NL194077C - Stapelbare en nestbare houder of krat. - Google Patents

Description

4 1 194077

Stapelbare en nestbare houder of krat

De uitvinding heeft betrekking op een stapelbare of nestbare houder of krat met een bodem en paren daarvan opstaande, tegenover elkaar gelegen wanden, waarbij van een paar wanden elke wand is voorzien 5 van twee sleuven, die aan weerszijden ervan zijn gelegen en zich van een eerste uiteinde, dat nabij de inlaatopening van de houder is gelegen, dwars ten opzichte van een hoogterichting van de wanden, uitstrekkend naar een tweede uiteinde dat dichter bij een hartlijn van de houder ligt dan het eerste uiteinde, waarbij twee staven aanwezig zijn, elk waarvan met zijn uiteinden in de sleufrichting verschuifbaar is opgenomen in een bijbehorend paar tegenover elkaar gelegen sleuven, zodanig dat indien de staven tegen 10 het eerste uiteinde van hun sleuven rusten een gelijksoortige houder nestbaar is in de houder en indien de staven tegen het tweede uiteinde rusten een gelijksoortige houder door neerzettem op de staven op de houder stapelbaar is.

Een dergelijke stapelbare en nestbare houder of krat is bekend uit FR octrooischrift 1.131.652, waarbij de sleuven een horizontaal boveneinde en een hellend benedeneinde hebben. De staven moeten handmatig 15 worden verplaatst tussen een stapelstand, waarin de staven tegen het onderste uiteinde van de sleuven zijn afgesteund.en_een neststand waarin de staven door het bovenste uiteinde van de sleuven worden gedragen. Zowel in de stapelstand, als in de neststand worden in het normale gebruik de houders met hun invoeropening naar boven gericht.

Voorafgaand aan het stapelen of nesten van de houders dient een visuele inspectie plaats te vinden of 20 de ondersteunende staven zich in de juiste positie bevinden. Tevens is de instelling van de stand van de ondersteunende staven niet bedrijfszeker aangezien deze bij hanteren van de houders kunnen verschuiven. Dit maakt het stapelen en nesten, dat veelal handmatig en snel wordt uitgevoerd, tijdrovend en onderhevig aan mogelijke fouten. Dit kan weer leiden tot productbeschadiging indien de staven uiteen zijn geschoven, zodat wordt genest in plaats van wordt gestapeld, terwijl omgekeerd de ruimtebesparing onvoldoende wordt 25 benut wanneer de staven naar elkaar zijn geschoven, zodat wordt gestapeld in plaats van genest

De uitvinding beoogt een nestbare en stapelbare houder van de bekende soort te verbeteren, waarbij het nesten en stapelen naar keuze bedrijfszeker, snel en op eenvoudige wijze kan worden uitgevoerd.

Hiertoe heeft de houder of de krat volgens de uitvinding als kenmerk, dat de sleuven over hun gehele lengte zodanig hellend zijn uitgevoerd, en een zodanige breedte hebben ten opzichte van die van de 30 staven, dat deze ruim in de sleuven passen en uitsluitend onder de invloed van de zwaartekracht tussen de stapelstand en de neststand verschuifbaar zijn.

De houder of krat volgens de onderhavige uitvinding zal in de rechtopgeplaatste positie, waarbij de uitvoering naar boven wijst, automatisch in de stapelstand verkeren. Bij omkering van de houder, waarbij de invoeropening naar onderen wordt gericht, zullen de staven zich automatisch naar de neststand begeven.

35 Hierdoor bevinden de staven zich tijdens het hanteren altijd in dezelfde stand bij een gelijkblijvende stand van de houders, waardoor geen controle van die stand meer nodig is en ook telkens van te voren te bekend is welke handelingen uitgevoerd moeten worden, welke handelingen telkens hetzelfde zijn. Hierdoor kan het stapelen of nesten snel en doelmatig plaatsvinden, waarbij slechts de stand van de houder als geheel vastgesteld hoeft te worden. Hierdoor is het voldoende bij overgaan van nesten op stapelen de houder om 40 te keren, hetgeen een eenvoudige en bedrijfszekere handeling is.

In de niet vóórgepubliceerde Nederlandse octrooiaanvrage 9201031 van Aanvraagster is beschreven dat in plaats van door zwaartekracht verschuifbare staven, als steunorganen, nestbare en stapelbare houders of kratten kunnen worden verkregen door toepassing van door alleen de zwaartekracht kantelbaar met de zijwanden van de kratten verbonden steunorganen, die bij omkering, door de ligging van het zwaartepunt 45 tussen een stapelstand en een neststand kunnen kantelen.

De uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de tekening.

Hierbij toont:

Figuur 1 een aanzicht in perspectief van een houder volgens de uitvinding; 50 Figuur 2 een aanzicht in doorsnede van twee houders volgens de uitvinding; de linker helft gestapeld, de rechter helft genest; en

Figuur 3 een detail van figuur 2 van de linker helft.

Figuur 1 toont een houder 1 of krat met een bodem 2 en twee paar tegenover elkaar gelegen wanden 3, 4, 55 welke van de bodem 2 afstaan. Langs elk van het paar wanden 4 loopt een staaf 5, hier een rechte, ronde staaf. Daarbij steekt de staaf 5 aan de uiteinden vrij verschuifbaar in geleidingssleuven 6, welke zijn uitgespaard in de wanden 3. Zoals is weergegeven, is elke geleidingssleuf 6 onder een hoek van in

Claims (3)

15 In de rechterhelft van figuur 2 wordt getoond de situatie waarbij de houder 1' in de houder 1 is genest De staaf 5 van de houder 1 bevindt zich daartoe in de met stippellijnen in figuur 3 weergegeven stand. In deze stand kan de bodem 2/ van de houder Y de staaf 5 vrij passeren. Zoals uit figuur 3 blijkt, zal bij met de bodem 2 op de grond geplaatste houder 1 de staaf 5 automatisch onder de werking van de zwaartekracht naar de met doorgetrokken lijnen getoonde stand wordt gedwongen, 20 waarbij de uiteinden vrij bewegen door de sleuven 6. Wordt de houder op zijn kop gezet, dus met de bodem van de grond afgekeerd, dan wordt de staaf 5 door de zwaartekracht naar de met stippellijnen weergegeven stand gedwongen. Door de vrije geleiding zal de staaf betrouwbaar de stapelstand innemen bij rechtopstaande houder en de neststand bij omgekeerde houder. Het stapelen van de houders zoals links in figuur 2 geschiedt dan met rechtop gehouden houders. Na nesten kan de hele stapel worden omgekeerd, zodat na 25 afnemen een houder direct gereed is voor vullen en vervolgens stapelen. De staaf kan bijvoorbeeld plaatvormig en langwerpig zijn. Voor een betrouwbare vrije geleiding verdient een in ronde dwarsdoorsnede-vorm echter de voorkeur, zodat de staaf in de sleuf 6 kan "rollen”. Eventueel is een plaatvormige staaf 5 met in dwarsdoorsnede ronde uiteinden uit te voeren, welke in de sleuven 6 steken.

30 Vanzelfsprekend behoeft de sleuf niet recht te verlopen. Van belang is slechts dat de staven zodanig zijn opgenomen in de sleuven, dat zij onder invloed van alleen de zwaartekracht hierdoorheen beweegbaar zijn tussen een stapelstand en een neststand.

35 Conclusie Stapelbare of nestbare houder of krat met een bodem en paren daarvan opstaande, tegenover elkaar gelegen wanden, waarbij van een paar wanden elke wand is voorzien van twee sleuven, die aan weerszijden ervan zijn gelegen en zich van een eerste uiteinde, dat nabij de inlaatopening van de houder is 40 gelegen, dwars ten opzichte van een hoogterichting van de wanden, uitstrekkend naar een tweede uiteinde dat dichter bij een hartlijn van de houder ligt dan het eerste uiteinde, waarbij twee staven aanwezig zijn, elk waarvan met zijn uiteinden in de sleufrichting verschuifbaar is opgenomen in een bijbehorend paar tegenover elkaar gelegen sleuven, zodanig dat indien de staven tegen het eerste uiteinde van hun sleuven rusten een gelijksoortige houder nestbaar is in de houder en indien de staven tegen het tweede uiteinde 45 rusten een gelijksoortige houder door neerzettem op de staven op de houder stapelbaar is, met het kenmerk, dat de sleuven over hun gehele lengte zodanig hellend zijn uitgevoerd, en een zodanige breedte hebben ten opzichte van die van de staven, dat deze ruim in de sleuven passen en uitsluitend onder de invloed van de zwaartekracht tussen de stapelstand en de neststand verschuifbaar zijn. Hierbij 2 bladen tekening