NL193007C - Magnetische-bandinrichting. - Google Patents

Magnetische-bandinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL193007C
NL193007C NL9001994A NL9001994A NL193007C NL 193007 C NL193007 C NL 193007C NL 9001994 A NL9001994 A NL 9001994A NL 9001994 A NL9001994 A NL 9001994A NL 193007 C NL193007 C NL 193007C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
lever
wheel
motor
tape
cassette
Prior art date
Application number
NL9001994A
Other languages
English (en)
Other versions
NL9001994A (nl
NL193007B (nl
Original Assignee
Mitsubishi Electric Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from JP1234745A external-priority patent/JPH03100958A/ja
Priority claimed from JP1235815A external-priority patent/JPH03100959A/ja
Priority claimed from JP1240553A external-priority patent/JPH03104052A/ja
Application filed by Mitsubishi Electric Corp filed Critical Mitsubishi Electric Corp
Publication of NL9001994A publication Critical patent/NL9001994A/nl
Publication of NL193007B publication Critical patent/NL193007B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL193007C publication Critical patent/NL193007C/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B15/00Driving, starting or stopping record carriers of filamentary or web form; Driving both such record carriers and heads; Guiding such record carriers or containers therefor; Control thereof; Control of operating function
    • G11B15/675Guiding containers, e.g. loading, ejecting cassettes
    • G11B15/67502Details
    • G11B15/67505Servo control
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B15/00Driving, starting or stopping record carriers of filamentary or web form; Driving both such record carriers and heads; Guiding such record carriers or containers therefor; Control thereof; Control of operating function
    • G11B15/675Guiding containers, e.g. loading, ejecting cassettes
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B15/00Driving, starting or stopping record carriers of filamentary or web form; Driving both such record carriers and heads; Guiding such record carriers or containers therefor; Control thereof; Control of operating function
    • G11B15/18Driving; Starting; Stopping; Arrangements for control or regulation thereof
    • G11B15/26Driving record carriers by members acting directly or indirectly thereon
    • G11B15/28Driving record carriers by members acting directly or indirectly thereon through rollers driving by frictional contact with the record carrier, e.g. capstan; Multiple arrangements of capstans or drums coupled to means for controlling the speed of the drive; Multiple capstan systems alternately engageable with record carrier to provide reversal
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B15/00Driving, starting or stopping record carriers of filamentary or web form; Driving both such record carriers and heads; Guiding such record carriers or containers therefor; Control thereof; Control of operating function
    • G11B15/60Guiding record carrier
    • G11B15/66Threading; Loading; Automatic self-loading
    • G11B15/665Threading; Loading; Automatic self-loading by extracting loop of record carrier from container
    • G11B15/6653Threading; Loading; Automatic self-loading by extracting loop of record carrier from container to pull the record carrier against drum

Landscapes

  • Transmission Devices (AREA)
  • Gear Transmission (AREA)
  • Supply And Installment Of Electrical Components (AREA)
  • Casings For Electric Apparatus (AREA)

