, bestaande uit ten minste één langsbalk en ten minste twee dwarsbalken, met op de einddelen van de dwarsbalken omlaag gerichte, op bijpassende openingen en in de container door rotatie vergrendelbare vergrendelorganen en een met 3 194120 een tussen twee eindstanden roteerbare bedieningshefboom gekoppeld bedieningsmechanisme voor het bedienen van de vergrendelorganen en in het bedieningsmechanisme opgenomen, in één richting werkzame koppelinrichting, zodanig dat het roteren van het vergrendelorgaan in elke richting plaatsvindt bij een beweging van de bedieningshefboom naar één bepaalde van de eindstanden, met het kenmerk, dat die 5 bepaalde eindstand wordt bereikt onder invloed van het eigen gewicht van de roteerbare hefboom (8).

2. Hijsframe volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de koppelinrichting (10) bestaat uit een met een rotatiebedieningsstang (13) voor de vergrendelorganen (7) gekoppeld, een gaffel (14) vertonend omkeer-mechanisme (15), dat samenwerkt met een roteerbaar, vorkvormig, door de bedieningshefboom (8) aangedreven orgaan (16), waarvan één van de tanden (17) bij rotatie in één richting de gaffel (14) aangrijpt 10 en doet roteren en de andere tand (18) bij rotatie in dezelfde richting de gaffel (14) in de andere richting doet roteren.

3. Hijsframe volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de gaffel (14) onder voorspanning staat van een bi-stabiel veerstelsel (19).

4. Hijsframe volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in het bedieningsmechanisme 15 (9) een bi-stabiel veerstelsel (23) opgenomen is.

5. Hijsframe volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het bi-stabiele veerstelsel (23) een gasveer omvat. Hierbij 4 bladen tekening