NL1038286C2

NL1038286C2 - Drukverdeler voor een pijpleiding.

Info

Publication number: NL1038286C2
Application number: NL1038286A
Authority: NL
Inventors: Johannes Gerhardus Joseph Buijvoets; Diederick Christophe Johan Theodoor Buijvoets; Christianne Francisca Alynda Marthe Buijvoets; Maritta Denise Buijvoets
Original assignee: Buijvoets Beheer Bv
Priority date: 2010-10-03
Filing date: 2010-10-03
Publication date: 2012-04-05
Also published as: WO2012045433A1

Description

Drukverdeler voor een pijpleiding

De uitvinding heeft betrekking op een constructie voor een pijpleiding, dat gebruikt kan worden bij het 5 spiraliserenvan een pijpleiding, omvattende een langwerpig gebogen pijpstuk, voorzien van een koppelstuk die aan een pijpleiding kan worden vastgezet. Het gaat hierbij in het bijzonder om het construeren van de eerste drijvende cirkel en het laatste stuk van pijpleiding bij het produceren van 10 een drijvende spiraal op water zoals oa. wordt beschreven in patent PCT/EP2008/008062.

Bij het elastisch vervormen van een stalen of enigzins anders gelegeerde pijpleiding is het moeilijk om het uiteinde van de pijp in dezelfde mate te vervormen als de 15 rest van de pijpleiding. Dit komt omdat er op het uiteinde van de pijp moeilijk een moment is uit oefenen die voor voldoende buiging van de pijp zorgdraagt. Bij het uitoefenen van een kracht op het uiteinde van een pijp zal het effect zijn dat de pijp ongelijk vervormd wordt. Aan 20 het uiteinde zal de doorbuiging minimaal zijn terwijl op grotere afstand van het uiteinde van de pijp waarop een kracht wordt uitgeoefend een grotere doorbuiging zal plaatsvinden.

Bij het produceren van de eerste bijna-cirkel van een 25 spiraal als beschreven in patent PCT/EP2008/008062 is het nadeel van deze onevenredige vervorming is dat het uiteinde van de pijpleiding in de volgende gang van de spiraal zal drukken. Dit geeft een puntbelasting op zowel het uiteinde van de pijp als op de volgende gang van de spiraal. Dat de 30 pijp hierdoor beschadigd raakt is niet alleen denkbeeldig. Bij het uiteinde in de buitenste gang van de spiraal als beschreven in patent PCT/EP2008/008062 heeft hetzelfde plaats allen met het verschil dat de pijp geen aansluiting kan vinden met de voorgaande gang van de spiraal.

35

De drukverdeler volgens uitvinding heeft het voordeel dat 1 0 3 8 2 8 6 2 de druk wordt verdeeld over een langere lengte op een zodanige manier dat er geen hoge belasting op de volgende of vorige gang van de pijpleidingspiraal zal optreden. Hiertoe zal het langwerpige kromme pijpstuk volgens de 5 uitvinding in toenemende mate naar het uiteinde toe een kleinere buigstraal bevatten die verkregen is door bijvoorbeeld een plastische vervorming van een pijp.

Aan het uiteinde zal het opzetstuk in niet belaste staat bijvoorbeeld dezelfde buigstraal hebben als dat een pijp 10 wanneer die maximaal elastisch gebogen zou zijn, terwijl het begin van het opzetstuk vlak bij het koppelstuk recht uitgevoerd wordt. Van begin tot einde zal het langwerpige kromme pijpstuk dus een geleidelijk verlopende kleinere buigstraal krijgen.

15 Grotere pijpen kunnen worden gebogen met behulp van buigmachines die de pijp op bepaalde afstanden, dus niet continue, plastisch kunnen buigen. Door de afstand tussen de buigingen te vergroten of te verkleinen of de mate van plastische vervorming te veranderen kan men de buigstraal 20 stapsgewijs over de lengte van het opzetstuk veranderen. Een andere wijze om een kromme pijp te verkrijgen zou er uit kunnen bestaan om stukken pijp onder een hoek aan elkaar te lassen.

