NL192125C

NL192125C - Rolluik met afdichting aan de inloop in de rolluikkast.

Info

Publication number: NL192125C
Application number: NL8302157A
Authority: NL
Original assignee: Warema Renkhoff Gmbh & Co Kg
Priority date: 1982-06-18
Filing date: 1983-06-16
Publication date: 1997-02-04
Also published as: DE3222825C2; BE897089A; CH662155A5; NL8302157A; DE3222825A1; NL192125B

Description

1 192125

Rolluik met afdichting aan de inkoop in de rollulkkast

De uitvinding heeft betrekking op een rolluikconstructie omvattende een van een inloop voorziene rolluik-kast, een rolluik dat met een in de rolluikkast opgenomen rolmechanisme is verbonden, en een sluitlijst die 5 zich aan de onderzijde, over de gehele breedte van het rolluik uitstrekt en een buiten· en opwaarts gerichte afdichtrand heeft, die afdichtend kan aanliggen tegen een iangsrand van de inloop van de rolluikkast.

Een dergelijk rolluik is bekend uit het Britse octrooischrift 923.177, Bij het omhoogtrekken van het rolluik komt een op de sluitlijst voorzien, hol rubberprofiel aan te liggen tegen de Iangsrand van de inloopopening van het rolluik. Het rubberprofiel is in beperkte mate samendrukbaar, zodanig dat in de uiterste omhoogge-10 trokken stand van het rolluik een afdichting wordt bewerkstelligd.

In de praktijk blijkt echter dat het opgetrokken pantser over een kleine afstand terugzakt. Daardoor gaat de afdichtende werking van het rubberprofiel verioren.

Doel van de uitvinding is een roiluikconstructie van het hiervoor genoemde soort te verschaffen dat dit nadeel mist. Dat doel wordt bereikt doordat de sluitlijst bestaat uit een afdichtlijst en een draaglijst, die 15 gevormd is uit een holle profielstaaf, welke draaglijst schamierbaar met een bovenliggende lamel van het rolluik is verbonden, waarbij in de holle profielstaaf tussen een wanddeel van de holle profielstaaf en een ten opzichte daarvan beweegbare aanslag ten minste één veer is aangebracht, die bij bovenwaartse beweging van de bovenliggende lamel ten opzichte van de afdichtlijst, tussen de aanslag en het wanddeel elastisch kan worden vervormd.

20 De veermiddelen kunnen over zodanig grote afstand elastisch worden vervormd, dat de afdichtende werking van de afdichtlijst in de opgetrokken stand ook gehandhaafd kan worden wanneer het rolluik een weinig terugzakt.

Uit het Nederlandse octrooi 50697 is een rolluik bekend dat een rolmechanisme voorzien van een spiraalveer bezit. Door middel van deze spiraalveer kan in verband met balancering een bepaalde 25 voorspanning op het pantser worden uitgeoefend. Deze spiraalveer moet relatief krachtig zijn, aangezien hij het pantser ook in de volledige afgerolde toestand moet kunnen balanceren.

Verder wordt nog gewezen op het Franse octrooischrift 732.331, waaruit een rolluik bekend is met lamellen die door middel van een drukveer onder voorspanning tegen elkaar aangedrukt worden gehouden. Een dergelijke constructie is niet geschikt om een sluitlijst onder voorspanning aan te laten liggen.

30

De genoemde en verdere kenmerken van de uitvinding worden hieronder verder verklaard aan de hand van de tekening. In de tekening stellen voor: figuur 1 een doorsnede door het bovenste deel van een rolluik in omhooggetrokken toestand met een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding; 35 figuur 2 een doorsnede door het telescopisch uittrekbare sluitlijst van het rolluik volgens figuur 1; figuur 3 een doorsnede soortgelijk aan figuur 2, waarbij echter de sluitlijst star en in plaats daarvan de onderste stang of lamel telescopisch uittrekbaar is; figuur 4 een aanzicht op figuur 3 met het linker randgedeelte van het rolluik; figuur 5 een doorsnede door de eindlijst soortgelijk aan figuur 2 met verdere uitvoeringsvorm van de 40 elastische verbinding; figuren 6, 7 en 8 gedeeltelijk opengewerkte aanzichten van de eindlijst volgens figuur 5 met verschillende uitvoeringsvormen van de daarin aanwezige veermiddelen.