Description

1 193007
Magnetische-bandinrichting
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een magnetische-bandinrichting omvattende: drie functionele mechanismen, te weten: 5 - een cassettelaadmechanisme voor het bewegen van een bandcassette tussen een cassette-ontvangstpositie en een cassette-speelpositie; - een banddoorvoermechanisme omvattende een kaapstander voor het doorvoeren van een magnetische band in de bandcassette in de cassettespeelpositie; en - een bandlaadmechanisme om de magnetische band uit de cassette te trekken naar een roteerbare 10 trommel die is verschaft voor het geleiden van de magnetische band; - een eerste motor voor het aandrijven van één van genoemde drie functionele mechanismen; - een tweede motor voor het aandrijven van de andere twee van genoemde drie functionele mechanismen; en - een selectief werkzaam wisselmechanisme om de aandrijfkracht van genoemde tweede motor selectief 15 over te dragen naar de ene of de andere van de genoemde andere twee functionele mechanismen.
Een dergelijke inrichting is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 4.731.684.
Conventioneel worden genoemde drie functionele mechanismen aangedreven door drie afzonderlijke motoren. Dit is echter relatief duur, en kost relatief veel ruimte. Het is daarom nuttig als, zoals beschreven in het genoemde Amerikaanse octrooischrift 4.731.684, genoemde drie functionele mechanismen worden 20 aangedreven door twee afzonderlijke motoren, waarbij één van die twee motoren selectief twee van genoemde functionele mechanismen kan bedienen.
Bij de inrichting zoals bekend uit genoemde publicatie drijft de kaapstandermotor het banddoorvoermechanisme aan, en drijft de omkeerbare motor het cassettelaadmechanisme en het bandlaadmechanisme aan. Het wisselmechanisme is dus ingericht om de omkeerbare motor selectief het cassettelaadmechanisme 25 dan wel het bandlaadmechanisme te laten aandrijven. Volgens de bovengenoemde definities is daarbij dus de kaapstander-motor de eerste motor en is de omkeerbare motor de tweede motor.
Bij een magnetische-bandinrichting moet de kaapstandermotor een hoog uitgangsvermogen hebben.
Deze motor drijft niet alleen een kaapstander aan door middel van onder andere een vliegwiel, maar ook een spoelmechanisme dat in een bandcassette is ondergebracht om de band op te nemen, door middel van 30 een onafhankelijke transmissiebaan (bijvoorbeeld, in figuur 5 van de genoemde publicatie, door middel van de band 24 en de poelie 22 naar de spoel 10 of 11). Ook de motor die het cassettelaad-mechanisme bedient, moet normaliter een hoog uitgangs-vermogen hebben. Het cassettelaadmechanisme dient een bandcassette, die een betrekkelijk groot gewicht heeft, in korte tijd te bewegen over een betrekkelijk grote afstand. Daarbij loopt het laden van de bandcassette niet altijd even soepeltjes, waar de motor ook op 35 berekend moet zijn. Anderzijds is dan een begrenzer nodig om te voorkomen dat schade kan ontstaan.
Bij de bekende inrichting moeten beide motoren dus in staat zijn om een vrij groot vermogen te leveren. De onderhavige uitvinding beoogt een magnetische-bandinrichting te verschaffen waarbij althans één van de genoemde motoren minder vermogen hoeft te leveren, en dus kleiner en/of goedkoper kan zijn.
De onderhavige uitvinding is gebaseerd op het inzicht, dat voor het veranderen van een bedrijfsmodus in 40 het algemeen slechts de rotatie benodigd is van een roteerbaar nokkenwiel (nok 20 in de onderhavige aanvrage, en nok 35 in de genoemde publicatie) om een daarmee geassocieerde hefboom te laten scharnieren. Bijgevolg hoeft het wisselmechanisme niet een hoog uitgangsvermogen te hebben, en in het bijzonder wanneer de reductieverhouding van het tandwielmechanisrne en dergelijke geschikt is gekozen, kan een motor met een laag uitgangsvermogen worden gebruikt om het wisselmechanisme aan te drijven, 45 zelfs inclusief een bandlaadmechanisme.
De uitvinding stelt derhalve voor om zowel het banddoorvoermechanisme als het cassettelaadmechanisme aan te drijven door de kaapstandermotor, waardoor in de magnetische-bandinrichting slechts één vermogensmotor benodigd is.
Meer in het bijzonder heeft een magnetische-bandinrichting van het bovengenoemde type volgens de 50 onderhavige uitvinding het kenmerk - dat de eerste motor is verbonden met het bandlaadmechanisme terwijl de tweede motor normaliter is verbonden om het banddoorvoermechanisme aan te drijven en selectief verbonden is door het genoemde wisselmechanisme om het genoemde cassettelaadmechanisme aan te drijven; en - dat het genoemde wisselmechanisme een beweegbaar wiel omvat dat selectief kan aangrijpen met een 55 motorwiel van de tweede motor om rotatie van de tweede motor over te dragen naar het cassettelaadmechanisme, een eerste schamierhefboom die voor rotatie om een gefixeerde as is gedragen en waarop het genoemde beweegbare wiel roteerbaar is gemonteerd, en een nokwiel dat werkzaam is verbonden met 193007 2 de eerste motor en werkzaam is geassocieerd met de eerste schamierhefboom zodanig dat, wanneer het bandlaadmechanisme zich in een niet-werkzame positie bevindt, het beweegbare wiel met het motorwiel samenwerkt om rotatie van de tweede motor over te dragen naar het cassettelaadmechanisme, maar dat, wanneer het bandlaadmechanisme naar een werkzame positie is gebracht, het beweegbare wiel uit 5 samenwerkende aangrijping met het motorwiel is gebracht.
