NL193169C - Boothuis met een lage dakhoogte. - Google Patents

Description

1 193169

Boothuis met een lage dakhoogte

De uitvinding heeft betrekking op een boothuis met een wandconstructie en een hierdoor gedragen dakconstructie, waarbij de wandconstructie een zodanige lage hoogte bezit dat het vaartuig, voor welk het 5 boothuis is bedoeld, zich met zijn door het dek, respectievelijk kajuit bepaalde bovenzijde op korte afstand onder de dakconstructie bevindt.

Er bestaan verschillende typen boothuizen. Boothuizen van een eerste type bezitten een vaste positie en kunnen met de vaste wal en/of een op de bodem van een water rustende ondersteuningsconstructie zijn verbonden. Een dergelijke ondersteuningsconstructie kan bestaan uit palen, steigers, vlonders of zelfs een 10 dijklichaam. Boothuizen van een tweede type bezitten, in tegenstelling tot de boothuizen van het eerste type, geen vaste positie, doch vormen drijvende constructies die op enigerlei bekende wijze worden verankerd, zoals met behulp van ankers, trossen of dergelijke.

Een gemeenschappelijk kenmerk van deze bekende boothuizen is, dat ze in het algemeen zodanig zijn geconstrueerd, dat een in het boothuis aanwezig vaartuig eenvoudig toegankelijk is, waarbij het in het 15 bijzonder mogelijk is om een zich in het boothuis bevindend vaartuig te betreden of te verlaten. Zonder uitzondering bezitten deze bekende boothuizen derhalve een zodanige inwendige hoogte, dat de toegankelijkheid tot een vaartuig wordt gewaarborgd.

Tengevolge van deze aanzienlijke hoogte van de bekende boothuizen verschaft de dakconstructie hiervan alleen onvoldoende bescherming tegen de elementen. Derhalve zal de wandconstructie bij 20 dergelijke bekende boothuizen een belangrijke rol spelen en veelvuldig een rondom geheel of nagenoeg geheel gesloten wand vormen. Voor het in of uit het boothuis varen van het vaartuig zijn dan afsluitbare poorten toegepast.

Voor de gebruikers van het vaartuig bezitten dergelijke boothuizen inwendig veelvuldig vlonders, loopplanken of steigers.

25 Tengevolge van de in het voorgaande genoemde vereisten bezitten de bekende boothuizen veel onderdelen, en zijn ze groot en duur.

Het boothuis dat bekend is uit het Amerikaans octrooischrift 2.984.076 en dat als meest nabijgelegen stand van de techniek geldt, bezit een wandconstructie met lage hoogte, waardoor de eerder genoemde nadelen grotendeels ontbreken. Een belangrijk nadeel van dit bekende boothuis is echter, dat een vaartuig 30 binnen het boothuis niet toegankelijk is, doch ter verkrijging van deze toegankelijkheid eerst uit het boothuis moet worden gevaren. Dit is vanzelfsprekend onhandig.

De uitvinding beoogt een boothuis van het in de aanhef genoemde type te verschaffen, dat dit nadeel niet bezit.

Hiertoe bezit het boothuis volgens de uitvinding het kenmerk, dat in de dakconstructie een afsluitbare 35 toegangsopening is gevormd.

Door de lage hoogte van de wandconstructie bevindt de dakconstructie zich, wanneer zich een vaartuig in het boothuis bevindt, op korte afstand boven de door het dek, respectievelijk kajuit bepaalde bovenzijde van het vaartuig. Teneinde ervoor te zorgen, dat het vaartuig desondanks toegankelijk blijft, waarbij in het bijzonder het verlaten respectievelijk betreden van het vaartuig mogelijk moet blijven, is in de dakconstructie 40 de afsluitbare toegangsopening gevormd. Na het met het vaartuig in het boothuis varen kan van binnenuit de toegangsopening worden geopend en via deze toegangsopening het boothuis worden verlaten. Hierna kan de toegangsopening worden gesloten. Voor het betreden van het vaartuig kan in omgekeerde volgorde te werk worden gegaan. Overigens zal meestal de toegangsopening open blijven wanneer geen vaartuig in het boothuis aanwezig is. Het is dan ook niet nodig om de toegangsopening van binnenuit te openen.

45 Doordat de dakconstructie zich op korte afstand boven de door het dek, respectievelijk kajuit bepaalde bovenzijde van een in het boothuis aanwezig vaartuig uitstrekt, fungeert deze dakconstructie als het ware reeds als vervanger van het klassieke dekzeil, dat, indien geen boothuis beschikbaar is, wordt gebruikt voor het afdekken van de, veelal open, bovenzijde van een vaartuig. Aangezien de dakconstructie niet volledig aansluit op de bovenzijde van het vaartuig verschaft deze het bijzondere voordeel (vergeleken bij een 50 klassiek dekzeil) dat een goede ventilatie van het vaartuig gewaarborgd is. Bovendien zijn de handelingen om het vaartuig in beschermde toestand achter te laten respectievelijk om het vaartuig gereed te maken om uit te varen, aanzienlijk gereduceerd.

