NL192254C - Veiligheidsinrichting voor een naar keuze langs een spoor te rijden of op een normale straat te rijden voertuig. - Google Patents

Veiligheidsinrichting voor een naar keuze langs een spoor te rijden of op een normale straat te rijden voertuig. Download PDF

Info

Publication number
NL192254C
NL192254C NL8800477A NL8800477A NL192254C NL 192254 C NL192254 C NL 192254C NL 8800477 A NL8800477 A NL 8800477A NL 8800477 A NL8800477 A NL 8800477A NL 192254 C NL192254 C NL 192254C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
track
vehicle
column
driver
steering
Prior art date
Application number
NL8800477A
Other languages
English (en)
Other versions
NL192254B (nl
NL8800477A (nl
Original Assignee
Daimler Benz Ag
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Daimler Benz Ag filed Critical Daimler Benz Ag
Publication of NL8800477A publication Critical patent/NL8800477A/nl
Publication of NL192254B publication Critical patent/NL192254B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL192254C publication Critical patent/NL192254C/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G08SIGNALLING
    • G08GTRAFFIC CONTROL SYSTEMS
    • G08G1/00Traffic control systems for road vehicles
    • G08G1/07Controlling traffic signals
    • G08G1/075Ramp control
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62DMOTOR VEHICLES; TRAILERS
    • B62D1/00Steering controls, i.e. means for initiating a change of direction of the vehicle
    • B62D1/24Steering controls, i.e. means for initiating a change of direction of the vehicle not vehicle-mounted
    • B62D1/26Steering controls, i.e. means for initiating a change of direction of the vehicle not vehicle-mounted mechanical, e.g. by a non-load-bearing guide

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Traffic Control Systems (AREA)
  • Train Traffic Observation, Control, And Security (AREA)
  • Control Of Position, Course, Altitude, Or Attitude Of Moving Bodies (AREA)

