NL192709C - Elektrisch signaalfilter. - Google Patents

Elektrisch signaalfilter. Download PDF

Info

Publication number
NL192709C
NL192709C NL8400599A NL8400599A NL192709C NL 192709 C NL192709 C NL 192709C NL 8400599 A NL8400599 A NL 8400599A NL 8400599 A NL8400599 A NL 8400599A NL 192709 C NL192709 C NL 192709C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
filter
signal
terminal
transistor
coupling
Prior art date
Application number
NL8400599A
Other languages
English (en)
Other versions
NL192709B (nl
NL8400599A (nl
Original Assignee
Rca Licensing Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Rca Licensing Corp filed Critical Rca Licensing Corp
Publication of NL8400599A publication Critical patent/NL8400599A/nl
Publication of NL192709B publication Critical patent/NL192709B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL192709C publication Critical patent/NL192709C/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N9/00Details of colour television systems
    • H04N9/64Circuits for processing colour signals
    • HELECTRICITY
    • H03ELECTRONIC CIRCUITRY
    • H03HIMPEDANCE NETWORKS, e.g. RESONANT CIRCUITS; RESONATORS
    • H03H11/00Networks using active elements
    • H03H11/02Multiple-port networks
    • H03H11/04Frequency selective two-port networks

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Multimedia (AREA)
  • Signal Processing (AREA)
  • Networks Using Active Elements (AREA)
  • Processing Of Color Television Signals (AREA)
  • Filters And Equalizers (AREA)
  • Cable Transmission Systems, Equalization Of Radio And Reduction Of Echo (AREA)
  • Input Circuits Of Receivers And Coupling Of Receivers And Audio Equipment (AREA)
  • Color Television Image Signal Generators (AREA)

