NL1042813B1 - Systeem voor het plaatsen van een tracheacanule in een tracheostoma - Google Patents

Systeem voor het plaatsen van een tracheacanule in een tracheostoma Download PDF

Info

Publication number
NL1042813B1
NL1042813B1 NL1042813A NL1042813A NL1042813B1 NL 1042813 B1 NL1042813 B1 NL 1042813B1 NL 1042813 A NL1042813 A NL 1042813A NL 1042813 A NL1042813 A NL 1042813A NL 1042813 B1 NL1042813 B1 NL 1042813B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
tracheal cannula
bayonet
insertion aid
tracheostomy
tip
Prior art date
Application number
NL1042813A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1042813A (nl
Inventor
Ramdohr Bastian
Original Assignee
Primed Halberstadt Medizintechnik Gmbh
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Primed Halberstadt Medizintechnik Gmbh filed Critical Primed Halberstadt Medizintechnik Gmbh
Publication of NL1042813A publication Critical patent/NL1042813A/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1042813B1 publication Critical patent/NL1042813B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61MDEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
    • A61M16/00Devices for influencing the respiratory system of patients by gas treatment, e.g. mouth-to-mouth respiration; Tracheal tubes
    • A61M16/04Tracheal tubes
    • A61M16/0488Mouthpieces; Means for guiding, securing or introducing the tubes
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61MDEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
    • A61M16/00Devices for influencing the respiratory system of patients by gas treatment, e.g. mouth-to-mouth respiration; Tracheal tubes
    • A61M16/04Tracheal tubes
    • A61M16/0402Special features for tracheal tubes not otherwise provided for
    • A61M16/0429Special features for tracheal tubes not otherwise provided for with non-integrated distal obturators
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61MDEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
    • A61M16/00Devices for influencing the respiratory system of patients by gas treatment, e.g. mouth-to-mouth respiration; Tracheal tubes
    • A61M16/04Tracheal tubes
    • A61M16/0465Tracheostomy tubes; Devices for performing a tracheostomy; Accessories therefor, e.g. masks, filters
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61MDEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
    • A61M16/00Devices for influencing the respiratory system of patients by gas treatment, e.g. mouth-to-mouth respiration; Tracheal tubes
    • A61M16/04Tracheal tubes
    • A61M16/0465Tracheostomy tubes; Devices for performing a tracheostomy; Accessories therefor, e.g. masks, filters
    • A61M16/0472Devices for performing a tracheostomy
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61MDEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
    • A61M2210/00Anatomical parts of the body
    • A61M2210/10Trunk
    • A61M2210/1025Respiratory system
    • A61M2210/1032Trachea

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Pulmonology (AREA)
  • Emergency Medicine (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Anesthesiology (AREA)
  • Biomedical Technology (AREA)
  • Heart & Thoracic Surgery (AREA)
  • Hematology (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Otolaryngology (AREA)
  • Prostheses (AREA)
  • Surgical Instruments (AREA)

Abstract

De uitvinding betreft een systeem voor het plaatsen van een tracheacanule in een tracheostoma waarmee het inbrengen van de tracheacanule (5) in de tracheostoma vereenvoudigd en vergemakkelijkt wordt en gelijktijdig het risico op verwonding voor de patiënt verminderd wordt. Deze opgave wordt door een systeem voor het inzetten van een tracheacanule (5) in een tracheostoma, bestaand uit een invoerhulp (1) en een tracheacanule (5) opgelost, waarbij de invoerhulp (1) een handgedeelte (2), een boogvormig lichaam (3) alsook een punt (4) bezit en waarbij op de invoerhulp (1) in een bereik tussen het handgedeelte (2) en het boogvormige lichaam (3) een de tracheacanule (5) met de invoerhulp (1) vormsluitend koppelbaar alsook makkelijk losmaakbaar sluitingssysteem (6) aangebracht is, wat als een bajonetsluitingssysteem met een bajonetaansluiting (11) en een bajonetring (10) gevormd is, waarbij de bajonetaansluiting (11) met de tracheacanule (5) en de bajonetring (10) met de invoerhulp (1) verbonden is.

