NL193119C

NL193119C - Plug-in mandrel for a gas cartridge.

Info

Publication number: NL193119C
Application number: NL8703143A
Authority: NL
Original assignee: Muenchner Medizin Mechanik
Priority date: 1986-12-30
Filing date: 1987-12-28
Publication date: 1998-11-03
Also published as: DK667387A; DK164084C; DE3644758C2; BE1003453A3; IT8768146A0; DK667387D0; DE3644758A1; CH675152A5; NL8703143A; AT393455B; IT1212161B; DK164084B; ATA339487A; NL193119B

Description

1 1931191 193119

Opsteekdoorn voor een gaspatroonPlug-in mandrel for a gas cartridge

De uitvinding heeft betrekking op een opsteekdoorn voor een gaspatroon met een snijlichaam en met een bevestigingslichaam dat daarmee als één geheel verbonden is, met een tegenover het bevestigingslichaam 5 liggend, aan het snijlichaam aangebracht onder een hoek met de lengteas verlopend snijvlak en met een uitstroomkanaal.The invention relates to a plug-in mandrel for a gas cartridge with a cutting body and with a fastening body connected to it as a whole, with a cutting surface lying opposite the fastening body 5, arranged on the cutting body at an angle to the longitudinal axis and with an outflow channel.

Een opsteekdoorn van de hiervoor beschreven soort is bekend uit het Duitse Offenlegungsschrift 3.514.304 en wordt gebruikt om de eindwand van gaspatronen te doorsteken, zodat het zich hierin bevindende gas kan uitstromen, zoals voor het steriliseren en/of desinfecteren in geschikte inrichtingen.A plug-in mandrel of the type described above is known from German Offenlegungsschrift 3,514,304 and is used to pierce the end wall of gas cartridges so that the gas contained therein can flow out, such as for sterilization and / or disinfection in suitable devices.

10 De bekende opsteekdoorn heeft een cilindrisch snijlichaam, dat een centraal uitstroomkanaal bezit. Het snijlichaam heeft daarbij aan de kopzijde een snijvlak dat onder een hoek verloopt. Omdat deze opsteek-doom en een gaspatroon bij het doorsteken van de wand van de gaspatroon als gevolg van de wanddikte die aanwezig is in verhouding tot de middellijn van de opsteekdoorn, en als gevolg van de vervorming van de wand van de gaspatroon die in het randgebied plaatsvindt, een aanzienlijk aanrakingsvlak bezitten rond 15 de gemaakte opening, zijn reeds verplaatsingen met kleine hoeken tussen de opsteekdoorns en de gaspatroon voldoende om een aanzienlijke klemwerking teweeg te brengen. Van de opsteekdoorn verwijderen van een gaspatroon is hierdoor moeilijk terwijl het uitstromen van het gas onder ongunstige omstandigheden wordt bemoeilijkt of verhinderd.The known plug-in mandrel has a cylindrical cutting body, which has a central outflow channel. The cutting body has a cutting surface on the front side that runs at an angle. Because this plug-in doom and a gas cartridge when piercing the wall of the gas cartridge due to the wall thickness that is present in relation to the diameter of the plug-in mandrel, and due to the deformation of the wall of the gas cartridge that is in the edge region takes place, have a considerable contact surface around the opening made, already displacements with small angles between the push-up mandrels and the gas cartridge are sufficient to effect a considerable clamping action. Removing a gas cartridge from the plug-on mandrel is therefore difficult, while the outflow of the gas is made difficult or prevented under unfavorable conditions.

De uitvinding heeft ten doel een opsteekdoorn voor een gaspatroon van de in de eerste alinea 20 genoemde soort te verschaffen, die deze nadelen niet heeft.The object of the invention is to provide a plug-in mandrel for a gas cartridge of the type referred to in the first paragraph 20, which does not have these disadvantages.

Volgens de uitvinding wordt dit doel bereikt, doordat het snijlichaam vanaf het snijvlak naar het bevestigingslichaam dunner wordt.According to the invention, this object is achieved in that the cutting body becomes thinner from the cutting surface to the fastening body.