Description

1 192709
Elektrisch signaalfilter
De uitvinding heeft betrekking op een filternetwerk voor een signaalverwerkingsstelsel voorzien van een signaalbaan en een elektrisch signaalfilter van het type, dat voorzien is van twee signaalpoorten en drie 5 aansluitingen, en dat een bijbehorende overdrachtsfunctie bezit.
Een dergelijk filternetwerk is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 4.207.590.
Filternetwerken van hoge orde, zoals die, welke filterconfiguraties van het V’ of ”T”-type omvatten, en voorzien zijn van inductieve en capacitieve elementen, zijn in wezen vierpolen met een paar ingangs-klemmen, welke bij een ingangssectie van het filter behoren, en een paar uitgangsklemmen, die bij een 10 uitgangssectie van het filter behoren.
Dergelijke filters worden betiteld als driepool-netwerken met twee poorten wanneer één van de aansluitingen van de ingangs- en de uitgangssecties gemeenschappelijk zijn verbonden. In een dergelijk geval komt de eerste aansluiting overeen met een ingangspoort en de tweede aansluiting met een uitgangspoort. De derde aansluiting is gekoppeld met een punt van het filternetwerk gelegen tussen de eerste en tweede 15 aansluitingen en wel via ketenelementen, welke bijdragen tot het tot stand brengen van de filteroverdrachts-functie te zamen met andere ketenelementen, welke tussen de eerste en tweede aansluitingen zijn gekoppeld. De ingangs- en uitgangssecties van het filter worden gewoonlijk afgesloten met geschikte afsluitimpedanties, welke worden bepaald ten opzichte van signaalverwerkingsketens, waarbij het filter wordt toegepast.
20 In de praktijk vereisen dergelijke reactieve driepoolfilternetwerken met twee poorten, zoals het in het Amerikaanse octrooischrift 4.207.590 beschreven filternetwerk, ten minste twee verbindingen met een signaalbaan, welke te filteren signalen voert. Wanneer derhalve de signaalbaan in een geïntegreerde keteninrichting aanwezig is, moeten dergelijke filters met de signaalbaan worden verbonden via twee uitwendige aansluitingen van de geïntegreerde keteninrichting. Dit is een bezwaar aangezien een geïnte-25 greerde keten slechts beschikt over een beperkt aantal aansluitingen, die beschikbaar zijn voor verbinding met uitwendige ketens.
De uitvinding heeft daartoe betrekking op een filternetwerk van het bovengenoemde type, gekenmerkt door koppelorganen om het filter via een enkele koppelaansluiting met de signaalbaan te koppelen teneinde een filtering van signalen, die over de signaalbaan worden gevoerd tot stand te brengen overeenkomstig 30 een netwerkoverdrachtsfunctie die bepaald wordt door de overdrachtsfunctie van het filter.
Het filterstelsel volgens de uitvinding heeft als voordeel dat er slechts een aansluitklem nodig is om het filternetwerk te koppelen met de signaalbaan. Het filterstelsel omvat organen voor het bij een enkele aansluiting synthetisch verschaffen van een impedantie met een overdrachtsfunctie, welke overeenkomt met de overdrachtsfunctie van het filter.
35 Volgens een aspect van de uitvinding is een eerste filtersignaalpoort met de signaalbaan via een enkele koppelaansluiting verbonden en is een tweede filtersignaalpoort op een bedrijspotentiaal aangesloten. Signalen, die uit de signaalbaan worden afgenomen, worden zowel aan de eerste filterpoort als een filteraansluiting tussen de eerste en tweede signaalpoort en van het filter toegevoerd.
40 De uitvinding zal onderstaand nader worden toegelicht onder verwijzing naar de tekening. Daarbij toont: figuur 1 een gedeelte van een kleurentelevisie-ontvanger volgens de NTSC-televisienormen, voorzien van filterstelsels volgens de uitvinding; en figuren 2 en 3 andere uitvoeringsvormen van filterstelsels volgens de uitvinding.
45 In figuur 1 worden chrominantie-informatiesignalen uit een bron 10 toegevoerd aan een chrominantiesignaal-processor 12, welke is voorzien van chrominantieversterkingsbesturings- en fasebesturingsnetwerken en verschillende andere signaalverwerkingsketens van normaal type, waaronder een bestuurde lokale oscillator voor het regenereren van een kleuronderdraaggolfreferentiesignaal. Verwerkte chrominantie-informatiesignalen uit de processor 12 worden toegevoerd aan informatiesignaalingangen van een 50 'T’-fase-chrominantiesignaaldemodulator 14 en een "Q”-fasechrominantiesignaaldemodulator 18. Een geregenereerd chrominantie-onderdraaggolfreferentiesignaal wordt uit de processor 12 toegevoerd aan een referentiesignaalingang van de demodulator 14 en een mutueel kwadratuurfase-onderdraaggolfreferentiesignaal wordt via een faseverschuivingsnetwerk 20 van 90° aan de referentiesignaalingang van de demodulator 18 toegevoerd. Na een geschikte filtering, welke later zal worden 55 besproken, worden de gedemoduleerde I- en Q-chrominantiesignaalcomponenten uit de uitgangen van de demodulatoren 14 en 18 in een matrixversterker 22 gecombineerd voor het opwekken van R-Y, G-Y en B-Y uitgangskleurverschilsignalen. Deze signalen worden tenslotte met de luminantiecomponent van het 192709 2 samengestelde kleurentelevisiesignaal gecombineerd voor het verschaffen van rode, groene en blauwe kleurbeeld-representatieve signalen voor toevoer aan een kleurbeeldweergeefinrichting.
