NL192782C - Hoekslagboormachine, alsmede hoekvoorzetstuk hiervoor. - Google Patents

Hoekslagboormachine, alsmede hoekvoorzetstuk hiervoor. Download PDF

Info

Publication number
NL192782C
NL192782C NL8502875A NL8502875A NL192782C NL 192782 C NL192782 C NL 192782C NL 8502875 A NL8502875 A NL 8502875A NL 8502875 A NL8502875 A NL 8502875A NL 192782 C NL192782 C NL 192782C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
angle
driving member
transmission mechanism
impact drill
drill according
Prior art date
Application number
NL8502875A
Other languages
English (en)
Other versions
NL8502875A (nl
NL192782B (nl
Original Assignee
Bosch Gmbh Robert
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Bosch Gmbh Robert filed Critical Bosch Gmbh Robert
Publication of NL8502875A publication Critical patent/NL8502875A/nl
Publication of NL192782B publication Critical patent/NL192782B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL192782C publication Critical patent/NL192782C/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B23MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B23BTURNING; BORING
    • B23B45/00Hand-held or like portable drilling machines, e.g. drill guns; Equipment therefor
    • B23B45/003Attachments
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B25HAND TOOLS; PORTABLE POWER-DRIVEN TOOLS; MANIPULATORS
    • B25DPERCUSSIVE TOOLS
    • B25D17/00Details of, or accessories for, portable power-driven percussive tools
    • B25D17/005Attachments or adapters placed between tool and hammer
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T74/00Machine element or mechanism
    • Y10T74/18Mechanical movements
    • Y10T74/18024Rotary to reciprocating and rotary
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T74/00Machine element or mechanism
    • Y10T74/18Mechanical movements
    • Y10T74/18992Reciprocating to reciprocating

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Percussive Tools And Related Accessories (AREA)
  • Earth Drilling (AREA)

