NL8800477A - Veiligheidsinrichting voor een voertuig dat naar keuze over een spoor of over de straat kan rijden. - Google Patents
Veiligheidsinrichting voor een voertuig dat naar keuze over een spoor of over de straat kan rijden. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8800477A NL8800477A NL8800477A NL8800477A NL8800477A NL 8800477 A NL8800477 A NL 8800477A NL 8800477 A NL8800477 A NL 8800477A NL 8800477 A NL8800477 A NL 8800477A NL 8800477 A NL8800477 A NL 8800477A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- vehicle
- signal
- track
- safety device
- rest position
- Prior art date
Links
Classifications
-
- G—PHYSICS
- G08—SIGNALLING
- G08G—TRAFFIC CONTROL SYSTEMS
- G08G1/00—Traffic control systems for road vehicles
- G08G1/07—Controlling traffic signals
- G08G1/075—Ramp control
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B62—LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
- B62D—MOTOR VEHICLES; TRAILERS
- B62D1/00—Steering controls, i.e. means for initiating a change of direction of the vehicle
- B62D1/24—Steering controls, i.e. means for initiating a change of direction of the vehicle not vehicle-mounted
- B62D1/26—Steering controls, i.e. means for initiating a change of direction of the vehicle not vehicle-mounted mechanical, e.g. by a non-load-bearing guide
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- General Physics & Mathematics (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Combustion & Propulsion (AREA)
- Transportation (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Traffic Control Systems (AREA)
- Train Traffic Observation, Control, And Security (AREA)
- Control Of Position, Course, Altitude, Or Attitude Of Moving Bodies (AREA)
Description
%
V
ύ -1- 27177/CV/tl
Korte Aanduiding: Veilighei'dsinrichting- voor een voertuig dat naar keuze over een spoor of over de straat kan rijden.
De uitvinding heeft betrekking op een veiligheidsinrichting voor 5 een voertuig,dat naar keuze over een spoor of over de straat kan rijden, met aan zijdelingse dwarsgeleidingsruggen van een spoorgeleidingsstraat afrollende tastrollen,die tussen een in een nabij de bodem gelegen stand tijdens bedrijf bij geleiding door het spoor enerzijds en een in het bedrijf op de straat toegepaste ingetrokken ruststand anderzijds op af-10 stand gestuurd en met hulpkracht bediend verstelbaar zijn,welke veilig-"heidsinrichting aan de zijde van de rijbaan een door een stuurinrichting geschakelde en normaal op grendelsignalering staande optische aanwijsinrichting bezit.
Een dergelijke inrichting is beschreven in de oudere Duitse octrooi-15 aanvrage 3.641.708.
Om de perfect uitgeschoven stand van de tastrollen tijdens het inrijden in een spoorgeleidingsstraat te kunnen controleren en de bestuurder eventueel tijdig te kunnen waarschuwen,wordt in de bovengenoemde publicatie voorgesteld,dat bij het begin van de spoorgeleidingsstraat aan beide 20 dwarsgeleidingsruggen telkens een door de tastrollen bedienbare schakelaar, aan te brengen is,welke schakelaar bij gemeenschappelijke bediening door de optische aanwijsinrichting op "vrij rijden" schakelt. Het gaat hierbij dus om een aan de zijde van de rijbaan gelegen veiligheidsinrichting,die bij wisseling van een voertuig van niet aan het spoor gebonden naar het 25 aan het spoor gebonden bedrijf in werking treedt.
In het omgekeerde geval,namelijk de wisseling van het voertuig van de spoorgeleidingsstraat op normale openbare straten is het uit' veiligheidsoverwegingen eveneens van groot belang,dat de tastrollen in ruststand ingetrokken zijn. In het bijzonder bij het rijden door bochten of 30 bij het naderen van stopplaatsen zouden namelijk bij nog in nabij de bodem gelegen werkstand zijnde tastrollen botsingen kunnen optreden met hoge trottoirkanten en als gevolg daarvan beschadigingen aan het bestu-ringsmechaniek van het voertuig kunnen worden veroorzaakt. Om dit te verhinderen heeft men bij niet intrekbaar vastgehouden tastrollen nomi-35 nale breukplaatsen in de vasthoudorganen aangebracht (DE-PS 31 03 488) en energie absorberende vanginrichtingen evenwijdig geschakeld om een .880047?