De signaalbaan in de l-demodulator 14 omvat een fasedetector (bijvoorbeeld een synchrone demodulator) en een uitgangsketen voor het ontvangen van gedemoduleerde signalen. De uitgangsketen omvat, als 5 aangegeven, een versterkertransistor 15 met een bijbehorende collectoruitgangsbelastingsweerstand 16, en een emitter-volgertransistor 17. Functioneel overeenkomende transistoren 25, 27 en een belastings-weerstand 26 bevinden zich in de signaalbaan van de Q-demodulator 18 voor het ontvangen van gedemoduleerde Q-signalen. De emitters van de trasnsistoren 25 en 15 zijn respectievelijk via koppelaansluitingen A en B met synthetisatornetwerken 30 en 40 volgens de uitvinding verbonden, welke later meer gedetail-10 leerd zullen worden besproken. Wanneer de I- en Q-demodulatorn 14 en 18 in een geïntegreerde-keteninrichting aanwezig zijn, komen de aansluitingen A en B overeen met de uitwendige verbindings-klemmen van de geïntegreerde-keteninrichting.
Bij een kleurentelevisiesignaalverwerkingsstelsel volgens de NTSC-normen, zoals toegepast in de Verenigde Staten van Amerika, neemt de Q-signaalmodulatiecomponent een bandbreedte van bij benade-15 ring 0,5 MHz bij zowel de bovenste als onderste zijbanden in ten opzichte van de frequentie van bij benadering 3,58 MHz van het chrominantieonderdraaggolfsignaal. De l-signaalmodulatiecomponent met kwadratuurfase neemt een bandbreedte van bij benadering 1,5 MHz bij een onderste zijband ten opzichte van de chrominantieonderdraaggolffrequentie in en neemt een bandbreedte van 0,5 MHz bij een bovenste zijband ten opzichte van de chrominantieonderdraaggolffrequentie in. Derhalve omvat de te demoduleren 20 Q-chrominantie-informatie signaalfrequenties van 3,08 MHz tot 4,08 MHz en omvat de te demoduleren l-chrominantie-informatie signaalfrequenties van 2,08 MHz tot 4,08 MHz.
Er is een filtering van de gedemoduleerde I- en Q-signalen nodig voor het verschaffen van de juiste I- en Q-signaalinformatie voor de ingangen van de matrix 22 en het elimineren van ongewenste signaalfrequenties, zoals harmonischen van het chrominantieonderdraaggolfsignaal van 3,58 MHz. Deze filtering 25 geschiedt overeenkomstig de overdrachtsfuncties van filternetwerken, die respectievelijk samenwerken met synthetisatornetwerken 30 en 40.
Het netwerk 30 omvat een laagdoorlaatfilter 32 van derde orde voorzien van een zelfinductie 34 en condensatoren 35, 36 en vertoont een amplitude-versus-frequentieresponsiekarakteristiek (overdrachtsfunctie) van 0 MHz tot 0,5 MHz bij de punten van -3 dB. De configuratie van het filter 32 is die van een filter 30 met drie aansluitingen (a, b, c) en twee poorten (a, b) waartussen de filteroverdrachtsfunctie optreedt. Weerstanden 31 en 33 dienen als afsluitimpedanties voor het filter 32. Het netwerk 30 omvat ook een PNP-emittervolgtransistor 37 met een spanningsversterking, welke in hoofdzaak gelijk is aan de eenheid, voorzien van een basissignaal-ingangselektrode met grote impedantie, welke via een weerstand 38 met de aansluiting A is gekoppeld, en een emitteruitgangselektrode met kleine impedantie, die met de aansluiting c 35 van het filter 32 is gekoppeld. Een voorspanningsweerstand 39 bepaalt de emitter-ruststroom van de transistor 37.
Het stelsel bestaande uit het filter 32 met de transistor 37 veroorzaakt, dat de collectorstroom van de versterkertransistor 25 een overdrachtsfunctie H(s) vertoont, welke overeenkomt met de overdrachtsfunctie H(s) van het filter 32. Derhalve vertoont een uitgangssignaalspanning, die over de collectorbelastings-40 weerstand 26 wordt opgewekt, en het uitgangssignaal uit de demodulator 18 de overdrachtsfunctie van het filter 32.
Meer in het bijzonder treedt de signaalspanning, die bij de emitter met kleine impedantie van de versterkertransistor 25 wordt opgewekt, op de aansluiting A en op de basisingang van de spanningsvolg-transistor 37 op. De transistor 37 vertoont een signaalspanningsversterking, die in hoofdzaak gelijk is aan 45 de eenheid (bijvoorbeeld bij benadering 0,98) en voert de signaalspanning via de emitter met kleine impedantie van de transistor 37 toe aan de tussengelegen klem c van het filter 32. In wezen werkt de transistor 37 als een tweede signaalspanningsbron waarvan de signaalspanning via de filterklem c aan het filter 32 wordt toegevoerd, waarbij de eerste signaalspanningsbron overeenkomt met de emitter van de versterkertransistor 25, die via de aansluiting A en de weerstand 31 met de filterklem b is gekoppeld.
50 Opgemerkt wordt, dat bij dit stelsel signaalspanningen met dezelfde fase en in hoofdzaak gelijke grootte respectievelijk worden toegevoerd aan de tussengelegen filterklem c en aan de weerstand 31, welke is verbonden met de filterklem b (dat wil zeggen, dat tussen de filterklem c en het punt waarin de weerstand 31 met de aansluiting A is verbonden een signaalspanningsverschi! aanwezig is, dat in hoofdzaak gelijk is aan nul). Voorts verbindt de weerstand 33 de filterklem ”a” met een punt met vaste potentiaal (aarde).
55 Derhalve worden de filterklemmen b en c gemoduleerd met ingangssignaalspanningen terwijl dit bij de filterklem ”a” niet het geval is. Dientengevolge varieert de over de weerstand 33 gevoerde stroom overeenkomstig de ingangssignaalspanning doch vertoont deze niet de overdrachtsfunctie van het filter 32. De 3 192709 stroom over de weerstand 31 vertoont evenwel de overdrachtsfunctie van het filter 32. Deze stroom komt overeen met de collector-emitterstroom van de versterkertransistor 25 en veroorzaakt dat de belastings-weerstand 26 een signaalspanning bezit, die de overdrachtsfunctie van het filter 32 heeft.