Description

1 192782
Hoekslagboormachine, alsmede hoekvoorzetstuk hiervoor
De uitvinding heeft betrekking op een hoekslagboormachine voorzien van een aandrijfmechanisme en van een hoekvoorzetstuk voor het overbrengen en omleiden van de aandrijfenergie voor boor- en slagwerking, 5 waarbij het hoekvoorzetstuk een huis omvat waarin een met het aandrijfmechanisme verbonden aandrijf-orgaan en een met een werktuighouder verbonden aandrijvend orgaan is gelegen, zodanig, dat de hartlijnen van het aandrijforgaan en het aandrijvend orgaan een hoek met elkaar insluiten, terwijl tussen het aandrijforgaan en het aandrijvend orgaan een de draaiing van het aandrijforgaan op het aandrijvend orgaan overbrengend tussendrijfwerk is aangebracht en verder een slagzuiger is aangebracht voor het opwekken 10 van een slagfunctie.
Een dergelijke hoekslagboormachine is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 2.457.565. Bij deze boormachine is het mechanisme voor het bewerkstelligen van de slagfunctie in het verlengde van de werktuighouder opgesteld hetgeen leidt tot een vrij volumineuze bouw van het de werktuighouder ondersteunende gedeelte van de boormachine. Dit maakt een werken met de boormachine in nauwe ruimtes moeilijk 15 zo niet onmogelijk.
Volgens de uitvinding is nu de slagzuiger, gerekend in de aanvoerrichting van de aandrijfenergie vanaf het aandrijfmechanisme tijdens bedrijf voor de hoek geplaatst en is in de tussenruimte tussen aandrijforgaan en aandrijvend orgaan voor het overbrengen van de slagen vanaf de slagzuiger op het werktuig een ten minste een onsamendrukbaar orgaan omvattend overbrengingsmechanisme aangebracht.
20 Door toepassing van de constructie volgens de uitvinding kan het de werktuighouder opnemende gedeelte van de hoekslagboormachine met kleine afmetingen worden uitgevoerd, hetgeen de hanteerbaarheid en de mogelijkheid tot het werken in kleine ruimtes aanzienlijk verbetert.
Tot het verkrijgen van een beknopte bouw wordt verder bijgedragen indien het aandrijforgaan en het aandrijvend orgaan ieder zijn voorzien van een axiale boring, die dienst doen als geleiding voor het 25 overbrengingsmechanisme. Daarbij is de boormachine op eenvoudige wijze van een hoekslagboormachine in een rechte boormachine en omgekeerd om te bouwen indien het aandrijforgaan en een daarin opgenomen deel van het overbrengingsmechanisme uitmakend koppelelement verschuifbaar en onverdraaibaar met elkaar zijn gekoppeld, waarbij het koppelelement voor het rechtstreeks aankoppelen van een werktuig-opneemorgaan aan de boormachine is uitgevoerd.
30 Een doelmatige overbrenging van de slagkracht wordt verkregen indien het overbrengingsmechanisme is voorzien van ten minste een in een cirkelboogvormig gekromde geleidingsbaan gelegen onsamendrukbaar orgaan, dat vrij beweegbaar in de geleidingsbaan is geleid. Daarbij is een goedkope uitvoering te realiseren indien het overbrengingsmechanisme is voorzien van een aantal in een rij achter elkaar in de geleidingsbaan opgestelde kogels of rollen. Dergelijke kogels of rollen zijn in de handel als massa-artikelen beschik-35 baar en kunnen ook gemakkelijk uitgewisseld worden.
Het aantal benodigde onderdelen kan worden verminderd indien het overbrengingsmechanisme is voorzien van een in de geleidingsbaan gelegen boogvormige stoter en van een tweetal ieder tegen een eindvlak van de boogvormige stoter aanliggende kogels of rollen. Daarbij is een gunstige oppervlakbelasting te realiseren indien het overbrengingsmechanisme een stoter omvat, die aan een uiteinde een aan de 40 diameter van een aanliggende kogel of rol aangepaste gekromd gevormde uitsparing bezit, zodat slijtage daarbij wordt tegengegaan.
De montage van het overbrengingsmechanisme is daarbij op eenvoudige wijze te realiseren indien de geleidingsbaan twee in het huis ingezette halve schalen met halfcirkelvormige of U-vormige doorsnede bezit.
45 Indien het overbrengingsmechanisme is voorzien van een hefboomachtig orgaan, dat een ten minste nagenoeg haaks op de hartlijn van het aandrijforgaan en een ten minste nagenoeg haaks op de hartlijn van het aandrijvend orgaan uitgericht aanligvlak bezit en verdere de slagkracht overbrengende koppelelementen met hun uiteinden tegen de aanligvlakken aanliggen kan worden bewerkstelligd, dat de slag van de werktuighouder groter is dan de slag van de slagzuiger of dat de op de werktuighouder uitgeoefende 50 slagkracht groter is dan de kracht uitgeoefend door de slagzuiger.
Een andere mogelijkheid voor het variëren van de slag van de werktuighouder resp. de slagkracht wordt verkregen indien het overbrengingsmechanisme is voorzien van een tweetal resp. in de richting van de hartlijn van het aandrijforgaan en in de richting van de hartlijn van het aandrijvend orgaan verschuifbaar in in een geleidingshuis aangebrachte geleidingskanalen opgenomen schuifstukken, welke schuifstukken in het 55 snij- of kruisingspunt van de geleidingskanalen met een hoek met de betreffende hartlijnen insluitende vlakken tegen elkaar aanliggen, terwijl tegen de van deze vlakken afgekeerde uiteinden van de schuifstukken de slagkracht overbrengende koppelelementen aanliggen. De grootte van de slagkracht resp. de 192782 2 grootte van de slag kan hier namelijk worden beïnvloed door variëren van de hoek tussen de hartlijnen en de een hoek met deze hartlijnen insluitende vlakken.