De uitvoering van de opsteekdoorn volgens de uitvinding garandeert dat na doorsnijden bij verder indringen en bij het weer uittrekken van het snijlichaam, de doorsnede van het basislichaam steeds kleiner 25 is dan de middellijn van de opengestoken of uitgestanste gaspatroonwand. Op die manier wordt enerzijds voorkomen dat de opsteekdoorn vastraakt in de patroon, anderzijds wordt zeker gesteld dat bij verder indringen van de opsteekdoorn in de gaspatroon steeds een spleet aanwezig is tussen de omtrek van het basislichaam van de opsteekdoorn en de randzone van de gaspatroon, waardoor, naast het uitstroomkanaal, gas uit het patroon naar buiten kan. Bij beëindiging van de relatieve beweging tussen de opsteek-30 doorn en de gaspatroon is deze daarmee vrij van de opsteekdoorn, waardoor vastraken, en daarmee mechanische beschadigingen van de opsteekdoorn, worden voorkomen. Ook bij een vervolgens scheiden van de gaspatroon ten opzichte van de opsteekdoorn is steeds een spleet aanwezig tussen de omtrek van het snijlichaam en de wand van de opening in de patroon. Dit komt doordat de patroon in zekere mate een zijdelingse beweging kan uitvoeren, die tot gevolg heeft dat ter plaatse van het snijvlak tijdens het scheiden 35 van de gaspatroon en de opsteekdoorn, een relatieve beweging daartussen plaatsvindt in zijdelingse richting, waardoor de spleet die gevormd wordt door het verschil tussen het geprojecteerde vlak van het snijvlak en de middellijn op elk moment van het smaller wordend uitgevoerde basislichaam tot gevolg zal hebben dat elke klemwerking wordt voorkomen.The construction of the plug-in mandrel according to the invention guarantees that after cutting through further penetration and when the cutting body is pulled out again, the cross section of the basic body is always smaller than the diameter of the cut-out or punched gas cartridge wall. In this way, on the one hand, the plug-in mandrel is prevented from getting stuck in the cartridge, on the other hand, it is ensured that upon further penetration of the plug-in mandrel into the gas cartridge, a gap is always present between the circumference of the base body of the plug-in mandrel and the edge zone of the gas cartridge. gas can escape from the cartridge in addition to the outflow channel. Upon termination of the relative movement between the plug-on mandrel and the gas cartridge, it is thus free from the plug-on mandrel, thereby preventing snapping, and thus mechanical damage to the plug-on mandrel. Even when the gas cartridge is subsequently separated from the plug-on mandrel, a gap is always present between the circumference of the cutting body and the wall of the opening in the cartridge. This is because the cartridge can to some extent perform a lateral movement, which results in a relative movement between them in the lateral direction at the area of the cutting surface during the separation of the gas cartridge and the plug-in mandrel, whereby the gap that is formed due to the difference between the projected plane of the cutting plane and the centerline at any time of the tapering base body, any clamping action will be prevented.

Het is van voordeel dat het snijlichaam afgeknot kegelvormig uitgevoerd is. Een dergelijke vormgeving 40 maakt goedkope en eenvoudige fabricagemethoden mogelijk, speciaal met het oog op de toepassing van de numeriek gestuurde werktuigmachines. Verder is het mogelijk de hoek van de afgeknotte kegel aan te passen aan de te gebruiken gaspatronen en aan de te gebruiken opsteekinrichting.It is advantageous that the cutting body has a frusto-conical shape. Such a design 40 allows for inexpensive and simple manufacturing methods, especially in view of the use of numerically controlled machine tools. Furthermore, it is possible to adapt the angle of the truncated cone to the gas cartridges to be used and to the mounting device to be used.

Een gunstige verdere ontwikkeling van de opsteekdoorn volgens de uitvinding ontstaat ook wanneer het snijlichaam in het snijvlak een spieetvormige, de lengteas snijdende groef heeft, loodrecht op een lijn die het 45 voorste punt en het meest naar achteren liggende punt van het snijvlak verbindt.A favorable further development of the plug-in mandrel according to the invention also arises when the cutting body in the cutting surface has a spike-shaped, longitudinal axis cutting groove, perpendicular to a line connecting the front point and the most rearward point of the cutting surface.

