NL192327C - Filtertrommel voor het filtreren van water uit een gegranuleerde hoogovenslakwatermengsel. - Google Patents

Description

1 192327

Filtertrommel voor het filtreren van water uit een gegranuleerde hoogovenslakwatermengsel

De uitvinding heeft betrekking op een filtertrommel voor het filteren van water uit een gegranuleerde hoogovenslakwatermengsel, omvattende een trommel, voor rotatie motorisch aandrijfbaar om een in 5 hoofdzaak horizontale draaiingsas, en voorzien van een filtermateriaal omvattende cilindrische trommel-wand, welke trommelwand aan beide axiaal gelegen uiteinden is voorzien van een in hoofdzaak loodrecht op de draaiingsas van de trommel staande en vanaf de trommelwand naar binnen verlopende eindwand, met daarin een centraal opgestelde opening, waarbij aan de binnenzijde van de trommelwand een aantal naar binnen uitstekende transportbladen zijn aangebracht, die zich in hoofdzaak axiaal verlopend tussen de 10 eindwanden uitstrekken en in dwarsdoorsnede V-vormig zijn, waarbij de top van de V, gerekend in de draairichting van de trommel, ten minste achter het vrije uiteinde van het binnenste been van de V is opgesteld, waarbij van elk transportblad het aan de zijde van de trommelwand opgestelde buitenste been van de V in hoofdzaak ondooriaatbaar voor water is uitgevoerd en met de trommelwand is verbonden en waarbij van elk transportblad het binnenste been van de V uit filtermateriaal bestaat.

15 Een dergelijke inrichting is bekend uit de Nederlandse terinzagelegging 7903039.

Bij deze bekende filtertrommel kan het water, dat door het waterdoorlatende binnenste been van een transportblad treedt, terugvallen op het transportblad, dat gerekend in de draairichting van de trommel, daarop achterloopt. Dit betekent, dat het granulaat-watermengsel, dat zich op dat betreffende achterlopende transportblad bevindt en reeds deels is ontwaterd, wederom wordt bevochtigd. Als gevolg daarvan wordt de 20 doelmatigheid van deze bekende inrichting nadelig beïnvloed.

Teneinde een doelmatig filtreren te verzekeren moeten maatregelen worden genomen om te waarborgen, dat het afgefilteide water van een bepaald transportblad niet terugvalt op het granulaat-watermengsel aanwezig op het, gerekend in de draairichting achterlopende transportblad.

De uitvinding beoogt een filtertrommel van de boven beschreven soort, waarbij wordt verhinderd dat 25 water vanuit een transportblad op het granulaat-watermengsel aanwezig op een daarop, gerekend in de draairichting, achterlopend transportblad kan stromen.

De uitvinding beoogt bovendien een dergelijke filtertrommel, waarbij de constructie van de transportbladen, in het bijzonder de filtergedeelten, de trommel ondersteunt. Een filtertrommel wordt daartoe volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat gerekend in de draairichting van de trommel achter elk binnenste been 30 van een transportblad een afbuigplaat zich over de gehele lengte van dat been uitstrekt en met het bovenoppervlak zodanig is opgesteld, dat bij het naar boven transporteren van het mengsel het afgefilterde water door het bovenoppervlak van de afbuigplaat in een richting naar het centrum van de trommel wordt afgevoerd, van welke afbuigplaat het onderoppervlak over de gehele lengte is verbonden met een balk, die met beide eindwanden van de trommel is verbonden, waarbij het buitenste been van elk transportblad ook 35 met beide eindwanden is verbonden en waarbij elk buitenste been en elke balk zodanig stijf zijn uitgevoerd dat zij ondersteunende framedelen voor de trommel vormen.

In een voordelige uitvoeringsvorm is de balk in dwarsdoorsnede L-vormig en zijn beide einden van de L aan het onderoppervlak van de afbuigplaat vastgezet, zodanig dat, in dwarsdoorsnede, een gesloten driehoekige ruimte wordt gevormd.

