NL192991C - Mangatdeksel/framecombinatie. - Google Patents

Description

1 192991

Mangatdeksel/framecombinatie

De uitvinding heeft betrekking op een mangatdeksel/framecombinatie, omvattende een in hoofdzaak rechthoekig frame met tegenover elkaar liggende evenwijdige zijframedelen, elk voorzien van een binnen-5 wand en een binnenwaarts uitstekende flens, alsmede ten minste een in hoofdzaak rechthoekig deksel dat in het frame tussen de binnenwanden opneembaar is en is uitgerust met tegenover elkaar gelegen, evenwijdige oplegranden, welke kunnen steunen op de bovenvlakken van de binnenwaarts uitstekende flenzen.

Een dergelijke combinatie is bekend uit FR-A-2.271.747. De binnenwaarts uitstekende flenzen hebben 10 een schuin verloop in een richting die loodrecht staat op de langsrichting van die flenzen. Ook de oplegranden van het deksel vertonen een schuin verloop dwars op de langsrichting van die oplegranden, zij het dat de hellingshoek afwijkend is ten opzichte van de hellingshoek van de flenzen. Daarmee wordt bereikt dat de oplegranden van het deksel volgens een duidelijk bepaalde contactlijn aanliggen op de flenzen van het frame. Het uitnemen van het deksel vindt in verticale richting plaats. Bij de aanwezigheid van pakkings-15 of afdichtmateriaal kan dit relatief grote krachten vergen omdat de hechting van dit afdichtmateriaal aan de betreffende wanden moet worden verbroken.

De uitvinding beoogt het losnemen van een deksel uit een mangatframe te vergemakkelijken en is daartoe gekenmerkt doordat het deksel uit ten minste twee rechthoekige dekseldelen bestaat, waarvan de oplegranden nabij een uiteinde elk zijn voorzien van een benedenwaarts gericht uitsteeksel, dat in de 20 afsluitpositie van elk dekseldeel binnen het frame grijpt in een bijbehorende uitsparing, aangebracht in elke binnenwaarts uitstekende flens van het frame, waarbij elke uitsparing een in de langsrichting van de flens hellende bodemwand heeft, een en ander zodanig dat na het in verticale richting uitnemen van een eerste dekseldeel elk volgend dekseldeel in hoofdzaak horizontaal verschuifbaar is, waarbij het dekseldeel tevens in opwaartse richting beweegt tengevolge van de verplaatsing van de uitsteeksels over de hellende 25 bodemwand van de uitsparingen in de flenzen.

Het eerste dekseldeel dat wordt uitgenomen moet weliswaar nog steeds in verticale richting worden losgetrokken, de daarvoor benodigde kracht is geringer omdat, bij gelijkblijvende afmetingen van het mangatframe het dekseldeel kleiner is dan een het mangatframe volledig afdekkende deksel. Elk volgend dekseldeel kan door een nagenoeg horizontale krachtuitoefening worden losgetrokken en vervolgens 30 uitgenomen. Verrassenderwijze is gebleken dat de hechting van het afdichtmateriaal daarbij gemakkelijker wordt verbroken. De samenwerkende uitsteeksels en uitsparingen hebben verder nog het voordeel dat de dekseldelen in de afsluitpositie nauwkeurig zijn gelokaliseerd.

Opgemerkt wordt dat uit FR-B-2.107.718 een mangatdeksel/framecombinatie bekend is, waarbij de oplegrand van het ronde deksel is voorzien van een of meer uitsteeksels, die in de afsluitpositie van het 35 deksel grijpen in-uitsparingen, aangebracht in de schouder of binnenwaarts uitstekende flens van het frame. Beoogd is het deksel tegen rotatie te borgen teneinde slijtage van de in de oplegrand van het deksel aangebrachte ring van elastisch materiaal tegen te gaan.

Een uitvoeringsvorm van de constructie volgens de uitvinding wordt aan de hand van de tekening nader 40 toegelicht. Hierin toont: figuur 1 een bovenaanzicht van een mangatdeksel en frameconstructie met twee deksels, waarvan er slechts één in de tekening is getoond; figuur 2 een verticale doorsnede volgens de lijn ll-ll van figuur 1.

figuur 3 een verticale doorsnede volgens de lijn Ill-Ill van figuur 1; en 45 figuren 4, 5 en 6 detaiiaanzichten van één van de uitsteeksels van het deksel.

Het mangatdeksel/framecombinatie omvat een rechthoekig frame 10, dat twee rechthoekige deksels 11 ondersteunt (waarvan er slechts één is weergegeven), waarbij zowel het frame als de deksels uit gietijzer bestaan. De centrale delen van de deksels kunnen zijn voorzien van terugliggende vlakken 12 voor het 50 opnemen van een betonvulling.

Hoewel het frame 10 uit één stuk kan zijn vervaardigd bestaat dit bij voorkeur uit een reeks afzonderlijk vervaardigde langwerpige zijdelen 13 en einddelen 14 die onderling met bouten zijn verbonden.