Description

Systeem voor het plaatsen van een tracheacanule in een tracheostoma De uitvinding heeft betrekking op een systeem voor het plaatsen van een tracheacanule in een tracheostoma, bestaand uit een invoerhulp en een tracheacanule.
Bijvoorbeeld bij de noodzaak van een beademing gedurende een langere tijd na een ongeval of een operatie, een neurologische aandoening met een storing van de slikreflex, een bestralingsbehandeling aan het hoofd of de hals of bij een verlamming van het strottenhoofd kan een minimaal invasieve ingreep noodzakelijk zijn, waarbij door de zachte delen van de hals een toegang naar de luchtpijp, welke ook als tracheostoma aangeduid wordt, geschapen wordt.
Deze in de omgangstaal ook als luchtpijpsnede aangeduide medische ingreep wordt in de stand der techniek bijvoorbeeld ook bij een verplaatsing van de bovenste luchtwegen als voorkeursbehandeling uitgevoerd, wanneer het inleggen van een beademingsslang onmogelijk is.
Een tracheotomie is ook bij patiënten na complete verwijdering van het strottenhoofd gebruikelijk.
Uit de stand der techniek is eveneens bekend, een zogenoemde tracheacanule door een tracheostoma in de luchtpijp te schuiven en te bevestigen, waarbij de tracheostoma door deze tracheacanule open gehouden wordt.
Een zodanige tracheacanule is meestal een flexibele tot stijve, korte, gebogen slang, waardoor de ademhaling mogelijk gemaakt of makkelijker gemaakt wordt.
Wordt een zodanige behandeling met een tracheacanule gedurende een langere tijdsduur voortgezet, dan is het ook gebruikelijk, ” de tracheacanule regelmatig te verwisselen.
Tracheacanules onderscheiden zich bijvoorbeeld door hun materiaalsoort.
Voor zodanige canules worden meestal materialen zoals siliconen of andere kunststoffen of metalen zoals zilver resp. nieuwzilver gebruikt.
Een verder verschil van canules kanvolgens hun lengte, interne diameter (lumen), vorm en functie plaats vinden. De lengte en het lumen van de canules zijn gewoonlijk aan de grootte van de tracheostoma van de patiënt aangepast. Volgens de werking van tracheacanules kan tussen blokkeerbare en niet blokkeerbare canules onderscheid gemaakt worden.
Bijvoorbeeld voor het geval, dat de tracheacanule de eerste keer ingezet wordt, is het noodzakelijk, de tracheacanule met behulp van een invoerhulp in de tracheostoma te plaatsen.
Een invoerhulp is in het bijzonder voor dat geval nodig, wanneer de tracheawand door de stoma niet zichtbaar is.
Uit DE 10 2005 021 470 Al is een invoerhulp voor de percutane tracheostomie of een inrichting voor het inbrengen van een tracheacanule in een tracheostoma bekend, waarbij de invoerhulp een door de tracheacanule heen te voeren schacht en een met de schacht verbonden conische punt bezit. Om het risico op verwondingen bij het inbrengen van de tracheacanule te verminderen en om het inbrengen makkelijker te maken, wordt voorgesteld, dat de invoerhulp een conische punt bezit, die in een eerste toestand met een kleine basis diameter en in een tweede toestand met een grote basisdiameter te brengen is.
Voorzien is, dat de conische punt uit een elastisch materiaal vervaardigd wordt, wat bij het aanbrengen van overeenkomstige krachten in de toestand met grote basisdiameter uitgerekt kan worden en zich bij afnemende krachten weer terugtrekt.
Voor het aanbrengen van deze overeenkomstige krachten is een verdringingslichaam verschaft, wat een grotere diameter heeft dan het centrale lengteboorgat van de conische punt in onbelaste toestand. Dit verdringingslichaam is tot in het bereik van de conische punt heen te verschuiven en weer terug te schuiven enbewerkt in de ingeschoven positie, dat de conische punt in de toestand met grote basisdiameter verbreed wordt. DE 10 2006 029 599 Al beschrijft een inrichting met een geleidingskatheter voor het inbrengen van een tracheacanule in een tracheostoma. Om een inrichting voor het inbrengen van een tracheacanule in een tracheostoma ter beschikking te stellen, die een verwonding door het distale oppervlak aan voorzijde van de canule verhindert en geschikt is voor gebruik bij zeer flexibele canules, bij canules met nauwe interne diameter en/of met grotere wanddikte wordt voorgesteld, dat de geleidingskatheter een parachute bezit, dat in de buurt van het distale einde van de geleidingskatheter aangebracht is en dat uit een flexibele materiaal bestaat en wezenlijk de vorm van een distaal gerichte conische punt heeft.
. Geopenbaard is verder, dat de buis van de geleidingskatheter door de as van deze punt verloopt, met een externe basisdiameter, die in een eerste toestand tenminste met de externe diameter van de tracheacanule overeenkomt en in een tweede toestand door vervorming kleiner is dan de interne diameter van de tracheacanule en daarmee door de tracheacanule terugtrekbaar wordt.