Figuur 1 toont een rolluik met een op aan het kozijn 10 van het venster opzetbare rolluikkast 12, waarvan 45 de van een afrolrand 14 voorziene bodem 16 evenals de als inspectieklep dienst doende binnenwand 18 warmteremmend zijn uitgevoerd. In de einddelen van de rolluikkast 12 is op bekende wijze een rolluikas 20 voor het afwikkelen van het rolluik door middel van een hier niet getoonde bandaandrijving gelagerd. Het opgewikkelde rolluik is bij 22 slechts schematisch aangeduid en bestaat op gebruikelijke wijze uit draaibaar aan elkaar gehangen lamellen of stangen 24. De afsluiting wordt gevormd door een sluitlijst 26, die zich 50 omhooggetrokken toestand in de tussen de afrolrand 14 en de buitenwand 28 van de kast gevormde langgerekte intree-opening 30 van de rolluikkast 12 bevindt.

Zoals blijkt uit figuur 2 bestaat de sluitlijst 26 uit een geprofileerde afdichtlijst 32 en een als hol profiel uitgevoerde draaglijst 34. De afdichtlijst 32 is aan beide zijden voorzien van profielgroeven, in een waarvan een steunprofiel 36 met een holle profielafdichting 38 uit rubber of een elastische kunststof is ingebracht.

55 Het steunprofiel 36 met de holle profielafdichting 38 vormt een afdichtkant die, zoals blijkt uit figuur 1, bij omhooggetrokken rolluik afdichtend aanligt tegen de onderkant 40 van de buitenwand van de kast. In de andere profielgroef van de afdichtlijst 32 is een lippenafdichting 42 ingebracht, die afdichtend samenwerkt

Claims

192125 2 met de afrolrand 14 van de kastbodem 16. Het holle profiel van de draaglijst 34 is aan de onderzijde open en ontvangt een aantal van het benedendeel 32 uitgaande en in opwaartse richting uitstekende stiftvoimige geleidings- en steunelementen 44, tussen de dikkere koppen 46 waarvan en de naar elkaar toe gebogen onderste eindkanten 48 van de 5 draaglijst 34 schroefdrukveren 50 onder voorspanning zijn ingebracht. De schroefdrukveren 50 trekken de afdichtlijst 32 tot in aanslag tegen de draaglijst 34 van de sluitlijst 26 (figuur 2). Wanneer aan het einde van de openingsbeweging van het rolluik het steunprofiel 36 met de holle profielafdichting 38 wordt opgevangen door de onderkant 40 van de buitenwand 48 van de kast, geven de schroefdrukveren 50 mee waardoor de afdichtlijst 32 en de draaglijst 34 telescopisch uit elkaar kunnen worden getrokken over een afstand die 10 groter is dan de bij het loslaten van de bedieningsband onvermijdelijk optredende terugloop. Hierdoor blijft een afdichtende aanligging van de holle profielafdichting 38 tegen de onderkant 40 van de kastbuitenwand onder geringe voorspanning na het loslaten van de bedieningsband behouden. Bij het neerlaten van het rolluik oefenen de schroefdrukveren 50 een initiële kracht uit op het rolluik 20, waardoor de afrolbeweging van het rolluik wordt begunstigd en het hangen blijven ervan met zekerheid 15 wordt vermeden. Bij de uitvoeringsvormen volgens de figuren 3 en 4 is de sluitlijst ongedeeld uitgevoerd, en is de telescopisch uittrekbare verbinding verplaatst naar de draaglijst 24' van het rolluik. De draaglijst 24' bestaat hiertoe uit een geprofileerd bovendeel 52 en een als open hol profiel uitgevoerd benedendeel 54 waarvan de zijwanden aan de openingsuiteinden 56 binnenwaarts omgebogen zijn. Het bovendeel 52 heeft een, de 20 openingsuiteinden 56 omgrijpende U-vormige profielsectie 58, aan de bovenzijde waarvan de haak 60 voor het inhangen in de volgende lamel is aangebracht. Vanaf de onderzijde van de U-vormige profielsectie 58 steekt een als doorgaande profiellijst uitgevoerde geleidings- en steunsectie 62 in het holle profiel van het benedendeel 54. De geleidings- en steunsectie 62 bezit aan het einde een dwarsstrip 64, waarvan de breedte overeenstemt met de profielbreedte van het bovendeel 52. Daardoor wordt een nauwkeurige 25 geleiding van de delen 52, 54 ten opzichte van elkaar, zonder gevaar van vastlopen gewaarborgd. Zoals figuur 4 toont, zijn het bovendeel 52 en het benedendeel 54 van de draaglijst 24' aan de langs-uiteinden bij 66 voorzien van uitsparingen en elastisch met elkaar verbonden door in de uitsparingen 66 aangebrachte trekveren 68, die de beide delen 52, 54 in de met getrokken lijnen getoonde positie ten opzichte van elkaar trekken, en die in de omhooggetrokken positie van het rolluik echter een telescopisch 30 uittrekken van de gedeelde draaglijst 24' in de met een stippellijn getoonde positie mogelijk maken. De afdichtlijst 26' is schamierbaar bevestigd aan de draaglijst 24'. De figuren 5 t/m 8 tonen een gewijzigde uitvoeringsvorm van de eindlijst volgens figuur 2. Bij deze gewijzigde uitvoering zijn de stiftvoimige geleidings- en steunelementen 44 vervangen door een als doorgaande profiellijst uitgevoerde geleidings- en steunsectie 70 overeenkomende met de sectie 62 bij de 35 gedeelde sluitlijst volgens de figuren 3 en 4. Verder zijn in het holle bovendeel 34 aan beide zijden van de geleidings- en steunsectie 70 elastisch vervormbare veermiddelen ingebracht. Bij de uitvoeringsvorm van figuur 6 bestaan deze veermiddelen uit meerdere over de breedte van het rolluik verdeelde haarspeldveren 72, waarvan de afgebogen uiteinden zijn ingebracht in gaten 74 resp. 76 van het beneden- en bovendeel 32 resp. 34 van de sluitlijst 26. 40 Bij de uitvoeringsvorm volgens de figuur 7 bestaan de veermiddelen uit golfvormig gebogen veerdraad-secties 78, die telkens één of meerdere golvingen bezitten. Bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 8 zijn elastisch vervormbare vlakke rubber elementen 80 gebruikt. Het spreekt vanzelf, dat de in figuren 6 t/m 8 getoonde veermiddelen ook kunnen worden toegepast bij de telescopisch uittrekbare draaglijst 24' volgens figuur 3 in plaats van de in figuur 4 getoonde trekveer 50. 45