Door een dergelijke proef wordt het uitstromen van het zich in de gaspatroon bevindende gas wezenlijk vergemakkelijkt wat speciaal wenselijk is met het oog op een zekere werking van de sterilisatie- of desinfecteerinrichting.By such a test the outflow of the gas contained in the gas cartridge is substantially facilitated, which is particularly desirable with a view to a certain operation of the sterilization or disinfection device.

Uit het Amerikaanse octrooischrift 3.078.574 is een stansinrichting bekend. Deze bezit een taps 50 ondersneden stempel. De kopzijde van het stanswerktuig is vlak en bij voorkeur loodrecht op de lengteas van het stempel uitgevoerd. De rand van de kopzijde vormt daarbij de snijkant van de stanswerktuig. De wijze van functioneren van deze inrichting is heel verschillend van die volgens de uitvinding.A punching device is known from U.S. Pat. No. 3,078,574. It has a tapered 50 undercut stamp. The front side of the punching tool is flat and preferably perpendicular to the longitudinal axis of the punch. The edge of the end face forms the cutting edge of the punching tool. The mode of operation of this device is very different from that according to the invention.

In het navolgende wordt de uitvinding aan de hand van uitvoeringsvoorbeelden in combinatie met tekening 55 toegelicht.The invention will be elucidated hereinbelow on the basis of exemplary embodiments in combination with drawing 55.

Figuur 1 is een schema van een weergave van een patroonkamer met een opsteekinrichting voor gaspatronen; 193119 2 figuur 2 is een zijaanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van een opsteekdoorn volgens de uitvinding; en figuur 3 is een bovenaanzicht van een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een opsteekdoorn volgens de uitvinding.Figure 1 is a schematic view of a cartridge chamber with a gas cartridge attaching device; 193119 Figure 2 is a side view of a first embodiment of a plug-in mandrel according to the invention; and figure 3 is a top view of a second exemplary embodiment of a plug-in mandrel according to the invention.

55

Figuur 1 toont op schematische wijze perspectivisch een patroonkamer 1, die een inwendige ruimte 6 bezit en door middel van een deur 2 kan wordt opgesloten. Aan de binnenzijde van de deur 2 zijn twee gaspatronen 4 zo opgeslagen dat ze in verticale richting verschuifbaar zijn.Figure 1 is a schematic perspective view of a cartridge chamber 1, which has an internal space 6 and can be enclosed by means of a door 2. Two gas cartridges 4 are stored on the inside of the door 2 in such a way that they can be displaced in vertical direction.

De patronen rusten op een drager 25, die voorzien is van geleidingen 17, die het benedendeel van de 10 patronen geleiden. Binnen elk van de geleidingen 17 is een opsteekdoorn 5 aangebracht, welke vast met de drager 25 verbonden is. Verder is aan de deur 2 een geleidingsplaat 18 aangebracht, welke voorzien is van uitsparingen die een grotere middellijn bezitten dan de uitwendige middellijn van de gebruikte gaspatronen 4. De patronen zijn dus opgeslagen aan de deur 2, ze zijn in verticale richting verschuifbaar, rusten elk, onder invloed van hun eigen gewicht, op een opsteekdoorn 5, zonder daardoor echter te worden geopend, 15 en ze zijn, door de aanwezigheid van de speling tussen de geleiding 17 en de geleidingsplaat 18, in zekere mate zijdelings verschuifbaar.The cartridges rest on a support 25, which is provided with guides 17, which guide the lower part of the cartridges. Within each of the guides 17 a plug-in mandrel 5 is arranged, which is fixedly connected to the carrier 25. Furthermore, a guide plate 18 is provided on the door 2, which is provided with recesses which have a larger diameter than the external diameter of the gas cartridges 4. The cartridges are thus stored on the door 2, they are displaceable in vertical direction, each resting under the influence of their own weight, on a push-up mandrel 5, but without being opened thereby, 15 and they are, to some extent, laterally displaceable due to the play between the guide 17 and the guide plate 18.

