NL1040058C2 - Werkwijze voor het vervaardigen van een gewapende grondconstructie met een of meer schanskorven en een gewapende grondconstructie met een of meer schanskorven. - Google Patents

Description

Werkwijze voor het vervaardigen van een gewapende grondconstructie met een of meer schanskorven en een gewapende grondconstructie met een of meer schanskorven.

De uitvinding betreft een werkwijze voor het vervaardigen van een gewapende grondconstructie en een gewapende grondconstructie. Gewapende grondconstructies worden ook wel gestabiliseerde grondconstructies genoemd.

Gewapende grondconstructies zijn grondconstructies waarbij de grond verstevigd is met verstevigingelementen, bijvoorbeeld staal of geosynthetische materialen. Geosynthetische materialen kunnen onder meer geotextiel, geogrids, geonetten, en geomembramen omvatten.

Gewapende grondconstructies worden onder meer gebruikt om instabiele taluds te verstevigingen en/of worden gebruikt als brugopgang, dijk, verstevigd talud, landhoofd, kade of als deel daarvan.

Dergelijke gewapende grondconstructies worden soms van schanskorven voorzien. Een dergelijke afwerking van de wanden van de gewapende grondconstructie kan om verscheidene redenen geschieden, bijvoorbeeld vanwege architectonische redenen of uit esthetische of veiligheidsoverwegingen. Schanskorven, ook wel steenkorven genaamd, bevatten een schanskorf van een stevig gaasmateriaal, bij voorbeeld staaldraadgaas, en zijn gevuld met stenen of andere opvulmaterialen.

Deze schanskorven kunnen beschadigd raken, bijvoorbeeld vrij kort na het vervaardigen van de gewapende grondconstructie door bewegingen vanwege zetting van de grond of op een later tijdstip bijvoorbeeld omdat een voertuig tegen een schanskorf aan rijdt.

Ook kan er uitstulping plaatsvinden. Hierbij wordt de schanskorf door de stenen of ander opvulmateriaal uitgedrukt, waarbij een uitstulping of “buik” ontstaat. Een dergelijke uitstulping doet afbreuk aan het aanzicht van de schanskorf.

Indien beschadiging is opgetreden dienen de beschadigde schanskorven vervangen te worden.

Het vervangen van een schanskorf is kostbaar en tijdrovend en kan ook andere nadelen geven, zoals het moeten afsluiten van een verkeersader voor het vervangen van een beschadigde schanskorf.

Het is een doel van de uitvinding de kosten en de benodigde tijd voor aanbrengen van schanskorven en/of vervanging van een beschadigde schanskorf en/of de kans op beschadiging van een schanskorf te verminderen en/of een beter aanzicht te verkrijgen.

Hiertoe is de werkwijze volgens de uitvinding gekenmerkt doordat een verankeringsysteem wordt opgenomen in de gewapende grondconstructie, waarbij het verankeringsysteem bevestigingsmiddelen bevat die in verticale evenwijdige banen zijn opgesteld, en vervolgens een schanskorf in een langwerpige vorm wordt aangebracht, waarbij de zijkanten van de schanskorf worden vastgemaakt aan de bevestigingsmiddelen van het verankeringsysteem en de schanskorf vervolgens wordt opgevuld met opvulmateriaal.

In bestaande werkwijzen zijn ongevulde schanskorven doosvormig en worden na het vervaardigen van de gewapende grondconstructie voor een gewapende grondconstructie opgesteld en vervolgens, meestal door middel van straaldraden, aan de gewapende grondconstructie vastgemaakt en daarna gevuld met stenen. Dit is tijdrovend. Het is bovendien moeilijk tot vrijwel onmogelijk om op eenvoudige wijze een eenmaal geplaatste schanskorf, zeker als deze onder een andere schanskorf gezet is, te vervangen.

In de uitvinding wordt een schanskorf voor de schanskorf gebruikt dat een langwerpige vorm vertoont. De uiteinden van de schanskorf worden aan de bevestigingsmiddelen vastgezet en vervolgens wordt de schanskorf gevuld met stenen of ander opvulmateriaal. Dit bespaart tijd. Het is ook onderhoudsvriendelijker omdat het eenvoudiger is een beschadigde korf te vervangen.

Bij voorkeur zijn de bevestigingmiddelen geschikt voor het losneembaar bevestigen van de schanskorf.

Bij voorkeur vertoont de schanskorf een gebogen vorm. De gebogen vorm verhoogt de sterkte van de schanskorf. Verkleint de kans op en de mate van uitstulping na vullen en maakt het mogelijk grotere schanskorven te gebruiken.

Het opvulmateriaal kan bestaan uit stortsteen, breuksteen, lavasteen, vuursteen of ander materiaal zoals bij voorbeeld turfblokken.