De motor voor het wisselmechanisme (d.w.z. de motor voor het bandlaadmechanisme) kan een verminderd uitgangsvermogen en bijgevolg een verminderde grootte hebben, met als gevolg dat het gehele apparaat in grootte verminderd kan worden. Als alternatief wordt de mogelijkheid geboden om een gewone goedkope motor met normale afmetingen maar een verminderd vermogen toe te passen, hetgeen resulteert 10 in een kostenvermindering.
Volgens de onderhavige uitvinding is dus de aandrijfmotor de eerste motor, en drijft deze het bandlaadmechanisme aan, terwijl de kaapstandermotor de tweede motor is, welke het bandtoevoermechanisme dan wel het cassettelaadmechanisme aandrijft, geselecteerd door het wisselmechanisme.
Een tweede voordeel dat volgens de uitvinding wordt geboden, is gelegen in het feit dat hierdoor de 15 snelheid van het cassettelaadmechanisme eenvoudig kan worden bestuurd. Een kaapstandermotor heeft in het algemeen een servo-functie om de snelheid van de door te voeren band te besturen. Hierdoor zal de kaapstandermotor stabiel met een voorafbepaalde snelheid werken, ook wanneer de magnetische-bandinrichting zich bijvoorbeeld in een automobiel bevindt waar de belasting van de kaapstandermotor kan variëren in afhankelijkheid van de situatie waarin die auto zich bevindt, bijvoorbeeld tengevolge van een 20 temperatuur-variatie (in het algemeen is die belasting hoog bij lage temperatuur en laag bij een hoge temperatuur tengevolge van viscositeitsveranderingen van vet of olie en daarmee geassocieerde veranderingen van wrijvingscoëfficiënten). Aldus verzekert de servo-functie van de kaapstandermotor een stabiele werking van het cassettelaadmechanisme en bijgevolg van de magnetische-bandiniichting.
De genoemde voordelen kunnen niet bereikt worden bij de magnetische-bandiniichting volgens de stand 25 van de techniek, aangezien daarbij het cassettelaadmechanisme en het banddoorvoermechanisme worden aangedreven door afzonderlijke motoren die derhalve beide een hoog uitgangs-vermogen moeten hebben.
Bij voorkeur omvat de magnetische-bandinrichting verder een uitgangswiel dat roteerbaar om de gefixeerde as van de eerste schamierhefboom is gedragen en in samenwerkende aangrijping met het beweegbare wiel is gehouden zodat rotatie van het beweegbare wiel naar het cassettelaadmechanisme 30 wordt overgedragen door middel van het uitgangswiel. Aangezien het uitgangswiel rond de gefixeerde as wordt geroteerd, kan rotatie van het beweegbare wiel eenvoudig met een eenvoudige constructie worden overgedragen naar het cassettelaadmechanisme.
Het wisselmechanisme kan verder een tweede schamierhefboom omvatten die schamierbaar om een andere gefixeerde as is gedragen en normaliter in werkzame verbinding met het nokwiel is gehouden, en 35 aangrijporganen om normaliter de eerste schamierhefboom te doen aangrijpen op de tweede schamierhefboom. Aldus wordt, wanneer het bandlaadmechanisme werkzaam wordt gemaakt, het bewegings-mechanisme met zekerheid ontkoppeld van het motorwiel en bijgevolg wordt het cassettelaadmechanisme niet-werkzaam gehouden. Derhalve wordt op effectieve wijze een mogelijk probleem voorkomen dat veroorzaakt zou kunnen worden door gelijk-tijdige bediening van het bandlaadmechanisme en het 40 cassettelaadmechanisme.
Bij voorkeur zijn de aangrijporganen zodanig uitgevoerd, dat de eerste schamierhefboom ontkoppeld kan worden van de tweede schamierhefboom wanneer de tweede schamierhefboom door het nokwiel wordt gescharnierd tot het bandlaadmechanisme naar de werkzame positie is bewogen. In het bijzonder kunnen de aangrijporganen een op één van de eerste en tweede schamierhefbomen gemonteerde pen omvatten, 45 en een op de andere van de eerste en tweede schamierhefbomen gevormde haak die een groef definieert waarin de pen verwijderbaar past. De eerste schamier-hefboom wordt aldus gescharnierd om het beweegbare wiel positief te ontkoppelen van het motorwiel wanneer het bandlaadmechanisme werkzaam wordt gemaakt.
Bij voorkeur omvat het wisselmechanisme van de magnetische-bandinrichting verder organen die, in 50 respons op beweging van het bandlaadmechanisme van de niet-werkzame naar de werkzame positie, de eerste schamierhefboom positief scharnieren om het beweegbare wiel te ontkoppelen van het motorwiel. Aldus wordt, wanneer het bandlaad-mechanisme wordt bewogen van de niet-werkzame naar de werkzame positie, de eerste schamierhefboom gescharnierd om het beweegbare wiel positief te ontkoppelen van het motorwiel.