Uit DE 20 2010 002 803 Ul is een inrichting voor het inbrengen van een canule of tracheacanule in een tracheostoma bekend. Voorzien is het, dat de in de tracheacanule ingevoerde obturator een conische punt bezit, die met een parachute zo gevormd is, dat de parachute over de rand van de tracheacanule uitsteekt en derhalve de canulerand onscherp maakt. De parachute is zo flexibel, dat na het plaatsen van de tracheacanule met de obturator de obturator zelfs met de parachute uit de tracheacanule getrokken kan worden. De parachute functioneert als invoerhulp en verhindert door zijn flexibele wand, dat de tracheacanuleranden tot verwondingen kan leiden. Op basis van de bijzondere glijschermmaterialen alsook door de bijzonderecoating van de parachute wordt bij nat maken met vloeistof de invoer makkelijker gemaakt.
EP 1 281 414 Al toont een invoerinrichting voor een medische applicator zoals een tracheacanule, waarbij de invoerinrichting buisvormig is en een zich over diens totale lengte uitstrekkend kanaal bezit. De invoerinrichting bezit een buisvormig eerste einde, wat aan een einde aan patiëntzijde van de in te zetten tracheacanule met een afstand van tenminste het tweevoudige van de externe diameter van de tracheacanule uitsteekt. Het tweede einde van de in te zetten tracheacanule wordt in het gebied van een conische koppeling bevestigd, waaraan zich voor het hanteren van de invoerinrichting een grijpelement aansluit. Voorzien is, dat door het zich over de totale lengte van de invoerinrichting uitstrekkende kanaal een geleidingsdraad geleid kan worden. Geopenbaard is verder, dat de invoerinrichting tenminste in diens gebogen middendeel gedeeltelijk uit een kunststof materiaal met een metaal inzetstuk uitgevoerd wordt en dat de handgreep wezenlijk recht, cilindrisch en met grijpribben gevormd is.
Uit WO 2015/078427 Al is een invoerhulp voor het inzetten van een tracheacanule in een tracheostoma bekend, welke uit een handgedeelte, een lichaam en een punt bestaat. De punt is met een doorvoeropening voor een geleidingsdraad uitgevoerd en atraumatisch gevormd, zodat verwondingen van de patiënt bij het inbrengen van de tracheacanule vermeden worden.
Het lichaam van de invoerhulp is boogvormig uitgevoerd en tussen het handgedeelte en de spuit aangebracht. In de beschreven uitvoering is het boogvormige lichaam niet als een hol lichaam, maar als massief vol lichaam uitgevoerd. Voor een gebruikelijke in een inzetfase van de tracheacanule in een holle ruimte van de invoerhulp aangebrachte geleidingsdraad is in het massieve vollelichaam een externe groef verschaft, welke deze geleidingsdraad langs het volle lichaam opneemt. Hierbij is het vrije einde van de groef zodanig gevormd, dat het 5 in de doorvoeropeningen van het handgedeelte alsook de punt mondt. Geopenbaard is het ook, dat het lichaam en het handgedeelte in een hart materiaal zoals bijvoorbeeld metaal of hard kunststof uitgevoerd worden, terwijl de punt uit een zacht materiaal zoals een zacht kunststof bestaat. De nadelen van de bekende stand der techniek liggen in het bijzonder daarin, dat de tracheacanule bij het inzetten in de tracheostoma, veroorzaakt door de bij dit proces optredende krachten, langs de invoerhulp kan verschuiven. Bovendien zijn gedeeltelijk grote krachten voor het verwijderen van de invoerhulp na het inzetten van de tracheacanule noodzakelijk, wat tot een aanzienlijke belasting van de patiënt verbonden met een verwondingsgevaar kan leiden. Derhalve bestaat een behoefte naar een eenvoudige verbeterde oplossing voor een systeem voor het inzetten van een tracheacanule in een tracheostoma.
De opgave van de uitvinding bestaat daarin, een systeem voor het inzetten van een tracheacanule in een tracheostoma aan te geven, waarmee een inbrengen van een tracheacanule in de tracheostoma vereenvoudigd en vergemakkelijkt wordt en waarmee gelijktijdig het risico op verwonding bij het inbrengen van de tracheacanule voor de patiënt verminderd wordt. Bovendien dient een betrouwbare en makkelijk los te maken bevestiging van de tracheacanule op het systeem voor het inzetten van een tracheacanule in een tracheostoma bereikt te worden,
De opgave wordt door een onderwerp met de kenmerken volgens conclusie 1 van de zelfstandige conclusies opgelost. Verdere vormgevingen zijn in de afhankelijke conclusies 2 tot 10 aangegeven.
Het systeem volgens de uitvinding voor het inzetten van een tracheacanule in een tracheostoma omvat een invoerhulp en een door middel van deze invoerhulp in een tracheostoma van een patiënt plaatsbare tracheacanule.
De invoerhulp bestaat uit een handgedeelte, een boogvormig lichaam en een punt, welke mechanisch vast met elkaar verbonden zijn. In een bijzondere uitvoering is het handgedeelte en het boogvormige lichaam uit een enkel deel vervaardigd, zoals bijvoorbeeld een harde kunststof, een metaal of een combinatie van twee materialen (metaal en kunststof). In een verdere uitvoering is ook de punt bestanddeel van dit ene deel. Een zodanige uitvoering uit één stuk leidt tot een betere stabiliteit van de invoerhulp en reduceert montagekosten voor de inzet van de invoerhulp. Het handgedeelte van de invoerhulp is wezenlijk cilindervormig met een doorvoeropening uitgevoerd. Voor de verbetering van de hantering kan het handgedeelte een van een cilinder afwijkende vorm, grijpelementen of verzonken handgrepen of een coating uit kunststof bezitten. Het zich aan het handgedeelte aansluitende boogvormige lichaam is bij voorkeur met een ronde doorsnede uitgevoerd en bezit een diameter, welke met de interne diameter van de bij het systeem behorende tracheacanule overeenkomt of kleiner dan deze is. Het boogvormige lichaam bezit een voor het inbrengen van de tracheacanule geschikte kromming en is met een zich in de lengterichting van het lichaam uitstrekkende doorvoeropening uitgevoerd.