Zoals blijkt uit figuur 3, heeft elk zijframedeel 13 een opstaande, schuin buitenwaarts verlopende wand 15 en binnenwaarts en buitenwaarts uitstekende flenzen 16, 17 langs de bodem van de wand 15. Onderling 55 evenwijdig lopende langsgroeven 18 zijn in het naar binnen gekeerde vlak van de rand 15 aangebracht voor het opnemen van een afdichtmiddel. De einden van de zijframedelen 13 zijn voorzien van zijwaarts uitstekende flenzen 19, waarmee twee zijframedelen 13 onderling kop aan kop of met de eindframedelen 14

Claims (5)

192991 2 door middel van bouten kunnen worden verbonden. Volgens figuur 2 heeft elk eindframedeel 14 of 14a een opstaande wand 20, 20a, waarbij een buitenwaarts uitstekende flens 21 of 21a zich vanaf de bodem daarvan uitstrekt. Uit figuur 2 blijkt dat de eindwand 14 naar buiten toe schuin verloopt terwijl de wand 14a naar binnen 5 helt. De flenzen 19 op de einden van de zijframedelen 13 hellen op overeenkomstige wijze, zodat zij passen op de flenzen 22, 22a aan de einden van de eindframedelen. Zoals blijkt uit figuur 3, heeft elk deksel 11 een horizontaal basisdeel 23 en tegenover elkaar gelegen naar boven gerichte zijwanden 24, welke buitenwaarts hellen, zodat zij passen bij de opstaande wanden 15 van de zijframedelen 13. De zijrandgedeelten van het deksel rusten op de naar binnen gekeerde flenzen 16 10 van de zijframedelen. Zoals figuur 2 toont helt een van de eindwanden 25 van het deksel 11 buitenwaarts en de tegenover liggende eindwand 25a helt binnenwaarts, zodat de eindwanden passen bij de hellende wanden 20 en 20a van de eindframedelen. De hellingshoeken van de wanden zijn gelijk, zodat de buitenwaarts hellende eindwand van elk deksel 11 past bij de daartegen aan liggende, binnenwaarts hellende eindwand van een 15 naburig deksel. Versterkingsflenzen 26 steken vanaf de onderzijde van het basisdeel 23 van het deksel 11 op gebruikelijke wijze naar omlaag uit. Sleutelgaten 27 (figuur 1) zijn aangebracht in het bovenvlak van elk deksel 11 voor het inbrengen van een sleutel, teneinde het deksel van het frame te kunnen lichten.

20 Zoals blijkt uit figuur 2 is elk van de tegenover elkaar gelegen zijranddelen van het deksel 11, dat rust op de flenzen 16 van de zijframedelen, aan het einde nabij de binnenwaarts hellende wand 25a voorzien van een naar omlaag gericht uitsteeksel 28, dat, wanneer het deksel in de werkzame stand is geplaatst grijpt in een uitsparing 29 in de flens 16. De uitsparingen 29, waarin de naar omlaag gerichte uitsteeksels van het niet weergegeven mangatdeksel zullen grijpen zijn in figuur 1 getoond.

25 Zoals blijkt uit figuur 2, hellen de bodemwanden van de uitsparingen 29. De ingrijping van de uitsteeksels 28 in de uitsparingen 29 draagt bij tot het nauwkeurig positioneren van elk deksel ten opzichte van het frame. In een systeem waarbij een reeks deksels naast elkaar is gelegen, zullen nadat het eerste deksel is verwijderd door dit op te lichten, de overige deksels normaliter worden verwijderd door deze te verschuiven over de zijframedelen en ze daarbij enigermate op te lichten.

30 Aangezien de bodemwanden van de uitsparingen 29 in de langsrichting van de flens hellen zal de ; samenwerking van de uitsteeksels 28 met de hellende bodem bij het verschuiven van een deksel over het zijframe tot gevolg hebben dat één einde van het deksel enigermate wordt opgelicht hetgeen bijdraagt tot het verwijderen daarvan. Dit heeft bijvoorbeeld het verbreken van een vloeistofdichte afdichting tot gevolg, welke over de omtrek van het deksel is aangebracht.

35 Figuren 4-6 tonen één van de uitsteeksels 28 in groter detail. Figuur 4 is een verticale doorsnede door één einde van het deksel 11, figuur 5 is een onderaanzicht en figuur 6 een zijaanzicht. Zoals blijkt kan langs het uitsteeksel 28 een kleiner uitsteeksel 30 zijn aangebracht dat steunt op het oppervlak van de bijbehorende flens 16 langs de uitsparing 29 daarin. 40 Mangatdeksel/framecombinatie, omvattende een in hoofdzaak rechthoekig frame (10) met tegenover elkaar liggende evenwijdige zijframedelen (13), elk voorzien van een binnenwand (15) en een binnenwaarts 45 uitstekende flens (16), alsmede ten minste een in hoofdzaak rechthoekig deksel (11) dat in het frame (10) tussen de binnenwanden (15) opneembaar is en is uitgerust met tegenover elkaar gelegen, evenwijdige oplegranden, welke kunnen steunen op de bovenvlakken van de binnenwaarts uitstekende flenzen (16), met het kenmerk, dat het deksel (11) uit ten minste twee rechthoekige dekseldelen (11) bestaat, waarvan de oplegranden nabij een uiteinde elk zijn voorzien van een benedenwaarts gericht uitsteeksel (28) dat in de 50 afsluitpositie van elk dekseldeel (11) binnen het frame (10) grijpt in een bijbehorende uitsparing (29), aangebracht in elke binnenwaarts uitstekende flens (16) van het frame (10), waarbij elke uitsparing (29) een in de langsrichting van de flens hellende bodemwand heeft, een en ander zodanig dat na het in verticale richting uitnemen van een eerste dekseldeel (11) elk volgend dekseldeel (11) in hoofdzaak horizontaal 3 192991 verschuifbaar is, waarbij het dekseldeel (11) tevens in opwaartse richting beweegt ten gevolge van de verplaatsing van de uitsteeksels (28) over de hellende bodemwand van de uitsparingen (29) in de flenzen (16). Hierbij 3 bladen tekening |