Bij het netwerk 30 wordt het resultaat verkregen door bij de aansluiting A langs synthetische weg een 5 impedantie op te bouwen, welke is gerelateerd aan (d.w.z. het reciproke is van) de overdrachtsfunctie van het driepoolfilter 32. De signaalstroom, die door de weerstand 31, de aansluiting A en de collector-emitterbaan van de transistor 25 vloeit, komt overeen met het product van de ingangssignaalspanning op de emitter van de transistor 25 en de overdrachtsfunctie van het filter 32. In dit verband wordt opgemerkt, dat de emittersignaalspanning van de transistor 25 in hoofdzaak overeenkomt met de basissignaalspanning van 10 de transistor 25 doch de emittersignaalstroom van de transistor 25 vertoont de filteroverdrachtsfunctie.
Bij deze uitvoeringsvorm voorziet het filter 32 in gelijkstroombaan vanuit de emitter van de transistor 25 naar aarde, via de afsluitweerstanden 31,33 en de zelfinductie 34 van het filternetwerk 32. Indien het filternetwerk niet een dergelijke gelijkstroombaan verschafte, zou een afzonderlijke gelijkstroombron nodig zijn voor de emitter van de transistor 25 (bijvoorbeeld in het netwerk 18).
15 Het type filter 32 met de overdrachtsfunctie H(s) is hetzelfde als het type filter, dat anders in de signaalbaan (d.w.z. via twee verbindingen met de signaalbaan) zou worden opgenomen voor het verkrijgen van de overdrachtsfunctie H(s). Wanneer derhalve eenmaal een beslissing is genomen omtrent de signaalfilteroverdrachtsfunctie kan een filter van normale constructie op de beschreven wijze worden gebruikt voor het realiseren van een dergelijke overdrachtsfunctie ten opzichte van de te filteren signalen.
20 De emittervolgtransistor 37 vertoont bij voorkeur een grote ingangsimpedantie bij de klem b van het filter 32 en een kleine uitgangsimpedantie bij de klem c van het filter 32 teneinde de normaal verwachte overdrachtsfunctie van het filter 32 niet te storen. De transistor 37 vertoont bij voorkeur een spannings-versterking met een waarde, die in hoofdzaak gelijk is aan de eenheid, ofschoon andere spannings-versterkingen kunnen worden toegepast. De overdrachtsfunctie, die aan de signaalstroom over de 25 weerstand 31, de aansluiting A en de transistor 25 wordt medegedeeld is evenwel identiek aan de filteroverdrachtsfunctie wanneer identieke signaalspanningen aan de weerstand 31 en de filterklem c worden toegevoerd. Verschillen in de relatieve waarden van deze signaalspanningen leiden er toe, dat de stroom, die door de aansluiting A wordt gevoerd, een overdrachtsfunctie vertoont, die van de normaal verwachte overdrachtsfunctie van het filter afwijkt. Voorts vergroot een zeer hoge spanningsversterking voor de 30 transistor 37 de kans op oscilleren van het netwerk 30. De weerstand 38 dient om de kans op ketenoscillatie te reduceren doordat de invloed van parasitaire capaciteiten, behorende bij de basisingang van de transistor 37, wordt onderdrukt.
De signaaiversterking van de versterkertrap met de transistor 25 is een functie van de impedantie, welke wordt verschaft door de belastingsweerstand 26 en de impedantie, die door het netwerk 30 voor de emitter 35 van de transistor 25 wordt gevormd. De versterkings- en voorspanningseisen van de versterkertrap zijn ook gerelateerd aan de waarden van de filterafsluitweerstanden 31 en 33.
Bij sommige andere typen filters kan het zijn, dat het niet nodig is twee filterafsluitweerstanden toe te passen. Zo kan bijvoorbeeld een weerstand overeenkomende met de weerstand 31 in bepaalde gevallen worden weggelaten. Signaalspanningen met gelijke waarde worden direct aan de klemmen a en c van 40 dergelijke filters aangelegd.
Het synthetisatornetwerk 40 voorziet in de filtering van hoge orde, welke nodig is voor de gedemodu-leerde l-signalen, welke door de versterkertransistor 25 in de signaalbaan van de l-demodulator 14 zijn verwerkt. Het netwerk 40 omvat een laagdoorlaatfilter van de zevende orde, aangegeven door het filterelement 42, dat een amplitude-versus-frequentieresponsiekarakteristiek (overdrachtsfunctie) van 0 MHz 45 tot 1,5 MHz bij de punten van de -3 dB vertoont. De configuratie van het filter 42 is die van een filter met drie aansluitingen (a, b, c) en twee poorten (a, b). Het filter kan in ingekapselde vorm aanwezig zijn en omvat een aantal zelfinducties en capaciteiten, welke zijn opgesteld in een configuratie, welke later zal worden bezien in verband met het element 52 van figuur 2. Het laagdoorlaatfilter 42 vertoont een punt van -3 dB bij 1,5 MHz, een punt van -30 dB bij ongeveer 3,58 MHz en meer dan 30 dB bij 7,2 MHz en meer 50 teneinde harmoischen van de onderdraaggolffrequentie van 3,58 MHz op een significante wijze te dempen. Het filter 42 vertoont ook een betrekkelijk constante vertraging van ongeveer 390 nanosec bij 1,5 MHz. De weerstanden 41 en 43 sluiten het filter 42 af en een weerstand 49 bepaalt de emitterruststroom voor de emittervolgertransistor 47, welke op dezelfde wijze werkt als de bij het netwerk 30 behorende transistor 37. Een weerstand 48 dient om de kans op ketenoscillatie te reduceren.
55 Het netwerk 40 werkt ten opzichte van de signaalbaan van de demodulator 14 op dezelfde wijze als het eerder besproken netwerk 30 ten opzichte van de demodulator 18 werkt en vereist eveneens op een gunstige wijze slechts een enkele verbinding met de signaalverwerkingsbaan via de koppelaansluiting B.
192709 4