Description

1 192254
Veiligheidslnrichting voor een naar keuze langs een spoor te rijden of op een normale straat te rijden voertuig
De uitvinding heeft betrekking op een veiligheidsinrichting voor een naar keuze langs een spoor te rijden of 5 op een normale straat te rijden voertuig met ten minste een op een dwarsgeleidingsspoor van een spoorgeleidingsstraat af rollende tastrol, die tussen een tijdens het langs het spoor rijden uitgestoken werkstand enerzijds en een tijdens het op de normale straat rijden ingetrokken ruststand anderzijds verstelbaar is, waarbij in het voertuig een controle-inrichting is aangebracht voor het vaststellen van de ingetrokken ruststand van de tastrol.
10 Een dergelijke veiligheidsinrichting is bekend uit het Nederlandse octrooi 93677. Bij deze bekende uitvoering is het voertuig voorzien van een onder het voertuig aangebrachte op en neer beweegbare tastrol, die, indien het voertuig de spoorgeleidingsstraat verlaat, automatisch omhoog getrokken wordt door het in werking stellen van een met de tastrol verbonden motor met behulp van een op het voertuig aangebrachte foto-elektrische cel en een nabij de uitrijplaats van de spoorgeleidingsstraat opgestelde lichtbron. Bij het 15 verlaten van de spoorgeleidingsstraat hoeft dus de bestuurder van het voertuig geen enkele actie te _________ondernemen om de tastrol vanuit zijn werkstand jiaar de inaetrokkeaxuststand te. bewegen. Hierbij-bestaat--------- het gevaar, dat de bestuurder van het voertuig niet tijdig opmerkt, dat het voertuig de spoorgeleidingsstraat verlaat en de bestuurder dus weer de besturing van het voertuig moet ovememen.
Volgens de uitvinding is nu bij de uitrijplaats van de spoorgeleidingsstraat naast de rijbaan een door een 20 stuurinrichting geschakeld en normaal een stopsignaal gevend optisch aanwijsapparaat aangebracht, terwijl op enige afstand voor deze uitrijplaats naast de rijbaan aan de kant van de bestuurder een kolom is opgesteld, die via een signaaileiding is verbonden met de stuurinrichting, en dat de veiligheidsinrichting een stuurstift bevat, die via een flexibele signaaileiding is verbonden met de kolom, welke stuurstift door de bestuurder van de kolom kan worden afgenomen en kan worden gestoken in een bus van de controle-25 inrichting, waardoor de stuurstift zowel het intrekken van de tastrol bedient als wel een signaal kan doorieiden van de controle-inrichting naar de stuurinrichting, zodat slechts bij geheel ingetrokken tastrol het optisch aanwijsapparaat voorbijgaand op "vrij rijden’’ wordt geschakeld.
Bij het naderen van het einde van de spoorgeleidingsstraat wordt dus de bestuurder met een optisch aanwijsapparaat een stopsignaal gegeven en eerst nadat de bestuurder van het voertuig een bepaalde 30 handeling heeft uitgevoerd, nodig voor het terugtrekken van de tastrol, zal dit optische aanwijsapparaat worden omgeschakeld voor het geven van een doonijden toestaand signaal.
Opgemerkt wordt, dat uit het Duitse ’’Offenlegungsschrift” 2.739.822 een verkeerssysteem voor langs een spoor te rijden voertuig bekend is, waarbij in een dwarsgeleidingsspoor kleppen zijn aangebracht, die bediend worden door een tastrol, om een signaalinstallatie in werking te stellen, welke signaalinstallatie 35 aangeeft, dat in een bepaald deel van het spoor een voertuig aanwezig is.
Verder is uit het Duitse ’’Offenlegungsschrift” 2.806.077 een verkeerssysteem voor langs een spoor te rijden voertuigen bekend, voorzien van een optisch aanwijsapparaat, dat gekoppeld is met een in een dwarsgeleidingsspoor opgesteld bedieningsorgaan, dat, indien het optisch aanwijsapparaat een stopsignaal geeft, in een zodanige stand wordt gebracht, dat het via een aftastrol van het voertuig inwerkt op de 40 reminrichting van het voertuig om het voertuig tot stilstand te brengen.
De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van de figuren.
Figuur 1 toont een bovenaanzicht op de uitrijplaats van een spoorgeleidingsstraat.
Figuur 2 toont een principiële weergave van aan de zijde van het voertuig gelegen delen van de 45 veiligheidsinrichting en een aan de zijde van de rijbaan gelegen kolom met uitneembare stuurstift.
In figuur 1 zijn weergegeven een normale openbare straat 1, een in deze uitmondende spoorgeleidingsstraat 2, een uit de spoorgeleidingsstraat 2 uitrijdende, recht gestuurde, naar keuze langs een spoor geleidbaar of over de openbare straat lijdbaar voertuig 3 met tastrollen 4, alsmede opzij van de rijbaan 50 opgestelde delen van een veiligheidsinrichting. Tot de veiligheidsinrichting behoren een op de aan de kant van de bestuurder gelegen rijbaanrand geplaatste kolom 5, een met deze kolom 5 vla een flexibele elektrische leiding in verbinding staande en afneembaar aan de kolom opgehangen stuurstift 6, een stuurinrichting 7 en een optische aanwijsinrichting ofwel stoplicht 8.
Bij het verlaten van de spoorgeleidingsstraat 2 stopt de bestuurder zijn voertuig in armrijkwijdte tot de 55 kolom 5. Hij neemt de stuurstift 6 uit de kolom 5 en steekt deze in een in het inwendige van het voertuig aangebrachte en in figuur 2 weergegeven bus 9. Door deze handeling wordt het intrekken van de tastrollen op gang gebracht (figuur 2). Wanneer de tastrollen de ingetrokken ruststand hebben bereikt wordt via de 192254 2 stuurstift 6 een elektrisch signaal aan de kolom 5 en verder aan de stuurinrichting 7 overgedragen. Deze stuurinrichting schakelt daarop de optische aanwijsinrichting 8 voorbijgaand op ’’vrij rijden”, zodat het voertuig 3 na het temgsteken van de stuurstift 6 in de kolom 5 de openbare straat 1 mag inrijden.