De bovengenoemde en andere doelen, aspecten en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen nader worden verduidelijkt door de hiernavolgende beschrijving van uitvoeringsvormen van de onderhavige 55 3 193007 uitvinding onder verwijzing naar de tekening, waarin gelijke of vergelijkbare onderdelen zijn aangegeven door gelijke verwijzingscijfers, en waarin: figuur 1 een onderaanzicht is van een gedeelte van een mechanisme in een digitale audiobandrecorder; figuur 2 een vergelijkbaar aanzicht is dat het mechanisme van figuur 1 in een andere positie toont; 5 figuur 3 een zijaanzicht is dat op een vergrote schaal de digitale audiobandrecorder van figuur 2 toont; figuur 4 een onderaanzicht is van een gedeelte van een mechanisme van een digitale audiobandrecorder welke een tweede uitvoeringsvorm toont; figuur 5 een vergelijkbaar aanzicht is dat het mechanisme van figuur 4 in een andere positie toont; figuur 6 een onderaanzicht is van een gedeelte van een mechanisme van een digitale audiobandrecorder 10 dat een derde uitvoeringsvorm toont; figuur 7 een vergelijkbaar aanzicht is dat het mechanisme van figuur 6 in een andere positie toont; figuur 8 een vergelijkbaar aanzicht is dat het mechanisme van figuur 6 in weer een andere positie toont.
Thans wordt eerst verwezen naar de figuren 1 t/m 3, welke een gedeelte van een mechanisme van een 15 digitale audiobandrecorder tonen. Dit mechanisme omvat een op een bovenvlak van een dekbasis 7 (figuur 3) gemonteerde kaapstandermotor 1. De motor 1 heeft een motoras 2 waarop een snaarschijf 3 vast is gemonteerd. Aan de onderzijde van de dekbasis 7 is een vliegwiel 4 roteerbaar gemonteerd, en vanaf het vliegwiel 4 strekt zich een kaapstander 5 omhoog uit, dat wil zeggen in de richting naar de achterzijde van figuur 1. Tussen en om het vliegwiel 4 en de snaarschijf 3 strekt zich een snaar 6 uit.
20 Om een eerste stift 21 op het ondervlak van de dekbasis 7 is roteerbaar een nokwiel 20 gemonteerd waarop eerste en tweede nokgroeven 22 en 23 zijn gevormd. Om een eerste draagas 25 is schamierbaar een eerste hefboom 24 gemonteerd, en een eerste pen 26 is gemonteerd bij een uiteinde van de eerste hefboom 24 en past in de eerste nokgroef 22 van het nokwiel 20. Bij het andere uiteinde van de eerste I hefboom 24 is een eerste aangrijppen 27 gemonteerd.
25 Om een tweede draagas 31 op het ondervlak van de dekbasis 7 is schamierbaar een tweede hefboom 30 gemonteerd, en bij een tussengedeelte van de tweede hefboom 30 is een tweede pen 32 gemonteerd die past in de tweede nokgroef 23 van het nokwiel 20. Een tweede aangrijppen 33 is gemonteerd bij een uiteinde van de tweede hefboom 30 en past in een bij een eindgedeelte van een beweegbare plaat 34 gevormd aangrijpgat 35. Bij een tussengedeelte van de beweegbare plaat 34 is een geleidingsgroef 36 30 gevormd, en op het ondervlak van de dekbasis 7 is een geleidingspen 37 gemonteerd die past in de geleidingsgroef 36 om de beweegbare plaat 34 te geleiden voor een beweging in de door een pijl B aangeduide richting.
Een uitgangswiel 12 is vast gemonteerd op een op de dekbasis 7 gemonteerde derde draagas 41. Aan de achterzijde van de dekbasis 7 is een derde hefboom 40 bij een tussengedeelte daarvan schamierbaar 35 om de derde draagas 41 gemonteerd. Een beweegbaar tandwiel 42 is bij een uiteinde van de derde hefboom 40 roteerbaar om een stift 47 gemonteerd, en op de motoras 2 is een motorwiel 46 vast gemonteerd voor aangrijping met het beweegbare wiel 42. Een veer 43 is met één uiteinde daarvan bevestigd aan de stift 47 en met het andere uiteinde daarvan aan de dekbasis 7, en dwingt normaliter de derde hefboom 40 tegen de wijzers van de klok in figuur 1. Een contactpen 44 is gemonteerd bij een eindgedeelte van de 40 eerste hefboom 24 verwijderd van de eerste aangrijppen 27 voorbij de eerste pen 26 voor contact met een ander eindgedeelte van de derde hefboom 40 verwijderd van de stift 47. Een stoppen 45 is gemonteerd op het achtervlak van de dekbasis 7 voor contact met een zijrand van de derde hefboom 40 om te voorkomen dat de derde hefboom 40 verder wordt gescharnierd tegen de wijzers van de klok dan een voorafbepaalde hoekpositie zoals in figuur 2 getoond.
45 In de digitale audiobandrecorder wordt, wanneer de kaapstandermotor 1 wordt bekrachtigd, het uitgangswiel 12 geroteerd door middel van het motorwiel 46 en het beweegbare wiel 42 door de kaapstandermotor 1, en het rotatiemoment van het uitgangswiel 12 wordt overgedragen naar het cassette-laadmechanisme om de cassettehouder en een niet weergegeven bandcassette te bewegen van de cassette-ontvangstpositie naar de cassettespeelpositie langs de niet weergegeven L-vormige locus om de 50 bandcassette in de cassettespeelpositie te brengen waarin de spoelgaten van de bandcassette passend zijn aangebracht op de spoel-ontvangende elementen.
Nadat de bandcassette op deze wijze in positie is gebracht, wondt de niet weergegeven aandrijfmotor bekrachtigd om het nokwiel 20 te roteren in de richting tegen de wijzers van de klok zoals aangeduid door een pijl A in figuur 1. Tijdens een dergelijke rotatie van het nokwiel 20 wordt de eerste pen 26 op de eerste 55 hefboom 24 bewogen in en langs de eerste nokgroef 22 van het nokwiel 20 zodat de eerste hefboom 24 rond de eerste draagas 25 volgens de wijzers van de klok wordt gescharnierd. Bij een dergelijke schamier-beweging van de eerste hefboom 24 wordt de derde hefboom 40 tegen de wijzers van de klok geroteerd om ...... 4 de derde draagas 41 door de kracht van de veer 43, waarbij de contactpen 44 op de eerste hefboom 24 wordt gevolgd, om het beweegbare wiel 42 te ontkoppelen van het motorwiel 46. Verder wordt, tijdens de rotatie tegen de wijzers van de klok van het nokwiel 20, de tweede pen 32 op de tweede hefboom 30 bewogen in en langs de tweede nokgroep 23 van het nokwiel 20 zodat de tweede hefboom 30 tegen de 5 wijzers van de klok in figuur 1 wordt gescharnierd om de tweede draagas 31. Als resultaat wordt de beweegbare plaat 34 bewogen in de door een pijl B aangeduide richting. Daarbij wordt het bandlaad-mechanisme bediend om een niet weergegeven magnetische band uit de bandcassette te trekken en de magnetische band te introduceren naar de roteerbare trommel welke is verschaft om van of op de magnetische band informatie te lezen of te schrijven.