40 Teneinde de emmers in het vulgebied optimaal te kunnen vullen kunnen de transportbladen van de bovenomschreven filtertrommel als nuttige aanvulling daarop zodanig worden uitgevoerd dat in het nabij het naar de top van de V gerichte uiteinde van het buitenste been van een transportblad één of enkele naast elkaar opgestelde dooriaatopening(en) is (zijn) gevormd, welke dooriaatopening(en) zich in hoofdzaak over de lengte van dat been uitstrekt (uitstrekken).

45 Tijdens het opscheppen van het mengsel kan door deze opening(en) een deel van het opgeschepte water worden afgevoerd, zodat de vlakken in het mengsel niet worden opgestuwd maar in de betreffende emmer blijven. Bovendien gaat eveneens bij het verder bewegen van de filtertrommel een deel van de pulp uit een voorlopende emmer door de opening(en) en wordt opgenomen door een in draairichting nalopende emmer. Dit wegstromen van een deel van het water en een deel van de pulp door de bovenbedoelde 50 opening(en) verhoogt de vullingsgraad van de respectieve emmers.

Verdere voordelen en kenmerken worden aan de hand van een beschreven uitvoeringsvorm toegelicht, welke in de tekening is weergegeven. Daarin toont: figuur 1 een dwarsdoorsnede door een filtertrommel; 55 figuur 2 een aanzicht, gedeeltelijke doorsnede van details van twee emmers van de filtertrommel; en figuur 3 een aanzicht van een filterblad volgens de lijn lll-lll in figuur 2.

192327 2

De filtertrommel, weergegeven in figuur 1, is van het type als beschreven in de genoemde Nederlandse terinzagelegging 7903039 en zal met betrekking tot de context van de uitvinding niet verder in detail worden beschreven.

De trommel 4, waarvan het buitenoppervlak bestaat uit een netwerk van filterdraad, omvat een aantal 5 transportbladen 6. Deze trommel wordt in draaiing gebracht in de richting, welke wordt aangeduid door de pijl B, zodanig, dat de pulp bestaande uit water en gegranuleerde slak, welke wordt toegevoerd via de pijp 8 binnen de trommel 4, door de transportbladen 6 wordt getransporteerd. Het granulaatwater passeert door het filteroppervlak van de trommel 4 en door de transportbladen 6, zodat de gegranuleerde slak bevrijd wordt van het granulaatwater, terwijl deze met de transportbladen 6 naar omhoog beweegt. In de bovenste 10 zone wordt de gegranuleerde slak door de transportbladen 6 gelost en omgeleid door de langsafbuig-middelen 10,12 in de richting van de transportblad 14, door middel waarvan de gegranuleerde slak continu uit de trommel 4 wordt afgevoerd.

Zoals blijkt uit figuur 2 zijn de transportbladen 6 opgebouwd uit een buitenste tegenhoudbeen 18 en een uit filtermateriaal bestaand binnenste been 20. Het been 18 bestaat uit een relatief dikke plaat welke aan 15 twee zijwanden (niet weergegeven in de tekening) van de trommel 4, is vastgelast en een steunend framewerk vormt voor het geraamte van het filteroppervlak 22 van de trommel 4. Het been 20 omvat, als weergegeven in figuur 3, een aantal naast elkaar gelegen uit filtermateriaal bestaande platen 24, welke het binnenste been 20 vormen, waarvan de afmetingen van de mazen van het filtermateriaal het mogelijk maken dat het water van de slak zonder moeilijkheden kan passeren. De verschillende platen 24 zijn met 20 bouten vastgezet op een dwarsstang 26, die op zijn beurt met bouten is vastgezet aan de steunen 28 en 30 van de zij- of tussenwanden van de trommel 4. De platen 24 zijn eveneens met bouten vastgezet aan een andere dwarsstang 32, welke wordt ondersteund door dwarstukken 34, welke een geheel vormen met de eerste ondersteunende stang 26.

