NL192448C

NL192448C - Tapkop, koppelbaar op een tapstangsamenstel van een vat.

Info

Publication number: NL192448C
Application number: NL8600121A
Authority: NL
Inventors: Willem Terpstra; Dirk Hendrik Van Genderen
Original assignee: Vsh Fabrieken Bv
Priority date: 1986-01-21
Filing date: 1986-01-21
Publication date: 1997-08-04
Also published as: FR2593262B1; GB2185470A; NL8600121A; GB8701147D0; GB2185470B; DE3701433A1; FR2593262A1; DE3701433C2; NL192448B; ES2004063A6

Description

1 192448

Tapkop, koppelbaar op een tapstangsamenstel van een vat

De uitvinding heeft betrekking op een tapkop voorzien van koppelingsmiddelen voor het koppelen ervan met een in de wand van een vat aangebracht tapstangsamenstel, welke tapkop een huis omvat met een 5 toevoeraansluiting voor de toevoer van een gas onder druk, in het bijzonder COz, aan een vat, in welk huis een schuifstang verschuifbaar is die is voorzien van een afvoeraansluiting voor de afvoer van vloeistof uit een vat, met behulp van welke schuifstang de tapstang van het samenstel naar binnen toe in een vat kan worden gedrukt onder het gelijktijdig openen van de beide aansluitingen, waarbij de schuifstang te verschuiven is door een verzwenkbaar aan het, met ten minste één aanslag uitgeruste huis aangebrachte 10 handgreep die is voorzien van een verstelbaar door de handgreep gedragen blokkeerorgaan, dat in zijn blokkeeistand samen kan werken met de althans ene aanslag aan het huis.

Een dergelijke tapkop is bekend uit de Britse octrooiaanvrage 2.040.380. Daarbij wordt het blokkeerorgaan gevormd door een in de handgreep opgenomen pen die in lengterichting van de handgreep verschuifbaar is. De pen wordt bediend doordat het met de hand beet te pakken deel van de handgreep 15 eveneens in lengterichting verschuifbaar is, terwijl door middel van een in het inwendige van de handgreep aangebrachte veer de pen steeds naar de blokkeerstand wordt toegedrukt.

Dit veroorzaakt een ingewikkelde en daardoor relatief dure constructie, terwijl het naar buiten toe trekken van een deel van de handgreep, om de pen te deblokkeren, in het bijzonder bezwaren oplevert wanneer de koppelingsmiddelen van de tapkop worden gevormd door een opschuifkoppeling, waarbij de tapkop in 20 radiale richting op het tapstangsamenstel wordt geschoven. Na dit opschuiven moet dan door trekken aan de handgreep deze worden gedeblokkeerd om de schuifstang in de tapkop te kunnen verplaatsen. Bij dit deblokkeren wordt op de tapkop weer een kracht uitgeoefend waardoor de juist tot stand gebrachte koppeling met het tapstangsamenstel weer geheel of gedeeltelijk teniet kan worden gedaan waardoor de schuifstang niet op de gewenste wijze in het huis van de tapkop kan worden verplaatst.

25 De uitvinding beoogt nu deze bezwaren op te heffën en voorziet er daartoe in, dat de middelen voor het blokkeren van de handgreep worden gevormd door een hefboom die in hoofdzaak evenwijdig aan en op enige afstand loopt van het met de hand aan te vatten deel van de handgreep en in de nabijheid van het huis scharnierend met de handgreep is verbonden die bij het gelijktijdig vastgrijpen van de handgreep en de hefboom tegen de kracht van een veer in naar de handgreep kan worden toegedrukt voor het buiten 30 aangrijping brengen van dat deel van de hefboom dat samenwerkt met de althans ene aan het huis aangebrachte aanslag voor het blokkeren van de handgreep.