10 Bij de bovenbeschreven digitale audiobandrecorder wordt de rotatie van de kaapstandermotor 1 gemeenschappelijk toegevoerd naar het banddoorvoermechanisme en naar het cassettelaadmechanisme. Bijgevolg behoeft de digitale audiobandrecorder een verminderde ruimte en kan deze met verminderde productiekosten worden geproduceerd.
Thans wordt verwezen naar de figuren 4 en 5. Het digitale audiobandrecordermechanisme van deze 15 uitvoeringsvorm is een modificatie van het digitale audiobandrecordermechanisme van de in de figuren 1 t/m 3 getoonde uitvoeringsvorm, en beschrijving van de gemeenschappelijke constructie wordt hier achterwege gelaten.
Het digitale audiobandrecordermechanisme van de onderhavige uitvoeringsvorm omvat een gemodificeerde derde hefboom 50 in plaats van de derde hefboom 40 van de vorige uitvoeringsvorm. De gemodifi-20 ceerde derde hefboom 50 is bij een arm daarvan gevorkt in een paar takken, omvattende een eerste tak 50a voor contact met de stoppen 45 en ook met de contactpen 44 op de eerste hefboom 24, en een tweede tak 50b voor contact met een zijeindvlak van een gemodificeerde beweegbare plaat 51 die correspondeert met de beweegbare plaat 34 van de voorgaande uitvoeringsvorm. De tweede tak 50b strekt zich uit tot een locatie nabij en tegenover een hoek van de beweegbare plaat 51 waar de beweegbare plaat 51 schuin is 25 afgesneden om een taps of hellend gedeelte 51a te vormen.
In de magnetische bandinrichting wordt, nadat een niet weergegeven bandcassette in positie is gebracht door rotatie van het uitgangswiel 12 dat zoals bovenbeschreven wordt geroteerd door de motor 1, het nokwiel 20 geroteerd tegen de wijzers van de klok zoals aangeduid door een pijl A in figuur 4, door rotatie van de (niet weergegeven) aandrijfmotor zodat de eerste en tweede hefbomen 24 en 30 respectievelijk de 30 eerste en tweede draagassen 25 en 31.
Bij de scharnierbeweging tegen de wijzers van de klok van de tweede hefboom 30 wordt de beweegbare plaat 51 zoals bovenbeschreven naar links bewogen, aangeduid door de pijl B in figuur 4. Bij een dergelijke linkswaartse beweging van de beweegbare plaat 51 werkt het hellend gedeelte 51a daarvan in op een uiteinde van de tweede tak 50b van de derde hefboom 50 om de derde hefboom 50 te dwingen tegen de 35 wijzers van de klok om de derde draagas 41 te bewegen, als toevoeging bij de dwingkracht van de veer 43. Daardoor wordt het beweegbare wiel 52 uit aangrijping met het motorwiel 46 gebracht, zoals in figuur 5 getoond. Wanneer de linkswaartse beweging in figuur 4 van de beweegbare plaat 51 verder gaat, schuift het uiteinde van de tweede tak 50b van de derde hefboom 50 op een op het hellend gedeelte 51a aansluitende zijrand 51b van de beweegbare plaat 51 en houdt aldus de derde hefboom 50 in de linksom 40 gescharnierde positie zoals in figuur 5 getoond.
Aldus is, zelfs wanneer een schamierkracht volgens de wijzers van de klok in figuur 5 om de een of andere reden zou inwerken op de derde hefboom 50 terwijl de beweegbare plaat 51 naar links wordt bewogen en bijgevolg de magnetische band uit de niet weergegeven bandcassette wordt getrokken, het uiteinde van de tweede tak 50b van de derde hefboom 50 in contact met de zijrand 51b van de beweegbare 45 plaat 51 om een dergelijke scharnierbeweging volgens de wijzers van de klok van de derde hefboom 50 te verhinderen. Dienovereenkomstig zal het beweegbare wiel 42 in het geheel niet in aangrijping met het motorwiel 46 worden gebracht. Zou het beweegbare wiel 42 wel in aangrijping met het motorwiel 46 worden gebracht, dan worden een door het met het uitgangswiel 12 verbonden cassettelaadmechanisme uitgevoerde handeling van het laden van een bandcassette, en een andere door het met het nokwiel 20 50 verbonden bandlaadmechanisme uitgevoerde handeling van het uittrekken van een magnetische band uit de cassette, tegelijkertijd uitgevoerd en de twee mechanismen kunnen tegen elkaar vast komen te zitten of kunnen schade aan de magnetische band van de bandcassette veroorzaken. Een dergelijk mogelijk falen wordt bij de digitale audiobandrecorder volgens de onderhavige uitvoeringsvorm effectief voorkomen.
Thans wordt verwezen naar de figuren 6 t/m 8. Het digitale audiobandrecordermechanisme van deze 55 uitvoeringsvorm is een andere modificatie van het digitale audiobandrecorder mechanisme van de in de figuren 1 t/m 3 getoonde eerste uitvoeringsvorm, en beschrijving van de gemeenschappelijke constructie wordt hier achterwege gelaten.

