NL1037137C2 - Kweekbed voor paddestoelen, en inrichting en werkwijze voor het kweken van paddestoelen. - Google Patents

Kweekbed voor paddestoelen, en inrichting en werkwijze voor het kweken van paddestoelen. Download PDF

Info

Publication number
NL1037137C2
NL1037137C2 NL1037137A NL1037137A NL1037137C2 NL 1037137 C2 NL1037137 C2 NL 1037137C2 NL 1037137 A NL1037137 A NL 1037137A NL 1037137 A NL1037137 A NL 1037137A NL 1037137 C2 NL1037137 C2 NL 1037137C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
control means
temperature control
culture
support surface
mushrooms
Prior art date
Application number
NL1037137A
Other languages
English (en)
Inventor
Rudi Wilhelmus Johannes Hubertus Coolen
Original Assignee
Verdellen Beheer B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Verdellen Beheer B V filed Critical Verdellen Beheer B V
Priority to NL1037137A priority Critical patent/NL1037137C2/nl
Priority to PCT/NL2010/000027 priority patent/WO2010095932A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1037137C2 publication Critical patent/NL1037137C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G18/00Cultivation of mushrooms
    • A01G18/60Cultivation rooms; Equipment therefor

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Mycology (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Mushroom Cultivation (AREA)

Description

Korte aanduiding: Kweekbed voor paddestoelen, en inrichting en werkwijze voor het kweken van paddestoelen.
BESCHRIJVING
5 De onderhavige uitvinding heeft volgens een eerste aspect betrekking op een kweekbed voor paddestoelen omvattende een permanent draagvlak en een ten opzichte van het permanent draagvlak verplaatsbaar tijdelijk draagvlak waarop zich bij toepassing een tijdelijke voedingsbodem voor paddestoelenteelt bevindt.
10 Een dergelijk kweekbed is bekend. Het bekende kweekbed is onderdeel van een stellage met staanders die een aantal boven elkaar gelegen, zich horizontaal uitstrekkende kweekbedden dragen. Het bekende kweekbed heeft een rooster als permanent draagvlak, waarover als tijdelijk draagvlak een doek is getrokken waarop zich de voedingsbodem van compost met broed en bijvoedmiddel 15 voor te kweken paddestoelen bevindt. Onder het permanent draagvlak bevindt zich een laag van warmte-isolatiemateriaal om te voorkomen dat warmte aan de onderkant van het kweekbed van het kweekbed aan de omgeving wordt afgegeven. De voedingsbodem is gewoonlijk bedekt met dekaarde. Een bekend kweekbed voor het kweken van champignons is gevuld met ongeveer 90 kg/m2 voedingsbodem en 20 ongeveer 40 l/m2 dekaarde. Gedurende een periode van enkele weken worden uit de voedingsbodem paddestoelen opgekweekt en geoogst. Na verloop van tijd is de activiteit van de voedingsbodem onvoldoende voor een bedrijfsefficiënte kweek en wordt het doek met daarop de voedingsbodem en de dekaarde van het permanent draagvlak getrokken. Vervolgens wordt het doek als een lopende band over het 25 permanent draagvlak verplaatst, waarbij de voedingsbodem wordt afgevoerd en vervolgens een nieuwe voedingsbodem op het doek wordt gestort.
Een nadeel van het bekend kweekbed is dat de activiteit van de voedingsbodem relatief snel vermindert en al relatief snel moet worden vervangen, waardoor slechts een beperkt deel van de in de voedingsbodem aanwezige 30 kweekcapaciteit kan worden benut voordat de voedingsbodem dient te worden vervangen om op bedrijfsefficiënte wijze paddestoelen te kunnen kweken.