Dit levert een zeer eenvoudige en dus goedkope constructie op, terwijl bij de bediening van de handgreep slechts nagenoeg in verticale richting werkende krachten op het huis van de tapkop worden uitgeoefend. Hierdoor is er geen gevaar aanwezig dat de koppeling tussen tapkop en tapstangsamenstel ---35 wordt verbroken bij de bediening van de handgreep.------------------- —. ------- ------------ --------

Volgens een bijzonder eenvoudige uitvoeringsvorm van de uitvinding kan erin worden voorzien, dat de handgreep en de hefboom elk in dwarsdoorsnede U-vormig zijn waarbij de openingen van de U-vormige delen naar elkaar zijn toegericht en het ene deel ten minste gedeeltelijk binnen het andere valt en de veer binnen de U-vormige delen is aangebracht.

40

De uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld, weergegeven in de tekening, waarin: figuur 1 een langsdoorsnede en gedeeltelijk aanzicht toont van een tapkop, waarbij bepaalde onderdelen in verschillende eindstanden zijn weergegeven; en 45 figuur 2 een dwarsdoorsnede toont over de handgreep met hefboom volgens de lijn ll-ll van figuur 1.

De in de tekening weergegeven tapkop omvat het huis 1, dat aan zijn onderzijde is voorzien van een zich ongeveer over de halve omtrek uitstrekkend randdeel 2 met een nagenoeg L-vormige dwarsdoorsnede. Met behulp van dit L-vormige deel 2 kan het huis 1 zijdelings op de flensrand 3 van het tapstangsamenstel 4 50 worden geschoven, welk tapstangsamenstel door middel van schroefdraad is bevestigd in een verder niet weergegeven wand van een vat.

Het huis 1 is voorzien van een toevoeraansluiting 5, welke aansluiting op een verder niet weergegeven wijze is verbonden met een onder druk staand gasreservoir, in het bijzonder een C02-reservoir.

in het huis 1 is in verticale richting een schuifstang 6 verplaatsbaar, op welke schuifstang de afdichtings-55 ringen 7 en 8 zijn aangebracht.

De op en neergaande beweging van de schuifstang 6 in de richting van de pijl P wordt tot stand gebracht met behulp van de handgreep 9, die in het een schamieras 10 vormend punt schamierbaar met een