Het netwerk 40 verschilt van het netwerk 30 daarin, dat gebruik wordt gemaakt van een filter 42 met hogere orde.
Een verwerking over brede band (0-1,5 MHz) van de l-chrominantiesignaalcomponent is van bijzonder nut bij kleurentelevisie-signaalverwerkingsstelsels met grote definitie, zoals kleurenontvangers, waarbij 5 gebruik wordt gemaakt van kamfiltermethoden voor het onttrekken van de luminantie- en chrominantiecom-ponenten uit het samengestelde kleurentelevisiesignaal voordat een luminantie- en chrominantieverwerking plaatsvindt. Bij een l-demodulatie met grote bandbreedte kan volledig voordeel worden getrokken van de beschikbare kleurinformatie-inhoud van het televisiesignaal, hetgeen leidt tot een verbeterde kleurbeeld-definitie. De verbeterde subjectieve kleurscherpte, welke men verkrijgt door de l-signaaiverwerking met 10 brede band, vormt een belangrijke verbetering ten opzichte van de l-signaalverwerking over smalle band (0-0,5 MHz), welke dikwijls als een aanvaardbaar, minder complex alternatief wordt gebruikt. Moeilijkheden, welke zich voordoen bij de eis van filteren van hoge orde bij een chrominantiedemodulatiestelsel met brede band worden gereduceerd wanneer filterstelsels volgens de uitvinding worden gebruikt aangezien deze stelsels slechts een verbinding met de signaalverwerkingsbaan vereisen onafhankelijk van de vereiste orde 15 van filtering. Dit leidt tot een groot voordeel wanneer de demodulatieketens zijn opgebouwd als een geïntegreerde-keteninrichting met een beperkt aantal beschikbare uitwendige aansluitingen.
Figuur 2 toont een ander synthetisatornetwerk 50 met een laagdoorlaatfilter 52 van de zevende orde van het type met drie aansluitingen (a, b, c) en twee poorten (a, b) voorzien van zelfinducties en condensatoren C.,-C3. De weerstanden 51 en 53 dienen als filterafsluitimpedanties.
20 Het netwerk 50 is via een koppelaansluiting T3 gekoppeld met de emitter met kleine impedantie van een signaalversterkertransistor 65, die zich in de signaalbaan van een signaalprocessor 60 bevindt. Signalen, die door de transistor 65 worden versterkt, worden opgewekt over een collectorbelastingsweerstand 66 en aan een emittervolgerkoppeltransistor 67 toegevoerd. Ingangssignalen, welke moeten worden verwerkt, worden door een bron 61 toegevoerd aan een ingangsklem T, van de processor 60 en uitgangssignalen 25 van de processor 60 worden via een uitgangsklem T2 aan verbruiksketens 62 toegevoerd.
In het netwerk 50 koppelt een emittervolgertransistor 55 met een spanningsversterking, die in hoofdzaak gelijk is aan de eenheid, een signaalspanning uit de emitter van de signaaltransistor 65 en de klem T3 bij een kleine impedantie naar de klem ”a” van het filter 52 (een ingangspoort). De klem b van het filter 52 (een uitgangspoort) levert een signaalspanning overeenkomstig de amplitude-versus-frequentieresponsie 30 (overdrachtsfunctie) van het filter 52. Deze spanning wordt toegevoerd aan de basisingang van een stroombrontransistor 57, welke als een spanning-stroomomzetinrichting dient en een collectorstroom levert, welke de overdrachtsfunctie van het filter 52 vertoont in responsie op de aangelegde basisspanning. Meer in het bijzonder komt de collectorstroom van de transistor 57 overeen met het product van de ingangssignaal-spanning op de emitter van de transistor 65 en de overdrachtsfunctie van het filter 52. De collectorstroom 35 van de stroombrontransistor 57 bepaalt de emitter- en collectorstromen van de versterkertransistor 65, waardoor de over de belastingweerstand 66 opgewekte signaalspanning de overdrachtsfunctie van het filter 52 vertoont.
De grote ingangsimpedantie van de emittervolgertransistor 55 isoleert de emitter van de versterkertransistor 65 in wezen ten opzichte van de impedantie van het filter 52. Derhalve wordt belet, dat de emitter 40 van de transistor 65 een stroom voert in responsie op de impedantie van het filter 52. Hierdoor wordt er voor gezorgd, dat de stroom, welke door de transistor 57, de aansluiting T3 en de transistor 65 wordt gevoerd, de laagdoorlaatoverdrachtskarakteristiek van het filter 52 vertoont, in hoofdzaak exclusief signaalcomponenten, welke anders zouden leiden tot een stroom met een andere overdrachtsfunctie dan die van het filter 52.
45 De signaalversterking van de versterker, die de transistor 65 omvat, wordt bepaald door de verhouding van de waarde van de collectorbelastingsimpedantie 66 en de waarde van de emitterimpedantie, voorgesteld door het netwerk 50. De impedantie van het netwerk 50 neemt voor signaalfrequenties binnen de doorlaatband van het filter 52 af. Derhalve ondergaan signaalfrequenties binnen de doorlaatband van het filter 52 een grotere versterking door de transistor 65, vergeleken met buiten de band gelegen signaal-50 frequenties, welke veroorzaken, dat een netwerk 50 bij de emitter van de transistor 65 een relatief grotere impedantie vertoont.
De waarde van een voorspanningsweerstand 58 bepaalt het niveau van de ruststroom, die door de stroombrontransistor 57 wordt gevoerd. De transistor 57 dient bij voorkeur een geringe parasitaire uitgangs-capaciteit te bezitten.
55 Figuur 3 toont een ander filterstelsel, waarbij een synthetisatornetwerk 70 direct met de collectoruitgang van de versterkertransistor 65' zoals in het geval van het stelsel volgens figuur 2. Het netwerk 70 omvat een laagdoorlaatfilter 72 van de zevende orde van het type, dat in verband met figuur 2 is beschreven. De