De onderhavige uitvinding beoogt daarom volgens het eerste aspect een kweekbed volgens de inleiding te verschaffen, waarmee een groter deel van de capaciteit van de voedingsbodem kan worden benut voor het bedrijfsefficiënt 1 03 7 1 3 7 2 kweken van paddestoelen. Dit doel wordt volgens de onderhavige uitvinding bereikt doordat zich onder de bij toepassing aanwezige tijdelijke voedingsbodem temperatuurbeheersingsmiddelen bevinden voor het kunnen beheersen van de temperatuur van de voedingsbodem, waarbij de temperatuurbeheersingsmiddelen 5 althans ten minste ten dele worden omgeven door isolatiemateriaal. Met de temperatuurbeheersingsmiddelen kan de temperatuur van de voedingsbodem zodanig worden beheerst, dat per kilo voedingsbodem meer paddestoelen kunnen worden gekweekt. Gebleken is dat bij toepassing van een dergelijke temperatuurbeheersing minder, in gunstige gevallen ongeveer de helft minder, 10 voedingsbodem nodig is in vergelijking met een bekend kweekbed zonder toepassing van dergelijke temperatuurbeheersingsmiddelen. Bovendien hoeft de voedingsbodem in vergelijking met bij het bekende kweekbed minder snel te worden vervangen. Door de temperatuurbeheersing kunnen in de voedingsbodem aanwezige actieve stoffen langer in voldoende mate worden geactiveerd dan bij het 15 bekend kweekbed. Anders gesteld kunnen ook nog bij een relatief lage concentratie broed en bijvoedmiddel in de compost op bedrijfsefficiënte wijze paddestoelen worden gekweekt. De isolatiemiddelen zorgen voor een efficiënte warmtetoe- en -afvoer. Zo is het mogelijk om de temperatuurbeheersingsmiddelen daar vrij te laten waar een effectieve warmte-overdracht tussen temperatuurbeheersingsmiddelen de 20 voedingsbodem kan worden gerealiseerd, dus tussen isolatiemateriaal en een zich daarboven bevindende voedingsbodem. Andere delen van de temperatuurbeheersingsmiddelen kunnen voor zover mogelijk worden omgeven door isolatiemateriaal om warmte-overdracht tussen de temperatuurbeheersingsmiddelen en de omgeving te beperken. Aldus is de doelstelling van de onderhavige 25 uitvinding bereikt.
In kweekruimten voor champignons zijn al wel verwarmingsmiddelen aanwezig. Het betreft echter luchtverwarming waarbij de temperatuur van een kweekbed redelijk constant wordt gehouden door de warme omgevingslucht, die in veel mindere mate en met relatief grote vertraging effect heeft op de temperatuur 30 ' van de voedingsbodem. Bovendien is de omgevingslucht maar beperkt geschikt voor het beïnvloeden van de temperatuur van de voedingsbodem, omdat ook aan de omgevingslucht waarin de paddestoelen groeien eisen worden gesteld, zoals een beperkt geschikt temperatuurbereik en een minimum aan luchtverplaatsing. De verwarmingsinrichting voor verwarming van de lucht mag vanwege genoemde 3 matige invloed en de optredende vertraging niet als temperatuurbeheersings-inrichting worden beschouwd. In ieder geval strekt die luchtverwarmingslnrichting zich niet uit onder de bij toepassing aanwezige tijdelijke voedingsbodem.
Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding 5 omvat het isolatiemateriaal een plaatvormig isolatie-element, waarin temperatuurbeheersingsmiddelen tenminste ten dele zijn opgenomen. Zo kunnen zich bijvoorbeeld fluïdumleidingen aan de bovenkant van het plaatvormig isolatie-element uitstrekken, waarbij de bovenkant van de fluïdumleidingen wordt vrijgelaten voor het afgeven en/of opnemen van warmte aan respectievelijk van de 10 voedingsbodem. Dit is een eenvoudige oplossing met een goede isolatie ter voorkoming van warmte-overdracht tussen de tempteratuurbeheersingsmiddelen (fluïdumleidingen) de lucht in de kweekruimte.
Alternatief omvatten de temperatuurbeheersingsmiddelen temperatuurbeheersingsorganen, waarbij afzonderlijke temperatuurbeheersings-15 organen ten dele door afzonderlijke isolatie-elementen zijn omgeven. Zo kunnen bijvoorbeeld fluïdumleidingen als temperatuurbeheersingsorganen zich uitstrekken onder de voedingsbodem en deels worden omgeven door isolatiemateriaal niet een C-vormige dwarsdoorsnede, waarbij de opening zich aan de bovenzijde, althans gericht naar de voedingsbodem, bevindt. Aldus is minder isolatiemateriaal nodig 20 voor het inrichten van een kweekruimte.
Voor een goede warmte-overdracht tussen de temperatuurbeheersingsmiddelen en de voedingsbodem heeft het de voorkeur dat het tijdelijk draagvlak in verbinding staat met de temperatuurbeheersingsmiddelen. Deze verbinding kan rechtstreeks zijn of indirect, bijvoorbeeld via het permanent 25 draagvlak.