Claims (8)

1. Een magnetische-bandinrichting, omvattende drie functionele mechanismen, te weten: - een cassettelaadmechanisme voor het bewegen van een bandcassette tussen een cassette-45 ontvangstpositie en een cassette-speelpositie; - een banddoorvoermechanisme omvattende een kaapstander voor het doorvoeren van een magnetische band in de bandcassette in de cassette-speelpositie; en - een bandlaadmechanisme om de magnetische band uit de cassette te trekken naar een roteerbare trommel die is verschaft voor het geleiden vein de magnetische band; 50. een eerste motor voor het aandrijven van één van genoemde drie functionele mechanismen; - een tweede motor voor het aandrijven van de andere twee van genoemde drie functionele mechanismen; en - een selectief werkzaam wisseimechanisme om de aandrijfkracht van genoemde tweede motor selectief over te dragen naar de ene of de andere van de genoemde andere twee functionele mechanismen; 193007 6 met het kenmerk: - dat de eerste motor is verbonden met het bandlaadmechanisme (30, 34; 30, 51) terwijl de tweede motor (1) normaliter is verbonden om het banddoorvoermechanisme (5) aan te drijven en selectief verbonden is door het genoemde wisselmechanisme om het genoemde cassettelaadmechanisme aan te 5 drijven; en - dat het genoemde wisselmechanisme een beweegbaar wiel (42) omvat dat selectief kan aangrijpen met een motorwiel (46) van de tweede motor (1) om rotatie van de tweede motor (1) over te dragen naar het cassettelaadmechanisme, een eerste schamierhefboom (40; 50; 60) die voor rotatie om een gefixeerde as (41) is gedragen en waarop het genoemde beweegbare wiel (42) roteerbaar is gemon- 10 teerd, en een nokwiel (20) dat werkzaam is verbonden met de eerste motor en werkzaam is geassocieerd met de eerste schamierhefboom (40; 50; 60) zodanig dat, wanneer het bandlaadmechanisme (30, 34; 30, 51) zich in een niet-werkzame positie bevindt, het beweegbare wiel (42) met het motorwiel (46) samenwerkt om rotatie van de tweede motor (1) over te dragen naar het cassettelaadmechanisme, maar dat, wanneer het bandlaadmechanisme (30, 34; 30, 51) naar een werkzame positie is gebracht, het 15 beweegbare wiel (42) uit samenwerkende aangrijping met het motorwiel (46) is gebracht.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het wisselmechanisme een uitgangswiel (12) omvat dat roteerbaar om de genoemde gefixeerde as (41) van de eerste schamierhefboom (40) is gedragen en in samenwerkende aangrijping met het beweegbare wiel (42) is gehouden zodat rotatie van het beweegbare wiel (42) naar het cassettelaadmechanisme wordt overgedragen door middel van het uitgangswiel (12).
3. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het wisselmechanisme een tweede schamierhefboom (24) bevat die schamierbaar om een andere gefixeerde as (25) is gedragen en normaliter in werkzame verbinding met het nokwiel (20) is gehouden, en aangrijporganen (43; 62, 63) om normaliter de eerste schamierhefboom (40) te doen aangrijpen op de tweede schamierhefboom (24).
4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de aangrijporganen een veer (43) omvatten die 25 normaliter de eerste schamierhefboom (40) in een richting dwingt waarin de eerste schamierhefboom (40) in aangrijping is met de tweede schamierhefboom (24) en het beweegbare wiel (42) ontkoppeld is van het motorwiel (46).
5. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de aangrijporganen (62, 63) zodanig zijn ingericht, dat de eerste schamierhefboom (60) ontkoppeld kan worden van de tweede schamierhefboom (24) wanneer 30 de tweede schamierhefboom (24) door het nokwiel (20) wordt gescharnierd tot het bandlaadmechanisme (30, 34; 30, 51) naar de werkzame positie is bewogen.
5 193007 Het digitale audiobandrecordermechanisme van de onderhavige uitvoeringsvorm omvat een andere gemodificeerde derde hefboom 60 in plaats van de derde hefboom 40 of de gemodificeerde derde hefboom 50 in het digitale audiobandrecordermechanisme van de eerste of tweede uitvoeringsvorm. De gemodificeerde derde hefboom 60 heeft een bij een van de stift 47 verwijderd eindgedeelte daarvan gevormd 5 haakgedeelte 63 waarbij tussen het eindgedeelte en het haakgedeelte 63 een vrijmaakgroef 61 is gedefinieerd. Bij een van de eerste aangrijppen 27 verwijderd eindgedeelte van de eerste hefboom 24 is voorbij de eerste pen 26 een derde aangrijppen 62 gemonteerd die normaliter in de vrijmaakgroef 61 past. In de