V
%
-2- 27177/CV/1L
afgebroken tastrol op het voertuig vast te houden. Deze opstelling is echter bij intrekbare tastrollen slecht te verwezenlijken.
Aan de uitvinding ligt de opgave ten gronde een veiligheidsinrich-ting voor naar keuze over een vast spoor te rijden of over normale straten 5 te rijden voertuigen' met intrekbare dwarsgeleidingsrollen te verschaf-fen,welke een wisseling van aan het spoor gebonden naar het niet aan het spoor gebonden bedrijf slechts bij volledig ingetrokken tastrollen toestaat.
Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt doordat de aanwijsin-10 richting achter de uitrijplaats van de spoorgeleidingsstraat aangebracht en via de stuurinrichting met een signaalontvangstinrichting verbonden is,en dat aan de zijde van het voertuig zowel een de ingenomen ruststand van de tastrollen bewakende controleinrichting als ook een daarmede gekoppelde signaaloverbrengingsinrichting zijn aangebracht,welke laatste 15 slechts bij in ruststand zijnde tastrollen een middellijk de optische aanwijsinrichting voorbijgaand op "vrij rijden " schakelend signaal overbrengt.
De aan de zijde van het voertuig gelegen controleinrichting bewaakt het innemen van de ruststand door de tastrollen. Bij volledig in rust-20 stand zijnde tastrollen wekt de met de controleinrichting gekoppelde eveneens aan de zijde van het voertuig aangebrachte signaaloverbrengingsinrichting een signaal op,dat middellijk deachter de uitrijplaats van de spoorgeleidingsstraat aangebrachte optische aanwijstoestel voorbijgaand op "vrij rijden" schakelt. Bevinden zich daarentegen de tast-25 rollen nog in nabij de bodem gelegen werkstand of zijn zij slechts gedeeltelijk in de richting van de ruststand versteld,dat wordt door de signaaloverbrengingsinrichting geen de optische aanwijsinrichting omschakelend signaal opgewekt en het afsluitsignaal voor het oprijden naar het openbare stratennet blijft staan.
3D Volgens een doelmatige uitvoeringsvorm van de uitvinding kan aan de zijde van de rijbaan aanvullend een signaaloverbrengingsinrichting zijn aangebracht,die via een eveneens aanvullende aan de zijde van het voertuig gelegen signaalontvangstinrichting na uitrijden van het voertuig uit de spoorgeleidingsstraat,echter nog voor het bereiken van de opti-35 sche aanwijsinrichting,het verplaatsen van de tastrollen in de ruststand op gang brengt.Hierdoor is het mogelijk deze tastrollenverstelling zonder . 88 0 04 7? 26 i -3- 27177/CV/tl toedoen van de voertuigbestuurder in een zeer bepaald trajectgedeelte uit te voeren. Een op grond van een bedieningsfout van de zijde van de bestuurder plaatsvindend te vroeg intrekken van de tastrollen nog binnen de spoorgeleidingsstraat kan zodoende uitgestoten worden.
5 Om de signaaloverbrenging tussen voertuig- en aan de zijde van de rijbaan gelegen delen van de veiligheidsinrichting met zo gering mogelijke bouwkosten te kunnen realiseren kan de signaaloverbrenging bijvoorbeeld met behulp van aan de zijde van de rijbaan en aan de zijde van het voertuig gelegen zend- en ontvangstinrichtingen draadloos ptaats-10 vinden.
Verdere doelmatige uitvoeringen van de uitvinding kunnen ontnomen worden aan de onder-conclusies 4 tot 7. Overigens wordt hierna de uitvinding aan de hand van twee in de bijgaande tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeelden nader uiteengezet.
15 Fig. 1 toont een bovenaanzicht op de uitrijplaats van een spoorge- teidingsstraat.
Fig. 2 toont de principiële weergave van de aan de zijde van het voertuig gelegen delen van de veiligheidsinrichting en de. aan de zijde van de rijbaan gelegen kolom met uitneembare stuurstift.