Het heeft de voorkeur dat de temperatuurbeheersingsmiddelen zich althans ten minste ten dele bevinden tussen het permanent draagvlak en het isolatiemateriaal. Zo kan de voedingsbodem via het draagvlak door de temperatuurbeheersingsmiddelen worden verwarmd of gekoeld. Wanneer het permanent 30 draagvlak is voorzien van luchtdoorgangen, in het bijzonder wanneer het permanent draagvlak een rooster betreft, kan een zeer efficiënte en directe warmte-overdracht plaatshebben tussen de temperatuurbeheersingsmiddelen en de voedingsbodem. Het isolatiemateriaal kan daarbij voorkomen dat warmte in een andere richting of vanuit een andere richting wordt overgedragen.
4
Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding omvatten de temperatuurbeheersingsmiddelen een fluïdumleiding die zich althans ten minste ten dele onder de tijdelijk aanwezige voedingsbodem uitstrekt. Onder de tijdelijke voedingsbodem is een (loze) ruimte aanwezig waar de fluïdumleiding zich 5 kan uitstrekken. Wanneer isolatiemateriaal onder de fluïdumleiding is voorzien, wordt voorkomen dat stralingswarmte vanuit de fluïdumleiding de temperatuur in een lagergelegen kweekbed kan beïnvloeden.
Om de temperatuur van de voedingsbodem goed te kunnen beheersen, heeft het de voorkeur dat de temperatuurbeheersingsmiddelen geschikt 10 zijn voor het afgeven van warmte aan en voor het opnemen van warmte van de voedingsbodem. Omdat de voedingsbodem voor paddestoelenteelt kan gaan broeden, is het niet alleen belangrijk dat de voedingsbodem kan worden verwarmd, maar moet de voedingsbodem ook kunnen worden gekoeld.
Voor het goed kunnen instellen van de temperatuurbeheersings-15 middelen heeft het de voorkeur dat temperatuursensoren zijn voorzien voor het waarnemen van de temperatuur van de voedingsbodem. De temperatuur in de voedingsbodem kan door op zich niet of nauwelijks ie beheersen factoren worden beïnvloed. Temperatuursensoren kunnen een snelle reactie door de temperatuur* beheersingsmiddelen op temperatuurveranderingen in de voedingsbodem onder* 20 steunen.
Bij toepassing van het kweekbed volgens de onderhavige uitvinding heeft het de voorkeur dat voor het telen van champignons ten hoogste 65 kg, verder bij voorkeur ten hoogste 55 kg, voedingsbodem per vierkante meter permanent draagvlak in het kweekbed aanwezig is. Omdat bij relatief gunstige temperatuur 25 mutatis mutandis relatief hoge opbrengsten in het kweekbed kunnen worden gerealiseerd, kan met 40 tot 50 kg voedingsbodem per vierkante meter de opbrengst van het eerder besproken bekende kweekbed evenaren of zelfs overstijgen.
Het tijdelijk draagvlak omvat bij voorkeur een doek. Een doek, 30 bijvoorbeeld een nylon doek, verschaft een geschikt draagvlak voor de voedingsbodem en is bovendien geschikt voor een gunstige warmte-overdracht tussen de onder het doek aanwezige temperatuurbeheersingsmiddelen en de voedingsbodem.
De onderhavige uitvinding heeft volgens een tweede aspect 5 betrekking op een kweekinrichting voor het kweken van paddestoelen, omvattende ten minste één afsluitbare ruimte met ten minste één stellage met een permanent draagvlak en middelen voor het over het permanent draagvlak aanbrengen van een tijdelijk draagvlak met daarop een tijdelijke voedingsbodem voor paddestoelenteelt.
5 Een dergelijke kweekinrichting is bekend en omvat een kweekbed van het eerder besproken bekende type. De onderhavige uitvinding beoogt volgens het tweede aspect een kweekinrichting te verschaffen waarmee een groter deel van de capaciteit van de voedingsbodem kan worden benut voor het bedrijfsefficiënt kweken van paddestoelen. Dit doel wordt volgens de onderhavige uitvinding bereikt 10 doordat zich onder de bij toepassing aanwezige tijdelijke voedingsbodem temperatuurbeheersingsmiddelen bevinden voor het beheersen van de temperatuur van de voedingsbodem. De voordelen van een dergelijke inrichting corresponderen met de voordelen die zijn besproken bij het eerste aspect van de onderhavige uitvinding.