Onder elk binnenste been 6 bevindt zich een afbuigplaat 36. De afbuiginrichtingen 36 bestaan uit een 25 afbuigplaat 38 en een geprofileerde balk 40. Deze geprofileerde balk 40 is uitgevoerd in de vorm van een L, waarvan de twee einden de afbuigplaat 38 ondersteunen, zodat een driehoekige gesloten holle ruimte wordt gevormd.

De functie van de balk 40 is het vormen van een steunend framedeel voor het ondersteunen van de trommel 4 en de binnenste benen 20 via de dwarstukken 34. Evenals de buitenste benen 18 worden de 30 balken 40 elk gevormd door een dikke plaat, welke platen bevestigd zijn aan de dwars- of tussenwanden van de trommel 4.

De werking van de afbuiginrichtingen 36, in het bijzonder de afbuigplaten 38 is in figuur 1 getoond. In het onderste gedeelte, wanneer de transportbladen omhoog gaan bewegen zal het mengsel en in het bijzonder de gegranuleerde slak naar de bodem van de transportbladen bewegen en komt tegen het filteroppervlak 35 22, waar een talud 42 wordt gevormd, dat wordt gesteund door het buitenste been 18. Bij het verder omhoog bewegen zal de gegranuleerde slak zich uitspreiden in de richting van het binnenste been 20 en stroomt het filterwater naar buiten, allereerst tussen de twee benen 18 en 20 en vervolgens, in de bovenste helft, door het filtermateriaal van het binnenste been 20. Zoals blijkt uit figuur 1 leiden de afbuiginrichtingen 36 het filterwater, dat door het filtermateriaal van de binnenste benen 20 loopt om, waardoor wordt 40 voorkomen dat dit water terugvalt op het talud 42 van de gegranuleerde slak, welke zich uitstrekt van de buitenste benen 18 tot de binnenste benen 20 van een gerekend in de draairichting achter lopend transportblad 6, waardoor steeds meer water uit de massa verdwijnt, terwijl de transportbladen 6 omhoog bewegen. De hellingshoek van de afbuiginrichtingen 36 is zodanig, dat tijdens het draaien en wanneer het talud van de slak zich binnenwaarts op de binnenste benen 20 uitspreidt, het filterwater steeds meer door 45 afbuigplaten 38 naar binnen beweegt. De hellingshoek van de binnenste benen 20 met betrekking tot de buitenste benen 18 en de trommel 4 is allereerst zodanig gekozen, dat men er zeker van is dat het materiaal doelmatig over de transportbladen 6 wordt verdeeld en dat de gegranuleerde slak op de gewenste plaats in het bovenste gedeelte van de trommel wordt opgelost, terwijl een verder doel van deze hellingshoek is om te voorkomen dat de inhoud van een transportblad 6 in één keer wordt gelost waardoor het 50 mogelijk is dat deze in kleine hoeveelheden naar omlaag valt, waardoor een gelijkmatige belasting van de transportband 14 wordt verkregen.

De opening tussen de bladen 18 en 20 is bij de getoonde uitvoeringsvorm van groot belang voor het meer doelmatig werken van de trommel. Om het mogelijk te maken dat de getransporteerde pulp, in elk geval het grootste gedeelte daarvan wordt tegengehouden, dient deze opening niet te breed te zijn. Enige 55 opening is echter wel vereist om het water door te laten. Deze moet voldoende breed zijn om de werking met betrekking tot het vullen van de emmers te bevorderen, terwijl voorkomen wordt dat de pulp te veel wordt opgestuwd. Het vullen, dat uiteraard plaatsvindt in het onderste gedéelte van de trommel, wordt

Claims (5)