De lengte van het langwerpige kromme pijpstuk is 25 afhankelijk van de diameter en de wanddikte van de pijp.

Een gunstige realisatie van de uitvinding heeft het kenmerk, dat de buigstraal aan het uiteinde van het langwerpige gebogen stuk pijp overeen komt met de 30 buigstraal van de ernaast liggende winding van de te produceren drijvende spiraal en de buigstraal naar het begin toe, waar de drukverdeler aan de pijpleiding word vastgemaakt, groter wordt.

35 Een zeer gunstige realisatie heeft het kenmerk dat het langwerpige kromme pijpstuk volgens de uitvinding is 3 voorzien van een draai mechanisme zodat het langwerpige kromme pijpstuk kan draaien om de lengteas van de pijpleiding waaraan ze is gekoppeld.

5 Een verder gunstige realisatie heeft het kenmerk dat de drukverdeler volgens de uitvinding is voorzien van verbindingsmiddelen om het langwerpige kromme pijpstuk vast te kunnen zetten op een pijpleiding in een gekozen positie zodat de langwerpige kromme pijpstuk niet meer kan draaien 10 om de lengteas van de pijpleiding waaraan ze is gekoppeld.

Een verder gunstige uitvoeringsvorm heeft het kenmerk dat de drukverdeler één of meerdere aangrijpingspunten heeft 15 zodat er een kracht op de drukverdeler kan worden uitgeoefend die voor een elastische doorbuiging moet zorgen.

Een verder gunstige uitvoeringsvorm heeft het kenmerk dat 20 de bovenzijde van het langwerpige kromme pijpstuk zo breed is dat dit wanneer het in een vloeistof bevindt door haar eigen drijfvermogen van zichzelf in de juiste positie zal draaien.

25 Een verder gunstige uitvoeringsvorm heeft het kenmerk dat de drukverdeler aan de binnenzijde van de bocht een geleider heeft waarin de vorige winding van de spiraal kan worden geleid 30 Een eveneens gunstige uitvoeringsvorm heeft het kenmerk dat de drukverdeler aan de buitenzijde van de bocht een geleider heeft waarin de volgende winding van de spiraal kan worden geleid 35 Een verder gunstige uitvoeringsvorm heeft het kenmerk dat de geleider fasciliteiten heeft om de in de geleider j 4 geleide pijpleiding vast te zetten.

Een eveneens gunstige uitvoeringsvorm heeft het kenmerk dat de op het langwerpige kromme pijpstuk aangebrachte geleider 5 bestaat uit segmenten die scharnierend worden bevestigd.

Dit heeft het voordeel dat er bij buiging, plaatselijk minder snel grote spanningen zullen optreden die tot vervorming kunnen leiden.

10 Een eveneens gunstige uitvoeringsvorm heeft het kenmerk dat de drukverdeler of de afzonderlijke onderdelen luchtdicht zijn afgesloten.

Dit heeft het voordeel dat dit een positieve bijdrage zal leveren bij het drijvend houden van de drukverdeler als zij 15 in een vloeistof wordt gebruikt.

De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de volgende figuren, waarbij: 20

Fig. 1 een mogelijke toepassing van de drukverdeler in een spiraal weergeeft;

Fig. 2a een mogelijke uitvoering van een drukverdeler voor een binnen ring van een spiraal 25 met de verschillende componenten in een niet geïnstalleerde situatie weergeeft;

Fig. 2b een mogelijke uitvoering van de drukverdeler voor een buiten ring van een spiraal met de verschillende componenten in een niet 30 geïnstalleerde situatie weergeeft;

Fig. 3 een mogelijke uitvoering van de drukverdeler in een geïnstalleerde situatie weergeeft;

De figuur 1 stelt een elastisch gebogen pijpleiding 3 voor 35 die is gebogen tot een spiraal en wordt versleept door twee sleepboten 15. Figuur 1 geeft een een mogelijke toepassing 5 weer waarbij drukverdelers kunnen worden toegepast aan de uiteinden van een pijpleiding 3.