Aan een tweede, niet met het handgedeelte verbonden einde van het boogvormige lichaam is een punt aangebracht. Deze punt bezit een eerste en een tweede bereik. Het eerste bereik van de punt is kegelvormig uitgevoerd, waarbij de diameter van het eerste bereik in de richting van het boogvormige lichaam tot een maximale diameter van de punt toeneemt. Het tweede bereik van de punt is cilindervormig gevormd en bezit een diameter, welke met de maximale diameter van de punt overeenkomt. De punt is met een zich boven beide gebieden uitstrekkende doorvoeropening uitgevoerd.
Het systeem voor het inzetten van een tracheacanule in een tracheostoma is door de doorvoeropeningen in het handgedeelte, in het boogvormige lichaam en in de punt voor gebruik met een uit de stand der techniek bekende geleidingsdraad geschikt en voorbereid.
De bij het systeem behorende tracheacanule is aan diens naar de patiënt toegekeerde, proximale einde zodanig uitgevoerd, dat de materiaaldikte van de tracheacanule tenminste in een overgangsgebied gedeeltelijk afneemt. Voorzien is het, de tracheacanule op de invoerhulp zodanig georiënteerd op te nemen of te plaatsen, dat het einde van het overgangsgebied van de tracheacanule in het gebied van het tweede bereik van de punt, aldus in het cilindrische deel van de punt, ligt. Door middel van deze oriëntatie ontstaat geen rand, welke bij het inzetten van de tracheacanule in de tracheostoma van de patiënt tot verwondingen zou kunnen leiden.
Een optimale positionering van de tracheacanule op de invoerhulp is voor het geval bereikt, dat beschouwd van het buitenste, proximale einde van de punt in de richting van het boogvormige lichaam een gestage toename van de diameter te zien is, tot de maximale diameter van de tracheacanule, aldus diens externe diameter, bereikt wordt. Deze gestage toename van de diameterverloopt derhalve over het eerste kegelvormige bereik van de punt en het overgangsgebied van de tracheacanule.
Voor het positioneren en voor het vasthouden van de tracheacanule op de invoerhulp is een sluitingssysteem verschaft, wat in een gebied tussen het handgedeelte en het boogvormige lichaam aangebracht is.
Het sluitingssysteem is zodanig gevormd, dat het het van de patiënt verwijderde, distale einde van de tracheacanule kan opnemen en stevig kan vergrendelen.
Zodanig wordt de tracheacanule bij een inzetten in een tracheostoma tegen een verschuiven langs het boogvormige lichaam beveiligd.
Voorzien 1s het, het sluitingssysteem als een zogenaamde bajonetsluitingssysteem uit te voeren.
Met dit bajonetsluitingssysteem resp. deze bajonetsluiting wordt een snel tot stand te brengen en makkelijk los te maken mechanische verbinding tussen twee cilindrische delen zoals het systeem voor het inzetten van een tracheacanule in een tracheostoma, kort als invoerhulp aangeduid, en de tracheacanule beschikbaar gesteld.
Voorzien is het, op de invoerhulp een bajonetring als bestandsdeel van het bajonetsluitingssysteem aan te brengen, welke door middel van één, bij voorkeur drie of vier, aan de binnenzijde van de bajonetring aangebrachte, neuzen in een rondom lopende verdieping op het oppervlak van de invoerhulp in een bereik tussen het handgedeelte en het boogvormige lichaam vormsluitend grijpt.
Zodanig is de bajonetring om de lengteas van de invoerhulp draaibaar gepositioneerd.
Een verschuiving van deze bajonetring langs de lengteas van de invoerhulp wordt door het vormsluitende ingrijpen derhalve doeltreffend verhinderd.
Voor het inzetten van een tracheacanule in de tracheostoma van een patiënt wordt de tracheacanule over de punt op het boogvormige lichaam van de invoerhulp geschoven.
De voor het beschreven systeem verschafte tracheacanules bezitten aan diensvan de patiënt verwijderde, distale einde voor de koppeling met een bajonetring van een bajonetsluiting geschikt verder bestandsdeel van het bajonetsluitingssysteem.
Door middel van deze bajonetaansluiting wordt de tracheacanule na het opschuiven op de invoerhulp met behulp van de bajonetring, welke door een verdraaien in een eerste richting met zijn sluitingsmiddelen vormsluitend in de bajonetaansluiting grijpt, mechanisch bevestigd en is zodanig tegen een verschuiven in de richting van de lengteas van de invoerhulp doeltreffend beveiligd.