In een variant op deze laatstgenoemde uitvoeringsvorm is het overbrengingsmechanisme voorzien van een tweetal schuifstukken, die verschuifbaar zijn gelegen in in een geleidingshuis aangebrachte, resp. in de 5 richting van de hartlijnen van het aandrijforgaan en het aandrijvend orgaan verlopende geleidingskanalen, waarbij de schuifstukken aan de naar elkaar toegekeerde uiteinden kegelvormig zijn uitgevoerd en met hun kegelvormige uiteinden tegen elkaar aanliggen, terwijl de schuifstukken aan de van elkaar afgekeerde uiteinden zijn bevestigd aan de slagkracht overbrengende koppelelementen. Bij deze uitvoering kunnen de kegelvormige uiteinden ten opzichte van elkaar verdraaien zodat de slagkracht op wisselende plaatsen van 10 de kegelvormige uiteinden zal worden overgedragen, hetgeen een gunstige invloed heeft op de levensduur van de schuifstukken.
Een eenvoudige opbouw van het overbrengingsmechanisme is verder te realiseren, indien het overbrengingsmechanisme is voorzien van een tweetal koppelelementen, die verschuifbaar zijn in in een geleidingshuis aangebrachte geleidingskanalen, die zich in de richting van de hartlijn van het aandrijforgaan resp. het 15 aandrijvend orgaan uitstrekken, waarbij tussen de wanden van de geleidingskanalen en de buitenomtrek ; van de koppelelementen dichtingen zijn aangebracht en de tussen de naar elkaar toegekeerde uiteinden van de koppelelementen gelegen ruimte van de geleidingskanalen is gevuld met een onsamendrukbaar, slechts geringe afschuifkracht opnemend medium, zoals olie, vet of grafietpasta.
Een stabiel en eenvoudig te vervaardigen overbrengingsmechanisme is verder te verkrijgen indien het 20 overbrengingsmechanisme is voorzien van een draaibaar in een geleidingsschaal geleid schijfvormig element, dat is voorzien van op afstand van zijn draaiingspunt gelegen aanligvlakken waartegen de uiteinden van de slagkracht overbrengende koppelelementen aanliggen. Een beknopte bouw is daarbij te realiseren indien de draaiingsas van het schijfvormige element op afstand is gelegen van het middelpunt van het schijfvormige element, terwijl de verlengden van de hartlijnen van de koppelelementen ten minste 25 nagenoeg door het middelpunt van het schijfvormige element verlopen. Verder is een bijzonder goede ondersteuning van het schijfvormig element te realiseren indien de draaiingsas van het schijfvormig element in het middelpunt van het schijfvormig element ligt, terwijl de hartlijnen van de koppelelementen zich evenwijdig uitstrekken aan door het middelpunt van het schijfvormig element verlopende middellijnen van het schijfvormig element.
30 Opgemerkt wordt, dat uit het Britse octrooischrift 544.567 een klinkinrichting bekend is, waarbij tussen een slagorgaan en de klinkkop een aantal in een enigszins gekromd verlopend kanaal opgestelde rollen zijn aangebracht.
Verder is uit het Amerikaanse octrooi 2.880.715 een hamer bekend, waarbij tussen een slagzuiger en | een aangedreven slagorgaan een om een scharniers zwenkbaar overbrengingsorgaan is opgesteld.
35 Uit het Amerikaanse octrooi 3.396.572 is een klinkinrichting bekend, waarbij de beweging van een slagzuiger op een zich haaks op de slagzuiger uitstrekkend klinkorgaan wordt overgebracht via een schuifstuk, dat verschuifbaar is langs een vlak, dat zowel met de hartlijn van de slagzuiger als met de hartlijn van het klinkorgaan een van 90° afwijkende hoek insluit.
Uit geen van deze drie laatstgenoemde publicaties is echter enige indicatie met betrekking tot een 40 hoekslagboormachine te ontnemen.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een hoekvoorzetstuk kennelijk bestemd voor toepassing bij de uitgevonden hoekslagboormachine.
De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van enige in bijgaande figuren 45 weergegeven mogelijke uitvoeringsvoorbeelden van de constructie volgens de uitvinding.
Figuur 1 toont een langsdoorsnede van een op een slagboormachine opgespannen hoekvoorzetstuk.
Figuur 2 toont een langsdoorsnede over een hoekvoorzetstuk volgens een tweede uitvoeringsvoorbeeld.
Figuur 3 toont een zijaanzicht volgens pijl A van het hoekvoorzetstuk in figuur 2.
Figuren 4-9 tonen telkens een langsdoorsnede over verdere uitvoeringsvoorbeelden van hoekvoorzet-50 stukken, telkens op een slagboormachine opgespannen.
Figuur 10 toont een gewijzigd detail van het hoekvoorzetstuk volgens figuur 9.
Figuur 11 toont een in zijaanzicht en gedeeltelijk in doorsnede een hoekslagboormachine.
Het in figuur 1 in langsdoorsnede weergegeven hoekvoorzetstuk voor draaiende en slagen gevende 55 boormachine 10, dient voor het overbrengen en over een hoek doorleiden van de roterende en heen en weer gaande aandrijfbeweging van een aandrijforgaan 11 van de boormachine 10, waarbij de hartlijnen van boormachine 10 en aangedreven werktuig over een hoek ten opzichte van elkaar zijn verplaatst, welke hoek 3 192782 in het voorbeeld 90° bedraagt. Het hoekvoorzetstuk bezit hiertoe een huis 12, dat aan een einde een opneemaanpasstuk 13 voor opname van het aandrijforgaan 11 en een deel van het direct nabij het aandrijforgaan gelegen deel van het huis 14 van de boormachine 10 draagt. Het opneemaanpasstuk 13 is voorzien van een spaninrichting 15, met behulp waarvan het hoekvoorzetstuk aan het huis 14 van de 5 boormachine 10 kan worden bevestigd.
