NL192826C - Samenstel van luiken voor het afsluiten van een luikopening van een schip. - Google Patents

Description

1 192826

Samenstel van luiken voor het afsluiten van een luikopening van een schip

De uitvinding heeft betrekking op een samenstel van luiken voor het afsluiten van een luikopening van een schip, voorzien van een aantal luiken die zich over de luikopening kunnen uitstrekken en in gesloten of 5 gedeeltelijk gesloten toestand van de luikopening zij aan zij liggen en hiermee een zich in een lengterichting van de luikopening uitstrekkende rij luiken vormen in een in hoofdzaak horizontaal vlak, waarbij wanneer de luikopening geheel of gedeeltelijk wordt geopend een aantal luiken met behulp van een kraan op elkaar worden gestapeld, en voorts elk van de luiken is voorzien van (eerste) centreerorganen, waarvan elk zich in genoemde gesloten of gedeeltelijk gesloten toestand naar beneden toe uitstrekt tot in een zich naast de 10 luikopening in het dek van het schip bevindende centreeropening voor het positioneren van het luik over de luikopening op een vooraf bepaalde plaats, alsmede van (tweede) centreerorganen, waarvan elk geschikt is om samen te werken met een tweede centreerorgaan van een boven op het luik te stapelen ander luik wanneer de luikopening althans gedeeltelijk wordt geopend.

Een dergelijk samenstel van luiken is bekend uit het Britse octrooischrift nr. 1.345.299. Zoals in dit 15 octrooischrift is beschreven, is elk van de (tweede) centreerorganen hier gevormd door een op de bovenzijde van een luik aangebrachte conische knop en een aan de onderzijde daarvan aangebrachte opening, waarbij, wanneer luiken op elkaar worden gestapeld de conische knop van een luik ingrijpt in de opening van een daarbovenop gestapeld luik. De zich aan de bovenzijde bevindende conische knop heeft ais nadeel dat van een dergelijk uitsteeksel hinder kan worden ondervonden, bijvoorbeeld wanneer 20 personen over de luiken lopen, dan wel wanneer voorwerpen op de luiken worden geplaatst. Behalve uitsteeksels naar boven zijn de luiken ook voorzien van zich naar onderen uitstrekkende uitsteeksels om de luiken op het dek van het schip te positioneren. Het aanbrengen van naar beide zijden gerichte uitsteeksels op de luiken vereist extra maatregelen om een eenvoudig opeenstapelen van de luiken mogelijk te maken.

De uitvinding beoogt aan deze nadelen tegemoet te komen. Overeenkomstig de uitvinding heeft het 25 samenstel van luiken, zoals dit in de aanhef is omschreven, daartoe het kenmerk, dat de centreerorganen voor het positioneren van een luik over de luikopening tevens gebruikt worden als centreerorganen voor een boven op een luik stapelen van een ander luik. De centreerorganen overeenkomstig de uitvinding hebben derhalve een dubbelfunctie.

In een bijzondere uitvoeringsvorm is elk van de centreerorganen voorts voorzien van een opneemholte 30 voor een haak van de kraan waarmee een luik van de luikopening kan worden opgeheven om vervolgens op een ander luik te worden gestapeld en omgekeerd. Hiermee verschaft een centreerorgaan een hijspunt, een stapelsteun en een steun wanneer een luik een deel van de luikopening afdekt. In dit verband zij gewezen op het Amerikaanse octrooischrift nr. 3.800.723, waarin een samenstel van luiken voor het afsluiten van een luikopening van een schip is beschreven, waarbij de centreerorganen voor het op elkaar 35 stapelen van de luiken zijn voorzien van een aangrijpelement voor de kraanhaak. Deze centreerorganen zijn echter niet geschikt voor het positioneren van de luiken over de luikopening. Bij voorkeur is elk van de centreerorganen voorzien van een centreerholte met een naar boven gerichte opening en een naar beneden toe gericht vrij einddeel, waarbij wanneer een luik op een ander luik wordt gestapeld, het naar beneden toe gerichte vrije einddeel van het ene luik samenwerkt met de centreerholte van het daaronder gelegen andere 40 luik. Door het naar beneden toe gerichte vrije einddeel wordt een doeltreffende positionering en verankering van een luik over de luikopening of op een stapel verkregen.

In een praktische uitvoeringsvorm is elk van de centreerorganen voorzien van een, in gebruik in hoofdzaak verticaal gericht langgerekt basislichaam dat aan zijn onderzijde is voorzien van een in zijwaartse richting gebogen tussenstuk dat overgaat in het verticaal naar beneden gericht vrije einddeel en aan zijn 45 bovenzijde is voorzien van een in genoemde zijwaartse richting afgebogen eindstuk waarin zich althans voor een deel de genoemde centreerholte en opneemholte bevinden.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekening waarvan: figuur 1 een bovenaanzicht van een schip voorzien van een luiken-samenstel volgens de uitvinding 50 weergeeft; figuur 2 een zijaanzicht van het schip van figuur 1 weergeeft; figuur 3 een zijaanzicht van het schip van figuur 1 weergeeft waarbij de luikopening althans voor een deel is geopend; figuur 4 een vooraanzicht weergeeft van een stapel luiken van figuur 3; en 55 figuur 5 een zijaanzicht weergeeft van een stapel luiken van figuur 3.

