NL1042094B1 - Fronthefinrichting, tevens combinatie van een trekker en zo een fronthefinrichting - Google Patents
Fronthefinrichting, tevens combinatie van een trekker en zo een fronthefinrichting Download PDFInfo
- Publication number
- NL1042094B1 NL1042094B1 NL1042094A NL1042094A NL1042094B1 NL 1042094 B1 NL1042094 B1 NL 1042094B1 NL 1042094 A NL1042094 A NL 1042094A NL 1042094 A NL1042094 A NL 1042094A NL 1042094 B1 NL1042094 B1 NL 1042094B1
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- bumper
- parts
- combination
- tractor
- security
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60R—VEHICLES, VEHICLE FITTINGS, OR VEHICLE PARTS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- B60R19/00—Wheel guards; Radiator guards, e.g. grilles; Obstruction removers; Fittings damping bouncing force in collisions
- B60R19/56—Fittings damping bouncing force in truck collisions, e.g. bumpers; Arrangements on high-riding vehicles, e.g. lorries, for preventing vehicles or objects from running thereunder
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01B—SOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
- A01B59/00—Devices specially adapted for connection between animals or tractors and agricultural machines or implements
- A01B59/04—Devices specially adapted for connection between animals or tractors and agricultural machines or implements for machines pulled or pushed by a tractor
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60D—VEHICLE CONNECTIONS
- B60D1/00—Traction couplings; Hitches; Draw-gear; Towing devices
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60R—VEHICLES, VEHICLE FITTINGS, OR VEHICLE PARTS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- B60R19/00—Wheel guards; Radiator guards, e.g. grilles; Obstruction removers; Fittings damping bouncing force in collisions
- B60R19/02—Bumpers, i.e. impact receiving or absorbing members for protecting vehicles or fending off blows from other vehicles or objects
- B60R19/48—Bumpers, i.e. impact receiving or absorbing members for protecting vehicles or fending off blows from other vehicles or objects combined with, or convertible into, other devices or objects, e.g. bumpers combined with road brushes, bumpers convertible into beds
Abstract
Fronthefinrichting ingericht en geschikt voor te worden aangebracht op een trekker, de inrichting omvattende: een eerste inrichtingsdeel ('swinger') ingericht en geschikt voor middels daartoe voorziene eerste verbindingsmiddelen onderling beweegbaar te worden verbonden met een trekker; en twee tweede inrichtingsdelen ('heflatten') scharnierend verbonden met het eerste inrichtingsdeel, daarin gekenmerkt, dat de inrichting tevens beveiligingsmiddelen omvat welke middels daartoe voorziene tweede verbindingsmiddelen zijn verbonden met het eerste inrichtingsdeel. Tevens combinatie van een trekker en zo een fronthefinrichting. Bij voorkeur omvatten de beveiligingsmiddelen een bumper welke twee bumperdelen omvat. Omdat de beveiligingsmiddelen middels 'eigen' verbindingsmiddelen zijn verbonden met de fronthefinrichting c.q. het eerste inrichtingsdeel en daardoor gedragen worden, hinderen deze, bij een juiste plaatsing, niet het aanbrengen van een werktuig en het werken daarmee, noch het gebruik van een 'aftakas' of een hydraulische aandrijving van het werktuig. De beveiligingsmiddelen zijn bij voorkeur voorzien van eerste bevestigingsmiddelen voor het daaraan bevestigen van een eerste zwaar voorwerp dat dan als een eerste 'frontgewicht' dient. Bovendien kan het eerste inrichtingsdeel zijn voorzien van tweede bevestigingsmiddelen voor het daaraan bevestigen van een tweede zwaar voorwerp dat dan als tweede 'frontgewicht' dient. Zo kunnen naar believen meerdere 'frontgewichten', elk met een in beginsel vrij te kiezen zwaarte, aan de fronthefinrichting worden opgehangen. Ook de 'ffontgewichten' hinderen dan, bij een juiste plaatsing, niet het aanbrengen van een werktuig en het werken daarmee, noch het gebruik van een 'aftakas' of een hydraulische aandrijving van het werktuig.
Description
Fronthefinrichting, tevens combinatie van een trekker en zo een fronthefinrichting
Terrein van de uitvinding
De uitvinding heeft betrekking op een fronthefinrichting ingericht en geschikt voor te worden aangebracht op een trekker, de inrichting omvattende: een eerste inrichtingsdeel ingericht en geschikt voor middels daartoe voorziene eerste verbindingsmiddelen onderling beweegbaar te worden verbonden met een trekker; en twee tweede inrichtingsdelen scharnierend verbonden met het eerste inrichtingsdeel.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een combinatie van een trekker en zo een fronthefinrichting.