magnetische bandinrichting wordt, nadat een niet weergegeven bandcassette in positie is gebracht door rotatie van het uitgangswiel 12 dat zoals bovenbeschreven wordt geroteerd door de motor 1, het 10 nokwiel 20 geroteerd tegen de wijzers van de klok zoals aangeduid door een pijl A in figuur 6 door rotatie van de (niet weergegeven) aandrijfmotor zodat de eerste en tweede hefbomen 24 en 30 respectievelijk volgens de wijzers van de klok en tegen de wijzers van de klok in figuur 6 worden gescharnierd om respectievelijk de eerste en tweede draagassen 25 en 31. Bij een dergelijke schamierbeweging van de eerste hefboom 24 volgens de wijzers van de klok wordt, 15 aangezien de derde aangrijppen 62 daarop in de vrijmaakgroef 61 van de derde hefboom 60 wordt gehouden, de derde hefboom 60 gedwongen tegen de wijzers van de klok in figuur 6 te scharnieren om de derde draagas 41 door een schamierkracht van de eerste hefboom 24 samen met de dwingkracht van de veer 43 om het beweegbare wiel 42 daarop uit aangrijping met het motorwiel 46 te brengen. Voordat de derde hefboom 60 de stoppen 45 raakt, is de derde aangrijppen 62 geheel uit de vrijmaakgroef 61 van de 20 derde hefboom 60 verplaatst, zoals blijkt uit figuur 7, en daarna wordt de eerste hefboom 24 verder volgens de wijzers van de klok gescharnierd bij verdere rotatie van het nokwiel 20 in de richting van de pijl A. Opgemerkt wordt dat, hoewel in de onderhavige uitvoeringsvorm de vrijmaakgroef 61 is gevormd op de derde hefboom 60 en de derde aangrijppen 62 is gemonteerd op de eerste hefboom 24, de vrijmaakgroef 61 ook op de eerste hefboom 24 gevormd kan zijn met de aangrijppen 62 gemonteerd op de derde 25 hefboom 60. Aldus wordt bij de digitale audiobandrecorder van deze uitvoeringsvorm, terwijl het bandlaadmechanisme wordt bediend door middel van de beweegbare plaat 34 om een magnetische band uit een in positie in de digitale audiobandrecorder geladen bandcassette te trekken, de derde hefboom 60 gedwongen tegen de wijzers van de klok in figuur 6 te scharnieren door het nokwiel 20 door middel van de eerste hefboom 24, 30 en dienovereenkomstig zal het beweegbare wiel 42 niet in aangrijping komen met het motorwiel 46. Met andere woorden, een handeling van het bewegen van een bandcassette en een andere handeling van het uittrekken van een magnetische band uit de cassette worden in het geheel niet tegelijkertijd uitgevoerd. Een mogelijk falen zoals veroorzaakt kan worden wanneer de twee laadhandelingen zoals bovenbeschreven tegelijkertijd worden uitgevoerd, kan bijgevolg effectief worden voorkomen met de digitale audiobandrecor-35 der van de onderhavige uitvoeringsvorm. Opgemerkt wordt dat, hoewel de onderhavige uitvinding in de bovenbeschreven uitvoeringsvormen is toegepast op een digitale audiobandrecorder, deze ook kan worden toegepast op een magnetische bandinrichting anders dan een dergelijke digitale audiobandrecorder. 40
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de aangrijporganen een op één van de eerste en tweede scharnierhefbomen (60, 24) gemonteerde pen (62) omvatten, en een op de andere van de eerste en tweede scharnierhefbomen (60, 24) gevormde haak (63) die een groef (61) definieert waarin genoemde pen 35 (62) verwijderbaar past.
7. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het wisselmechanisme organen (51a, 50b) omvat die, in respons op beweging van het bandlaadmechanisme (30, 51) van de niet-werkzame naar de werkzame positie, de eerste schamierhefboom (50) positief scharnieren om het beweegbare wiel (42) te ontkoppelen van het motorwiel (46).
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het bandlaadmechanisme (30, 51) een beweegbare plaat (51) omvat die beweegbaar is tussen een niet-werkzame positie en een werkzame positie die respectievelijk corresponderen met de niet-werkzame en werkzame posities van het bandlaadmechanisme, en dat genoemde eerste schamierhefboom (50) een arm (50b) heeft met een zodanig aangebracht uiteinde dat, wanneer de beweegbare plaat (51) wordt bewogen van de niet-werkzame naar de werkzame positie, 45 het genoemde uiteinde van de genoemde arm (50b) wordt aangegrepen door een hellend vlak (51a) van de beweegbare plaat (51) om de eerste schamierhefboom (50) te scharnieren om het beweegbare wiel (42) te ontkoppelen van het motorwiel (46). Hierbij 8 bladen tekening
NL9001994A 1989-09-12 1990-09-11 Magnetische-bandinrichting. NL193007C (nl)