In het huis 12 van het hoekvoorzetstuk is een zich rechtstreeks op het opneemaanzetstuk 13 aansluitend aandrijforgaan 16 en een nabij het andere einde van het huis 12 aangebracht aandrijforgaan 17 draaibaar gelegerd. Het aandrijforgaan 16 is met het aandrijforgaan 11 van de boormachine 10 zodanig gekoppeld, dat diens draaibeweging op het aandrijforgaan 16 wordt overgedragen. Aandrijforgaan 16 en aandrijforgaan 10 17 zijn via een tussendrijfwerk 18 met elkaar gekoppeld, welk tussendrijfwerk wordt gevormd door een tweetal kegelvormige tandwielen 19 en 20, die uit een stuk met het desbetreffende aandrijforgaan 16 resp. aandrijforgaan 17 zijn.
Het aandrijforgaan I7 bezit een werktuighouder 21, in welke een slag- en boorwerktuig op zodanige wijze kan worden bevestigd, dat deze zowel een axiale beweging kan uitvoeren als ook draaivast met het 15 aandrijvende orgaan 17 is gekoppeld.
In de tussenruimte van het huis tussen het aandrijforgaan 16 en het aandrijforgaan 17 is een inrichting 22 voor het overbrengen van slagen met een slagen overbrengingsmechanisme 23 aangebracht. Aan de ingangszijde staat het slagen overbrengingsmechanisme 23 via een koppelelement 24 in werkverbinding met de niet weergegeven slagzuiger van de boormachine 10 en aan de uitgangszijde rechtstreeks met het 20 eveneens niet weergegeven werktuig. Het overbrengingsmechanisme 23 voor slagen is in een cirkelboogvormig gebogen geleidingsbaan 25 en gedeeltelijk in axiale boringen 26 en 27 in het aandrijforgaan 16 resp. aandrijforgaan 17 geleid. De axiale boring 26 in het aandrijforgaan 16 dient tegelijkertijd ook als geleiding voor het zich axiaal bewegende koppelelement 24, dat tegelijkertijd draaivast met het aandrijforgaan 16 is verbonden en aan zijn eindzijde zo is uitgevoerd, dat het in het werktuig-opneemdeel van de 25 boormachine 10 kan worden bevestigd.
In het uitvoeringsvoorbeeld van het hoekvoorzetstuk volgens figuur 1 is het overbrengingsmechanisme 23 voor slagen gevormd door zeven in de asrichting van het overbrengingsmechanisme 23 in een rij opgestelde kogels 28, die vrij beweegbaar geleid zijn in de geleidingsbaan 25 en in de axiale boringen 26 en 27. De geleidingsbaan 25 wordt door twee in het huis 12 ingebedde halve schalen met half cirkelvormige 30 inwendige doorsnede gevormd, van welke in figuur 1 slechts de achterste halve schaal 29 is te zien. De halve schalen zijn vervaardigd uit gehard staal. Ook de kogels 28 bestaan op soortgelijke wijze uit schaal. In plaats van de kogels 28 kunnen ook stalen rollen worden toegepast, waarbij de halve schalen dan een U-vormige doorsnede moeten bezitten. Het koppelelement 24 is uitgevoerd als stoter 30, welke voor een betere energieoverdracht aan zijn naar het overbrengingsmechanisme 23 toegekeerde eindzijde een aan de 35 diameter van de aanliggende kogel 28 resp. een overeenkomstige rol aangepast gewelfd gedeelte 31 bezit. De door de slagzuiger resp. tussenzuiger van de boormachine 10 opgewekte slag wordt vanaf de stoter 13 via de kogels 28 rechtstreeks op een in de werktuighouder 21 ingestoken werktuig overgedragen, terwijl de draaibeweging van het aandrijforgaan 11 van de boormachine 10 via de genoemde draaiing overbrengende middelen tussen stoter 30 en aandrijforgaan 16 en het tussendrijfwerk 18 op het aandrijforgaan 17 en 40 daarmede op het met het aandrijforgaan 17 draaivast verbonden werktuig wordt overgebracht. De eindzijde van de stoter kan ook vlak zijn.
Het in figuur 2 in langsdoorsnede en in figuur 3 in zijaanzicht weergegeven hoekvoorzetstuk volgens een verder uitvoeringsvoorbeeld is voor grotere machines ontworpen, bijvoorbeeld voor 6 tot 12 kg boormachine. Het komt met betrekking tot belangrijke delen overeen met het hierboven beschreven hoekvoorzetstuk 45 volgens figuur 1, zodat dezelfde onderdelen zijn voorzien van overeenkomstige verwijzingscijfers, die echter met het getal 100 verhoogd zijn.
Een belangrijk verschil kenmerk ten opzichte van het hoekvoorzetstuk in figuur 1 ligt hier in de grotere tussenruimte in het huis tussen het aandrijforgaan 116 en het aandrijforgaan 117 en in de uitvoering van het tussendrijfwerk 118 als V-snaardrijfwerk. De V-snaar 132 is van een met het aandrijforgaan 116 een stuk 50 vormende aandrijfrol 134 via een omleidmechanisme 133, dat tegelijkertijd voor het spannen van de V-riemaandrijving dienst doet, naar een met het aandrijforgaan 117 uit een stuk bestaande aandrijfrol 135 geleid. Het huis 112 van het hoekvoorzetstuk is ergonomisch zo gevormd, dat het gelijktijdig als vasthouden aandrukgreep dienst doet, Het toont op soortgelijke wijze een opneemaanpasstuk 113 met een spaninrichting 115 voor het opsnappen van het hoekvoorzetstuk op het voorste huiseinde van de boorma-55 chine. Het overbrengen van de slagen van de slagzuiger resp. tussenzuiger van de boormachine op het eveneens door stalen kogels 128 gevormde overbrengingsmechanisme 123 voor slagen vindt weer plaats met behulp van een cilindrische stoter 130, terwijl het in de werktuighouder 121 ingezette werktuig hetzij 192782 4 rechtstreeks of onder tussenschakeling van een verder koppelelement reikt tot aan de laatste kogel 128 van het slagen overbrengende mechanisme 123. In plaats van een V-riemaandrijving kan ook een tandriem- een kogelsnaar- of een kettingaandrijving als tussendrijfwerk 118 toegepast worden.