Bij het spiraliseren van pijpleiding 3 in het elastische gebied is het bijzonder moeilijk om de uiteinden van de 5 pijpleiding in de goede geometrische vorm te krijgen omdat een kracht die wordt uitgeoefend door de kabels 10 op de uiteinden geen groot genoeg moment kan leveren die voldoende groot is om de pijpleiding aan het einde voldoende te vervormen.

10

Figuur 2a geeft een mogelijke uitvoering weer van een drukverdeler bestaande uit een langwerpige krom pijpstuk 8 en koppelstuk 2 die niet op schaal zijn getekend. De lengte van de drukverdeler is afhankelijk van de doorsnede 15 en de wanddikte van de pijpleiding 3.

Koppelstuk 2 kan in het verlengde van en aan pijpleiding 3 gelast worden.

Het langwerpige kromme pijpstuk 8 wordt in koppelstuk 2 geschoven waarbij het uiteinde van het langwerpige kromme 20 pijpstuk 8 een verjonging 13 heeft die precies in koppelstuk 2 past. In de verjonging 13 van het langwerpige kromme pijpstuk 8 is een sleuf 6 aangebracht waar de bouten 5 van het koppelstuk 2 in vast gezet kunnen worden zodat het langwerpige kromme pijpstuk 8 niet meer kan bewegen.

25 Aan het einde van het langwerpige kromme pijpstuk 8 zijn twee bevestigingsogen 9 gemaakt waarop een kracht kan worden uitgeoefend zodat op het langwerpige kromme pijpstuk 8 een moment zal ontstaan die in de richting van verjonging 13 steeds groter wordt en die er voor zorgt dat het 30 langwerpige kromme pijpstuk 8 en ook pijpleiding 3 gaat buigen.

Het langwerpige kromme pijpstuk 8 is nabij de twee bevestigingsogen 9 het meest plastisch verbogen terwijl bij de verjonging 13 nagenoeg geen plastiche verbuiging heeft 35 plaats gehad. De plastische verbuiging van het langwerpige kromme pijpstuk 8 verloopt geleidelijk van maximaal bij de 6 twee bevestigingsogen 9 tot bijna nul graden verbuiging bij de verjonging 13. Door een bepaalde kracht uit te oefenen op de twee bevestigingsogen 9 in de richting van een denkbaar middelpunt van het langwerpige kromme pijpstuk 8 5 wordt het langwerpige kromme pijpstuk 8 gelijkmatig over de volle lengte elastisch gebogen.

In figuur 2a is tevens een geleiding getekend die bestaat uit meerdere segmenten 4 die op het langwerpige kromme pijpstuk 8 zijn aangebracht. In de segmenten 4 zijn sleuven 10 14 aangebracht waardoor een band gehaald kan worden zodat een voorgaande gang van de spiraal als in figuur 1 kan worden vastgezet. Eventueel kunnen de segmenten scharnierend worden aangebracht.

15 Figuur 2b geeft een mogelijke uitvoering weer van een drukverdeler bestaande uit een langwerpige krom pijpstuk 1 en koppelstuk 2 die niet op schaal zijn getekend. De lengte van de drukverdeler is afhankelijk van de doorsnede en de wanddikte van de pijpleiding 3.

20 Koppelstuk 2 kan in het verlengde van pijpleiding 3 worden gelast.

Het langwerpige kromme pijpstuk 1 wordt in koppelstuk 2 geschoven waarbij het uiteinde van het langwerpige kromme pijpstuk 1 een verjonging 13 heeft die precies in 25 koppelstuk 2 past. In de verjonging 13 van het langwerpige kromme pijpstuk 1 is rondom een sleuf 6 aangebracht waar de bouten 5 van het koppelstuk 2 in vast gezet kunnen worden zodat het langwerpige kromme pijpstuk 1 niet meer kan bewegen.