Applications Claiming Priority (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP1234745A JPH03100958A (ja) 1989-09-12 1989-09-12 磁気テープ装置
JP23474589 1989-09-12
JP1235815A JPH03100959A (ja) 1989-09-13 1989-09-13 磁気テープ装置
JP23581589 1989-09-13
JP1240553A JPH03104052A (ja) 1989-09-19 1989-09-19 磁気テープ装置
JP24055389 1989-09-19

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL9001994A NL9001994A (nl) 1991-04-02
NL193007B NL193007B (nl) 1998-03-02
NL193007C true NL193007C (nl) 1998-07-03

Family

ID=27332184

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9001994A NL193007C (nl) 1989-09-12 1990-09-11 Magnetische-bandinrichting.

Country Status (4)

Country Link
US (1) US5151833A (nl)
KR (1) KR940006138B1 (nl)
DE (1) DE4028828C2 (nl)
NL (1) NL193007C (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2262379B (en) * 1991-07-10 1996-01-31 Funai Electric Co A device for loading/unloading a tape cassette
GB2289368B (en) * 1991-12-11 1996-01-31 Funai Electric Co A device for loading/unloading a tape casssette
DE4229753A1 (de) * 1992-09-05 1994-03-10 Philips Patentverwaltung Magnetbandkassettengerät mit einem die Wickelteller antreibenden Motor (Lademechanismus mit langem Verschiebeweg)
KR960015994B1 (en) * 1993-04-19 1996-11-25 Samsung Electronics Co Ltd Head drum of video tape recording and tape driving apparatus
WO1998033178A1 (fr) * 1997-01-29 1998-07-30 Sony Corporation Dispositif d'enregistrement et/ou de reproduction pour bande magnetique
KR102179761B1 (ko) * 2018-03-05 2020-11-17 동우 화인켐 주식회사 냉각 시스템

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS61188771A (ja) * 1985-02-18 1986-08-22 Matsushita Electric Ind Co Ltd 磁気記録再生装置
JPS61163361U (nl) * 1985-03-30 1986-10-09
DE3643639A1 (de) * 1985-12-19 1987-06-25 Gold Star Co Kassetten-videobandgeraet
KR890002524Y1 (ko) * 1985-12-31 1989-04-29 주식회사 금성사 비디오 테이프 레코오더의 로딩장치
JPH0762932B2 (ja) * 1986-01-20 1995-07-05 三洋電機株式会社 カセツト及びテ−プロ−デイング装置
JPS63213152A (ja) * 1987-03-02 1988-09-06 Mitsubishi Electric Corp テ−プロ−デイング機構
JPH0743862B2 (ja) * 1987-11-10 1995-05-15 ゴールドスター カンパニー,リミティド キャップスタンモーターを利用したビデオテープレコーダーのカセットローディング装置

Also Published As

Publication number Publication date
US5151833A (en) 1992-09-29
DE4028828C2 (de) 1997-03-27
NL9001994A (nl) 1991-04-02
NL193007B (nl) 1998-03-02
DE4028828A1 (de) 1991-03-21
KR910006942A (ko) 1991-04-30
KR940006138B1 (ko) 1994-07-06

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL192230C (nl) Bedrijfswijze-omschakelmechanisme voor opname- en/of weergave-apparaat voor registratiedragers.
NL192149C (nl) Bedrijfswijze-omschakelinrichting.
NL8100583A (nl) Magnetische bandregistratie en/of weergeefinrichting.
NL193007C (nl) Magnetische-bandinrichting.
US4422114A (en) Cassette tape player
US4388658A (en) Magnetic tape recording and/or reproducing apparatus
JP3085861B2 (ja) ビデオカセットレコーダのリールテーブル駆動装置
US4061292A (en) Bi-directional rotary drive mechanism
US5386333A (en) Head drum cleaning device for magnetic recording and reproducing apparatus
US4085908A (en) Tape recorder control unit
US4871128A (en) Auto reverse mechanism for tape recorder/playback devices
JPH0535464Y2 (nl)
GB2224876A (en) A magnetic tape cassette recorder/player drive system
EP0345739B1 (en) Magnetic tape recording and playback apparatus
JP3478860B2 (ja) テープレコーダーの走行案内装置
JPS5914930Y2 (ja) リ−ルデスクのサプライトルク付与機構
KR100211868B1 (ko) 브이씨알의 릴 브레이크 장치
JPS62259251A (ja) 磁気記録再生装置
JPH075559Y2 (ja) 画面検索機能を有するビデオテープレコーダ
KR930004924Y1 (ko) 아이들러 어셈블리를 이용한 강브레이크장치
JPH0337158Y2 (nl)
JP3068126B2 (ja) テープデッキにおけるブレーキ装置
JPH0345304Y2 (nl)
JPH0348756Y2 (nl)
KR830002196Y1 (ko) 테이프 레코오더의 구동전달기구

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20020401

V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20020401