Het hoekvoorzetstuk in het uitvoeringsvoorbeeld volgens figuur 4 komt tot op de uitvoering van het 5 slagen overbrengende mechanisme 223 van de inrichting 222 voor het overbrengen van slagen identiek overeen met het aan de hand van figuur 1 beschreven hoekvoorzetstuk, zodat weer dezelfde onderdelen met overeenkomstige, echter met het getal 200 verhoogde verwijzingscijfers zijn voorzien.
Het weer in een cirkelvormig gekromde geleidingsbaan 225 vrij beweegbare mechanisme 223 voor het overbrengen van slagen is hier als boogvormige stoter 236 uitgevoerd, welke zich over een hoekgedeelte 10 van 90° uitstrekt en tegen wiens uiteinden kogels 237 aanliggen. De kogels 237 steken gedeeltelijk uit in de axiale boringen 226 resp. 227 van aandrijforgaan 216 resp. aandrijforgaan 217 en zijn daarbij telkens in aanraking met in deze axiale boringen 226, 227 glijdende koppelelementen 224 resp. 238. Het koppelelement 224 is weer in het niet weergegeven werktuig opneemstuk van de boormachine 210 bevestigd en met het aandrijforgaan 216 draaivast verbonden. Het eveneens als het koppelelement 224 als cilindrische 15 stoter uitgevoerde koppelelement 238 beweegt zich vrij glijdend in de axiale boring 227 en ligt tegen een eindzijde van een in de werktuighouder 221 ingezet werkstuk. Opbouw en werkingswijze van het hoekvoorzetstuk is overigens gelijk aan die beschreven aan de hand van figuur 1. Opgemerkt wordt nog, dat met behulp van het opneemaanpasstuk 213 het hoekvoorzetstuk, evenals het aan de hand van de figuren 1 en 2 beschreven hoekvoorzetstuk in een willekeurige draaistand op het huis 214 van de boormachine 210 20 geplaatst en vastgespannen kan worden.
De in figuren 5-9 weergegeven verdere uitvoeringsvoorbeelden van hoekvoorzetstukken wijken van de aan de hand van de figuren 1 en 4 beschreven hoekvoorzetstukken slechts af met betrekking tot de uitvoering van de inrichting voor het overbrengen van de slagen. Overeenkomstige onderdelen zijn dan ook in alle gevallen met dezelfde verwijzingscijfers voorzien, welke echter ter onderscheiding met 300 (figuur 5) 25 resp. met 400 (figuur 6) resp. met 500 (figuur 7) resp. 600 (figuur 8) resp. met 700 (figuur 9) en met 800 (figuur 10) zijn vergroot.
In het uitvoeringsvoorbeeld volgens figuur 5 is het mechanisme 323 voor het overbrengen van de slagen van de inrichting 322 voor het overbrengen van de slagen als hoekhefboom of slinger 340 uitgevoerd, welke in een stalen huis 341 in het huis 312 vrij beweegbaar om een as 342 is gelegerd. De slinger 340 bezit een 30 eerste ten opzichte van de as van het aandrijforgaan 316 en een tweede ten opzichte van de as van het aandrijvend orgaan 317 telkens haaks uitgericht aanligvlak 343 resp. 344, tegen welke telkens een in de axiale boring 326 resp. in de axiale boring 327 geleid koppelelement 324 resp. 338 met hun eindzijden aanliggen. De weer als stoten 330, 339 uitgevoerde koppelelementen 324, 338 werken op de beschreven wijze enerzijds samen met de slag- of tussenzuiger van de boormachine en anderzijds met het werktuig.
35 Door overeenkomstige keuze van de afstand van de afzonderlijke stoterassen van de slingeras 342 laat zich binnen de slagomleiding de overbrenging instellen, dat wil zeggen er kan een grotere lengte van de slag of een grotere slagkracht na de omleiding worden verwezenlijkt.
De inrichting 422 voor het overbrengen van slagen van het hoekvoorzetstuk volgens figuur 6 bezit een geleidingshuis 445, dat in de huistussenruimte tussen aandrijforgaan 416 en aandrijforgaan 417 is 40 aangebracht. Het geleidingshuis is met twee in asrichting van aandrijforgaan 416 resp. aandrijforgaan 417 zich uistrekkende geleidingskanalen 446 resp. 447 uitgerust. Het mechanisme 423 voor het overbrengen van slagen wordt gevormd door twee glijelementen 448 en 449, die in lengterichting verschuifbaar in de geleidingskanalen 446 resp. 447 liggen. In het snijpunt van de geleidingskanalen 446, 447 liggen de beide glijelementen 448 en 449 met schuine vlakken 450 resp. 451 tegen elkaar. De stootbeweging van de 45 boorhamer 410 wordt weer via een als stoter 430 uitgevoerd koppelelement 424 overgebracht, en wel rechtstreeks op het glijelement 448. Via de schuine vlakken, 450, 451 wordt de stoot verder geleid op het glijelement 449, dat op zijn beurt zijn stootenergie via het als stoter 439 uitgevoerde koppelelement 438 op een in de werktuighouder 421 ingezet werktuig verder leidt. Ook hier kan door verschillende groottes van de schuine vlakken 450, 451 een overbrenging bij de slagomleiding worden bereikt.
50 De inrichting 522 voor het overbrengen van slagen in het hoekvoorzetstuk volgens figuur 7 bezit weer een geleidingshuis 545 met twee in asrichting van aandrijforgaan 516 en aandrijforgaan 517 zich uitstrekkende geleidingskanalen 546 resp. 547, waarin glijelementen 548 resp. 549 axiaal verschuifbaar zijn geleid. De beide het mechanisme 523 voor het overbrengen van slagen vormende glijelementen 548 en 549 zijn uit een stuk vervaardigd met de koppelelementen 524 resp. 538, die weer als cilindrische stoters 530 resp. 539 55 zijn uitgevoerd en in de axiale boringen 526 resp. 527 van aandrijforgaan 516 resp. aandrijforgaan 517 axiaal verschuifbaar zijn geleid. Tussen de stoter 530 en het aandrijforgaan 516 bestaat een draaivaste verbinding. De beide glijelementen 548, 549 zijn aan hun naar het snij- of kruispunt van de geleidings- 5 192782 kanalen 546, 547 toe wijzende vrije einden kegelvormig uitgevoerd en liggen langs een kegelmantellijn tegen elkaar. Daar de aan de aandrijfzijde van de machine gelegen stoter 530 automatisch met het aandrijvende orgaan 511 van de boormachine 510 wordt gedraaid, de aan de zijde van het werktuig gelegen stoter 539 daarentegen wat betreft draaiing niet gefixeerd is, wordt bereikt, dat steeds verschillende 5 mantellijnen van de kegelvormige eindvlakken van de glijelementen 548, 549 tegen elkaar aanliggen en de desbetreffende stoot overbrengen. Daardoor wordt de levensduur van het mechanisme 523 voor het overbrengen van slagen aanzienlijk verhoogd.