De patroonkamer 1 is in zijn inwendige voorzien van een drukplaat 7, welke relatief ten opzichte van de patroonkamer 1 beweegbaar is, waarbij de beweging bij voorkeur in verticale richting plaatsvindt en veroorzaakt wordt door een met de drukplaat 7 verbonden bout 12, welke gasdicht door de wand van de 20 patroonkamer 1 steekt. De bout is op niet weergegeven wijze afgedicht ten opzichte van de patroonkamer 1, bijvoorbeeld door middel van een vouwbalg.The cartridge chamber 1 is provided in its interior with a pressure plate 7, which is movable relative to the cartridge chamber 1, the movement preferably taking place in a vertical direction and caused by a bolt 12 connected to the printing plate 7, which is gas-tight through the wall of the cartridge chamber 1. The bolt is sealed from the cartridge chamber 1 in a manner not shown, for example by means of a folding bellows.

Via een leiding 16, welke door middel van een afsluiter 15 afsluitbaar is, kan de inwendige ruimte 6 van de patroonkamer 1 met een sterilisatie- of desinfecteerkamer 3 worden verbonden.The internal space 6 of the cartridge chamber 1 can be connected to a sterilization or disinfection chamber 3 via a conduit 16, which can be closed by means of a valve 15.

Figuur 2 toont een zijaanzicht van een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een opsteekdoorn. Deze bezit 25 een steeklichaam 30 en één geheel hiermee vormende bevestigingslichaam 31. Het bevestigingslichaam 31 is in hoofdzaak cilindrisch uitgevoerd en bezit aan zijn omtreksvlak schroefdraad 34. Het steeklichaam 30 en het bevestigingslichaam 31 zijn voorzien van een centraal aangebracht uitstroomkanaal 33, dat zich over de gehele lengte van de opsteekdoorn uitstrekt. Het steeklichaam 30 wordt vanaf het aan het buiteneinde ervan aangebrachte snijvlak 32 tot aan het bevestigingslichaam 31 dunner. Bij het getekende uitvoerings-30 voorbeeld is het steeklichaam 30 uitgevoerd in de vorm van een afgeknotte kegel. Het snijvlak 32 verloopt onder een hoek van 45° met de langsas 35 van de opsteekdoorn. Als gevolg van deze uitvoering van het snijvlak 32 komt eerst het bovenste punt A in aanraking met de wand van de op te steken patroon, terwijl met het hierin binnendringen van het meest naar achteren gelegen punt B het afsnijden in hoofdzaak beëindigd wordt. Door middel van het snijvlak 32 wordt aldus een cirkelvormige opening van een middellijn 35 D in de wand van de patroon gesneden.Figure 2 shows a side view of a first exemplary embodiment of a plug-on mandrel. It has a plug body 30 and a fixing body 31 which forms a whole therewith. The fixing body 31 has a substantially cylindrical design and has screw thread 34 on its circumferential surface. The plug body 30 and the fixing body 31 are provided with a centrally arranged outflow channel 33, which extends over the extends the entire length of the plug-on mandrel. The insert body 30 becomes thinner from the cutting surface 32 provided at its outer end to the attachment body 31. In the illustrated embodiment, the plug body 30 is in the form of a truncated cone. The cutting plane 32 extends at an angle of 45 ° to the longitudinal axis 35 of the plug-on mandrel. As a result of this embodiment of the cutting surface 32, the top point A first comes into contact with the wall of the cartridge to be inserted, while the penetration of the most rear point B in this direction substantially ends the cutting. Thus, a circular opening of a diameter 35 D is cut into the wall of the cartridge by means of the cutting plane 32.