20 Fig. 3 toont een bovenaanzicht op de uitrijplaats van een spoorge leidingsstraat met betrekking tot een verder uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding.
In fig.1 zijn de normale openbare straten 1, de middellijk in deze uitmondende spoorgeleidingsstraat 2,een uit de spoorgeleidingsstraat 25 2 uitrijdende,rechts gestuurde,naar keuze tangs een spoor geleidbaar of over de normale straat rijdbaar voertuig 3 met tastrollen 4,evenals aan de zijde van de rijbaan opgestelde delen van de veiLigheidsinrichting weergegeven. Tot de laatste behoren de op de aan de zijde van de bestuurder gelegen rijbaanrand geïnstalleerde kolom 5,de met deze ko-30 lom 5 in flexibele electrische leidingverbinding staande uitneembare stuurstift 6,de stuurinrichting 7 en de optische aanwijsinrichting 8.
Bij het verlaten van de spoorgeleidingsstraat 2 stopt de bestuurder zijn voertuig 3 in armrijkwijdte tot de kolom 5. Hij neemt de stuurstift 6 uit de kolom 5 en steekt deze in een in het inwendige van het voertuig 35 aangebrachte en in figuur 1 niet weergegeven bus 9. Door deze handeling wordt de verstelling van de tastrollen in de ruststand op gang gebracht .8500477
-4- 27177/CV/tL
ί.
(fig.2). Bij innemen van de ruststand van de tastrollen wordt eveneens via de stuurstift 6 een electrisch signaal aan de kolom 5 en verder aan de stuurinrichting 7 overgedragen. Deze stuurinrichting 7 schakelt daarop de optische aanwijsinrichting 8 voorbijgaand op "vrij rijden",zodat 5 het voertuig 3 na het terugsteken van de stuurstift 6 in de kolom 5 in de openbare straat 1 kan inbuigen.
Deze op het eerste oog een weinig omstandige procedure van het stopzetten van het voertuig naast de kolom 5 en de handeling met de stuurstift op de hierboven beschreven wijze voor het vrijmaken van het 10 signaal voor vrij rijden heeft het belangrijke voordeel,dat door het stoppen en het weer optrekken de bestuurder er nadrukkelijk van bewust wordt gemaakt ,dat nu een wijziging van de werkingswijze van het voertuig van automatisch zelf sturend voertuig naar door de bestuurder gestuurd bedrijf plaatsvindt. De stuurstift 6 vervult als het ware de 15 functie van een aanwijsorgaan om het gereed moeten zijn van de bestuurder duidelijk aan te geven,terwijl met de bediening van de stuurstift de bestuurder zijn bereidheid voor vol Ledige overname van de besturing van het voertuig aangeeft. De optische aanwijsinrichting 8 stelt dit gereed zijn van de bestuurder vast tesamen met het terugmelden van het 20 in ruststand zijn van de tastrollen en met het signaal voor vrij rijden.