Achtergrond van de uitvinding
Bekend is een fronthefinrichting, doorgaans kortweg met ‘fronthef aangeduid, welke kan worden aangebracht op een trekker. Een gangbare ‘fronthef omvat een middels hydraulische cilinders t.o.v. de trekker beweegbaar deel, doorgaans aangeduid met ‘swinger’ of ‘main frame’. De ‘swinger’ is daarbij voorzien van twee ‘heflatten’ of ‘hefarmen’ welke scharnierend zijn verbonden met de ‘swinger’ en van een eerste stand, de werkstand waarbij ze zich horizontaal naar voren uitstrekken, naar een tweede stand, de ruststand waarbij ze zich verticaal naar boven uitstrekken, kunnen worden opgeklapt. Aan de ‘fronthef kan een werktuig worden opgehangen, meestal aangedreven door de motor van de trekker middels een ‘aftakas’ dan wel middels een hydraulische aandrijving. Ook kan een zwaar voorwerp, doorgaans aangeduid als ‘frontgewicht’, in plaats van het werktuig, aan de ‘heflatten’ worden opgehangen.
Een groot probleem bij een bekende trekker is de verkeersonveiligheid. De voorkant van de trekker is niet of onvoldoende afgeschermd. Bij een aanrijding geraakt een ander voertuig, rijwiel of voetganger al snel onder de trekker of de wielen daarvan, met veelal zwaar of dodelijk letsel en grote materiële schade tot gevolg. Ook uitstekende delen, zoals de ‘heflatten’ van een ‘fronthef, vormen daarbij een groot gevaar. Genoemd probleem is groeiende vanwege het toenemende aantal trekkers, met steeds grotere afmetingen, waarmee, met steeds grotere snelheden en over steeds langere afstanden, op de openbare weg wordt gereden. Het aantal ongevallen met trekkers neemt dan ook voortdurend en in hoog tempo toe.
Er zijn wel oplossingen voor het verhogen van de verkeersveiligheid voorgesteld waarbij aan de ‘fronthef c.q. de ‘heflatten’ beveiligingsmiddelen in de vorm van een bumper worden bevestigd, maar de bumper hindert daarbij het aanbrengen van een werktuig, het werken daarmee, het gebruik van een ‘aftakas’ of een hydraulische aandrijving van het werktuig en/of het aanbrengen van een ‘frontgewicht’. De onderhavige uitvinding nu verschaft een oplossing voor genoemde problemen.
Samenvatting van de uitvinding
De uitvinding verschaft een fronthefïnrichting van het hierboven genoemde type en een combinatie van een trekker en zo een fronthefïnrichting, daarin gekenmerkt, dat de combinatie c.q. de inrichting tevens beveiligingsmiddelen omvat welke middels daartoe voorziene tweede verbindingsmiddelen zijn verbonden met het eerste inrichtingsdeel. Bij voorkeur omvatten de beveiligingsmiddelen een bumper welke zich, in een gebruikstoestand van de combinatie, in hoofdzaak horizontaal en loodrecht op de hoofdas van de trekker uitstrekt, bij nadere voorkeur omvat deze bumper twee bumperdelen welke zich, in een gebruikstoestand van de combinatie, in hoofdzaak horizontaal en loodrecht op de hoofdas van de trekker zijdelings van het eerste inrichtingsdeel uitstrekken elk aan een zijde daarvan. Omdat de beveiligingsmiddelen c.q. de bumper c.q. de bumperdelen middels ‘eigen’ verbindingsmiddelen zijn verbonden met de fronthefïnrichting c.q. het eerste inrichtingsdeel en daardoor gedragen worden, hinderen deze, bij een juiste plaatsing, niet het aanbrengen van een werktuig en het werken daarmee, noch het gebruik van een ‘aftakas’ of een hydraulische aandrijving van het werktuig.
In een gebruikstoestand van de combinatie, kunnen de beveiligingsmiddelen een ruimte tussen de trekker en een ondergrond afschermen zodat de verkeersveiligheid wordt vergroot. Daarbij kan een gewenste afstand van de beveiligingsmiddelen c.q. de bumper c.q. de bumperdelen tot de ondergrond worden ingesteld door het eerste inrichtingsdeel te bewegen ten opzichte van de trekker.