Voor het realiseren van de toegangsopening bestaan diverse mogelijkheden. Zo is het mogelijk, dat de toegangsopening afsluitbaar is door een scharnierbaar of verschuifbaar luik. Een scharnierbaar luik kan 55 voorzien zijn van conventionele gasveren, waardoor het luik zowel in de gesloten alsmede open stand kan worden vastgehouden. In situaties, waarin het boothuis blootgesteld is aan veel wind, kan de toepassing van een dergelijk scharnierbaar luik van nadeel zijn, aangezien het in de open stand een groot windvangend 193169 2 oppervlak verschaft, waardoor grote belastingen ontstaan en beschadigingen te bevrezen vallen. In een dergelijk geval zou dit leiden tot de vereiste van een zwaar geconstrueerd, en derhalve duur luik. De verschuifbare variant van het luik, waarbij dit bijvoorbeeld in zijn eigen vlak verschuifbaar is naar een geopende stand, waarin het zich over een aangrenzend gedeelte van de dakconstructie uitstrekt, verschaft 5 in een dergelijk geval aanzienlijke voordelen.

Een aanzienlijk eenvoudigere constructieve oplossing wordt verkregen, indien de toegangsopening afsluitbaar is door een flexibel materiaaldeel, zoals een strook uit rubber, zeildoek of dergelijke. Het flexibele materiaaldeel kan bijvoorbeeld langs een geleiding, als een soort gordijn, verschoven worden teneinde de toegangsopening af te sluiten respectievelijk vrij te geven. Ook is een variant denkbaar, waarbij het 10 materiaaldeel op respectievelijk vanaf een geschikte rol opwikkelbaar respectievelijk afwikkelbaar is.

Teneinde het boothuis voor verschillende vaartuigen te kunnen gebruiken, is het tenslotte van voordeel indien de wandconstructie een variabele hoogte bezit.

De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een aantal uitvoerings-15 voorbeelden van het boothuis volgens de uitvinding is getoond.

Figuren 1 tot 4 tonen, schematisch, in vooraanzicht verschillende uitvoeringsvormen van het boothuis volgens de uitvinding; figuren 5 tot 7 tonen, schematisch en perspectivisch, verschillende uitvoeringsvormen van een afsluitbare toegangsopening voor toepassing in een boothuis volgens de uitvinding, en 20 figuur 8 toont een uitvoering van het boothuis met een drijver.

De figuren 1 tot 4 tonen een aantal varianten van het boothuis volgens de uitvinding. Gemeenschappelijk voor deze varianten is, dat het boothuis een wandconstructie 1 en een hierdoor gedragen dakconstructie 2 bezit. De wandconstructie 1 bezit telkens een zodanige lage hoogte, dat een vaartuig 3, dat telkens in 25 stippellijnen is weergegeven, zich met zijn bovenzijde op korte afstand onder de dakconstructie 2 bevindt. In de dakconstructie 2 is telkens een afsluitbare toegangsopening 10 gevormd, zoals later zal blijken uit de figuren 5 tot 7.

In figuur 1 is de wandconstructie 1 aan beide zijden van het boothuis op de vaste wal 4 geplaatst. Door een dubbele stippellijn is schematisch een de toegangsopening afsluitend luik 5 weergegeven, dat tussen 30 een gesloten positie en de in figuur 1 in stippellijnen weergegeven geopende positie verplaatsbaar is. Hierdoor wordt het vaartuig 3 in het boothuis toegankelijk voor het instappen respectievelijk uitstappen.

Bij de in figuur 2 getoonde variant van het boothuis is de wandconstructie 1 aan de ene zijde op de vaste wal 4 geplaatst, terwijl de wandconstructie 1 aan de tegenover gelegen zijde wordt gedragen door een op de bodem van het water rustende ondersteuningsconstructie, zoals palen 6 of dergelijke.

35 De variant in figuur 2 bezit een door een flexibel materiaaldeel 7 afgesloten toegangsopening. Het materiaaldeel 7 kan op een rol 8 worden opgerold teneinde de toegangsopening vrij te geven. In figuur 2 is de rol 8 weergegeven in een stand, waarin het materiaaldeel 7 reeds gedeeltelijk hierop is gewikkeld en de toegangsopening gedeeltelijk open is.