Bij voorkeur is de vorm van de schanskorf dusdanig dat de zijkanten van de schanskorf een hoek vertonen tussen de 90 en 60, bij voorkeur tussen 88 en 70 graden met een vlak rakend aan de voorkant van de schanskorf. Een te kleine hoek heeft als gevolg dat het moeilijk wordt de delen van de schanskorf nabij de bevestigingmiddelen op te vullen. Bij voorkeur is de hoek tussen de 88 en 70 graden. Dat maakt stapelen van de lege schanskorven eenvoudig.

Bij voorkeur zijn de bevestigingsmiddelen met speling vastgezet. Hierdoor kunnen verschuivingen door zetting van de gewapende grondconstructie opgevangen worden.

Tijdens het bouwen van de grondconstructie treden de meeste zettingen op, maar ook na het bouwen treden zettingen op. Door enige speling toe te laten kunnen hierdoor ontstane onderlinge bewegingen worden opgevangen.

Hierdoor is de kans op vervormingen kleiner.

Een schanskorf kan na eventuele schade eenvoudig vervangen worden door de schanskorf los te maken van de verbindingselementen.

Bij voorkeur worden aan de verankeringmiddelen instelmiddelen bevestigd voor het instellen van de positie van een aan een verankeringmiddel gekoppeld schanskorf.

De instelmiddelen geven meer vrijheid in de positie van de schanskorven.

Omdat aan de verankeringmiddelen instelmiddelen zijn bevestigd voor instelbaar koppelen van het verankeringmiddel met een schanskorf, is de positie van de schanskorf instelbaar en kunnen de schanskorven nauwkeurig worden aangebracht.

Een gewapende grondconstructie volgens de uitvinding bevat een aantal grondvasthoudende lagen met een flexibel omhullingmateriaal en een vulmateriaal, waarbij het omhullingmateriaal aan een buitenkant voorzien is van een omslag, en verankeringmiddelen bevattende koppelingsmiddelen die in verticale evenwijdige banen zijn opgesteld voor het losneembaar koppelen van verankeringmiddelen met een schanskorf en een schanskorf in een langwerpige, gebogen vorm bevestigd aan de koppelingsmiddelen.

Bij voorkeur zijn aan de verankeringmiddelen instelmiddelen bevestigd.

Deze en verdere aspecten van de uitvinding worden hier volgend beschreven en geïllustreerd aan de hand van de tekening:

In de tekening toont:

Figuur 1 een stap in de werkwijze volgens de uitvinding;

Figuur 2 een vooraanzicht van een stapeling grondlagen met verankeringmiddelen en bevestigingsmiddelen;

Figuur 3 een bovenaanzicht van een gewapende grondconstructie met schanskorf;

Figuur 4 een perspectivisch aanzicht van een gewapende grondconstructie met schanskorf;

Figuren 5 en 6 een schanskorf voor een gewapende grondconstructie volgen de uitvinding;

Figuur 7 en stapeling van schanskorven zijaanzicht;

Figuur 8 een bovenaanzicht van een schanskorf bevestigd aan een grondconstructie

Figuur 9 een bovenzicht van een anker in de grondconstructie waaraan een bevestigingsmiddel is vastgemaakt waaraan een schanskorf is bevestigd.

De figuren zijn voorbeeldfiguren, gelijke onderdelen worden in de regel met gelijke verwijzingscijfers aangeduid.

Figuur 1 toont een gewapende grondconstructie 1 volgens de uitvinding, in dit voorbeeld geplaatst nabij bij een te verstevigen talud 2. Een eerste grondvasthoudende laag wordt aangebracht bevattende een flexibel omhullingmateriaal 3 en vulmateriaal 4. Dit proces wordt een aantal malen herhaald waardoor een aantal grondlagen op elkaar gestapeld worden. Tijdens of na het stapelen worden verankeringmiddelen 5 aangebracht. Deze kunnen tussen of in de grondlagen worden aangebracht. Aan de verankeringmiddelen 5 worden bevestigingmiddelen 6 aangebracht, in dit voorbeeld in de vorm van rails.

Figuur 2 toont een vooraanzicht. In dit voorbeeld zijn de verankeringmiddelen tussen de grondlagen aangebracht en hierop zijn rails bevestigd.

Figuren 3 en 4 toont in boven- en perspectivisch aanzicht een verdere stap in de werkwijze volgens de uitvinding. Een nog ongevulde schanskorf 7 wordt bevestigd aan de bevestigingmiddelen 6. De uiteinden van de schanskorf worden aan de bevestigingsmiddelen vastgezet en vervolgens wordt de schanskorf gevuld met stenen of ander opvulmateriaal. Dit bespaart tijd. Het is ook onderhoudsvriendelijker omdat het eenvoudiger is een beschadigde korf te vervangen. De schanskorf heeft bij voorkeur een langwerpige gebogen vorm. In het kader van de uitvinding betekent dat aan de van de grondlagen afgewende zijde, de schanskorf niet vlak is, maar gebogen is.