Bij voorkeur zijn de beveiligingsmiddelen onderling beweegbaar met het eerste inrichtingsdeel verbonden en omvatten de tweede verbindingsmiddelen eerste accumuleermiddelen, bijvoorbeeld een elastisch rubberen lichaam, of een verend, bijvoorbeeld spiraalvormig, orgaan of een hydraulische of pneumatische accumulator, ingericht en geschikt voor het accumuleren van mechanische energie. Zo kunnen de beveiligingsmiddelen bij een botsing een stoot opnemen waarbij de botsingsenergie dan min of meer gedoseerd middels de eerste accumuleermiddelen wordt doorgegeven aan het eerste inrichtingsdeel en de trekker.
Indien de bumper twee bumperdelen omvat, kunnen deze onderling beweegbaar met elkaar zijn verbonden middels daartoe voorziene derde verbindingsmiddelen. Daarbij kunnen de derde verbindingsmiddelen eerste instelmiddelen omvatten voor het instellen van een hoek tussen de twee bumperdelen. Zo kan een gewenste hoek worden ingesteld. Daarbij kunnen de derde verbindingsmiddelen tweede accumuleermiddelen omvatten, bijvoorbeeld een elastisch rubberen lichaam, of een verend, bijvoorbeeld spiraalvormig, orgaan of een hydraulische of pneumatische accumulator, ingericht en geschikt voor het accumuleren van mechanische energie. Zo kan een bumperdeel bij een botsing een stoot opnemen waarbij de botsingsenergie dan min of meer gedoseerd middels de tweede accumuleermiddelen wordt doorgegeven aan het andere bumperdeel.
In een andere uitvoeringsvorm kan het eerste inrichtingsdeel twee delen omvatten waarbij een eerste bumperdeel is verbonden met een eerste van de twee delen en een tweede bumperdeel is verbonden met een tweede van de twee delen en waarbij de twee delen onderling beweegbaar met elkaar zijn verbonden middels daartoe voorziene vierde verbindingsmiddelen. Daarbij kunnen de vierde verbindingsmiddelen tweede instelmiddelen omvatten ingericht en geschikt voor het instellen van een hoek tussen de twee delen c.q. de twee bumperdelen. Zo kan een gewenste hoek worden ingesteld. Daarbij kunnen de vierde verbindingsmiddelen derde accumuleermiddelen omvatten, bijvoorbeeld een elastisch rubberen lichaam, of een verend, bijvoorbeeld spiraalvormig, orgaan of een hydraulische of pneumatische accumulator, ingericht en geschikt voor het accumuleren van mechanische energie. Zo kan een bumperdeel bij een botsing een stoot opnemen waarbij de botsingsenergie dan min of meer gedoseerd middels de derde accumuleermiddelen via de twee delen van het eerste inrichtingsdeel wordt doorgegeven aan het andere bumperdeel.
De beveiligingsmiddelen c.q. de bumper c.q. een bumperdeel zijn c.q. is bij voorkeur voorzien van eerste bevestigingsmiddelen ingericht en geschikt voor het aan de beveiligingsmiddelen c.q. de bumper c.q. het bumperdeel bevestigen van een eerste zwaar voorwerp dat dan als een eerste ‘ffontgewicht’ dient. Bovendien kan het eerste inrichtingsdeel zijn voorzien van tweede bevestigingsmiddelen ingericht en geschikt voor het daaraan bevestigen van een tweede zwaar voorwerp dat dan als tweede ‘frontgewicht’ dient. Zo kunnen naar believen meerdere ‘firontgewichten’, elk met een in beginsel vrij te kiezen zwaarte, aan de fronthefinrichting worden opgehangen. Ook de ‘firontgewichten’ hinderen dan, bij een juiste plaatsing, niet het aanbrengen van een werktuig en het werken daarmee, noch het gebruik van een ‘afitakas’ of een hydraulische aandrijving van het werktuig.
De beveiligingsmiddelen c.q. de bumper c.q. een bumperdeel kunnen c.q. kan zijn voorzien van ten minste één parkeersensor. Dat verhoogt het gebruiksgemak en de veiligheid. De beveiligingsmiddelen c.q. de bumper c.q. een bumperdeel kunnen c.q. kan zijn voorzien van markeringen, ten minste één reflector, van verlichting en/of bumperstokken c.q. een bumperstok. Daarmee wordt de verkeersveiligheid nog verder verhoogd.