Fig. 2 toont naast de aan de zijde van het voertuig aangebrachte delen van de veiligheidsinrichting de op de aan de zijde van de bestuurder gelegen rijbaanrand geïnstalleerde kolom 5 met de uitneembare stuurstift 6. Laatstgenoemde is via de flexibele kabel 10 verbonden met de 25 kolom 5 en bezit aan zijn in de bus 9 van het instrumentenbord 11 ingrijpende einde twee radiaal naar buiten verende en met twee contactringen 12 van de bus samenwerkende contacten 13. In ingestoken stand bedient de stuurstift 6 met zijn eindzijde een schakelaar 14,die via een door een relais in werking gestelde meerwegklep 15 onder druk staande lucht 30 of hydraulische vloeistof uit de aan de zijde van het voertuig gelegen drukfluidumaansluiting 16 in de beide verstelciLinders 17 laat instromen. De zuigerstang 18 van de in de verstelcilinder 17 glijdende cilinder-zuiger grijpt aan op het verzwenkmechanisme 19 voor de tastrollen 4,waarbij in fig.2 verzwenkmechanisme 19 en tastrol 4 slechts voor een voertuig-35 zijde zijn weergegeven. Het verzwenkmechanisme 19 is ter controle van de ruststand van de tastrollen voorzien van een eindstandschakelaar 20, .8800477
-5- 27177/CV/tL
' > * welke in het waarnemingsgebied van de bestuurder aangebrachte signaal-lampen 21 en 22 en in serie met de signaallamp 21 een door een relais gestuurde schakelaar 23 in werking stelt. Deze schakelaar 23 is weer met de contactringen 13 van de bus en zodoende via de stuurstift 6 met 5 de kolom 5 van de aan de zijde van de rijbaan gelegen veiligheidsinrich-ting verbonden. De signaallampen 21 en 22 en de relais voor het in werking stellen van de meerwegklep 15 van de schakelaar 23 zijn aan de eigen spanningsbron 24 van het voertuig aangesloten. Eveneens in deze voertuigstroomkring van het voertuig liggen de handschakelaars 25 en • 10 26 voor het met de hand intrekken resp. naar buiten bewegen van;de tast- rollen.
Voor het naar binnen bewegen van de tastrollen in ruststand steekt de bestuurder van het voertuig de stuurstift 6 in de bus 9 van het instrumentenbord 11.Hierbij stelt de stuurstift 6 de schakelaar 14 in wer-15 king en deze weer het de meerwegklep 15 in de in fig.2 weergegeven stroomrichting instellende relais. Onder druk staand medium stroomt daarbij uit de leidingaansluiting 16 in de aan de zijden van de zuigerstangen gelegen kamers van de verstelcilinders17,waardoor de cilinderzuigers, de verzwenkmechanismes 19 en de tastrollen 4 de in figuur 2 ingetekende 20 ruststand innemen. Deze ruststand wordt door de eindstandschakelaar 20 bewaakt en door oplichten van de bijvoorbeeld groene signaaltamp 21 aan de bestuurder aangetoond. Gelijktijdig met het oplichten van de sig-naallamp wordt het relais van de schakelaar 23 aangestuurd,welke daarmede de tot dan toe nog open stroomkring van de stuurstift 6 via de in deze 25 stand van de schakelaar 23stroom geleidende met elkaar verbonden con-tactringen 13 sluit. Het met het sluiten van deze stuurstift-stroomkring opgewekte signaal wordt via de flexibele kabel 10 en de kolom 5 verder geleid aan de stuurinrichting 7,welke de optische aanwijsinrichting 8 dan voorbijgaand op "vrij rijden " schakelt. Bevindt zich daarentegen 30 de tastrol 4 niet in de gewenste ruststand,dan wordt het de schakelaar 23 aansturende relais niet in werking gesteld en er ontstaat geen de optische aanwijsinrichting op "vrij rijden" omschakelend signaal. De bestuurder blijft het oprijden naar de openbare straat zodoende verboden.
Bij het uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding volgens fig.2 dienen 35 de aan de zijde van het voertuig aangebrachte bus 9 met de schakelaar 14 enerzijds en de aan de zijde van de rijbaan gelegen kolom 5 met de stuur- .8800477 i f -6- 27177/CV/tl stift 6 anderzijds ook gelijktijdig zowel als signaalontvangst-als ook signaaloverbrengingsinrichting. Met de parallel aan de schakelaar 14 liggende handschakelaar 25 kan de bestuurder ook zonder bediening van de stuurstift 6 de tastrollen in hun ruststand verplaatsen. Anderzijds 5 kan hij met de handschakelaar 26 de tastrollen in de werkstand nabij de bodem verzwenken,waarbij het aan deze schakelaar 26 aangesloten relais de meerwegklep 15 zodanig aanstuurt,dat de van de zuigerstang 18 afgekeerde kamera van de verstelciLinders 17 met onder druk staand medium worden belast. De eindstandschakelaar 20 sluit bij in werkstand zijnde 10 tastrollen de voertuigstroomkring onder oplichten van de bijvoorbeeld rode signaallamp 22,waarbij de stuurstiftstroomkring open blijft en de optische aanwijsinrichting 8 verder het het verder rijden verbiedende afsluitsignaal aangeeft.