Deze op het eerste oog omstandige procedure van het stopzetten van het voertuig naast de kolom 5 en 5 de handeling met de stuurstift op de hierboven beschreven wijze voor het vrijmaken van het signaal om door te mogen rijden heeft het voordeel, dat door het stoppen en het weer optrekken de bestuurder er nadrukkelijk van bewust wordt gemaakt, dat nu een wijziging van de werkingswijze van het voertuig van automatisch zelfsturend voertuig naar door de bestuurder gestuurd bedrijf plaatsvindt. De stuurstift 6 vervult als het ware de functie van een aanwijsorgaan om het gereed moeten zijn van de bestuurder duidelijk aan 10 te geven, terwijl met de bediening van de stuurstift de bestuurder zijn bereidheid voor volledige overname van de besturing van het voertuig aangeeft. De optische aanwijsinrichting 8 stelt dit gereed zijn van de bestuurder vast tezamen met het terugmelden van het in ruststand zijn van de tastrollen en met het signaal voor vrij rijden.
Figuur 2 toont naast de in het voertuig aangebrachte delen van de veiligheidsin richting de op de aan de 15 kant van de bestuurder gelegen rijbaanrand geïnstalleerde kolom 5 met de daar uit neembare stuurstift 6. Laatstgenoemde is via een flexibele kabel 10 verbonden met de kolom 5 en bezit aan zijn in de bus 9 van een instrumentenbord 11 ingrijpend einde twee radiaal naar buiten verende en met twee contactringen 12 van de bus samenwerkende contacten 13. In ingestoken stand bedient de stuurstift met zijn kopse kant een schakelaar 14, die via een door een relais in werking gestelde meerwegklep 15 onder druk staand lucht of 20 hydraulische vloeistof uit de in het voertuig gelegen drukfluïdumaansluiting 16 in laat stromen in een tweetal verstelcilinders 17. Een zuigerstang 18 van een in een verstelcilinder 17 glijdende zuiger grijpt aan op een verzwenkmechanisme 19 voor de tastrollen 4, waarbij in figuur 2 slechts het verzwenkmechanisme 19 en de tastrol 4 voor een enkele voertuigzijde zijn weergegeven. Het verzwenkmechanisme 19 is ter controle van de ruststand van de tastrollen voorzien van een eindstandschakelaar 20, welke de in het waamemings-25 gebied van de bestuurder aangebrachte signaallamp 21 of 22 en in serie met de signaallamp 21 een door een relais gestuurde schakelaar 23 in werking stelt. Deze schakelaar is weer met de contactringen 13 van de bus 9 en zodoende via de stuurstift 6 met de kolom 5 van de aan de zijde van de rijbaan gelegen veiligheidsinrichting verbonden. De signaallampen 21 en 22 en het relais voor het in werking stellen van de meerwegklep 15 van de schakelaar 23 zijn aangesloten aan een eigen spanningsbron 24 van het voertuig. 30 In deze stroomkring van het voertuig liggen eveneens handschakelaars 25 en 26 voor het met de hand intrekken resp. naar buiten bewegen van de tastrollen.
Voor het naar binnen bewegen van de tastrollen in ruststand steekt de bestuurder van het voertuig de stuurstift 6 in de bus 9 van het instrumentenbord 11. Hierbij stelt de stuurstift 6 de schakelaar 14 in werking en deze stelt op zijn beurt het relais in werking, dat de meerwegklep 15 in de in figuur 2 weergegeven stand 35 instelt. Daarbij stroomt dan onder druk staand medium uit de leidingaansluiting 16 in de aan de zijden van de zuigerstangen 18 gelegen kamers van de verstelcilinders 17, waardoor de in de cilinders 17 gelegen zuigers, de verzwenkmechanismes 19 en de tastrollen 4 in de in figuur 2 ingetekende ruststand worden gebracht. Deze ruststand wordt door de eindstandschakelaar 20 bewaakt en door oplichten van de bijvoorbeeld groene signaallamp 21 aan de bestuurder aangetoond. Gelijktijdig met het oplichten van de 40 signaallamp 21 wordt het relais van de schakelaar 23 aangestuurd, welke daarmede de tot dan toe nog open stroomkring van de stuurstift 6 via de in deze stand van de schakelaar 23 stroom geleidende met elkaar verbonden contactringen 13 sluit. Het met het sluiten van deze stuurstiftstroomkring opgewekte signaal wordt via de flexibele kabel 10 en de kolom 5 verder geleid aan de stuurinrichting 7, welke de optische aanwijsinrichting 8 dan voorbijgaand op ’’vrij rijden” schakelt. Bevindt zich daarentegen de tastrol 4 45 niet in de gewenste ruststand, dan wordt het de schakelaar 23 aansturende relais niet in werking gesteld en er ontstaat geen de optische aanwijsinrichting 8 op ’’vrij rijden” omschakelend signaal. De bestuurder blijft het oprijden naar de openbare straat zodoende verboden.
Bij het uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding volgens figuur 2 dienen de in het voertuig aangebrachte bus 9 met de schakelaar 14 enerzijds en de opzij van de rijbaan gelegen kolom 5 met de stuurstift 6 50 anderzijds als signaaloverbrengingsinrichting. Met de parallel aan de schakelaar 14 liggende handschake-laar 25 kan de bestuurder ook zonder bediening van de stuurstift 6 de tastrollen naar binnen in hun ruststand verplaatsen. Anderzijds kan hij met de hand schakelaar 26 de tastrollen in de werkstand nabij de bodem verzwenken, waarbij het aan deze schakelaar 26 aangesloten relais de meerwegklep 15 zodanig aanstuurt, dat de van de zuigerstangen 18 afgekeerde kamers van de verstelcilinders 17 met onder staand 55 medium worden belast. De eindstandschakelaar 20 sluit bij in werkstand zijnde tastrollen de voertuig- stroomkring onder oplichten van de bijvoorbeeld rode signaallamp 22, waarbij de stuurstiftstroomkring open blijft en de optische aanwijsinrichting 8 het doorrijden verbiedende waarschuwingssignaal aangeeft.