De inrichting 622 voor het overbrengen van slagen in het hoekvoorzetstuk volgens figuur 8 bezit eveneens weer een geleidingshuis 645, dat twee in asrichting van aandrijforgaan 616 resp. aandrijforgaan 10 617 zich uitstrekkende geleidingskanalen 646, 647 draagt. In ieder geleidingskanaal 646 resp. 647 steek het vrije einde van het koppelelement 624 resp. 638 in en is daar axiaal verschuifbaar geleid. De beide koppelemenenten 624, 638 zijn weer uitgevoerd als cilindrische stoters 630, 639.
Tussen de koppelelemten 624, 638 en de toegevoegde geleidingskanalen 646, 647 is een glijafdichting 652 resp. 653 aangebracht. De niet door de stoters 624, 639 ingenomen ruimte van de met elkaar 15 verbonden geleidingskanalen 646, 647 is gevuld met een niet samendrukbaar medium 654, dat echter slechts geringe afschuifkrachten opneemt. Als een dergelijk niet samendrukbaar medium met geringe afschuifkrachtopname kan hydraulische vloeistof, vet, grafietpasta en dergelijke worden toegepast. Dit niet samendrukbare medium 654 maakt deel uit van het mechanisme 623 voor het overbrengen van slagen, waarbij volgens het principe van de hydraulische pers bij de stoot- of slagomleiding een wijziging in 20 overbrengverhoudingen kan plaatsvinden.
In plaats van de in de geleidingskanalen 646, 647 stekende koppelelementen 624, 638 kunnen in de geleidingskanalen 646, 647 ook van de koppelelementen 624, 638, gescheiden glijelementen axiaal verschuifbaar geleid zijn, die buiten het geleidingshuis 645 tegen de koppelementen 624 resp. 638 met hun uiteinden aanliggen. De koppelelementen 624, 638 zijn weer verschuifbaar opgenomen in de axiale 25 boringen 626 resp. 627 van aandrijforgaan 616 en aandrijforgaan 617.
In het uitvoeringsvoorbeeld volgens figuur 9 is het mechanisme 723 voor het overbrengen van slagen van de inrichting 722 voor het overbrengen van slagen als schijfelement 755 uitgevoerd, dat draaigeleid is in een geleidingsschaal 756. De draaigeleiding vindt plaats met behulp van een glijlegering tussen het schijfelement 755 en de geleidingsschaal 756. In plaats van een glijlegering kan echter ook een kogel of 30 naaldleger worden aangebracht.
Het schijfelement 755 bezit twee aanligvlakkan 743 resp. 744, die met afstand van het draaipunt 757 aangebracht en dwars op de assen van aandrijforgaan 716 resp. aandrijforgaan 717 zijn uitgericht. Tegen de aanligvlakken 743 resp. 744 ligt telkens een van de koppelelementen 724 resp. 738, die op beschreven wijze in axiale boringen 726, resp. 727 van aandrijforgaan 716 resp. aandrijforgaan 717 zijn geleid. In het 35 uitvoeringsvoorbeeld van figuur 9 zijn daarbij het schijfelement 755 en de geleidingsschaal 756 zo ten opzichte van de koppelelementen 724 en 738 aangebracht, dat de assen van de koppelelementen door het middelpunt van het schijfelement verlopen en het draaipunt 757 van het schijfelement met radiale afstand van het middelpunt van het schijfelement afligt. Bij de wijziging van het mechanisme 823 voor het overbrengen van de slag volgens figuur 10 zijn daarentegen de geleidingsschalen 856 en het schijfelement 855 40 enerzijds zo uitgevoerd, dat het draaipunt 857 van schijfelement 855 in het middelpunt van de schijf ligt en anderzijds zo tot de koppelelementen 824 en 838 uitgericht, dat de assen van de koppelelementen 824, 838 evenwijdig aan door het middelpunt van het schijfelement gaande middellijnen verlopen. Op deze wijze grijpen de weer als cilindrische stoters 730, 739 resp. 830, 839 uitgevoerde koppelelementen 724, 738 resp. 824, 838 buiten het draaipunt 757, 857 van het schuifelement 755, 855 aan en bereiken daardoor een 45 hefboomwerking.
De voordelen van de inrichting 722 resp. 822 voor het overbrengen van de slag volgens figuren 9 en 10 liggen in de eenvoudig te vervaardigen en stabiele bouwwijze, daar bijvoorbeeld de geleidingsschaal 756, 856 uit een buis en het schijfelement 755, 855 uit rond materiaal kan worden vervaardigd. De lange glijvlakken tussen de geleidingsschalen 756, 856 en het schijfelement 755, 855 geven een goede geleiding 50 en een geringe slijtage.
In figuur 11 is in zijaanzicht een hoekslagboormachine te zien, bij welke het hierboven beschreven hoekvoorzetstuk onscheidbaar met de boormachine 910 is verbonden. Het is de boormachine 910 geïntegreerde hoekvoorzetstuk is exact zo uitgevoerd, zoals het in figuur 1 weergegeven en beschreven is, met de uitzondering, dat zijn huis 912 met het huis 914 van de boormachine 910 uit een stuk bestaat. Het 55 daar weergegeven koppelelement 24, dat daar in werkverbinding met de slagzuiger van de boormachine 10 staat is doelmatig rechtstreeks het slagwerkstempel 958 (tussenzuiger) van de boormachine 910. Voor verdergaande details van het geïntegreerde hoekvoorzetstuk wordt verwezen op figuur 1 en de daarbij