In figuur 3 zijn de spoorgeleidingsstraat 2,het voertuig 3,de tast-15 rollen 4,de stuurinrichting 7, de optische aanwijsinrichting 8 evenals het in de stuurinrichting 7 geïntegreerde tijdschakelrelais 27 de aan de zijde van de rijbaan aangebrachte zender 28, de aan de zijde van het voertuig aangebrachte ontvanger 29,de aan de zijde van het voertuig aangebrachte zender 30 en de aan de zijde van de rijbaan opgestelde ontvan-20 ger 31 weergegeven.
Bij het verlaten van het spoorgeleidingstraject 2 door het voertuig 3 ontvangt de aan de zijde van het voertuig aangebrachte ontvanger 29 de bijvoorbeeld als electromagnetische golven uitgestraalde signalen van de aan de zijde van de rijbaan opgestelde 2ender 28. Hierbij is door 25 een juiste positionering van de zender 28 aan de rand van de rijbaan en van de ontvanger 29 op het voertuig gewaarborgd,dat de signalen van de ontvanger 29 niet vroeger ontvangen worden dan tot de tastrollen 4 van het voertuig 3 het einde van de spoorgeleidingsstraat 2 gepasseerd hebben. Het is echter ook denkbaar,dat de zender 28 eerst op dit tijd— 30 stip door aan de zijde van de rijbaan aangebrachte en door het voertuig bediende contacten wordt geactiveerd. De van de ontvanger opgenomen signalen brengen op niet nader weergegeven wijze de intrekhandeling van de tastrollen 4 in de ruststand op gang. Een eveneens niet weergegeven con-troleinrichting,die op bijzonder eenvoudige wijze als eindstandschake-35 laar kan zijn uitgevoerd,activeert bij in ruststand zijnde tastrollen 4 de aan de zijde van het voertuig aangebrachte zender 30,wiens signa- . 8 8 0 007
-7- 27177/CV/tL
i ten door de aan de zijde van de rijbaan opgestelde ontvanger 31 worden opgevangen. Deze ontvanger 31 is aangesloten aan de stuurinrichting 7, die dan de optische aanwijsinrichting 8 voorbijgaand op "vrij rijden" schakelt. De zend- en ontvangstfrequenties zijn hierbij onderling zo 5 afgestemd,dat een onderlinge beïnvloeding niet kan optreden. Op doelmatige wijze kan de voorbijgaande omschakeling van de optische aanwi jsinrichting 8 op het signaal voor vrij rijden met een in de stuurinrichting geïntegreerd tijdschakelrelais 27 gerealiseerd worden.
. 8 8 G IK / /
Claims (7)
1. Veiligheidsinrichting voor naar keuze over een spoor te rijden of op de normale straat te rijden voertuig met aan zijdelingse dwarsgeleidings-ruggen van een spoorgeleidingsstraat afrollende tastrollen,die tussen' een in het door het spoor geleide bedrijf toegepaste nabij de bodem 5 gelegen werkstand enerzijds en een in het bedrijf op de straat toegepaste ingetrokken ruststand anderzijds op afstand gestuurd en met hulpkracht bediend verstelbaar zijn,welke veiligheidsinrichting aan de zijde van de rijbaan een door een stuurinrichting geschakelde en normaal op afsluitsignalering staande optische aanwijsinrichting bezit,met het 10 kenmerk,dat de aanwijsinrichting (8) achter de uitrijplaats van de spoorgeleidingsstraat (2) aangebracht en via de stuurinrichting (7) met een signaalontvangstinrichting verbonden is,terwijl aan de zijde van het voertuig zowel een de ingenomen ruststand van de tastrollen (4) bewakende controleinrichting als ook een daarmede gekoppelde signaaloverbrengings-15 inrichting zijn aangebracht,welke laatstgenoemde slechts bij in ruststand zijnde tastrollen (4) een middellijk de optische aanwijsinrichting (8) voorbijgaand op"vrij rijden" schakelend signaal overbrengt.