Korte beschrijving van de tekeningen
De uitvinding wordt in het navolgende nader toegelicht aan de hand van uitvoeringsvoorbeelden. In de tekeningen toont, min of meer schematisch: figuur 1 een perspectivisch boven-/zijaanzicht van een fronthefinrichting volgens de uitvinding; - figuur 2 een perspectivisch bovenaanzicht daarvan met beveiligingsmiddelen in de vorm van twee bumperdelen en voorzien van ‘frontge wichten’; figuur 3 een gedeeltelijk perspectivisch bovenaanzicht van een combinatie volgens de uitvinding van een trekker en de fronthefinrichting bij een botsing met een ander voertuig; figuur 4 een perspectivisch onderaanzicht van de fronthefinrichting; figuur 5 drie gedeeltelijke zijaanzichten en een gedeeltelijk perspectivisch bovenaanzicht van de combinatie met neergeklapte ‘heflatten’ en met de ‘swinger’ in verschillende standen t.o.v. de trekker; en figuur 6 een gedeeltelijk perspectivisch boven-/zijaanzicht en drie gedeeltelijke zijaanzichten van de combinatie met opgeklapte ‘heflatten’ en met de ‘swinger’ in verschillende standen t.o.v. de trekker. U itvoeringsvoorbeelden
De in de tekeningen getoonde fronthefinrichting (1), vanaf hier ‘fronthef genoemd, omvat een eerste inrichtingsdeel (2), vanaf hier ‘swinger’ genoemd, dat middels eerste verbindingsmiddelen (3), hier twee hydraulische cilinders, beweegbaar, hier scharnierend (A), is verbonden met een trekker (16). De fronthef (1) omvat twee tweede inrichtingsdelen (4), vanaf hier ‘heflatten’ genoemd, welke elk scharnierend (B) zijn verbonden met de swinger (2). De fronthef (1) kan worden aangebracht op een trekker (16), zoals getoond in de tekeningen. Een en ander zoals gebruikelijk.
Volgens de uitvinding nu omvat de fronthef (1) tevens beveiligingsmiddelen (5), hier in de vorm van een bumper (8) omvattende twee bumperdelen (9) welke middels daartoe voorziene tweede verbindingsmiddelen (6) zijn verbonden met de ‘swinger’ (2) en zich in hoofdzaak horizontaal en loodrecht op de hoofdas (C) van de trekker (16) en zijdelings van de swinger (2) uitstrekken elk aan een zijde daarvan. De beveiligingsmiddelen (5) c.q. de bumper (8) c.q. de bumperdelen (9) schermen een ruimte (17) tussen de trekker (16) en een ondergrond (18) af. Daarbij kan een gewenste afstand tot de ondergrond (18) worden ingesteld door de swinger (2) middels de eerste verbindingsmiddelen (3) c.q. de twee hydraulische cilinders te bewegen, hier te scharnieren (A), ten opzichte van de trekker (16), zie figuren 5 en 6.
De bumperdelen (9) zijn elk, onderling beweegbaar, hier scharnierend (D), met de swinger (2) verbonden, waarbij de tweede verbindingsmiddelen (6) eerste accumuleermiddelen (7) omvatten, hier in de vorm van elastische rubberen lichamen, voor het accumuleren van mechanische energie. Zo kan een bumperdeel (9) bij een botsing een stoot opnemen waarbij de botsingsenergie dan min of meer gedoseerd middels het betrokken rubberen lichaam (7) wordt doorgegeven aan de swinger (2) en de trekker (16).
Elk bumperdeel (9) is voorzien van eerste bevestigingsmiddelen (12) voor het daaraan, hier aan een naar de trekker (16) gekeerde zijde van het bumperdeel (9), bevestigen van een eerste zwaar voorwerp (13), vanaf hier eerste ‘frontgewicht’ genoemd. Tevens is de ‘swinger’ voorzien van tweede bevestigingsmiddelen (14) voor het daaraan bevestigen, en hier tevens daarop laten rusten, van een tweede zwaar voorwerp (15), vanaf hier tweede ‘frontgewicht’ genoemd. Zo kunnen naar believen meerdere frontgewichten (13,15), elk met een in beginsel vrij te kiezen zwaarte, aan de bumperdelen (9) en de swinger (2) worden opgehangen. Daarbij kan het tweede frontgewicht (15) eventueel ook vervangen worden door een gereedschapskist of iets dergelijks. Tevens is elk bumperdeel (9) voorzien van markeringen, een reflector, verlichting, een parkeersensor en een bumperstok. Daarmee worden het gebruiksgemak en de verkeersveiligheid nog verder verhoogd.