In de figuren 1, 2 en 3 is met referentienummer 1 een schip weergegeven dat is voorzien van een 192826 2 gestippeld weergegeven luikopening 2. De luikopening 2 is overeenkomstig de uitvinding afgesloten met een aantal luiken 4, 6, 8, 10,12, 14. De luiken 4-14 zijn onderling althans niet direct met elkaar verbonden, leder luik kan desgewenst apart worden verwijderd. Het schip is hiertoe verder voorzien van een kraan 16 die via op het dek 18 van het schip 1 aangebrachte rails 20 in de lengterichting van het schip 1 kan worden 5 voortbewogen. In een uiterste positie, zoals in figuur 1 en figuur 2 is weergegeven bevindt de kraan zich niet boven maar voorbij de luikopening 2. De kraan is in dit voorbeeld voorzien van een op de rails 20 verrijdbaar basisframe 22 op wielen 23 en een in het basisframe 22 op en neer beweegbare brug 24. De rails 20 strekken zich in de lengterichting van het schip uit en zijn bijvoorbeeld aan weerszijden van en tot voorbij de luikopening 2 aangebracht. Aan de onderzijde van de brug 24 zijn nabij vier hoekpunten van de 10 in horizontale dwarsdoorsnede rechthoekige kraan vier haken 26 gemonteerd. Het heffen van de brug 24 kan bijvoorbeeld met een hier niet nader te bespreken hydraulische aandrijving 28 worden uitgevoerd. Wel wordt opgemerkt, dat de aandrijving in deze uitvoeringsvorm dubbel is uitgevoerd zodat de brug in een horizontale positie kan worden gebracht.

Overeenkomstig een aspect van de uitvinding kan de luikopening althans voor een deel worden geopend 15 door bijvoorbeeld de luiken 4 en 6 successievelijk met behulp van de kraan 16 te verwijderen en te stapelen op bijvoorbeeld luik 14, zie ook figuur 3. Voor het verwijderen van de luiken 4 en 6 kan de kraan bijvoorbeeld eerst tot boven luik 4 worden gereden. Het luik 4 is evenals de andere luiken voorzien van in de figuren 1-3 niet weergegeven maar nog nader te bespreken opneemholten waarin de haken van de kraan kunnen worden bevestigd. De kraan kan hiermee het luik 4 opheffen, tot boven luik 14 transporteren en 20 vervolgens luik 4 op luik 14 plaatsen. Op eenzelfde wijze kunnen vervolgens de luiken 6, 8,10 etc. met behulp van de kraan 16 worden verwijderd en op een stapel worden gebracht zoals in figuur 3 voor luiken 4 en 6 is weergegeven. Het zal duidelijk zijn dat de luiken 4-14 in principe in een willekeurige volgorde kunnen worden verwijderd om vervolgens op ten minste een stapel te worden gebracht. Natuurlijk kunnen de luiken 4-14 ook op het dekdeel 30 voorbij de luikopening, worden gestapeld. De aandrijving voor het 25 verrijden van de kraan zal hier niet nader worden besproken.

In figuren 4 en 5 zijn respectievelijk twee gedeeltelijk opengewerkte zijaanzichten vanaf twee verschillende richtingen van de luiken getoond in de gestapelde toestand volgens figuur 3. Hierbij is de kraan 16 schematisch weergegeven, leder luik 4-14 is voorzien van ten minste een centreerorgaan 32 welke zich in dit voorbeeld bij luik 14,12,10 en 8 tot in een centreeropening 34 in het dek 18 uitstrekt. In het onderha-30 vige uitvoeringsvoorbeeld is ieder luik voorzien van vier centreerorganen die nabij een hoekpunt aan twee tegenover elkaar gelegen in gebruik, zich in de lengterichting van de luikopening uitstrekkende langszijden van het luik zijn gemonteerd. Hiertoe is het dek 18 voor ieder te plaatsen luik voorzien van vier centreer-openingen. In dit voorbeeld is dekdeel 30 eveneens voorzien van vier met de centreerorganen van een luik corresponderende centreeropeningen 34 zodat op dit dekdeel 30 desgewenst eveneens een stapel luiken 35 kan worden geplaatst.

Het centreerorgaan 32 is aan zijn onderzijde voorzien van een einddeel 36 dat bij voorkeur taps (38) toeloopt. Dankzij het taps-toelopende eindstuk wordt het positioneren van een luik op het dek, dusdanig dat de centreerorganen in de centreeropeningen 34 vallen, vergemakkelijkt. Het einddeel 36 fungeert hier als een zoeker.