30 Aan het einde van het langwerpige kromme pijpstuk 1 is een bevestigingsoog 7 gemaakt waarmee een kracht kan worden overgebracht op het langwerpige kromme pijpstuk 1 die voor een moment zorgt dat eerst het langwerpige kromme pijpstuk 1 doet buigen en ook pijpleiding 3 laat buigen in het 35 elastische gebied.

het langwerpige kromme pijpstuk 1 is nabij het 7 bevestigingsoog 7 het meest plastisch verbogen terwijl bij de verjonging 13 bijna geen plastiche verbuiging heeft plaats gehad. De plastische verbuiging van het langwerpige kromme pijpstuk 1 verloopt geleidelijk van maximaal bij het 5 bevestigingsoog 7 tot nul graden verbuiging bij de verjonging 13. Door een kracht uit te oefenen op het bevestigingsoog 7 in de richting van een denkbaar middelpunt van het langwerpige kromme pijpstuk 1 wordt het langwerpige kromme pijpstuk 1 gelijkmatig over de volle 10 lengte gebogen.

In figuur 2b is tevens een geleiding getekend die bestaat uit meerdere segmenten 4 die op het langwerpige kromme pijpstuk 1 zijn aangebracht. In de segmenten 4 zijn sleuven 14 aangebracht waardoor een band gehaald kan worden zodat 15 een volgende gang van de spiraal als in figuur 1 kan worden vastgezet.

Figuur 3 geeft een drukverdeler weer in geïnstalleerde toestand.

20 Het koppelstuk2 is in het velengde van pijpleiding 3 gelast en het langwerpig kromme pijpstuk 1 is in het koppelstuk 2 -geschoven en met de bouten 5 vastgezet.

1038286

Claims

1. Drukverdeler voor een pijpleiding spiraal, omvattende een langwerpig krom pijpstuk, met het kenmerk, 5 dat de buigstraal aan het uiteinde van het langwerpige gebogen stuk pijp overeen komt met de buigstraal van de ernaast liggende winding van de te produceren spiraal en de buigstraal naar het begin toe, waar de drukverdeler aan de pijpleiding word vastgemaakt, groter wordt. 10

2. Drukverdeler volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het langwerpige kromme pijpstuk volgens de uitvinding is voorzien van een draai mechanisme zodat het langwerpige kromme pijpstuk kan draaien om de lengteas van de 15 pijpleiding waaraan ze is gekoppeld.

3. Drukverdeler volgens een der conclusies 1 en 2, met het kenmerk, dat de drukverdeler volgens de uitvinding is voorzien van verbindingsmiddelen om het langwerpige kromme 20 pijpstuk vast te kunnen zetten op een pijpleiding in een gekozen positie zodat de langwerpige kromme pijpstuk niet meer kan draaien om de lengteas van de pijpleiding waaraan ze is gekoppeld.

4. Drukverdeler volgens een der conclusie 1 t/m 3, met het kenmerk, dat de drukverdeler één of meerdere aangrijpingspunten heeft zodat er een kracht op de drukverdeler kan worden uitgeoefend die voor een elastische doorbuiging moet zorgen. 30

5. Drukverdeler volgens een der conclusie 1 t/m 3, met het kenmerk, dat de bovenzijde van het langwerpige kromme pijpstuk zo breed is dat dit wanneer het in een vloeistof bevindt door haar eigen drijfvermogen van zichzelf in de 35 juiste positie zal draaien. 1 0 3 8 2 86

6. Drukverdeler volgens een der conclusies 1 t/m 3, met het kenmerk, dat de drukverdeler aan de binnenzijde van de bocht een geleider heeft waarin de vorige winding van de spiraal kan worden geleid 5

7. Drukverdeler volgens een der conclusies 1 t/m 3, met het kenmerk, dat de drukverdeler aan de buitenzijde van de bocht een geleider heeft waarin de volgende winding van de spiraal kan worden geleid 10

8. Drukverdeler volgens een der conclusies 6 en 7, met het kenmerk, dat de geleider fasciliteiten heeft om de in de geleider geleide pijpleiding vast te zetten.

9. Drukverdeler volgens een der conclusies 6 en 7, met het kenmerk dat de geleider bestaat uit segmenten die scharnierend worden bevestigd.

10. Drukverdeler volgens een der conclusies 1 t/m 3, met 20 het kenmerk dat de drukverdeler of de afzonderlijke onderdelen luchtdicht zijn afgesloten. 1 0 3 8 2 86