1. Rolluikconstructie omvattende een van een inloop voorziene rolluikkast, een rolluik dat met een in de 50 rolluikkast opgenomen rolmechanisme is verbonden, en een sluitlijst die ach aan de onderzijde, over de gehele breedte van het rolluik uitstrekt en een buiten- en opwaarts gerichte afdichtrand heeft, die afdichtend kan aanliggen tegen een langsrand van de inloop van de rolluikkast, met het kenmerk, dat de sluitlijst bestaat uit een afdichtlijst (32, 36, 26') en een draaglijst (24', 26), die gevormd is uit een holle profielstaaf (34, 54), welke draaglijst (24', 26) schamierbaar met een bovenliggende lamel van het rolluik is verbonden, 55 waarbij in de holle profielstaaf (34, 54) tussen een wanddeel (48, 56) van de holle profielstaaf (34, 54) en een ten opzichte daarvan beweegbare aanslag (46,64) ten minste één veer (50) is aangebracht, die bij bovenwaartse beweging van de bovenliggende lamel ten opzichte van de afdichtlijst, tussen de aanslag (46, 3 192125 64. en het wanddeel (48, 56) elastisch kan worden vervormd.

2. Rolluik volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de draaglijst (24', 26) verend aansluit op de afdichtlijst (32, 36).

3. Rolluik volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de draaglijst (24', 26) verend aansluit op de bovenlig-5 gende lamel.

4. Rolluik volgens conclusie 1 of 3, met het kenmerk, dat de draaglijst (24', 26) schamierbaar aansluit op de afdichtlijst (26').

5. Rolluik volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afdichtlijst (32, 26, 26') een met een afrolrand (14) van de inloop (30) van de rolluikkast (12) samenwerkende lipafdichting (42) 10 heeft. Hierbij 3 bladen tekening