40 leder luik is verder in dit voorbeeld aan zijn bovenzijde voorzien van een centreerholte 40 met een naar boven gerichte opening 42 waarin althans een gedeelte van het centreerorgaan 32 van een ander luik kan worden opgenomen. Hiermee wordt gewaarborgd dat de luiken van een stapel onderling goed met elkaar zijn verbonden en niet kunnen verschuiven. In dit voorbeeld is het einddeel 36 in de desbetreffende centreerholte 40 opgenomen zodat het einddeel 36 zowel geschikt is om in een centreeropening 34 van het 45 dek 2 te worden opgenomen als in een centreerholte 40 van een ander luik. Het is uiteraard eveneens mogelijk dat het centreerorgaan 32 wordt voorzien van een ander deel dat geschikt is om in een centreerholte van een ander luik te worden opgenomen. In het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld is een centreerholte 40 van een luik echter gevormd in een centreerorgaan 32 van een luik. Hiermee wordt het eveneens mogelijk gemaakt dat het einddeel 36 van een centreerorgaan 32 zowel in een centreeropening 34 van het 50 dek 18 als in een centreerholte 40 van een ander luik kan worden opgenomen. Bij een centreerorgaan 32 bevindt de centreerholte 40 zich immers in verticale richting boven het einddeel 36.

Zoals eerder aangegeven omvat het luik voorts nog een opneemholte 44 voor de ten minste ene haak 26 van de kraan. In dit voorbeeld is het luik echter voorzien van vier opneemholten 44 op met de haken 26 van de kraan 16 corresponderende onderlinge posities. De opneemholten 44 zijn ieder voorzien van een naar 55 beneden toe gerichte opening 46. In dit voorbeeld is op zeer voordelige wijze het centreerorgaan 32 voorzien van genoemde opneemholte 44. De opneemholte 44 bevindt zich in het centreerorgaan 32 tussen de centreerholte 40 en het vrije einddeel 36. Hierbij zijn de centreerholte 40 en het vrije einddeel 36 in

Claims (3)

3 192826 verticale richting van elkaar gescheiden. In het bijzonder is het centreerorgaan 32 voorzien van een in hoofdzaak verticaal gericht langgerekt basislichaam 48 dat aan zijn onderzijde is voorzien van een in zijwaartse richting gebogen tussenstuk 50 dat overgaat in het verticaal naar beneden gericht vrije einddeel 36. Aan zijn bovenzijde is het centreer-5 orgaan 32 bij voorkeur voorzien van een in genoemde zijwaartse richting afgebogen eindstuk 52 waarin zich althans voor een deel de genoemde centreerholte 40 en opneemholte 44 bevinden. De centreeropeningen 34 en openingen 42 kunnen zowel rond, vierkant of in een andere vorm worden uitgevoerd waarbij de vrije einddelen 36 bijvoorbeeld zijn voorzien van een hiermee corresponderende vorm. 10

1. Samenstel van luiken voor het afsluiten van een luikopening van een schip, voorzien van een aantal luiken die zich over de luikopening kunnen uitstrekken en in gesloten of gedeeltelijk gesloten toestand van 15 de luikopening zij aan zij liggen en hiermee een zich in een lengterichting van de luikopening uitstrekkende rij luiken vormen in een in hoofdzaak horizontaal vlak, waarbij wanneer de luikopening geheel of gedeeltelijk wordt geopend een aantal luiken met behulp van een kraan op elkaar worden gestapeld, en voorts elk van de luiken is voorzien van (eerste) centreerorganen, waarvan eik zich in genoemde gesloten of gedeeltelijk gesloten toestand naar beneden toe uitstrekt tot in een zich naast de luikopening in het dek van het schip 20 bevindende centreeropening voor het positioneren van het luik over de luikopening op een vooraf bepaalde plaats, alsmede van (tweede) centreerorganen, waarvan elk geschikt is om samen te werken met een tweede centreerorgaan van een boven op het luik te stapelen ander luik wanneer de luikopening althans gedeeltelijk wordt geopend, met het kenmerk, dat de centreerorganen (32) voor het positioneren van een luik over de luikopening (2) tevens gebruikt worden als centreerorganen (32) voor een boven op een luik 25 stapelen van een ander luik.

2. Samenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat elk van de centreerorganen (32) voorts is voorzien van een opneemholte (44) voor een haak (26) van de kraan (16) waarmee een luik van de luikopening (2) kan worden opgeheven om vervolgens op een ander luik te worden gestapeld en omgekeerd.

3. Samenstel volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat elk van de centreerorganen (32) is voorzien 30 van een centreerholte (40) met een naar boven gerichte opening en een naar beneden toe gericht vrij einddeel (36) waarbij, wanneer een luik op een ander luik wordt gestapeld, het naar beneden toe gerichte vrije einddeel (36) van het ene luik samenwerkt met de centreerholte (40) van het daaronder gelegen andere luik. Hierbij 5 bladen tekening