Claims (16)

192782 6 behorende beschrijving. Vanzelfsprekend kan het geïntegreerde hoekvoorzetstuk ook in overeenstemming met de verdere uitvoeringsvoorbeelden volgens figuren 2-10 zijn uitgevoerd. Ook kan de geleidingsbaan 25 resp. 125 van het hoekvoorzetstuk volgens figuren 1 en 2 met verschillende doorsnede uitgevoerd worden. Zo zijn halve schalen met U-vormige of prismavormige doorsnede of 5 U-profielen, driehoekige profielen of C-profielen met een afdekplaat geschikt.
1. Hoekslagboormachine voorzien van een aandrijfmechanisme en van een hoekvoorzetstuk voor het overbrengen en omleiden van de aandrijfenergie voor boor- en slagwerking, waarbij het hoekvoorzetstuk een huis omvat waarin een met het aandrijfmechanisme verbonden aandrijforgaan en een met een werktuighouder verbonden aandrijvend orgaan is gelegen, zodanig, dat de hartlijnen van het aandrijforgaan en het aandrijvend orgaan een hoek met elkaar insluiten, terwijl tussen het aandrijforgaan en het aan-15 drijvend orgaan een de draaiing van het aandrijforgaan op het aandrijvend orgaan overbrengend tussen-drijfwerk is aangebracht en verder een slagzuiger is aangebracht voor het opwekken van een slagfunctie, met het kenmerk, dat de slagzuiger, gerekend in de aanvoerrichting van de aandrijfenergie vanaf het aandrijfmechanisme tijdens bedrijf voor de hoek is geplaatst en in de tussenruimte tussen aandrijforgaan (16; 116; 616) en aandrijvend orgaan (17; 117; 617) voor het aanbrengen van de slagen vanaf de 20 slagzuiger op het werktuig een ten minste een onsamendrukvaar orgaan (23; 123; 223) omvattend overbrengingsmechanisme is aangebracht.
2. Hoekslagboormachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het aandrijforgaan (16; 116; 616) en het aandrijvend orgaan (17; 117; 617) ieder zijn voorzien van een axiale boring (26, 27; 126; 626; 127; 627), die dienst doen als geleiding voor het overbrengingsmechanisme (23; 123; 223).
3. Hoekslagboormachine volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het aandrijforgaan (16; 116; 616) en een daarin opgenomen, deel van het overbrengingsmechanisme uitmakend koppelelement (24; 124, 624. verschuifbaar en onverd raai baar met elkaar zijn gekoppeld, waarbij het koppelelement (24; 124; 624) | voor het rechtstreeks aankoppelen van een werktuigopneemorgaan aan de boormachine is uitgevoerd.
4. Hoekslagboormachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het overbrengings-30 mechanisme (22; 122; 222) is voorzien van ten minste een in een cirkelboogvormig gekromde geleidingsbaan (25; 125; 225) gelegen onsamendrukbaar orgaan (23 123; 223), dat vrij beweegbaar in de geleidingsbaan (25; 125; 225) is geleid.
5. Hoekslagboormachine volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het overbrengingsmechanisme is voorzien van een aantal in een rij achter elkaar in de geleidingsbaan (25; 125) opgestelde kogels (28; 128) 35 of rollen.
6. Hoekslagboormachine volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het overbrengingsmechanisme (223) is voorzien van een in de geleidingsbaan (225) gelegen boogvormige stoter (236) en van een tweetal ieder tegen een eindvlak van de boogvormige stoter (236) aanliggende kogels (237) of rollen.
7. Hoekslagboormachine volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat het overbrengingsmechanisme een 40 stoter (30, 130; 230, 239) omvat, die aan een uiteinde een aan de diameter van een aanliggende kogel (28; 128; 237) of rol aangepaste, gekromd gevormde uitsparing (31; 131; 231) bezit.
8. Hoekslagboormachine volgens een van de conclusies 4-7, met het kenmerk, dat de geleidingsbaan (25; 125; 225) twee in het huis (12; 112; 212) ingezette halve schalen (29; 129; 229) met halfcirkelvormige of U-vormige doorsnede omvat.
9. Hoekslagboormachine volgens een der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat het overbrengingsmechanisme is voorzien van een hefboomachtig orgaan (340), dat een ten minste nagenoeg haaks op de hartlijn van het aandrijforgaan (316) en een ten minste nagenoeg haaks op de hartlijn van het aandrijvend orgaan (317) uitgericht aanligvlak (343, 344) bezit en verdere de slagkracht overbrengende koppelelementen (324, 338) met hun uiteinden tegen de aanligvlakken (343, 344) aanliggen.
10. Hoekslagboormachine volgens een der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat het overbrengingsmechanisme (422) is voorzien van een tweetal resp. in de richting van de hartlijn van het aandrijforgaan (416) en in de richting van de hartlijn van het aandrijvend orgaan (417) verschuifbaar in in een geleidingshuis (445) aangebrachte geleidingskanalen (446, 447) opgenomen schuifstukken (448, 449), welke schuifstukken in het snij- of kruisingspunt van de geleidingskanalen (446, 447) met een hoek met de desbetreffende hartlijnen 55 insluitende vlakken (450, 451) tegen elkaar aanliggen terwijl tegen de van deze vlakken (450, 451) afgekeerde uiteinden van de schuifstukken de slagkracht overbrengende koppelelementen (424, 438) aanliggen. 7 1132782
11. Hoekslagboormachine volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het overbrengingsmechanisme is voorzien van een tweetal schuifstukken (548, 549), die verschuifbaar zijn gelegen in in een geleidingshuis (545) aangebrachte, resp. in de richting van de hartlijnen van het aandrijforgaan (516) en het aandrijvend orgaan (517) verlopende geleidingskanalen (546, 547), waarbij de schuifstukken aan de naar elkaar 5 toegekeerde uiteinden kegelvormig zijn uitgevoerd en met hun kegelvormige uiteinden tegen elkaar aanliggen, terwijl de schuifstukken aan de van elkaar afgekeerde uiteinden zijn bevestigd aan de slagkracht overbrengende koppelelementen (524, 538).
12. Hoekslagboormachine volgens een der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat het overbrengingsmechanisme is voorzien van een tweetal koppelelementen (624, 638), die verschuifbaar zijn in in een geleicfcngs- 10 huis (645) aangebrachte geleidingskanalen (646, 647), die zich in de richting van de hartlijn van het aandrijforgaan (616) resp. het aandrijvend orgaan (617) uitstrekken, waarbij tussen de wanden van de geleidingskanalen (646, 647) en de buitenomtrek van de koppelelementen (624, 638) dichtingen (652,653) zijn aangebracht en de tussen de naar elkaar toegekeerde uiteinden van de koppelelementen (624, 638} gelegen ruimte van de geleidingskanalen (646, 647) is gevuld met een onsamendrukbaar, slechts geringe 15 afschuif kracht opnemend medium (654), zoals olie, vet of grafietpasta.
13. Hoekslagboormachine volgens een der voorgaande conclusies 1-3, met het kenmerk, dat het overbrengingsmechanisme is voorzien van een draaibaar in een geleidingsschaal (756, 856) geleid schijfvormig element (755, 855), dat is voorzien van op afstand van zijn draaiingspunt (757, 857) gelegen aanligvfëkken (743, 744; 843, 844) waartegen de uiteinden van de slagkracht overbrengende koppelelementen (724, .73¾ 20 824, 838) aanliggen.
14. Hoekslagboormachine volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de draaiingsas van het schijfvormig element (755) op afstand is gelegen van het middelpunt van het schijfvormig element, terwijl de verlengden van de hartlijnen van de koppelelementen (724, 738) ten minste nagenoeg door het middelpunt van het schijfvormig element verlopen.
15. Hoekslagboormachine volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de draaiingsas (857) van het schijfvormig element (855) in het middelpunt van het schijfvormig element ligt, terwijl de hartlijnen van de koppelelementen (824, 838) zich evenwijdig uitstrekken aan door het middelpunt van het schijfvormig element verlopende middellijnen van het schijfvormig element.
16. Hoekvoorzetstuk kennelijk bestemd voor toepassing bij een hoekslagboormachine volgens een der 30 voorgaande conclusies. Hierbij 9 bladen tekening
NL8502875A 1984-10-27 1985-10-22 Hoekslagboormachine, alsmede hoekvoorzetstuk hiervoor. NL192782C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE3439475 1984-10-27
DE3439475A DE3439475C2 (de) 1984-10-27 1984-10-27 Winkelvorsatz für schlagend und rotierend arbeitende Werkzeugmaschinen