Het opvulmateriaal kan bestaan uit stortsteen, breuksteen, lavasteen, vuursteen of ander materiaal zoals bij voorbeeld turfblokken. De schanskorf kan een rechthoekige doorsnede vertonen, maar vertoont bij voorkeur een gebogen vorm. De gebogen vorm in voorkeursuitvoeringen verhoogt de sterkte van de constructie en maakt het mogelijk grotere schanskorven te gebruiken.

Figuren 5 en 6 tonen enige details van een schanskorf in een voorkeursuitvoering. De breedte W is gelegen tussen 1 en 4 meter, de diepte D in het midden van de schanskorf is gelegen tussen 25 en 60 cm

Bij voorkeur is de vorm van de schanskorf dusdanig dat de zijkanten 7a (figuur 6) van de schanskorf een hoek a vertonen tussen de 90 en 60, bij voorkeur tussen 88 en 70 graden met een vlak rakend aan de voorkant van de schanskorf. Een te kleine hoek heeft als gevolg dat het moeilijk wordt de delen van de schanskorf nabij de bevestigingmiddelen op te vullen. Bij voorkeur is de hoek tussen de 85 en 70 graden. Dat maakt stapelen van de lege schanskorven eenvoudig als getoond in figuur 7. Een rechte hoek kan echter ook. De schanskorven hebben een zekere flexibiliteit en de zijkanten wijken enigszins uiteen bij opeenstapeling.

In bestaande werkwijzen dienen de doosvormige schanskorven ofwel off-side in doosvorm vervaardigd te worden en dan verplaatst te worden. De vervaardigde schanskorven nemen dan echter veel plaats in in of op het vervoermiddel. Het vervoer van de schanskorven is daardoor erg inefficiënt. Het alternatief is dat doosvormige schanskorven ter plekke vervaardigd worden uit staaldraadmatten. Dat is echter tijdrovend en vereist de aanwezigheid ter plekke van machines die de schanskorven uit matten kunnen knippen en/of vouwen.

De uitvinding heeft als voordeel dat de schanskorven in direct bruikbare vorm gestapeld kunnen worden. De naar de gewapende grondconstructie te vervoeren schanskorven kunnen efficiënt vervoerd worden en efficiënt en direct aangebracht worden.

Figuur 8 toont in meer detail een schanskorf 7 met zijkanten 7a. De breedte W is in dit voorbeeld gelegen tussen 100 centimeter en 400 centimeter, bij voorkeur tussen de 200 en 300 centimeter. De diepte Dl is gelegen tussen 25 cm en 60 cm, bij voorkeur tussen 30 en 50 cm. Aan de zijkanten 7a is de diepte D2 gelegen tussen 5 cm en 20 cm, bijvoorkeur tussen 7 en 13 cm.

De zijkanten 7a zijn vastgemaakt aan bevestigingsmiddelen 6.

Figuur 9 toont in doorsnede een dergelijke constructie. Een anker 10 is vastgezet in de grondconstructie. Een bevestigingsmiddel 5, in dit voorbeeld een ankerrail, is met behulp van een moer 11 vastgezet aan anker 10. Een hamerkopbout 8 klemt om de opstaande en omgebogen randen van ankerrail 6. Een plaatje 13 met een gat, bij voorbeeld een slobgat, steekt met beide zijden door schanskorf 7, met behulp van een moer 12 wordt het plaatje vastgezet en daarmee de schanskorf bevestigd. Er kunnen op meerdere plaatsen in de ankerrail 6 hamerkopbouten 8 geplaatst worden, De positie van de hamerkopbouten is in de lengterichting van de ankerrail vrij kiesbaar. Door een slobgat te gebruiken voor het plaatje 12 kan is ook de positie van het plaatje dwars op de ankerrail enigszins te variëren. De hamerkopbouten en de plaatjes bevatten daardoor instelmiddelen voor het instellen van de positie van een aan een verankeringmiddel 10 gekoppelde schanskorf 7. De moer wordt bij voorkeur aangedraaid met een momentsleutel. Hiermee kan de kracht die nodig is om de hamerkopbout in de rail te doen bewegen worden ingesteld. Bij verticale zettingen van de grondconstructie zal dan, boven een bepaalde kracht, instelbaar door het instellen van de momentsleutel, dus boven een bepaalde zetting, de hamerkopbout gaan bewegen in de rail, in verticale richting, dus omhoog of omlaag. Hierdoor kunnen zettingen in verticale richting, bijvoorbeeld door inzakking of inklinking van de gewapende grondconstructie, worden opgevangen.