Claims (1)

  1. 3 192254 Veiligheidsinrichting voor een naar keuze langs een spoor te rijden of op een normale straat te rijden voertuig met ten minste een op een dwarsgeleidingsspoor van een spoorgeleïdingsstraat afrollende tastrol, 5 die tussen een tijdens het langs het spoor rijden uitgestoken wetkstand enerzijds en een tijdens het op de normale straat rijden ingetrokken ruststand anderzijds verstelbaar is, waarbij in het voertuig een contrale-inrichting is aangebracht voor het vaststellen van de ingetrokken ruststand van de tastrol, met het kenmerk, dat bij de uitrijplaats van de spoorgeleïdingsstraat (2) naast de rijbaan een door een stuurinrichting (7) geschakeld en normaal een stopsignaal gevend optisch aanwijsapparaat (8) is aangebracht, terwijl op enige 10 afstand voor deze uitrijplaats naast de rijbaan aan de kant van de bestuurder een kolom (5) is opgesteld, die via een signaalleiding is verbonden met de stuurinrichting (7), en dat de veiligheidsinrichting een stuurstift (6) bevat, die via een flexibele signaalleiding is verbonden met de kolom (5), welke stuurstift door de bestuurder van de kolom (5) kan worden afgenomen en kan worden gestoken in een bus (9) van de controle-inrichting, waardoor de stuurstift (6) zowel het intrekken van de tastrol (4) bedient als wel een 15 signaal kan doorleiden van de controle-inrichting naar de stuurinrichting (7), zodat slechts bij geheel __ ingetrokken tastrol (4) het optisch aanwijsapparaat (8) voorbijgaand op "vrij rijden” geschakeld wordt._______________ Hierbij 2 bladen tekening
NL8800477A 1987-03-11 1988-02-25 Veiligheidsinrichting voor een naar keuze langs een spoor te rijden of op een normale straat te rijden voertuig. NL192254C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE3707732 1987-03-11
DE3707732A DE3707732C1 (de) 1987-03-11 1987-03-11 Sicherheitseinrichtung fuer wahlweise spurfuehrbare oder strassengaengige Fahrzeuge

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8800477A NL8800477A (nl) 1988-10-03
NL192254B NL192254B (nl) 1996-12-02
NL192254C true NL192254C (nl) 1997-04-03

Family

ID=6322737

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8800477A NL192254C (nl) 1987-03-11 1988-02-25 Veiligheidsinrichting voor een naar keuze langs een spoor te rijden of op een normale straat te rijden voertuig.