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8502875A NL8502875A (nl) 1986-05-16
NL192782B NL192782B (nl) 1997-10-01
NL192782C true NL192782C (nl) 1998-02-03

Family

ID=6248969

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8502875A NL192782C (nl) 1984-10-27 1985-10-22 Hoekslagboormachine, alsmede hoekvoorzetstuk hiervoor.

Country Status (6)

Country Link
US (1) US4751970A (nl)
JP (1) JPH0710508B2 (nl)
CH (1) CH667838A5 (nl)
DE (1) DE3439475C2 (nl)
GB (1) GB2166075B (nl)
NL (1) NL192782C (nl)

Families Citing this family (33)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP2541127Y2 (ja) * 1990-07-27 1997-07-09 日立工機株式会社 打撃穿孔機のアングルアタッチメント
DE4039779A1 (de) * 1990-12-13 1992-06-17 Bosch Gmbh Robert Winkelvorsatz
US5193281A (en) * 1992-03-03 1993-03-16 Kasten Vincent A Apparatus for changing the cutting direction in a reciprocating saw
EP0647167B1 (en) * 1992-06-23 2000-02-09 WETHERBEE, Kirk B. Saw attachment
NO922869L (no) * 1992-07-20 1994-03-18 Tom W Simonsen Festeanordning for bor
DE4326652A1 (de) * 1993-08-09 1994-01-20 Bernd Dr Ing Kuenne Winkelgetriebe mit Spannvorrichtung
DE19510964A1 (de) * 1995-03-24 1996-09-26 Hilti Ag Handgerät zur trockenen materialabtragenden Bearbeitung von spröden und/oder duktil versagenden Bauteilen und Adapter für ein Hammerbohrgerät
ATE159677T1 (de) * 1995-03-24 1997-11-15 Hilti Ag Vorrichtung zur übertragung von impulsartigen schlägen auf ein kontinuierlich rotierendes werkzeug
DE19754429C2 (de) * 1997-12-08 2002-11-21 Eisenblaetter Gerd Gmbh Manuell handhabbares Bearbeitungsgerät mit einer Verlängerungseinheit
US7052382B2 (en) * 2003-08-26 2006-05-30 Credo Technology Corporation Accessory attachment for rotary hand tools
US7568288B2 (en) * 2003-08-26 2009-08-04 Credo Technology Corporation Power hand tool right angle attachment having a light source with a self-generating power supply
FR2873941B1 (fr) * 2004-08-04 2006-09-29 Pascal Foing Dispositif pour percer les rails metalliques et tasseaux obtenus dans les cloisons
US20080003070A1 (en) * 2006-06-30 2008-01-03 Bung-Jzyy Hor Tool adapter
DE102007030544A1 (de) * 2007-06-30 2009-01-08 Erwin Schmucker Vorrichtung zur Bearbeitung von Werkstücken
NO327698B1 (no) * 2007-12-10 2009-09-14 Nat Oilwell Norway As Innretning for offshore tomming av et innhold ut av en emballasje
US20090320625A1 (en) * 2008-04-28 2009-12-31 Michael Rogler Kildevaeld Oscillating rotary tool attachment
US8338768B2 (en) * 2008-10-15 2012-12-25 Honeywell International Inc. Actuation assembly
JP5278758B2 (ja) * 2009-05-15 2013-09-04 本田技研工業株式会社 カム駆動装置及び加工方法
DE202009011312U1 (de) * 2009-08-11 2010-12-23 C. & E. Fein Gmbh Handwerkzeug mit einem Oszillationsantrieb
DE102009049496A1 (de) 2009-10-15 2010-05-20 Daimler Ag Vorsatz
US8312936B2 (en) * 2010-02-04 2012-11-20 Robert Bosch Gmbh Lockout apparatus for protecting an attachment device mounted on rotary power tools
EP2394765B1 (de) 2010-06-14 2014-01-15 Anton Wittwer Schlagbohrmaschine
US8707816B2 (en) * 2010-07-29 2014-04-29 Nomis Llc Right angle drive with center support
US8548668B2 (en) * 2010-11-30 2013-10-01 Caterpillar Inc. Control system having tool tracking
JP2012223870A (ja) 2011-04-21 2012-11-15 Makita Corp 打撃工具
US10464196B2 (en) * 2012-10-12 2019-11-05 Patrick Hale Board fastening tool
US10011008B2 (en) * 2012-11-15 2018-07-03 Robert Bosch Gmbh Tool attachment for a hand-held machine tool
WO2015031795A1 (en) * 2013-08-30 2015-03-05 Robert Bosch Gmbh Power tool with accessory change tool storage
USD764248S1 (en) 2015-04-22 2016-08-23 Nomis Llc Right angle drive
JP2018131738A (ja) * 2017-02-13 2018-08-23 株式会社エムズ 打撃力発生装置
KR102549089B1 (ko) * 2017-06-12 2023-06-30 아틀라스 콥코 인더스트리얼 테크니크 에이비 앵글 드라이브를 가진 파워 렌치
USD907456S1 (en) 2019-05-21 2021-01-12 Nomis Llc Right angle drill attachment
USD907455S1 (en) 2019-05-21 2021-01-12 Nomis Llc Right angle drive attachment

Family Cites Families (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1819777A (en) * 1929-12-03 1931-08-18 William C Holden Peening tool
US2301889A (en) * 1939-11-02 1942-11-10 Cleveland Pneumatic Tool Co Riveting hammer
GB544567A (en) * 1940-03-09 1942-04-17 Chicago Pneumatic Tool Co Angle riveter attachment
US2457565A (en) * 1946-01-21 1948-12-28 Leo F Kott Power tool
US2880715A (en) * 1956-03-23 1959-04-07 Abraham H Midkiff Interchangeable, power driven hammer head
US2946315A (en) * 1957-02-28 1960-07-26 Doeden Tool Corp Angle drive attachment for air operated hand tool
US3038360A (en) * 1960-03-24 1962-06-12 Lawrence J Mormann Sheet metal working tools
BE654727A (nl) * 1963-10-28
US3396572A (en) * 1966-07-21 1968-08-13 James K. Godsey Angle attachment for rivet gun
US3719254A (en) * 1971-11-10 1973-03-06 Dotco Inc Lubricated angle drive attachment for air operated tool
DE2753852A1 (de) * 1977-12-01 1979-06-13 Schering Ag Vorrichtung zum antrieb von trommeln
US4173828A (en) * 1977-12-19 1979-11-13 Leopold Paul Lustig Interchangeable tool operating apparatus with plural motion
US4184795A (en) * 1978-03-01 1980-01-22 Medlin Glenn D Boring tool
US4442906A (en) * 1980-11-18 1984-04-17 Black & Decker Inc. Percussive drills

Also Published As

Publication number Publication date
GB2166075A (en) 1986-04-30
GB2166075B (en) 1988-06-22
JPS61103785A (ja) 1986-05-22
US4751970A (en) 1988-06-21
NL8502875A (nl) 1986-05-16
CH667838A5 (de) 1988-11-15
DE3439475C2 (de) 1996-02-01
NL192782B (nl) 1997-10-01
GB8524051D0 (en) 1985-11-06
JPH0710508B2 (ja) 1995-02-08
DE3439475A1 (de) 1986-04-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL192782C (nl) Hoekslagboormachine, alsmede hoekvoorzetstuk hiervoor.
US4491444A (en) Tool holder device
CA1174663A (en) Hammer drill for performing rotary drilling or percussive drilling
CA1090216A (en) Hammer drill with a lockable tool holder
EP1174225B1 (de) Werkzeug mit zugeordnetem Schlagwerkzeuggerät
DE2109239C3 (de) Bohrhammer
DE60302283T2 (de) Bohrhammer mit Überlastkupplung
DE4127043A1 (de) Antriebsnabe mit stufenlos einstellbarem uebersetzungsverhaeltnis
DE3932660A1 (de) Schlagbohrmaschine
EP0274575A2 (en) Floating fulcrum for torque wrenches
US4825961A (en) Drilling device
US5488881A (en) Mechanical transmission mechanism with rolling means
FI60817B (fi) Excenterdriven skakanordning
AU2008244164B2 (en) Coupling arrangement for coupling rock drill shank
DE19706287A1 (de) Schaltsteuereinheiten für stufenlos veränderliche Traktionswälzelement-Getriebe
US5700018A (en) Tool bit chuck
GB2321089A (en) Hand machine tool with torque responsive safety clutch
DE2549866C3 (de) Schlaghammer mit einem als Freikolben arbeitenden Schlagkolben
KR910010087A (ko) 죠오클러치커플링기구 및 변환레버링크기구
US6142029A (en) Axoid force mechanism
DE3215198C2 (nl)
US4324147A (en) Variable cross section V-belt
US4795014A (en) Power transmission apparatus
SU848813A1 (ru) Нат жное устройство дл передач сгибКОй СВ зью
ATE206651T1 (de) Antriebszusammenbau für gewinderohre

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20030501