Zoals het best te zien in figuur 4, zijn de twee bumperdelen (9) onderling beweegbaar met elkaar verbonden middels daartoe voorziene derde verbindingsmiddelen (10) waarmee een hoek (cc) tussen de twee bumperdelen (9) kan worden ingesteld. De derde verbindingsmiddelen (10) omvatten tweede accumuleermiddelen (11), hier in de vorm van een pneumatische accumulator c.q. cilinder, voor het accumuleren van mechanische energie. Zo kan een bumperdeel (9) bij een botsing een stoot opnemen waarbij de botsingsenergie dan min of meer gedoseerd middels de pneumatische accumulator (11) c.q. cilinder wordt doorgegeven aan het andere bumperdeel (9).
Bij een botsing met bijvoorbeeld een ander voertuig, zie figuur 3, waarbij een bumperdeel (9), hier het linker, wordt geraakt, zal dat bumperdeel (9) naar achteren scharnieren (D) en het andere bumperdeel (9), hier het rechter, in een reactie daarop juist naar voren scharnieren (D). Zo wordt de stoot van de botsing beter opgevangen, waarbij ook- de massa’s van aan de bumperdelen (9) opgehangen eerste frontgewichten (13) een rol spelen.
Het moge duidelijk zijn dat de uitvinding niet is beperkt tot de gegeven uitvoeringsvoorbeelden, maar dat binnen het kader van de conclusies allerlei voor een deskundige voor de hand liggende varianten mogelijk zijn. Zo kan de uitvinding ook met voordeel worden toegepast bij een fronthefinrichting in een niet-gangbare uitvoering, bijvoorbeeld een fronthefinrichting met slechts een enkele heflat of met meer dan twee heflatten of met heflatten met een niet-standaard vorm. Ook kan een fronthefinrichting volgens de uitvinding worden aangebracht op een ander voertuig dan een trekker, en eventueel ook aan de achterzijde van een trekker of een ander voertuig en zo een beveiligde ‘achterhefïnrichting7‘achterhef vormen.
Gebruikte termen en referentienummers 1 (fronthef)inrichting (‘fronthef) 2 eerste inrichtingsdeel (‘swinger’) 3 eerste verbindingsmiddelen (‘swinger’ - trekker) 4 tweede inrichtingsdeel (‘heflat’/‘hefarm’) 5 beveiligingsmiddelen 6 tweede verbindingsmiddelen (beveiligingsmiddelen - ‘swinger’) 7 eerste accumuleermiddelen (tussen beveiligingsmiddelen en ‘swinger’) 8 bumper 9 bumperdeel 10 derde verbindingsmiddelen (twee bumperdelen) 11 tweede accumuleermiddelen (tussen twee bumperdelen) 12 eerste bevestigingsmiddelen (eerste ‘frontgewicht’ - beveiligingsmiddelen) 13 eerste zwaar voorwerp (eerste‘frontgewicht’) 14 tweede bevestigingsmiddelen (tweede ‘frontgewicht’ - ‘swinger’) 15 tweede zwaar voorwerp (tweede‘frontgewicht’) 16 trekker 17 ruimte (tussen trekker en ondergrond) 18 ondergrond ot hoek (tussen twee bumperdelen) deel (van ‘swinger’) vierde verbindingsmiddelen (twee delen van ‘swinger’) derde accumuleermiddelen (tussen twee delen van ‘swinger’) eerste instelmiddelen (hoek tussen twee bumperdelen) tweede instelmiddelen (hoek tussen twee delen van ‘swinger’) A eerste schamieras (‘swinger’en trekker) B tweede schamieras (‘heflatten’ en ‘swinger’) C centrale as (van trekker) D derde schamieras (bumperdelen en‘swinger’)
Claims (35)
1. Fronthefinrichting (1) ingericht en geschikt voor te worden aangebracht op een trekker, de inrichting omvattende: - een eerste inrichtingsdeel (2) ingericht en geschikt voor middels daartoe voorziene eerste verbindingsmiddelen (3) onderling beweegbaar te worden verbonden met een trekker; en - twee tweede inrichtingsdelen (4) scharnierend verbonden met het eerste inrichtingsdeel, met het kenmerk, dat de inrichting tevens beveiligingsmiddelen (5) omvat welke middels daartoe voorziene tweede verbindingsmiddelen (6) zijn verbonden met het eerste inrichtingsdeel.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de beveiligingsmiddelen onderling beweegbaar met het eerste inrichtingsdeel zijn verbonden en dat de tweede verbindingsmiddelen eerste accumuleermiddelen (7) omvatten, bijvoorbeeld een elastisch rubberen lichaam, of een verend, bijvoorbeeld spiraal vormig, orgaan of een hydraulische of pneumatische accumulator, ingericht en geschikt voor het accumuleren van mechanische energie.
3. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de beveiligingsmiddelen een bumper (8) omvatten.
4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de bumper twee bumperdelen (9) omvat welke zich zijdelings van het eerste inrichtingsdeel uitstrekken elk aan een zijde daarvan.
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de bumperdelen onderling beweegbaar met elkaar zijn verbonden middels daartoe voorziene derde verbindingsmiddelen (10).
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de derde verbindingsmiddelen eerste instelmiddelen omvatten ingericht en geschikt voor het instellen van een hoek (a) tussen de twee bumperdelen.
7. Inrichting volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat de derde verbindingsmiddelen tweede accumuleermiddelen (11) omvatten, bijvoorbeeld een elastisch rubberen lichaam, of een verend, bijvoorbeeld spiraal vormig, orgaan of een hydraulische of pneumatische accumulator, ingericht en geschikt voor het accumuleren van mechanische energie.
8. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het eerste inrichtingsdeel twee delen omvat waarbij een eerste bumperdeel is verbonden met een eerste van de twee delen en een tweede bumperdeel is verbonden met een tweede van de twee delen en dat de twee delen onderling beweegbaar met elkaar zijn verbonden middels daartoe voorziene vierde verbindingsmiddelen.
9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de vierde verbindingsmiddelen tweede instelmiddelen omvatten ingericht en geschikt voor het instellen van een hoek tussen de twee delen c.q. de twee bumperdelen.
10. Inrichting volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat de vierde verbindingsmiddelen derde accumuleermiddelen omvatten, bijvoorbeeld een elastisch rubberen lichaam, of een verend, bijvoorbeeld spiraal vormig, orgaan of een hydraulische of pneumatische accumulator, ingericht en geschikt voor het accumuleren van mechanische energie.
11. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de beveiligingsmiddelen c.q. de bumper c.q. een bumperdeel zijn c.q. is voorzien van eerste bevestigingsmiddelen (12) ingericht en geschikt voor het daaraan bevestigen van een eerste zwaar voorwerp (13).
12. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het eerste inrichtingsdeel is voorzien van tweede bevestigingsmiddelen (14) ingericht en geschikt voor het daaraan bevestigen van een tweede zwaar voorwerp (15).
13. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de beveiligingsmiddelen c.q. de bumper c.q. een bumperdeel zijn c.q. is voorzien van markeringen.
14. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de beveiligingsmiddelen c.q. de bumper c.q. een bumperdeel zijn c.q. is voorzien van ten minste één reflector.
15. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de beveiligingsmiddelen c.q. de bumper c.q. een bumperdeel zijn c.q. is voorzien van verlichting.
16. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de beveiligingsmiddelen c.q. de bumper c.q. een bumperdeel zijn c.q. is voorzien van ten minste één parkeersensor.
17. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de beveiligingsmiddelen c.q. de bumper c.q. een bumperdeel zijn c.q. is voorzien van bumperstokken c.q. een bumperstok.
18. Combinatie van een trekker (16) en een fronthefinrichting (1) ingericht en geschikt voor te worden aangebracht op een trekker, de inrichting omvattende: - een eerste inrichtingsdeel (2) ingericht en geschikt voor middels daartoe voorziene eerste verbindingsmiddelen (3) onderling beweegbaar te worden verbonden met de trekker; en - twee tweede inrichtingsdelen (4) scharnierend verbonden met het eerste inrichtingsdeel, met het kenmerk, dat de combinatie tevens beveiligingsmiddelen (5) omvat welke middels daartoe voorziene tweede verbindingsmiddelen (6) zijn verbonden met het eerste inrichtingsdeel.
19. Combinatie volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat de beveiligingsmiddelen, in een gebruikstoestand van de combinatie, een ruimte (17) tussen de trekker en een ondergrond (18) afschermen.
20. Combinatie volgens conclusie 18 of 19, met het kenmerk, dat de beveiligingsmiddelen onderling beweegbaar met het eerste inrichtingsdeel zijn verbonden en dat de tweede verbindingsmiddelen eerste accumuleermiddelen (7) omvatten, bijvoorbeeld een elastisch rubberen lichaam, of een verend, bijvoorbeeld spiraalvormig, orgaan of een hydraulische of pneumatische accumulator, ingericht en geschikt voor het accumuleren van mechanische energie.