Bij het uittrekken van de opsteekdoorn uit de geledigde patroon heeft men het verschijnsel dat de werkzame middellijn van het steeklichaam 30 steeds kleiner is dan de middellijn D van de opening in de patroonwand. Zolang het steeklichaam 30 volledig in de opening van de patroon ingebracht is, heeft men het verschijnsel dat de dunner wordende zone, die grenst aan het inspangebied 31, van het steeklichaam 40 30 een wezenlijk kleinere middellijn heeft dan de middellijn D. Bij verder uittrekken van de opsteekdoorn ter plaatse van het punt B blijkt dat de werkzame middellijn van het steeklichaam 30 nog steeds kleiner is dan de middellijn D. Omdat een geringe zijdelingse verschuiving tussen de opsteekdoorn en de patroon kan volgen, kan het gebied van het punt B zonder klemmen worden gepasseerd. Bij verder uittrekken van het steeklichaam 30 tot het punt A bevindt zich nog slechts een gering deel van het steeklichaam 30 in de 45 opening van de patroon, zodat ook hier vastklemmen uitgesloten is.When the plug-in mandrel is pulled out of the empty cartridge, the phenomenon is that the active diameter of the insert body 30 is always smaller than the diameter D of the opening in the cartridge wall. As long as the piercing body 30 is fully inserted into the opening of the cartridge, the thinning zone adjacent the clamping region 31 of the piercing body 30 has a substantially smaller diameter than the diameter D. the plug-in mandrel at the point B shows that the active diameter of the plug-in body 30 is still smaller than the diameter D. Since a slight lateral shift between the plug-in mandrel and the cartridge can follow, the area of the point B can be clamped passed. When the insertion body 30 is extended further to point A, only a small part of the insertion body 30 is still present in the opening of the cartridge, so that clamping is also impossible here.

Figuur 3 toont een opsteekdoorn, welke in hoofdzaak identiek is met het in figuur 2 getekende uitvoeringsvoorbeeld, echter met het verschil dat de opsteekdoorn een groef 36 bezit, welke zich uitstrekt dwars over het steeklichaam 30, en welke de lengteas 35 omvat. De groef 36 is haaks aangebracht op een verbindingslijn tussen de punten A en B, zoals blijkt uit het in figuur 3 getekende bovenaanzicht.Figure 3 shows a plug-in mandrel, which is substantially identical to the exemplary embodiment shown in Figure 2, with the difference, however, that the plug-in mandrel has a groove 36 which extends transversely over the plug-in body 30, and which comprises the longitudinal axis 35. The groove 36 is arranged at right angles to a connecting line between points A and B, as can be seen from the top view drawn in Figure 3.

50 Het is verder mogelijk het uitstroomkanaal op andere wijze aan te brengen, bijvoorbeeld excentrisch of in een hoek op de lengteas van de opsteekdoorn. Ook is het mogelijk het uitstroomkanaal reeds ter plaatse van het steeklichaam van de opsteekdoorn opzij te laten uitmonden. Verder is het mogelijk andere, versmalde vormgevingen van het steeklichaam toe te passen. Ook de aard en de plaatsing van het snijvlak kan worden gevarieerd.It is further possible to arrange the outflow channel in another manner, for example eccentrically or at an angle on the longitudinal axis of the plug-on mandrel. It is also possible to let the outflow channel open out to the side at the location of the insert body of the plug-in mandrel. Furthermore, it is possible to use other, narrowed shapes of the insert body. The nature and placement of the cutting edge can also be varied.

Claims

3 193119

Gas cartridge insertion mandrel with a cutting body and a fastening body connected thereto as a whole, with a cutting surface opposite the fastening body arranged on the cutting body 5 at an angle to the longitudinal axis and with an outflow channel, characterized in that the cutting body (30) becomes thinner from the cutting face (32) to the mounting body (31).

Plug-in mandrel according to claim 1, characterized in that the cutting body (30) has a frusto-conical shape.

Plug-in mandrel according to claim 1 or 2, characterized in that the cutting body (30) in the cutting plane has a spatial groove (36) intersecting the longitudinal axis (35), perpendicular to a line connecting the front point (A) and connects the most rear point (B) of the cutting edge (32). Hereby 2 sheets drawing