Na het inbrengen van de tracheacanule in de tracheostoma van de patiënt wordt een losmaken van de vormsluitende verbinding van de tracheacanule van de invoerhulp door een verdraaien van de bajonetring in een ten opzichte van de eerste richting tegen gestelde tweede richting bewerkstelligd. Hierna kan de invoerhulp uit de in de patiënt geplaatste tracheacanule getrokken worden.
Voor het waarborgen van de functionaliteit van het aangebrachte bajonetsluitingssysteem bezit deze bijvoorbeeld twee tegenover elkaar liggend in de bajonetring aangebrachte sluitingsmiddelen resp. klauwen, welke bij een sluiten van de bajonetsluiting in twee overeenkomstige contouren, welke aan de bajonetsluiting aangebracht zijn, vormsluitend grijpen en vergrendelen. In een alternatieve uitvoering kunnen drie met 120 graden ten opzichte van elkaar verplaatst aangebrachte sluitingsmiddelen met hun overeenkomstige drie contouren of vier met 90 graden ten opzichte van elkaar verplaatst aangebrachte sluitingsmiddelen met hun overeenkomstige vier contouren in het bajonetsluitingssysteem gebruikt worden.
Aangezien de punt van het systeem in een uitvoering nergens een diameter bezit, welke groter dan de interne diameter van de tracheacanule is, kan het eruit trekken met geringekrachtsinspanningen plaats vinden. Derhalve is ook geen merkbare belasting voor de patiënt door het verwijderen van de invoerhulp te verwachten.
Ook voor het geval, dat de grootste diameter van de punt in een verdere uitvoering zodanig gekozen wordt, dat deze iets boven de interne diameter van de tracheacanule ligt, is een makkelijk eruit trekken van de invoerhulp uit de tracheacanule nochtans mogelijk, aangezien geen randen of hindernissen binnen de tracheacanule te overwinnen zijn.
Het voorgestelde systeem is bijzonder geschikt voor het voor de eerste maal plaatsten van een tracheacanule in een nieuw aangelegd, nog niet stabiele tracheostoma, welke door percutane dilatatietracheotomie geschapen werd.
Bijzonder voordelig is de atraumatische overgang van het systeem in het bereik tussen de punt en het einde aan patiëntzijde van de tracheacanule.
Verdere details, kenmerken en voordelen van uitvoeringen van de uitvinding blijken uit de navolgende beschrijving van uitvoeringsvoorbeelden met referentie naar de bijbehorende tekeningen. Er tonen: Fig. 1: een voorstelling van het systeem voor het inzetten van een tracheacanule in een tracheostoma in een zijdelingse voorstelling, Fig. 2: een voorstelling van het systeem voor het inzetten van een tracheacanule in een tracheostoma in een perspectivische voorstelling, Fig. 3: een voorstelling van het systeem voor het inzetten van een tracheacanule in een tracheostoma in een dwarsdoorsnede,
Fig. 4: een gedeelte van het systeem in een vergrootte voorstelling van het bereik van de bajonetring in een dwarsdoorsnede en Fig. 5: een met een vergrootglas vergrootte voorstelling van het systeem voor het inzetten van een tracheacanule in een tracheostoma (invoerhulp) in het bereik van het bajonetsluitingssysteem in een perspectivische voorstelling.
In de figuur 1 is een voorstelling van het systeem voor het inzetten van een tracheacanule 5 in een tracheostoma in een zijdelingse voorstelling afgebeeld. Het systeem omvat de invoerhulp 1 met de bereiken handgedeelte 1, boogvormig lichaam 3 en de punt 4. Het systeem omvat verder ook de op de invoerhulp 1, in het bijzonder boven het bereik van het boogvormige lichaam 3, aangebrachte tracheacanule 5. Voor de bevestiging van de tracheacanule 5 is een sluitingssysteem 6 in het bereik tussen het handdeel 2 en het boogvormige lichaam 3 aangebracht.
In de in figuur 1 getoonde uitvoering van het afsluitsysteem 6 is deze in de vorm van een bajonetsluiting met een bajonetring 10 getoond. Voor de koppeling van de tracheacanule 5 met de bajonetring 10 bezit de tracheacanule 5 een bajonetsluiting 11. In een naar de patiënt toegekeerd einde van de tracheacanule 5 is het overgangsgebied 12 voorgesteld waarin de wanddikte van de tracheacanule 5 afneemt. In een voorbeeld bedraagt de wanddikte aan het einde van de tracheacanule 5 slechts nog ongeveer 0,3 mm.
In figuur 1 goed te zien is de door het kegelvormige verloop van de punt 4 alsook het overgangsgebied 12 gevormde atraumatische overgang van het systeem. In figuur 2 is een voorstelling van het systeem voor het inzetten van een tracheacanule 5 in een tracheostoma in eenperspectivische voorstelling getoond. De reeds bij figuur 1 verklaarde elementen van het systeem voor het inzetten van een tracheacanule 5 in een tracheostoma worden in deze afbeelding weer terug gevonden.
In figuur 3 is het systeem voor het inzetten van een tracheacanule in een tracheostoma 5 in een dwarsdoorsnede afgebeeld. De invoerhulp omvat het handdeel 2, het boogvormige lichaam 3 alsook de punt 4, waarbij alle bestandsdelen 2, 3, 4 van de invoerhulp van bijbehorende doorvoeropeningen voorzien zijn. Derhalve is het mogelijk, het systeem met een uit de stand der techniek bekende geleidingsdraad, welke in figuur 3 niet voorgesteld is, te gebruiken.