Claims (17)

1. Filternetwerk voor een signaalverwerkingsstelsel voorzien van een signaalbaan en een elektrisch signaalfilter van het type, dat voorzien is van twee signaalpoorten en drie aansluitingen, en dat een bijbehorende overdrachtsfunctie bezit, gekenmerkt door koppelorganen (37, 38, 39) om het filter (32) via een enkele koppelaansluiting (A) met de signaalbaan te koppelen teneinde een filtering van signalen, die 55 over de signaalbaan worden gevoerd tot stand te brengen overeenkomstig een netwerkoverdrachtsfunctie die bepaald wordt door de overdrachtsfunctie van het filter.
2. Filternetwerk volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de koppelorganen (37, 38, 39) bij de enkele 192709 6 koppelaansluiting (A) een impedantie tonen die overeenkomstig de onverdrachtsfuncties van het filter aan variatie onderhevig is.
3. Filternetwerk volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het filter (32) is voorzien van een eerste klem (b), die via de koppelaansluiting (A) met de signaalbaan is gekoppeld, een tweede klem (a), die op 5 een bedrijfspotentiaal is aangesloten, en een derde klem (c), en dat de koppelorganen (37, 38, 39) uit de signaalbaan afgenomen signalen aan de derde filterklem toevoeren.
4. Filternetwerk volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de koppelorganen zijn voorzien van een actieve inrichting (37) met een ingangsklem met grote impedantie (basis), die met de signaalbaan via de koppelaansluiting (A) en met de eerste filterklem (b) is gekoppeld, en een uitgangsklem met kleine impedantie 10 (emitter), die met de derde filterklem (c) is gekoppeld.
5. Filternetwerk volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de koppelaansluiting (A) met een punt met kleine impedantie (emitter van transistor 25) in de signaalbaan is gekoppeld.
5 192709 weerstanden 71 en 73 dienen als afsluitimpedanties voor het filter 72. De collectoruitgang van de versterkertransistor 65’ is met het netwerk 70 gekoppeld via de aansluiting T3', en met de emitter met kleine impedantie van een transistor 75, waarvan de collector-emitter-stroombaan in serie met de collector-emitterbaan van de versterkertransistor 65' en de weerstand 71 is gekoppeld. Een 5 signaalspanning, die over de weerstand 71 wordt opgewekt in responsie op het ingangssignaal, dat aan de basis van de transistor 65' wordt toegevoerd (d.w.z. in responsie op de collectorstroom van de transistor 65') wordt door het filter 72 getranslateerd voor het opwekken van signaalspanning op de filterklem b, die de filteroverdrachtsfunotie vertoont. Deze spanning wordt voor wisselstroom via een condensator 76 met de basisingang van de transistor 75 gekoppeld, die als een spanningsvolginrichting met een spannings-10 versterking, die in hoofdzaak gelijk is aan de eenheid, ten opzichte van de basisspanning daarvan werkt. De collectorspanning van de versterkertransistor 65' komt overeen met de emitterspanning van de transistor 75, die in hoofdzaak gelijk is aan de basisspanning daarvan als afgenomen uit de uitgang van het filter 72. Derhalve vertoont de collectoruitgangsspanning van de versterkertransistor 65’ de overdrachtsfunctie van het filter 72. Een voorspanningsweerstand 78 dient aanmerkelijk groter te zijn dan de afsluitweerstand 73 15 teneinde voor het filter 72 geen excessieve belasting te vormen. Bij deze uitvoeringsvorm bouwt het netwerk 70 bij de aansluiting T^. langs synthetische weg een impedantie op, die de overdrachtsfunctie van het filter 72 vertoont. De emitterspanning van de transistor 75 en daardoor de collectorspanning van de transistor 65' komen overeen met het product van de signaal-stroom over de transistor 65' en de overdrachtsfunctie van het filter 72. De collectorsignaalstroom van de 20 versterkertransistor 65' is direct gerelateerd aan het basisingangssignaal van de transistor 65' doch de collectorsignaalspanning van de transistor 65' vertoont de overdrachtsfunctie van het filter 72. In dit opzicht omvat de transistor 75 een stroom-spanningstranslator voor het opwekken van een spanning overeenkomstig de filteroverdrachtsfunctie in responsie op de signaalstroom, die over de transistor 65' vloeit. De lage emitteringangsimpedantie van de transistor 75 belet in hoofdzaak, dat op de collector van de 25 versterkertransistor 65' signaalspanningen worden opgewekt in directe responsie op de collectorsignaalstroom van de transistor 65'. Derhalve ontvangt de collector van de transistor 65', als een signaalspanning, slechts de signaalspanning, die op de emitter van de transistor 75 optreedt, welke de overdrachtsfunctie van het filter 72 vertoont. Hierdoor wordt er voor gezorgd, dat de spanning op de emitter van de transistor 75 en op de collector van de transistor 65' de laagdoorlaatoverdrachtskarakteristiek van het filter 72 vertoont, in 30 hoofdzaak exclusief signaalcomponenten, welke anders zouden leiden tot een spanning met een andere overdrachtskarakteristiek dan die van het fitter 72. De signaalversterking van de versterker, die de transistor 65' omvat, wordt bepaald door de verhouding van de waarde van de collectorbelastingsimpedantie, die het netwerk 70 omvat, en de waarde van de emitterweerstand 66'. De impedantie van het netwerk 70 neemt voor signaalfrequenties binnen de 35 doorlaatband van het filter 72 toe. Derhalve ondergaan signaalfrequenties in de doorlaatband van het filter 72 een grotere versterking dan buiten de band gelegen signaalfrequenties, welke veroorzaken, dat het netwerk 70 een relatief kleinere impedantie bij de collector van de transistor 65' vertoont. In het laatste geval bijvoorbeeld, zal voor een bepaald niveau van de signaalstroom, die door de transistor 65' wordt gevoerd, de uitgangsspanning van de klem b van het filter 72 bij hoogfrequente signalen boven de 40 doorlaatband van het laagdoorlaatfilter 72 afnemen. Dit leidt tot een dienovereenkomstige reductie in de basis- en emitterspanningen van de transistor 75. Een dienovereenkomstig gereduceerde impedantie wordt aan de collector van de transistor 65' aangeboden aangezien deze collectorimpedantie een functie is van de verhouding van de (gereduceerde) collectorsignaalspanning en de collectorsignaalstroom. Ofschoon de beschreven inrichtingen volgens de uitvinding zijn toegelicht voor laagdoorlaatfilters van 45 hoge orde, is het duidelijk, dat de uitvinding ook van toepassing is op hoogdoorlaatfilters en banddoorlaat-filters. 50
6. Filternetwerk volgens conclusie 4, waarbij de signaalbaan is voorzien van een versterkerinrichting met een eerste ingangsklem (basis) voor het ontvangen van te filteren signalen, een tweede klem met kleine 15 impedantie (emitter), en een derde klem (collector), welke is gekoppeld met een uitgangsimpedantie, waarbij de tweede en derde klemmen een hoofdstroomgeleidingsbaan van de versterkerinrichting bepalen, met het kenmerk, dat de ingangsklem (basis) van de actieve koppelinrichting (37) via de koppelaansluiting (A) met de klem met kleine impedantie van de versterkerinrichting is gekoppeld.
7. Filternetwerk volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het filter (52) is voorzien van een eerste klem 20 (a), overeenkomende met een eerste signaalpoort, een tweede klem (b), overeenkomende met een tweede signaalpoort, en een derde klem (c), gelegen tussen de eerste en tweede klemmen en gekoppeld met een bedrijfspotentiaal (aarde), waarbij het filter de filteroverdrachtsfunctie tussen de eerste en tweede signaal-poorten vertoont, en de koppelorganen zijn voorzien van bufferorganen (55) om signalen uit de signaalbaan aan de eerste filterpoort (a) toe te voeren en omzetorganen (57), die in responsie op signalen uit de tweede 25 filteruitgangspoort (b) aan de koppelaansluiting (T3) een stroom, die de filteroverdrachtsfunctie vertoont, toevoeren.