Country Status (5)

Country Link
US (1) US4901810A (nl)
AU (1) AU592490B2 (nl)
DE (1) DE3707732C1 (nl)
GB (1) GB2202666B (nl)
NL (1) NL192254C (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6272406B2 (en) 1998-03-09 2001-08-07 Jervis B. Webb Company Guidance system for an automated guided-vehicle
AU2002320745A1 (en) * 2001-07-12 2003-01-29 Ivo Van Ginderachter Transportation system for passengers and goods or containers
CN113846965B (zh) * 2020-06-09 2024-07-09 中国石油化工股份有限公司 一种用于控制井下导向工具的系统

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL93677C (nl) * 1956-02-03
DE2806077A1 (de) * 1978-02-14 1979-08-16 Daimler Benz Ag Spurgebunden einsetzbares kraftfahrzeug mit lenkbaren raedern, insbesondere fuer den oeffentlichen personennahverkehr
DE3103488C2 (de) * 1981-02-03 1987-10-01 Daimler-Benz Ag, 7000 Stuttgart Spurführbares Fahrzeug
DE3151410C2 (de) * 1981-12-24 1983-11-10 M.A.N. Maschinenfabrik Augsburg-Nürnberg AG, 8000 München "Rollenführungseinrichtung zur Verwendung an einem Fahrzeug"
DE3641708C1 (de) * 1986-12-06 1988-03-24 Daimler Benz Ag Sicherheitseinrichtung an Spurfuehrungstrassen

Also Published As

Publication number Publication date
NL192254B (nl) 1996-12-02
DE3707732C1 (de) 1988-05-26
GB2202666A (en) 1988-09-28
NL8800477A (nl) 1988-10-03
GB8805455D0 (en) 1988-04-07
AU1301688A (en) 1988-09-15
GB2202666B (en) 1991-03-13
AU592490B2 (en) 1990-01-11
US4901810A (en) 1990-02-20

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US3622980A (en) Directional warning system
EP0869031B1 (de) Verfahren zur Regelung von Leuchtweite und/oder Leuchtrichtung
DE102018009028A1 (de) Unterstützungssystem für einen Notfall-Spurwechsel
DE102008007979A1 (de) Lampensystem für Fahrzeug
DE102013004271A1 (de) Verfahren und Vorrichtung zur Unterstützung eines Fahrers beim Führen eines Fahrzeugs
DE112016003793T5 (de) Steuervorrichtung zur Fahrspurhaltung
NL192254C (nl) Veiligheidsinrichting voor een naar keuze langs een spoor te rijden of op een normale straat te rijden voertuig.
CN104520159A (zh) 用于在全自动车辆引导期间运行机动车的方法
DE102011118534A1 (de) Verfahren zur Steuerung der Außenbeleuchtung eines Fahrzeugs
EP0168753B1 (de) Angetriebenes Fahrzeug für automatische Transportanlage
EP2428399B1 (de) Rangierhilfevorrichtung für ein Nutzfahrzeug
CN107393316A (zh) 智能道路辅助控制方法及系统
DE102017217745B4 (de) Verfahren zum Erzeugen eines Signals eines Fahrzeugs für einen Verkehrsteilnehmer
EP1109700B1 (de) Verfahren und vorrichtung zum automatischen ein- oder ausschalten der beleuchtung eines fahrzeugs
AT520489A1 (de) Verfahren zur Umfeldbeleuchtung eines Einsatzfahrzeugs
DE19952892A1 (de) Fahrzeug mit elektrisch betätigbarer Bremse
DE102020210495A1 (de) Verfahren und Vorrichtung zur Steuerung von Nebelscheinwerfern und einer Nebelschlussleuchte eines Fahrzeugs
DE102014209158A1 (de) Verfahren zur Steuerung eines Kurvenlichts
DE3408270A1 (de) Signalvorrichtung an kraftfahrzeugen
DE102017223446B4 (de) Beleuchtungseinrichtung zur Darstellung von Animationen zur Abgrenzung unterschiedlicher Lichtfunktionen
DE102004019086A1 (de) Automatische Einstellvorrichtung zur Richtungsverstellung der optischen Achse von Fahrzeug-Scheinwerfern
US20240294170A1 (en) Transit vehicle having multiple operational modes
WO2016093561A1 (ko) 신호등을 포함하는 차량
EP2827047B1 (de) Beleuchtungsanlage zur Markierung eines Fahrstreifens einer Fahrbahn
JP3624035B2 (ja) 軌陸用作業車の尾灯及び制動灯点灯制御システム

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 19980901