Zoals in figuur 3 getoond, is het van de patiënt verwijderde einde van de tracheacanule 5 met een bajonetsluiting 11 uitgevoerd, welke aan de bajonetring 10 te koppelen is. Voor dit doel is de bajonetring 10 op de invoerhulp 1 om de lengteas van de invoerhulp 1 langs een groef 13 draaibaar gepositioneerd en tegen een verschuiven langs de lengteas van de invoerhulp 1 door middel van deze groef 13 beveiligd. Voor dit doel bezit de bajonetring 10 bijvoorbeeld meerdere neuzen 15, welke zodanig uitgevoerd zijn, dat de neuzen 15 in de rondom lopende groef 13 vormsluitend ingepast zijn en de neuzen 15 zich bij een verdraaien van de bajonetring 10 ten opzichte van het handdeel 2 van de invoerhulp 1 binnen de groef 13 kunnen bewegen.
Door een verdraaien van deze bajonetring 10 in een eerste richting grijpt deze met zijn sluitingsmiddelen 14 vormsluitend in de contouren 16 van de bajonetaansluiting 11 en beveiligt de tracheacanule 5 doeltreffend tegen een verschuiven in de richting van de lengteas van de invoerhulp 1. De sluitingsmiddelen 14 alsook de contouren 16 zijn in figuur 3 niet gedetailleerd voorgesteld.
In figuur 3 voorgesteld is het zich in diens materiaaldikte van de tracheacanule 5 smaller wordende overgangsgebied 12, wat in het gebied van het cilindervormige bereik van de punt 4 eindigt en zodanig een atraumatische overgang van het systeem voor het inzetten van een tracheacanule 5 in een tracheostoma beschikbaar stelt.
In figuur 4 is een deel van het systeem in een vergrootte voorstelling van het bereik om de bajonetring 10 in een dwarsdoorsnede getoond.
In deze voorstelling is de groef 13, waarin de bajonetring 10 met zijn neuzen 15 draaibaar gemonteerd is, goed te zien.
Verder is in het bovenste gebied van de voorstelling ook een sluitingsmiddel 14, wat door een verdraaien van de bajonetring 10 in een contour 16 van de bajonetaansluiting 11 vormsluitend grijpt, te zien.
Figuur 5 toont een met een vergrootglas vergrootte voorstelling van het systeem voor het inzetten van een tracheacanule 1 in een tracheostoma in het bereik van het bajonetsluitingssysteem 6 in een perspectivische voorstelling.
In het voorbeeld van figuur 5 zijn twee van drie neuzen 15 voorgesteld, welke aan de binnenzijde van de bajonetering 10 bijvoorbeeld in een hoek van 120 graden ten opzichte van elkaar verplaatst aangebracht zijn.
De derde neus 15 is door de soort perspectivische voorstelling bedekt.
In een alternatief kunnen ook twee tegenover elkaar liggende neuzen 15 of vier bijvoorbeeld in een hoek van steeds 90 graden ten opzichte van elkaar verplaatst in de bajonetring 10 aangebrachte neuzen 15 gebruikt worden.
In een verder alternatief wordt slechts één neus 15 gebruikt, waarbij de neus 15 rondom lopend kan zijn of zich slechts over een deel van het binnenvlak van de bajonetring 10 uitstrekt, zoals het in figuur 5 bij het voorbeeld met drie neuzen 15 voorgesteld is.
De drie in figuur 5 getoonde neuzen 15, welke in een rondom lopende verdieping resp. de groef 13 van het in figuur 5 niet voorgestelde handgedeelte 2 aangebracht worden, maken de draaibare positionering mogelijk van de bajonetring 10 op het handgedeelte 2 van de invoerhulp 1. In figuur 5 zijn bijvoorbeeld vier aan de bajonetsluiting 11 aangebrachte contouren 16 voorgesteld. Alternatief kunnen ook twee of drie contouren 16 aangebracht zijn. In de voorstelling zijn twee tegenover elkaar liggende contouren 16 L-vormig uitgevoerd en vormen derhalve steeds een aanslag voor de sluitmiddelen 14 bij een sluiten van het bajonetsluitingssysteem
6. De beide L-vormig uitgevoerde contouren 16 bevinden zich in het bovenste en onderste bereik van de bajonetaansluiting 11 in figuur 5.
In het voorbeeld van figuur 5 bezit de bajonetring 10 vier afsluitmiddelen 14 resp. klauwen, welke binnen aan de bajonetring 10 met steeds 90 graden ten opzichte van elkaar verplaatst aangebracht zijn. Ook het aantal sluitingsmiddelen 14 kan variëren, waarbij het aantal van de sluitingsmiddelen 14 met het aantal van de contouren 16 in overeenstemming gebracht moet worden.
Door een verdraaien van deze bajonetring 10 in een eerste richting grijpt deze met zijn sluitingsmiddelen 14 vormsluitend in de contouren 16 van de bajonetaansluiting 11 en beveiligt de tracheacanule 5 doeltreffend tegen een verschuiving in de richting van de lengteas van de invoerhulp 1.
Na het inzetten van de tracheacanule 5 in een tracheostoma van een patiënt wordt het bajonetsluitingssysteem 6 door een verdraaien van de bajonetring 10 in de tegengestelde richting geopend, waarbij de vormsluiting van de contouren 16 van de bajonetaansluiting 11 met de sluitingsmiddelen 14 van de bajonetring 10 opgeheven wordt. Het handgedeelte 2 van deinvoerhulp 1 kan derhalve makkelijk verwijderd worden, waarbij de tracheacanule 5 in de tracheostoma van de patiënt achter blijft.
Lijst van referentietekens 1 Invoerhulp 2 Handgedeelte 3 Boogvormig lichaam 4 Punt 5 Tracheacanule 6 Sluitingssysteem (bajonetsluitingssysteem) 7 Doorvoeropening in het handgedeelte 8 Doorvoeropening in het lichaam 9 Doorvoeropening in de punt 10 Bajonetring 11 Bajonetaansluiting 12 Overgangsgebied 13 Groef 14 Afsluitmiddel (klauwen) 15 Neus 16 Contour