8. Filternetwerk volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de bufferorganen zijn voorzien van een actieve inrichting (55) met een ingangsklem met grote impedantie (basis), welke via de koppelaansluiting (T3) met de signaalbaan is gekoppeld, en een uitgangsklem met kleine impedantie (emitter), die met de eerste 30 filterpoort is gekoppeld, en de omzetorganen (57) zijn voorzien van spanning-stroomomzetorganen.
9. Filternetwerk volgens conclusie 8, waarbij de signaalbaan is voorzien van een versterkerinrichting met een eerste ingangsklem (basis) voor het ontvangen van te filteren signalen, een tweede klem met kleine impedantie (emitter) en een derde klem (collector), die met een uitgangsimpedantie is gekoppeld, waarbij de tweede en derde klemmen een hoofdstroomgeleidingsbaan van de versterkerinrichting bepalen, met het 35 kenmerk, dat de ingangsklem (basis van de actieve bufferinrichting (55) via de koppelaansluiting met de klem met kleine impedantie (emitter) van de versterkerinrichting (65) is gekoppeld, en stroom vanuit de spanning-stroomomzetorganen (57) via de koppelaansluiting (T3) aan de hoofdstroomgeleidingsbaan van de versterkerinrichting wordt toegevoerd.
10. Filternetwerk volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het filter is voorzien van een eerste klem (a), 40 overeenkomende met een eerste signaalpoort, een tweede klem (b), overeenkomende met een tweede signaalpoort, en een derde klem (c), welke is gelegen tussen de eerste en tweede klemmen en met een bedrijfspotentiaal (aarde) is gekoppeld, waarbij het filter de overdrachtsfunctie tussen de eerste en tweede signaalpoorten vertoont, en de koppelorganen via de koppelaansluiting (T3.) met de signaalbaan en met de eerste filterpoort zijn verbonden om aan de eerste filterpoort een spanning toe te voeren, welke is gerela-45 teerd aan te filteren signalen, waarbij de koppelorganen in responsie op signalen uit de tweede filterpoort, bij de koppelaansluiting, een signaalspanning opwekken, die de filteroverdrachtsfunctie vertoont.
11. Filternetwerk volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de koppelorganen zijn voorzien van een actieve koppelinrichting (75) met een eerste klem met kleine impedantie (emitter), welke via de koppelaansluiting (T3.) met de signaalbaan is gekoppeld, een tweede klem (collector), die met de eerste filterpoort 50 en met een impedantie (71) is gekoppeld en met de eerste klem een hoofdstroomgeleidingsbaan van de actieve inrichting bepaalt, en een besturingsklem (basis), welke met de tweede filterpoort (b) is gekoppeld, waarbij de actieve inrichting in responsie op de signalen, welke vanuit de tweede filterpoort (b) aan de besturingsklem (basis) worden toegevoerd, bij de eerste klem met kleine impedantie (emitter) een signaalspanning opwekt, die de filteroverdrachtsfunctie vertoont.
12. Filternetwerk volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het elektrische signaalfilter (32) van het type is, dat voorzien is van een eerste klem (b), welke overeenkomt met een signaalpoort, een tweede klem (a), welke overeenkomt met een signaalpoort, en een derde klem (c), welke tussen de eerste en tweede 7 192709 klemmen is gelegen, waarbij het filter een overdrachtsfunctie tussen de eerste en tweede klemmen bepaalt, en de koppelorganen zijn voorzien van een eerste koppelpad (25, A, 31) om elektrische signalen uit de signaalbaan aan de eerste filterklem toe te voeren, een tweede koppelpad (33) om de tweede filterklem met een referentiepotentiaal te koppelen, en een derde koppelpad (A, 37, 38) om elektrische signalen uit de 5 signaalbaan aan de tussengelegen derde klem toe te voeren.
13. Filternetwerk volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de eerste (25, A, 31) en derde (37, 38) koppelpaden respectievelijk zijn voorzien van afzonderlijke signaalbronnen (25, 37) om de eerste en derde filterklemmen afzonderlijk te exciteren.
14. Filternetwerk volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het eerste koppelpad (25, A, 31) Is voorzien 10 van een weerstand (31) om elektrische signalen uit de signaalbaan aan de eerste filterklem (b) toe te voeren, en elektrische signalen, welke aan de weerstand (31) en aan de derde filterklem (c) worden toegevoerd, een soortgelijke fase en een in hoofdzaak gelijke grootte hebben.
15. Filternetwerk volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de eerste en derde koppelpad en elektrische signaalspanningen aan de eerste en derde filterklemmen toevoeren.
16. Filternetwerk volgens conclusie 1, waarbij de signaalbaan is voorzien van een versterker met een eerste ingangsklem (basis), een tweede klem met kleine impedantie (emitter), en een derde uitgangsklem (collector), welke met een belastingsimpedantie is gekoppeld, waarbij de tweede en derde klemmen een hoofdstroomgeleidingsbaan van de versterker bepalen, met het kenmerk, dat de koppelaansluiting (T3), welke met de tweede versterkerklem met kleine impedantie is gekoppeld, en de koppelorganen voorzien zijn 20 van een actieve inrichting (57) met een eerste besturingselektrode (basis) en tweede (emitter) en derde (collector) elektroden, die een hoofdstroomgeleidingsbaan van de actieve inrichting bepalen, waarbij de hoofdstroombaan van de actieve inrichting via de koppelaansluiting (T3) met de hoofdstroombaan van de versterker (65) is gekoppeld, bufferorganen (55) om signalen uit de tweede elektrode met kleine impedantie van de versterker via de koppelaansluiting (T3) aan de eerste filterpoort (a) toe te voeren, signalen, welke 25 de filteroverdrachtsfunctie vertonen, vanuit de tweede filterpoort (b) aan de besturingselektrode van de actieve inrichting worden toegevoerd om te veroorzaken, dat de actieve inrichting een signaalstroom, welke de filteroverdrachtsfunctie vertoont, via de koppelaansluiting aan de versterker toevoert.
17. Filternetwerk volgens conclusie 1, waarbij de signaalbaan is voorzien van een versterker met een eerste ingangsklem (basis), een tweede klem met kleine impedantie (emitter), die met een bedrijfspotentiaal is 30 gekoppeld, en een derde uitgangsklem (collector), waarbij de tweede en derde klemmen een hoofdstroomgeleidingsbaan van de versterker bepalen, met het kenmerk, dat de koppelaansluiting (T3.) welke met de derde klem van de versterker is gekoppeld, en de koppelorganen zijn voorzien van een actieve inrichting (75) met een eerste besturingselektrode (basis), een tweede elektrode met kleine impedantie (emitter) welke via de koppelaansluiting met de hoofdstroombaan van de versterker is gekoppeld, en een derde elektrode 35 (collector), die met een weerstand (71) is gekoppeld, waarbij de tweede en derde elektroden van de actieve inrichting een hoofdstroombaan van de actieve inrichting bepalen, waarbij de derde elektrode van de actieve inrichting met de eerste filterpoort (a) is gekoppeld, en organen (76) om signalen, welke de filteroverdrachtsfunctie vertonen, vanuit de tweede filterpoort (b) aan de besturingselektrode van de actieve inrichting toe te voeren teneinde te veroorzaken, dat de actieve inrichting bij de tweede elektrode met kleine impedantie en 40 daardoor op de koppelaansluiting een signaalspanning levert, welke de filteroverdrachtsfunctie vertoont. Hierbij 2 bladen tekening
NL8400599A 1983-02-28 1984-02-27 Elektrisch signaalfilter. NL192709C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US47061883 1983-02-28
US06/470,618 US4562458A (en) 1983-02-28 1983-02-28 Circuit for coupling a three terminal filter to a signal path using one interface connection