In figuur 3 is een variant van het boothuis weergegeven, waarbij de wandconstructie 1 aan beide zijden 40 van het boothuis op de reeds eerder genoemde ondersteuningsconstructie rust, zoals palen 6, die op de bodem van het water rusten. In plaats van deze palen 6 zijn ook steigers, vlonders of dijklichamen geschikt. De toegangsopening en middelen om deze toegangsopening af te sluiten zijn thans niet zichtbaar.

Ten slotte toont figuur 4 een variant van het boothuis, waarbij de wandconstructie 1 wordt gedragen door drijvers 9. In dit geval zijn twee losse drijvers 9 toegepast; het is echter ook mogelijk (zoals aan de hand 45 van figuur 8 zal worden getoond) dat slechts één drijver is toegepast, die zich onder het gehele boothuis uitstrekt.

Ook in deze variant is de toegangsopening, en de middelen om deze af te sluiten, niet zichtbaar.

In figuur 5 is een boothuis weergegeven, dat in principe overeenkomt met het boothuis volgens figuur 1. Duidelijk zichtbaar is de wandconstructie 1, de dakconstructie 2 en de in de dakconstructie gevormde 50 toegangsopening 10. De toegangsopening 10 kan worden afgesloten door het luik 5, dat in dit geval scharniert om een scharnierlijn 11. Voor het bepalen van de eindstanden van het luik 5 kan een gasveer 12 of dergelijke dienen.

Uit figuur 5 blijkt, dat de wandconstructie in dit geval open is, dat wil zeggen slechts bestaat uit staanders. Uiteraard is het ook mogelijk, dat de wanden geheel gesloten zijn. Vaak is dit niet noodzakelijk, 55 omdat het boothuis zodanig is geconstrueerd, dat de dakconstructie zich op korte afstand boven de bovenzijde van het vaartuig bevindt, waarvoor het boothuis is bedoeld. Om dezelfde reden is het evenmin altijd noodzakelijk, dat het boothuis aan de beide kopse kanten is afgesloten.

Claims (4)

1. Boothuis met een wandconstructie en een hierdoor gedragen dakconstructie, waarbij de wandconstructie een zodanige lage hoogte bezit dat het vaartuig, voor welk het boothuis is bedoeld, zich met zijn door het dek, respectievelijk kajuit bepaalde bovenzijde op korte afstand onder de dakconstructie bevindt, met het 25 kenmerk, dat in de dakconstructie (2) een afsluitbare toegangsopening (10) is gevormd.

2. Boothuis volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de toegangsopening (10) afsluitbaar is door een scharnierbaar of verschuifbaar luik (5, 13).

3. Boothuis volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de toegangsopening (10) afsluitbaar is door een flexibel materiaaldeel (7), zoals een strook uit rubber, zeildoek of dergelijke.

3 193169 In figuur 6 is een overeenkomstig boothuis getoond, doch hierbij is het luik 5 vervangen door een verschuifbaar luik 13, dat bijvoorbeeld langs geleidingen 14 heen en weer beweegbaar is. Ook een verschuiving in het vlak van de dakconstructie 2 loodrecht op de getoonde richting is denkbaar. In figuur 7 is een variant van het boothuis, en met name de afsluitbaarheid van de toegangsopening 10, 5 getoond, die eenvoudig en goedkoop is. Deze variant komt in hoofdzaak overeen met de in figuur 2 reeds getoonde en beschreven variant. Een materiaaldeel 7 ligt over de toegangsopening 10 en kan op een rol 8 worden opgerold. Op deze wijze kan de toegangsopening 10 worden geopend zodat een vaartuig toegankelijk wordt. De uiteinden van de rol 8 kunnen eventueel samenwerken met geleidingen. In figuur 8 is uitermate schematisch een uitvoeringsvariant van het boothuis volgens de uitvinding 10 weergegeven, waarbij de wandconstructie wordt gedragen door een, in bovenaanzicht, U-vormige drijver 15. In de dakconstructie 2 is een, niet nader gespecificeerd, luik 16 gevormd. Dit kan elke gewenste constructie bezitten. Door de U-vormige vorm van de drijver 15 wordt een grote stabiliteit van het boothuis verkregen, zowel constructief alsmede qua beweging op het water. De wandenconstructie kan zodanig worden uitgevoerd dat deze een variabele hoogte bezit, teneinde het 15 boothuis geschikt te maken voor verschillende vaartuigen. Een dergelijke variabele hoogte kan onder andere worden verkregen door de toepassing van passtukken. Tevens is het denkbaar, dat de lengte-respectievelijk breedteafmetingen van het boothuis variabel zijn.

20 Conclusies

4. Boothuis volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de wandconstructie (1) een variabele hoogte bezit. Hierbij 2 bladen tekening