21. Combinatie volgens een der conclusies 18-20, met het kenmerk, dat de beveiligingsmiddelen een bumper (8) omvatten welke bumper zich, in een gebruikstoestand van de combinatie, in hoofdzaak horizontaal en loodrecht op de hoofdas (C) van de trekker uitstrekt.
22. Combinatie volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat de bumper twee bumperdelen (9) omvat welke zich, in een gebruikstoestand van de combinatie, in hoofdzaak horizontaal en loodrecht op de hoofdas van de trekker zijdelings van het eerste inrichtingsdeel uitstrekken elk aan een zijde daarvan.
23. Combinatie volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat de bumperdelen onderling beweegbaar met elkaar zijn verbonden middels daartoe voorziene derde verbindingsmiddelen (10).
24. Combinatie volgens conclusie 23, met het kenmerk, dat de derde verbindingsmiddelen eerste instelmiddelen omvatten ingericht en geschikt voor het instellen van een hoek (a) tussen de twee bumperdelen.
25. Combinatie volgens conclusie 23 of 24, met het kenmerk, dat de derde verbindingsmiddelen tweede accumuleermiddelen (11) omvatten, bijvoorbeeld een elastisch rubberen lichaam, of een verend, bijvoorbeeld spiraalvormig, orgaan of een hydraulische of pneumatische accumulator, ingericht en geschikt voor het accumuleren van mechanische energie.
26. Combinatie volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat het eerste inrichtingsdeel twee delen omvat waarbij een eerste bumperdeel is verbonden met een eerste van de twee delen en een tweede bumperdeel is verbonden met een tweede van de twee delen en dat de twee delen onderling beweegbaar met elkaar zijn verbonden middels daartoe voorziene vierde verbindingsmiddelen.
27. Combinatie volgens conclusie 26, met het kenmerk, dat de vierde verbindingsmiddelen tweede instelmiddelen omvatten ingericht en geschikt voor het instellen van een hoek tussen de twee delen c.q. de twee bumperdelen.
28. Combinatie volgens conclusie 26 of 27, met het kenmerk, dat de vierde verbindingsmiddelen derde accumuleermiddelen omvatten, bijvoorbeeld een elastisch rubberen lichaam, of een verend, bijvoorbeeld spiraal vormig, orgaan of een hydraulische of pneumatische accumulator, ingericht en geschikt voor het accumuleren van mechanische energie.
29. Combinatie volgens een der conclusies 18-28, met het kenmerk, dat de beveiligingsmiddelen c.q. de bumper c.q. een bumperdeel zijn c.q. is voorzien van eerste bevestigingsmiddelen (12) ingericht en geschikt voor het aan de beveiligingsmiddelen c.q. de bumper c.q. het bumperdeel bevestigen van een eerste zwaar voorwerp (13).
30. Combinatie volgens een der conclusies 18-29, met het kenmerk, dat het eerste inrichtingsdeel is voorzien van tweede bevestigingsmiddelen (14) ingericht en geschikt voor het daaraan bevestigen van een tweede zwaar voorwerp (15).
31. Combinatie volgens een der conclusies 18-30, met het kenmerk, dat de beveiligingsmiddelen c.q. de bumper c.q. een bumperdeel zijn c.q. is voorzien van markeringen.
32. Combinatie volgens een der conclusies 18-31, met het kenmerk, dat de beveiligingsmiddelen c.q. de bumper c.q. een bumperdeel zijn c.q. is voorzien van ten minste één reflector.
33. Combinatie volgens een der conclusies 18-32, met het kenmerk, dat de beveiligingsmiddelen c.q. de bumper c.q. een bumperdeel zijn c.q. is voorzien van verlichting.
34. Combinatie volgens een der conclusies 18-34, met het kenmerk, dat de beveiligingsmiddelen c.q. de bumper c.q. een bumperdeel zijn c.q. is voorzien van ten minste één parkeersensor.
35. Combinatie volgens een der conclusies 18-34, met het kenmerk, dat de beveiligingsmiddelen c.q. de bumper c.q. een bumperdeel zijn c.q. is voorzien van bumperstokken c.q. een bumperstok.