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8400599A NL8400599A (nl) 1984-09-17
NL192709B NL192709B (nl) 1997-08-01
NL192709C true NL192709C (nl) 1997-12-02

Family

ID=23868324

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8400599A NL192709C (nl) 1983-02-28 1984-02-27 Elektrisch signaalfilter.

Country Status (21)

Country Link
US (1) US4562458A (nl)
JP (1) JPH0666635B2 (nl)
KR (1) KR920000146B1 (nl)
AT (1) AT397324B (nl)
AU (1) AU572824B2 (nl)
BE (1) BE899012A (nl)
CA (1) CA1217829A (nl)
DE (1) DE3407083A1 (nl)
DK (1) DK163772C (nl)
ES (1) ES8502829A1 (nl)
FI (1) FI78799C (nl)
FR (1) FR2541834B1 (nl)
GB (1) GB2136234B (nl)
HK (1) HK59691A (nl)
IT (1) IT1173518B (nl)
MX (1) MX156257A (nl)
NL (1) NL192709C (nl)
NZ (1) NZ207292A (nl)
PT (1) PT78153B (nl)
SE (1) SE452683B (nl)
ZA (1) ZA841438B (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4562458A (en) * 1983-02-28 1985-12-31 Rca Corporation Circuit for coupling a three terminal filter to a signal path using one interface connection

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2908752A (en) * 1956-03-07 1959-10-13 Rca Corp Color signal demodulating and matrixing
US3581122A (en) * 1967-10-26 1971-05-25 Bell Telephone Labor Inc All-pass filter circuit having negative resistance shunting resonant circuit
US3571761A (en) * 1969-05-01 1971-03-23 Hughues Aircraft Co Transistorized amplitude modulation circuit with current control
US3595989A (en) * 1970-02-25 1971-07-27 Philco Ford Corp Dc-coupled chroma processing integrated circuit
US3864641A (en) * 1973-01-02 1975-02-04 Rca Corp High-input-impedance amplifier
JPS6041624Y2 (ja) * 1978-09-06 1985-12-18 旭計器株式会社 サ−モスタツト
US4207590A (en) * 1979-03-14 1980-06-10 Rca Corporation Combined phase shift filter network in a color video signal processing system employing dynamic flesh tone control
US4562458A (en) * 1983-02-28 1985-12-31 Rca Corporation Circuit for coupling a three terminal filter to a signal path using one interface connection

Also Published As

Publication number Publication date
GB2136234B (en) 1986-09-03
ES529892A0 (es) 1985-01-16
KR840008111A (ko) 1984-12-12
DK163772C (da) 1992-08-31
GB2136234A (en) 1984-09-12
FI78799C (fi) 1989-09-11
FI840708A0 (fi) 1984-02-21
DK108484D0 (da) 1984-02-27
FR2541834B1 (fr) 1988-08-26
KR920000146B1 (ko) 1992-01-09
SE8400952L (sv) 1984-08-29
DK163772B (da) 1992-03-30
NZ207292A (en) 1986-10-08
HK59691A (en) 1991-08-09
US4562458A (en) 1985-12-31
ZA841438B (en) 1984-09-26
FI840708A (fi) 1984-08-29
JPH0666635B2 (ja) 1994-08-24
DK108484A (da) 1984-08-29
SE8400952D0 (sv) 1984-02-21
MX156257A (es) 1988-07-29
PT78153A (en) 1984-03-01
IT1173518B (it) 1987-06-24
AT397324B (de) 1994-03-25
DE3407083A1 (de) 1984-08-30
JPS59174011A (ja) 1984-10-02
BE899012A (fr) 1984-06-18
CA1217829A (en) 1987-02-10
SE452683B (sv) 1987-12-07
NL192709B (nl) 1997-08-01
AU2477184A (en) 1984-09-06
GB8405002D0 (en) 1984-04-04
DE3407083C2 (nl) 1990-06-13
PT78153B (en) 1986-03-20
ES8502829A1 (es) 1985-01-16
AU572824B2 (en) 1988-05-19
FR2541834A1 (fr) 1984-08-31
FI78799B (fi) 1989-05-31
ATA64484A (de) 1993-07-15
IT8419812A0 (it) 1984-02-27
NL8400599A (nl) 1984-09-17

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP0740413B1 (fr) Filtre actif différentiel du second ordre
US7961043B2 (en) Single-ended amplifier
US20010038309A1 (en) Filter circuit
NL192709C (nl) Elektrisch signaalfilter.
US4422052A (en) Delay circuit employing active bandpass filter
US5103122A (en) High speed low power dc offsetting circuit
US4424462A (en) Switched delay circuit
US4536788A (en) Demodulated chrominance signal filter using impedance mismatched sections
KR830002655B1 (ko) 비선형 전달 함수를 갖는 신호처리회로
CA1153105A (en) Color-difference signal processing circuits
JP2580122B2 (ja) Fm復調回路
US4536787A (en) Demodulated chrominance signal filter with peaked response
FI76467C (fi) System foer tillvaratagande av videosignaler.
US6198345B1 (en) Error reduction in quadrature polyphase filters with low open loop gain operational amplifiers
JP3769443B2 (ja) バランス型ダイオード減衰器
JPH053416A (ja) フイルタ回路
US4459552A (en) Low-noise video preamplifier
Lunn A Monolithic Wideband Synchronous Video Detector for Color TV
JP3030193B2 (ja) フィルタ調整回路およびそれを用いたy/c分離回路
JP2589577Y2 (ja) スイッチ回路
JPS5912052B2 (ja) 信号のダイナミックレンジを変更する回路
JPH0832369A (ja) 電流出力型増幅器及びこれを用いたアクティブフィルタ
JPH07321601A (ja) フィルタ装置
JP2004194239A (ja) 電圧電流変換回路
JPH06232637A (ja) 変調回路

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
CNR Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection)

Free format text: RCA LICENSING CORPORATION

BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20000901