NL192097C - Inrichting voor het lichten van briefkleppen. - Google Patents

Description

1 192097

Inrichting voor het lichten van brlefkleppen

De uitvinding hééft betrekking op een inrichting voor het lichten van briefkieppen voor toevoersystemen van briefsluitinrichtingen in postverwerkingsmachines voorzien van een vasthoudplaat van driehoekige vorm aan 5 de naar het toevoersysteem toegekeerde zijde ter geleiding van niet gesloten briefkieppen naar een bevochtigingsinrichting.

Een dergelijke inrichting is bekend uit DE-OS 23.20.484. Brieven, die reeds gesloten zijn, worden zonder in contact te komen met de bevochtigingsinrichting van een briefsluitinrichting verder getransporteerd.

Daartoe is een mechanische omschakeling aanwezig, welke een omleidelement bestuurt. Een dergelijke 10 constructie is bij het door elkaar verwerken van open en reeds gesloten enveloppen ondoelmatig, omdat deze een voortdurende omschakeling met de hand vereist, derhalve arbeidsintensief en ondoelmatig is en ten slotte hoge kosten voor mechanische apparatuur vereist.

Aan de uitvinding ligt het probleem ten grondslag een inrichting voor het lichten van briefkieppen te verschaffen, welke het door elkaar verwerken van reeds gesloten en nog open enveloppen mogelijk maakt, 15 zodanig dat slechts de briefkieppen van open brieven over een bevochtigingsinrichting worden gevoerd.

Dit probleem wordt met de inrichting volgens de uitvinding opgelost, doordat het toevoersysteem is uitgerust met een tastinrichting, welke een persluchtinrichting impulsgewijs bestuurt, dat de uitstroomopening daarvan een luchtstroom tegen voorbijgeschoven brieven blaast, waardoor bij ongesloten brieven de briefklep opgelicht en onder de vasthoudplaat van een bevochtigingsinrichting wondt geleid.

20 Opgemerkt wordt dat het uit US-A 3.410.053 bekend is om voor het lichten van de briefklep een ononderbroken persluchtstraal via uitstroomopeningen te richten op de stroom toegevoerde enveloppen. Deze inrichting verzorgt de voorbereiding van enveloppen voor het daarin aanbrengen van documenten. Voor het door elkaar verwerken van post, bestaande uit gevulde open en reeds gesloten brieven in onregelmatige opeenvolging werkt deze inrichting niet efficiënt, omdat de luchtstroom continu op de stroom 25 toegevoerde brieven wordt gericht. Het toevoersysteem van de inrichting volgens de uitvinding omvat bij voorkeur een neerhouder, welke boven de vasthoudplaat van de bevochtigingsinrichting uitsteekt en als steunlager voor de neerhouder dient.

De driehoekige omtrek van de vasthoudplaat is bij voorkeur afgerond. Aldus wordt bereikt dat de brief, en bij niet gesloten brief ook de briefklep, op betrouwbare wijze tussen de vasthoudplaat en de omhoog 30 gedrukte neerhouder wordt doorgeschoven, terwijl een geopende briefklep onder de vasthoudplaat wordt doorgeleid naar de bevochtigingsinrichting.

Een afgeronde bevochtigingstong voor een briefsluitinrichting is op zichzelf bekend uit US-A 3.353.513, welke tong de briefklep van een niet gesloten brief zodanig moet geleiden dat het bevochtigen van de kleef laag van de klep kan worden uitgevoerd. Bij toepassing van deze constructie voor het door elkaar 35 verwerken van onregelmatig toegevoerde gesloten en niet gesloten brieven doet zich het probleem voor dat een stuwing in de brievenstroom ontstaat wanneer de kleefzijde van een gesloten brief tegen het omleidelement stoot en de brief daarom niet kan uitwijken.

Verder doet zich bij zeer dunne, niet gesloten brieven het bezwaar voor dat de bevochtigingstong de briefklep ten gevolge van de steile oploop van het omleidelement niet oplicht en deze klep derhalve niet met 40 de bevochtigingsinrichting in contact wordt gebracht.

Aan de hand van de tekening wordt een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding nader toegelicht.

In de tekening toont: figuur 1 een schematisch zijaanzicht en 45 figuur 2 een schematisch bovenaanzicht van de inrichting voor het lichten van briefkieppen, waarbij in figuur 2 de neerhouder niet is weergegeven.