2, Veiligheidsinrichting volgens conclusie 1,met het kenmerk,dat aanvullend aan de zijde van de rijbaan een signaaloverbrengingsinrichting 20 is aangebracht,die via een aanvullende aan de zijde van het voertuig aangebrachte signaalontvangstinrichting na uitrijden van het voertuig (3) uit de spoorgeleidingsstraat (2) echter voor het bereiken van de optische aanwijsinrichting (8) een verstellen van de tastrollen (4) in de ruststand op gang brengt.
3. Veiligheidsinrichting volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk,dat de signaaloverbrenging tussen aan de zijde van het voertuig-en aan de zijde van de rijbaan aangebrachte delen van de veiLigheidsinrichting draadloos plaatsvindt.
4. Veiligheidsinrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het 30 kenmerk,dat de controleinrichting voor de tastrollen-ruststand als een door de tastrollen (4) in hun ruststand bediende eindstandschakelaar (20) is uitgevoerd.
5. Veiligheidsinrichting volgens conclusie 2 of 4,met het kenmerk,dat de aan de zijde van de rijbaan opgestelde signaaloverbrengings-en sig- 35 naalontvangstinrichting als een op een aan de zijde van de bestuurder gelegen rijbaanrand geïnstalleerde kolom (5) met een met deze in flexibele electrische leiding - verbinding staande uitneembare stuurstift (6) ,8800477 * i -9- 27177/CV/tl is uitgevoerd ',welke in een in het inwendige van het voertuig aangebrachte en aan de zijde van het voertuig gelegen signaalontvangst-en signaal-, overbrengingsinrichting dienende bus (9) in te steken is.
6. Veiligheidsinrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het 5 kenmerk,dat de controleinrichting voor de ruststand van de tastrollen in het waarnemingsgebied van de bestuurder aangebrachte signaallampen (21,22) in werking stelt.
7. Veiligheidsinrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat de stuurinrichting (7) voor de optische aanwijsinrich- 10 ting (8) een tijdschakelrelais (27) bevat. ,8800 . .
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
DE3707732 | 1987-03-11 | ||
DE3707732A DE3707732C1 (de) | 1987-03-11 | 1987-03-11 | Sicherheitseinrichtung fuer wahlweise spurfuehrbare oder strassengaengige Fahrzeuge |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8800477A true NL8800477A (nl) | 1988-10-03 |
NL192254B NL192254B (nl) | 1996-12-02 |
NL192254C NL192254C (nl) | 1997-04-03 |
Family
ID=6322737
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8800477A NL192254C (nl) | 1987-03-11 | 1988-02-25 | Veiligheidsinrichting voor een naar keuze langs een spoor te rijden of op een normale straat te rijden voertuig. |
Country Status (5)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4901810A (nl) |
AU (1) | AU592490B2 (nl) |
DE (1) | DE3707732C1 (nl) |
GB (1) | GB2202666B (nl) |
NL (1) | NL192254C (nl) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2003006299A2 (en) * | 2001-07-12 | 2003-01-23 | Ivo Van Ginderachter | Transportation system for passengers and goods or containers |
Families Citing this family (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US6272406B2 (en) | 1998-03-09 | 2001-08-07 | Jervis B. Webb Company | Guidance system for an automated guided-vehicle |
CN113846965B (zh) * | 2020-06-09 | 2024-07-09 | 中国石油化工股份有限公司 | 一种用于控制井下导向工具的系统 |
Citations (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL93677C (nl) * | 1956-02-03 | |||
DE2806077A1 (de) * | 1978-02-14 | 1979-08-16 | Daimler Benz Ag | Spurgebunden einsetzbares kraftfahrzeug mit lenkbaren raedern, insbesondere fuer den oeffentlichen personennahverkehr |
Family Cites Families (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE3103488C2 (de) * | 1981-02-03 | 1987-10-01 | Daimler-Benz Ag, 7000 Stuttgart | Spurführbares Fahrzeug |