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1042094A NL1042094B1 (nl) | 2016-10-07 | 2016-10-07 | Fronthefinrichting, tevens combinatie van een trekker en zo een fronthefinrichting |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1042094A NL1042094B1 (nl) | 2016-10-07 | 2016-10-07 | Fronthefinrichting, tevens combinatie van een trekker en zo een fronthefinrichting |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1042094B1 true NL1042094B1 (nl) | 2018-04-16 |
Family
ID=57737921
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1042094A NL1042094B1 (nl) | 2016-10-07 | 2016-10-07 | Fronthefinrichting, tevens combinatie van een trekker en zo een fronthefinrichting |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1042094B1 (nl) |
Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3749436A (en) * | 1971-08-09 | 1973-07-31 | H & H Manufacturing Co | Tractor bumper construction |
US3847427A (en) * | 1972-12-01 | 1974-11-12 | C Eshelman | Shiftable shock absorbing tire buffer |
US4437696A (en) * | 1981-10-09 | 1984-03-20 | Straub Gerald J | Movable truck bumper |
WO2003055723A1 (en) * | 2001-12-21 | 2003-07-10 | Volvo Lastvagnar Ab | Underrun protection device |
US20050051347A1 (en) * | 2003-09-05 | 2005-03-10 | Steinberger Dan P. | Suspension system for a three-point apparatus |
-
2016
- 2016-10-07 NL NL1042094A patent/NL1042094B1/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3749436A (en) * | 1971-08-09 | 1973-07-31 | H & H Manufacturing Co | Tractor bumper construction |
US3847427A (en) * | 1972-12-01 | 1974-11-12 | C Eshelman | Shiftable shock absorbing tire buffer |
US4437696A (en) * | 1981-10-09 | 1984-03-20 | Straub Gerald J | Movable truck bumper |
WO2003055723A1 (en) * | 2001-12-21 | 2003-07-10 | Volvo Lastvagnar Ab | Underrun protection device |
US20050051347A1 (en) * | 2003-09-05 | 2005-03-10 | Steinberger Dan P. | Suspension system for a three-point apparatus |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US4015870A (en) | Front protection device for motor vehicles | |
CA2187194C (en) | Safety guard | |
CN107128277A (zh) | 弹簧辅助锁定和释放小腿前端加强件 | |
SE1351442A1 (sv) | Förskjutbar skyddsanordning för fordon | |
US9527466B2 (en) | Offset impact countermeasures | |
CA2742443C (en) | Plow blade wing | |
US20150362295A1 (en) | Wire neutralization system | |
NL1042094B1 (nl) | Fronthefinrichting, tevens combinatie van een trekker en zo een fronthefinrichting | |
ES2240308T3 (es) | Apero para montar en un vehiculo. | |
SE466954B (sv) | Draganordning vid fordon | |
US20030066276A1 (en) | Mowing machine | |
US10358782B2 (en) | Plow assembly with wings | |
US4266818A (en) | Safety bumper for trucks | |
US20160106019A1 (en) | Device for folding the working tools of agricultural machinery | |
US20220112674A1 (en) | Side panel assembly for a snow plow | |
NL1005250C2 (nl) | Kunstmeststrooier. | |
US20030230904A1 (en) | Front frame upper-wheel wings and rear catwalk, fan and engine guard for trash compactor machines | |
KR101349971B1 (ko) | 차량 장착용 길어깨 예초장치 | |
US8789839B1 (en) | Removable fender for a road grader | |
NL2011570C2 (nl) | Bumpereinddeel, alsmede bumper voorzien van bumpereinddelen en tractor voorzien van de bumper. | |
EP2625943B1 (en) | An implement | |
CA2428930C (en) | Agricultural machine | |
FI20177094A1 (fi) | Menetelmä työlaitteen joustamiseksi ja työlaitteen joustomekanismi | |
US1914610A (en) | Snow plow | |
RU2361035C1 (ru) | Подвеска плужного снегоочистителя |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
RE | Seizure |
Free format text: SEIZURE, ENFORCEABLE ATTACHEMENT, INDIENING VAN EXECUTORIAAL BESLAG DOOR WITTEBROOD GERECHTSDEURWAARDER D.D. 19/06/2018 OP EEN AANDEEL IN HET OCTROOI OP VERZOEK VAN DE BESLOTEN VENNOOTSCHAP MET BEPERKTE AANSPRAKELIJKHEID PATENTPUNT FRANS C.M. VAN DE POL B.V. GEEXECUTEERDE /OCTROOIHOUDER IS HENK MARTIN BLOEMENDAL, HANDELEND ONDER DE NAAM ASSAP AGRICULTURAL SAFETY SOLUTIONS AND PRODUCTS. ZIE VERDER DE AKTE. Effective date: 20180619 |
|
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20211101 |