In beide figuren hebben dezelfde elementen en vormdelen dezelfde verwijzingscijfers.

De toevoer van een briefsluitinrichting bestaat uit een transportas 20, welke in een uitsparing van een 50 tafelblad 10 is aangebracht en uit een tegenover de transportas 20 liggende aandrukrol 21 met een neerhoudinrichting 22. Achter de toevoer 21, 22 bevindt zich een bevochtigingsinrichting, waarvan slechts de wezenlijke delen, een vasthoudplaat 30 voor een borstel 31, een spons 32 en de afdekplaat 33 in de figuren 1 en 2 zijn weergegeven.

De vasthoudplaat 30 van de bevochtigingsinrichting dient bovendien als steunlager voor de neerhouder 55 22 in de ruststand van de machine.

Een brief 40 wordt met zijn briefklep 41 naar het tafelblad 10 toegekeerd, langs de achterrand 11 geleid. Door niet getekende transportrollen van een daarvoor gelegen poststraat, een sorteerinrichting of met de

Claims (3)

192097 2 hand wordt de brief 40 tegen de transportas 20 geschoven. De transportas 20 transporteert in samenwerking met de aandmkrol 21 de brief 40 naar de bevochtigingsinrichting. Daarbij wordt afhankelijk van de dikte van de brief de neerhouder 22 in de pijlrichting (figuur 1) bewogen, zodat de brief eerst met zijn onderste hoek van een zijkant tegen de vasthoudplaat 30 stoot. De vasthoudplaat 30 heeft aan de naar de transport-5 as 20 toegekeerde zijde een driehoekige vorm en is naar beneden in de richting van de afdekplaat 33 afgerond. Deze vormgeving zorgt voor het omhoog drukken van de neerhouder 22 door de brief 40, welke aldus over de vasthoudplaat 30 wordt geleid. Voor of achter de transportas 20 is een tastinrichting 50, bijvoorbeeld een lichtgevoelige cel of een ander type opnemer aangebracht. De tastinrichting 50 bestuurt een persluchtinrichting. Bij het voorbijschuiven van 10 de brief 40 wordt door de uitstroomopening 60 lucht geblazen, welke bij een niet gesloten briefklep 41 deze zover opent, dat deze onder de vasthoudplaat 30 wordt geschoven. Aldus komt de briefklep 41 van een niet gesloten brief 40 tegen de borstel 31 van de bevochtigingsinrichting, wordt aldaar bevochtigd en door daaropvolgende aandrukrollen gesloten. Een gesloten brief glijdt over de bevochtigingsinrichting heen. 15 Door de tastinrichting 50 wordt de persluchtinrichting impulsgewijs bestuurd, d.w.z. slechts terwijl een brief 40 voorbijglijdt. Voorts kan een andere tastinrichting aanwezig zijn, bijvoorbeeld op de vasthoudplaat 30 of op de afdekplaat 33, welke het uitschakelen van de luchtstroom teweeg brengt, zodra de briefklep onder de vasthoudplaat 30 glijdt, respectievelijk een gesloten brief over een bepaalde afstand over de vasthoudplaat wordt geleid. 20

1. Inrichting voor het lichten van briefkleppen voor toevoersystemen van briefsluitinrichtingen in post-25 verwerkingsmachines, voorzien van een vasthoudplaat van driehoekige vorm aan de naar het toevoer- systeem toegekeerde zijde ter geleiding van niet-gesloten briefkleppen naar een bevochtigingsinrichting, met het kenmerk, dat het toevoersysteem (20, 21) is uitgerust met een tastinrichting (50), welke een persluchtinrichting impulsgewijs bestuurt, dat de uitstroomopening (60) daarvan een luchtstroom tegen voorbijgeschoven brieven (40) blaast, waardoor bij ongesloten brieven (40) de briefklep (41) opgelicht en onder de 30 vasthoudplaat (30) van een bevochtigingsinrichting (31,32) wordt geleid.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het toevoersysteem (20, 21) een neerhouder (22) omvat welke boven de vasthoudplaat (30) van de bevochtigingsinrichting (31,32) uitsteekt en als steunlager voor de neerhouder (22) dient.

3. Inrichting volgens de conclusies 1, 2, met het kenmerk, dat de driehoekige omtrek van de vasthoudplaat 35 (30) afgerond is. Hierbij 1 blad tekening