Claims (10)

Conclusies
1. Systeem voor het inzetten van een tracheacanule in een tracheostoma, bestaand uit een invoerhulp (1) en een tracheacanule (5), met het kenmerk, dat de invoerhulp (1) een handgedeelte (2), een boogvormig lichaam (3) alsook een punt (4) bezit en dat op de invoerhulp (1) in een bereik tussen het handgedeelte (2) en het boogvormige lichaam (3) een de tracheacanule (5) met de invoerhulp (1) vormsluitend koppelbaar alsook makkelijk los te maken sluitingssysteem (6) aangebracht is, dat het sluitingssysteem (6) een bajonetsluitingssysteem met een bajonetaansluiting (11) en een bajonetring (10) is, waarbij de bajonetaansluiting (11) met de tracheacanule (5) en de bajonetring met de invoerhulp (1) verbonden is.
2. Systeem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het handgedeelte (2) en het boogvormige lichaam (3) eendelig uitgevoerd zijn.
3. Systeem volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de punt (4) een eerste kegelvormig en een tweede cilindervormig gebied bezit.
4. Systeem volgens éen der conclusies 1 tot 3, met het kenmerk, dat aan de bajonetaansluiting (11) meerdere contouren (16) en aan een binnenzijde van de bajonetring (10) meerdere sluitingsmiddelen (14) aangebracht zijn.
5. Systeem volgens één der conclusies 1 tot 4, met het kenmerk, dat de bajonetaansluiting (11) aan een van een patiënt afgekeerd einde van de tracheacanule (5) aangebracht is.
6. Systeem volgens één der conclusies 1 tot 5, met het kenmerk, dat de bajonetring (10) tenminste één neus {15) bezit en op de invoerhulp (1) om de lengteas van de invoerhulp (1) door middel van een groef (13), waarin de tenminste ene neus
(15) grijpt, draaibaar gepositioneerd en tegen een verschuiven langs de lengteas van de invoerhulp (1) door de groef (13) beveiligd aangebracht is.
7. Systeem volgens één der conclusies 1 tot 6, met het kenmerk, dat de tracheacanule (5) aan een naar de patiënt toegekeerd einde een overgangsgebied (12) bezit, waarin de wanddikte van de tracheacanule 5 afneemt.
8. Systeem volgens één der conclusies 1 tot 7, met het kenmerk, dat de bajonetring (10) drie of vier sluitingsmiddelen 14) voor het tot stand brengen van een vormsluitende verbinding met drie of vier contouren (16) van de bajonetaansluiting (11) bezit.
9. Systeem volgens één der conclusies 1 tot 8, met het kenmerk, dat de sluitingsmiddelen (14) en de contouren (16) steeds in een hoek van 120 graden of 90 graden ten opzichte van elkaar verplaatst aangebracht zijn.
10. Systeem volgens één der conclusies 1 tot 9, met het kenmerk, dat tenminste één contour (16) een aanslag voor een afsluitmiddel (14) bezit.
NL1042813A 2017-04-15 2018-04-06 Systeem voor het plaatsen van een tracheacanule in een tracheostoma NL1042813B1 (nl)