DE3151410C2 (de) * | 1981-12-24 | 1983-11-10 | M.A.N. Maschinenfabrik Augsburg-Nürnberg AG, 8000 München | "Rollenführungseinrichtung zur Verwendung an einem Fahrzeug" |
DE3641708C1 (de) * | 1986-12-06 | 1988-03-24 | Daimler Benz Ag | Sicherheitseinrichtung an Spurfuehrungstrassen |
-
1987
- 1987-03-11 DE DE3707732A patent/DE3707732C1/de not_active Expired
-
1988
- 1988-02-25 NL NL8800477A patent/NL192254C/nl not_active IP Right Cessation
- 1988-03-08 GB GB8805455A patent/GB2202666B/en not_active Expired - Fee Related
- 1988-03-11 US US07/167,123 patent/US4901810A/en not_active Expired - Fee Related
- 1988-03-11 AU AU13016/88A patent/AU592490B2/en not_active Ceased
Patent Citations (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL93677C (nl) * | 1956-02-03 | |||
DE2806077A1 (de) * | 1978-02-14 | 1979-08-16 | Daimler Benz Ag | Spurgebunden einsetzbares kraftfahrzeug mit lenkbaren raedern, insbesondere fuer den oeffentlichen personennahverkehr |
Cited By (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2003006299A2 (en) * | 2001-07-12 | 2003-01-23 | Ivo Van Ginderachter | Transportation system for passengers and goods or containers |
WO2003006299A3 (en) * | 2001-07-12 | 2004-01-15 | Ivo Van Ginderachter | Transportation system for passengers and goods or containers |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
NL192254B (nl) | 1996-12-02 |
DE3707732C1 (de) | 1988-05-26 |
GB2202666A (en) | 1988-09-28 |
GB8805455D0 (en) | 1988-04-07 |
NL192254C (nl) | 1997-04-03 |
AU1301688A (en) | 1988-09-15 |
GB2202666B (en) | 1991-03-13 |
AU592490B2 (en) | 1990-01-11 |
US4901810A (en) | 1990-02-20 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
EP0869031B1 (de) | Verfahren zur Regelung von Leuchtweite und/oder Leuchtrichtung | |
US7242281B2 (en) | Speed control system | |
US5676059A (en) | Tram coordinating method and apparatus | |
US7168661B1 (en) | Guided vehicle and method for use with dual mode transportation system | |
US20190187719A1 (en) | Emergency lane change assistance system | |
WO2017102259A1 (de) | Kommunikation zwischen verkehrsteilnehmern | |
DE102011119923A1 (de) | Beleuchtungssystem | |
DE102013004271A1 (de) | Verfahren und Vorrichtung zur Unterstützung eines Fahrers beim Führen eines Fahrzeugs | |
AU2010201018A1 (en) | Improvements to pedestrian crossings | |
EP0168753B1 (de) | Angetriebenes Fahrzeug für automatische Transportanlage | |
US20060208867A1 (en) | Vehicle safety and warning apparatus | |
NL8800477A (nl) | Veiligheidsinrichting voor een voertuig dat naar keuze over een spoor of over de straat kan rijden. | |
US6314890B1 (en) | Dual use transportation system | |
US8333157B2 (en) | System for automated vehicle operation and control | |
GB2282838A (en) | Retractable traffic control barrier | |
KR20200062619A (ko) | 안전삼각대 설치 로봇 | |
CN215322515U (zh) | 无人驾驶的煤矿梭车及其控制系统 | |
DE102010004653A1 (de) | Steuerungsverfahren und -anordnung für ein Schienenfahrzeug | |
DE3624302A1 (de) | Fahrbares absicherungssystem fuer arbeitsfahrzeuge auf strassen | |
EP0582204B1 (en) | Aircraft tractor | |
CN210792980U (zh) | 一种车用自动三角警示装置 | |
DE102020210495A1 (de) | Verfahren und Vorrichtung zur Steuerung von Nebelscheinwerfern und einer Nebelschlussleuchte eines Fahrzeugs | |
DE102014209158A1 (de) | Verfahren zur Steuerung eines Kurvenlichts | |
EP1512797A2 (en) | An earth-moving vehicle with a pivotable manoeuvring station | |
US20240294170A1 (en) | Transit vehicle having multiple operational modes |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1A | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 19980901 |