De werkwijze en grondconstructie volgens de uitvinding biedt grote zekerheid en grote flexibiliteit voor de uiterlijke vormgeving van de grondconstructie. Dat beidt onder meer architecten veel vrijheid biedt bij het realiseren van hun ontwerp. In een wand van een grondconstructie kunnen verschillende typen schanskorven verwerkt worden.

Kort samengevat kan de uitvinding worden omschreven door:

Een gewapende grondconstructie wordt opgebouwd uit een aantal grondvasthoudende lagen. Verankeringelementen worden aangebracht. Aan deze verankeringelementen worden via bevestigingmiddelen opgesteld in verticale banen langwerpige schanskorven aangebracht. Bij voorkeur vertonen de schanskorven een gebogen vorm. Na aanbrengen van de lege schanskorven worden deze met vulmateriaal gevuld. Zettingen van de grond kunnen daarmee worden opgevangen.

Het zal duidelijk zijn dat in het kader van de uitvinding vele variaties mogelijk zijn en de uitvinding niet beperkt is tot de hierboven gegeven voorbeelden.

De bevestigingsmiddelen, waaronder de rails, kunnen verzonken in de gewapende grondconstructie zijn geplaatst, als schematisch getoond in figuur 9, of uitsteken uit de stapeling van grondlagen, als schematisch getoond in figuren 3 en 4. Indien de rails uitsteken, dan kunnen de schanskorven enigszins klemmend tussen de rails geplaatst zijn.

Claims (12)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een gewapende grondconstructie met het kenmerk dat doordat een verankeringsysteem (5) wordt opgenomen in de gewapende grondconstructie, waarbij het verankeringsysteem bevestigingsmiddelen (6) bevat die in verticale evenwijdige banen zijn opgesteld, en vervolgens een schanskorf (7) in een langwerpige vorm wordt aangebracht, waarbij de zijkanten van de schanskorf worden vastgemaakt aan de bevestigingsmiddelen van het verankeringsysteem en de schanskorf vervolgens wordt opgevuld met opvulmateriaal.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de schanskorf een gebogen vorm vertoont.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2 waarbij de bevestigingmiddelen geschikt zijn voor het losneembaar bevestigen van de schanskorf.

4. Werkwijze volgens conclusie 1,2 of 3, waarbij de schanskorf een vorm vertoont waarbij de zijkanten (7a) van de schanskorf een hoek vertonen tussen de 90 en 60, bij voorkeur tussen 88 en 70 graden met een vlak rakend aan de voorkant van de schanskorf.

5. Werkwijze volgens een der voorgaande constructie, waarbij aan de verankeringmiddelen instelmiddelen bevestigd zijn voor het instellen van de positie van een aan een verankeringmiddel gekoppeld schanskorf.

6. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de bevestigingsmiddelen rails en hamerkopbouten bevatten en waarbij een moer van de hamerkopbout met een geregeld moment wordt vastgedraaid.

7. Een gewapende grondconstructie bevattende een aantal grondvasthoudende lagen met een flexibel omhullingmateriaal (3) en een vulmateriaal (4), waarbij het omhullingmateriaal aan een buitenkant voorzien is van een omslag, en een verankeringsysteem, waarbij het verankeringsysteem bevestigingsmiddelen bevat die in verticale evenwijdige banen zijn opgesteld, en een schanskorf in een langwerpige vorm bevat, waarbij de zijkanten van de schanskorf zijn vastgemaakt aan de bevestigingsmiddelen van het verankeringsysteem en met opvulmateriaal is opgevuld.

8. Gewapende grondconstructie volgens conclusie 7, waarbij de schanskorf een gebogen vorm vertoont.

9. Gewapende grondconstructie volgens conclusie 7 of 8, waarbij de bevestigingmiddelen geschikt zijn voor het losneembaar bevestigen van de schanskorf. •J"

10. Gewapende grondconstructie volgens conclusie 7, 8 of 9, waarbij de schanskorf een vorm vertoont waarbij de zijkanten van de schanskorf een hoek vertonen tussen de 90 en 60, bij voorkeur tussen 88 en 70 graden met een vlak rakend aan de voorkant van de schanskorf.

11. Gewapende grondconstructie volgens een der conclusies 7 tot en met 10, waarbij aan verankeringmiddelen instelmiddelen voor het instellen van de positie van een aan een verankeringmiddel gekoppelde schanskorf (6) zijn vastgemaakt.

12. Gewapende grondconstructie volgens een der conclusies 7 tot en met 11 waarbij de bevestigingsmiddelen rails en hamerkopbouten bevatten.