1. Filtertrommel voor het filtreren van water uit een gegranuleerde hoogovenslak-watermengsel omvattende een trommel, voor rotatie motorisch aandrijfbaar om een in hoofdzaak horizontale draaiingsas, en voorzien van een filtermateriaal omvattende cilindrische trommelwand, welke trommelwand aan beide a)daal gelegen uiteinden is voorzien van een in hoofdzaak loodrecht op de draaiingsas van de trommel staande en vanaf de trommelwand naar binnen verlopende eindwand, met daarin een centraal opgestelde opening, waarbij 20 aan de binnenzijde van de trommelwand een aantal naar binnen uitstekende transportbladen is aangebracht, die zich in hoofdzaak axiaal verlopend tussen de eindwanden uitstrekken en in dwarsdoorsnede V-vormig zijn, waarbij de top van de V, gerekend in de draairichting van de trommel, ten minste achter het vrije uiteinde van het binnenste been van de V is opgesteld, waarbij van elk transportblad het aan de zijde van de trommelwand opgestelde buitenste been van de V in hoofdzaak ondooriaatbaar voor water is 25 uitgevoerd en met de trommelwand is verbonden en waarbij van elk transportblad het binnenste been van de V uit filtermateriaal bestaat, met het kenmerk, dat gerekend in de draairichting van de trommel, achter elk binnenste been van een transportblad een afbuigplaat zich over de gehele lengte van dat been uitstrekt en met het bovenoppervlak zodanig is opgesteld, dat bij het naar boven transporteren van het afgefilterde water door het bovenoppervlak van de afbuigplaat in een richting naar het centmrn van de trommel wordt 30 afgevoerd, van welke afbuigplaat het onderoppervlak over de gehele lengte is verbonden met een balk, die met beide eindwanden van de trommel is verbonden, waarbij het buitenste been van elk transportblad ook met beide eindwanden is verbonden en waarbij elk buitenste been en elke balk zodanig stijf zijn uitgevoerd dat zij ondersteunende framedelen voor de trommel vormen.

2. Filtertrommel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de balk in dwarsdoorsnede L-vormig is, waarbij 35 beide einden van de L aan het onderoppervlak van de afbuigplaat zijn vastgezet, zodanig dat, in dwarsdoorsnede, een gesloten driehoekige ruimte wordt gevormd.

3. Filtertrommel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in het nabij het naar de top van de V gerichte uiteinde van het buitenste been van een transportblad één of enkele naast elkaar opgestelde doorlaatopening(en) is (zijn) gevormd, welke dooriaatopening(en) zich in hoofdzaak over de hele 40 lengte van dat been uitstrekt (uitstrekken).

3 192327 verkregen doordat een bepaalde hoeveel pulp via de opening, aanwezig in een voorafgaande emmer, wordt opgenomen. Indien deze opening niet aanwezig zou zijn, dan zou de pulp te sterk opgestuwd worden waardoor deze niet alleen over de zijkanten van de trommel kan overlopen, doch waardoor de afscheiding welke reeds heeft plaatsgevonden in dit stadium tussen de slak en het water wordt verhinderd.

5 De pulp ontwikkelt een bepaalde snelheid in de doorgang tussen de bladen 18 en 20. Om te voorkomen dat de slak met te hoge snelheid op het filteroppervlak 22 van de trommel 4 komt, waardoor de mazen zouden kunnen beschadigen of verstoppen, bestaat een verder voordeel van de uitvinding hierin, dat een plaat 44 welke zich bevindt onder elke emmer 6 de stoot opneemt van de pulpstraal welke door de opening passeert tussen de bladen 18 en 20, terwijl deze tevens dient om de pulp naar een daaronder zich 10 bevindende emmer af te buigen.

4. Filtertrommel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de dooriaatopening(en) wordt (worden) gevormd doordat de naar de top van de V gerichte langsranden van het buitenste en het binnenste been van een transportblad op afstand van elkaar zijn opgesteld.

5. Filtertrommel volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat gerekend in de draairichting van de trommel 45 aan de achterzijde van elk transportblad een tweede afbuigplaat zodanig is opgesteld, dat een door de of elke opening tredend deel van het te transporteren mengsel wordt opgevangen door de tweede afbuigplaat en wordt afgevoerd naar een in de draairichting achterliggend transportblad. Hierbij 2 bladen tekening