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE202017002009.2U DE202017002009U1 (de) 2017-04-15 2017-04-15 System zum Einsetzen einer Trachealkanüle in ein Tracheostoma

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1042813A NL1042813A (nl) 2018-10-19
NL1042813B1 true NL1042813B1 (nl) 2020-07-14

Family

ID=59118741

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1042813A NL1042813B1 (nl) 2017-04-15 2018-04-06 Systeem voor het plaatsen van een tracheacanule in een tracheostoma

Country Status (8)

Country Link
CZ (1) CZ31835U1 (nl)
DE (2) DE202017002009U1 (nl)
ES (1) ES1211738Y (nl)
FR (1) FR3065163B3 (nl)
GB (1) GB2563484B (nl)
NL (1) NL1042813B1 (nl)
PL (1) PL71175Y1 (nl)
SE (1) SE542940C2 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN114502226A (zh) * 2019-05-15 2022-05-13 泰利福生命科学公司 气管造口扩张器
DE102020200502A1 (de) 2020-01-16 2021-07-22 Vbm Medizintechnik Gmbh Punktions-Koniotomieset

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB0119124D0 (en) 2001-08-04 2001-09-26 Smiths Group Plc Introducers and assemblies
DE102005021470A1 (de) 2005-05-10 2006-11-16 Tracoe Medical Gmbh Einführhilfe für die perkutane Tracheostomie
DE102006029599A1 (de) 2006-06-26 2007-12-27 Tracoe Medical Gmbh Vorrichtung zum Einbringen einer Trachealkanüle in ein Tracheostoma
WO2011103629A1 (en) * 2010-02-25 2011-09-01 Mondo Medical Devices Pty Ltd Device and method for providing an airway
DE202010002803U1 (de) 2010-02-25 2010-06-02 Neubauer, Norbert Einführhilfe für Kanülen
US20120017913A1 (en) * 2010-07-26 2012-01-26 Schumacher James F Tracheostomy Tube Loading Catheter
DE202013009822U1 (de) 2013-11-27 2014-02-11 Primed Halberstadt Medizintechnik Gmbh Vorrichtung in Form einer atraumatische Einführhilfe zum Einsetzen einer Trachealkanüle in ein Tracheostoma

Also Published As

Publication number Publication date
DE202017002009U1 (de) 2017-06-02
ES1211738U (es) 2018-05-07
SE542940C2 (sv) 2020-09-15
GB201806182D0 (en) 2018-05-30
SE1850396A1 (sv) 2018-10-16
GB2563484B (en) 2020-01-08
FR3065163A3 (fr) 2018-10-19
PL127226U1 (pl) 2018-10-22
GB2563484A (en) 2018-12-19
FR3065163B3 (fr) 2019-12-20
ES1211738Y (es) 2018-07-30
PL71175Y1 (pl) 2020-01-31
DE202018001767U1 (de) 2018-06-14
CZ31835U1 (cs) 2018-06-06
NL1042813A (nl) 2018-10-19

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JP4881743B2 (ja) 医療用針のための安全装置
JP6228183B2 (ja) 特にヒトまたは動物の身体の皮下に埋め込まれたポートの穿刺用の安全針装置
US7758544B2 (en) Safety shield for medical needles
US20090163942A1 (en) Tracheostomy punch dilator
JPH02111376A (ja) カテーテル組立体
JPH02503063A (ja) 穿刺針アッセンブリ
JPH11510402A (ja) 突き刺さり防止型注射器及び関連する方法
NL1042813B1 (nl) Systeem voor het plaatsen van een tracheacanule in een tracheostoma
US20200197667A1 (en) Intravenous catheter
JP6722667B2 (ja) カテーテル挿入システム
EP2326377B1 (en) Easy grip tapered tracheostomy dilator
US20150112278A1 (en) Systems and Methods for Needle for Subclavian Vein Penetration
US20090281506A1 (en) Needle protector, needle assembly and fluid processing set including the same
US7566327B2 (en) Needle protector
US8608692B2 (en) Fluid collection self-locking, self-blunting safety needle system and syringe
RU2690399C2 (ru) Узел иглы губера с безопасным захватным устройством
JP2001259029A (ja) 安全留置針
US20160106940A1 (en) Tube tip bevel to aid wire guide insertion
US10300220B2 (en) Surgery needle support member
JP5616250B2 (ja) 気管食道プロテーゼ留置器具
US6997912B1 (en) Hypodermic needle cover assembly
BR102022006956A2 (pt) Dispositivo de inserção de carregamento de prótese de voz fácil

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20210501

NE A request for restoration to the prior state has been filed

Effective date: 20220125

NF Patent restored after lapse

Effective date: 20220707