Claims

192448 2 uitstekend deel 11 van het huis 1 is verbonden. Zoals in het bijzonder blijkt uit figuur 2 kan de handgreep 9 zijn vervaardigd uit een plaat en daar waar de handgreep met de hand wordt beetgepakt U-vormig zijn, terwijl de poot 12 zich langs de schuifstang 6 uitstrekt naar de schamieras 10 en is voorzien van een pen 13, die aangrijpt in een afgevlakt deel 14 van 5 de schuifstang 6, zodat bij het verplaatsen van de handgreep 9, vanuit de in figuur 1 weergegeven stand, over de hoek α de schuifstang 6 vanuit de stand weergegeven in het linker deel van de figuur verplaatst kan worden naar de stand weergegeven in het rechter deel van figuur 1. Om de handgreep 9 in de twee eindstanden te blokkeren is voorzien in een hefboom 15, die bijvoorbeeld U-vormig kan zijn en waarvan de poten 16 in de een schamieras 17 vormende punten schamierbaar met de 10 poot van 12 van de handgreep 9 zijn verbonden. In de stand weergegeven in figuur 1 ligt een deel van de flens 18 van de hefboom 15 onder de met het huis 1 verbonden aanslag 19, terwijl in de omhoog gebrachte stand van de handgreep 9 het betreffende deel zich in de uitsparing 20 van de aanslag 19 kan bevinden. Om de hefboom 15 in elk der eindstanden van de handgreep 9 in verbinding met de aanslag 19 te 15 houden, is tussen de hefboom 15 en de handgreep 19 een dmkveer 21 aangebracht, die op zijn plaats kan worden gehouden door een uit het vlak van de flens 18 van de hefboom 15 gebogen deel 22. ........ Wanneer de handgreep 9 naar boven is gebracht zal de schuifstang 6 zich bevinden in de stand als weergegeven in het rechterdeel van figuur 1, waarbij de afdichtingsringen 7 en 8 er voor zorgen dat de toevoeraansluiting 5 is afgesloten, zodat geen gas aan de ruimte 23 van het huis 1 kan worden toegevoerd. 20 In deze stand van de handgreep 9 kan het L-vormige deel 2 van het huis 1 op de flensrand 3 van het tapstangsamenstel 4 worden geschoven. Om een afdichting naar buiten toe tussen het huis 1 en de flensrand 3 tot stand te kunnen brengen, bevindt zich in het ondereinde van het huis 1 de afdichtingsring 24. Bij het vastgrijpen van de handgreep 9 wordt eveneens de hefboom 15 omvat en wordt deze rond de 25 schamieras 17 gedraaid tegen de werking van de drukveer 21 in, zodat de flens 18 van de hefboom 15 buiten de uitsparing 20 wordt gebracht en de handgreep 9 naar beneden toe kan worden verzwenkt, zodat de schuifstang 6 terecht komt in de stand als weergegeven in het linkerdeel van figuur 1. De handgreep 9 en de hefboom 15 nemen dan, na het loslaten ervan, de stand in zoals deze is weergegeven in figuur 1. Bij deze verplaatsing van de schuifstang 6 wordt het afgeknot regelvormig deel 25 daarvan aangedrukt 30 tegen een erop aangepast randdeel van de afdichtingsring 24, zodat deze afdichtingsring wordt aangedrukt tegen de flensrand 4, welke aandrukking wordt versterkt doordat gas onder druk via de toevoeraansluiting 5 in de ruimte 23 van het huis 1 stroomt. Op verder niet weergegeven wijze wordt door het onderste deel 27 van de schuifstang 6 de tapstang naar binnen toe in het vat gedrukt, zodat via de holte 28 in de schuifstang 6 vloeistof uit het vat naar de 35 afvoeraansluiting 29 kan stromen.

1. Tapkop voorzien van koppelingsmiddelen voor het koppelen ervan met een in de wand van een vat aangebracht tapstangsamenstel, welke tapkop een huis omvat met een toevoeraansluiting voor de toevoer van een gas onder druk, in het bijzonder C02, aan een vat, in welk huis een schuifstang verschuifbaar is die is voorzien van een afvoeraansluiting voor de afvoer van vloeistof uit een vat, met behulp van welke schuifstang de tapstang van een samenstel naar binnen toe in een vat kan worden gedrukt onder het 45 gelijktijdig openen van de beide aansluitingen, waarbij de schuifstang te verschuiven is door een verzwenk-baar aan het, met ten minste één aanslag uitgeruste, huis aangebrachte handgreep die is voorzien van een verstelbaar door de handgreep gedragen blokkeerorgaan, dat in zijn blokkeerstand samen kan werken met de althans ene aanslag aan het huis, met het kenmerk, dat, de middelen voor het blokkeren van de handgreep (9) worden gevormd door een hefboom (15) die in hoofdzaak evenwijdig aan en op eigen 50 afstand loopt van het met de hand aan te vatten deel van de handgreep en in de nabijheid van het huis (1) scharnierend met de handgreep (9) is verbonden die bij het gelijktijdig vastgrijpen van de handgreep (9) en de hefboom (15) tegen de kracht van een veer (21) in naar de handgreep (9) kan worden toegedrukt voor het buiten aangrijping brengen van dat deel (18) van de hefboom (15) dat samenwerkt met de althans ene aan het huis (1) aangebrachte aanslag (19, 20) voor het blokkeren van de handgreep.

2. Tapkop volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de handgreep (9) en de hefboom (15) elk in 3 192448 dwarsdoorsnede U-vormig zijn waarbij de openingen van de U-vormige delen naar elkaar zijn toegerichien het ene deel ten minste gedeeltelijk binnen het andere valt en de veer (21) binnen de U-vormige delen fe aangebracht. Hierbij 1 blad tekening