15 Het heeft daarbij de voorkeur dat een kweekinrichting een kweekbed volgens het eerste aspect van de onderhavige uitvinding wordt toegepast.
Hei heeft daarbij bovendien de voorkeur dat de temperatuurbeheersingsmiddelen een fluïdumleiding omvatten die zich althans ten minste ten dele onder de tijdelijke voedingsbodem uitstrekt.
20 Bij voorkeur omvatten de temperatuurbeheersingsmiddelen een warmtebron en een koudebron, waarbij een warmtewisselaar is voorzien tussen de warmtebron en/of de koudebron enerzijds en de fluïdumleiding anderzijds. Aldus kan warmte die via de temperatuurbeheersingsmiddelen aan het kweekbed is onttrokken via een warmtewisselaar worden opgeslagen. Omgekeerd kan aldus 25 opgeslagen warmte via de warmtewisselaar worden toegepast voor het verwarmen van de voedingsbodem.
De onderhavige uitvinding heeft volgens een derde aspect betrekking op een werkwijze voor het kweken van paddestoelen, omvattende de stappen van: 30 a) het verschaffen van een afsluitbare ruimte met ten minste één permanent draagvlak; b) het over het ten minste ene permanent draagvlak aanbrengen van een tijdelijk draagvlak met een voedingsbodem voor paddestoelen; c) het onder beheerste omstandigheden in de ruimte laten groeien van 6 paddestoelen; d) het oogsten van paddestoelen; en e) het verwijderen van het tijdelijk draagvlak en de daarop gelegen voedingsbodem wanneer de activiteit van de voedingsbodem. Hierbij is stap c) een 5 continu proces dat in principe ononderbroken plaatsheeft tussen stap b) en stap e). Gedurende stap c) wordt stap d) in de regel meermaals uitgevoerd.
Een dergelijke werkwijze is bekend, maar heeft het nadeel dat de temperatuur in de voedingsbodem slechts in beperkte mate kan worden beheerst. In feite gebeurt dit hoofdzakelijk indirect als gevolg van de klimaatbeheersing in de 10 betreffende ruimte die temperatuurschommelingen in de voedingsbodem door de mate waarin die broeit compenseert. De onderhavige uitvinding beoogt aldus een dergelijke werkwijze te verschaffen, waarbij de temperatuurbeheersing in de voedingsbodem is verbeterd ten opzichte van de temperatuurbeheersing bij de bekende inrichting. Dit doel wordt door de onderhavige uitvinding bereikt, doordat bij 15 stap c) de temperatuur van de voedingsbodem wordt beheerst met behulp van temperatuurbeheersingsmiddelen die zich onder het tijdelijk draagvlak bevinden. De voordelen van een dergeiijke werkwijze zijn met betrekking tot de hierboven genoemde inrichtingen volgens het eerste en tweede aspect van de onderhavige uitvinding reeds besproken.
20 Het heeft de voorkeur, dat daarbij een kweekbed volgens het eerste aspect van de onderhavige uitvinding wordt toegepast. Ook hiervan zijn de voordelen reeds besproken, evenals die van een voorkeurswerkwijze waarbij de temperatuur van de voedingsbodem wordt verwarmd of gekoeld met behulp van door zich althans ten minste ten dele onder de voedingsbodem uitstrekkende 25 leidingen stromend fluïdum.
De onderhavige uitvinding zal hiernavolgend nader worden toegelicht onder verwijzing naar de bijgevoegde figuren, waarin:
Figuur 1 een langsdoorsnede-aanzicht toont van een kweekbed volgens de onderhavige uitvinding; en 30 Figuur 2 een schematische weergave is van een temperatuur- beheersingssysteem voor een kweekinrichting volgens de onderhavige uitvinding.
Figuur 1 toont een kweekbed 1 voor champignons. Het kweekbed 1 omvat een aantal staanders 2 waartussen zich langsliggers 3 uitstrekken. Tussen de langsliggers 3 strekken zich omgekeerde U-vormige dwarsprofielen 4 uit onder een 7 laag isolatiemateriaal 5 aan de bovenkant waar uitsparingen 6 zijn voorzien waardoorheen leidingen 7 voor water zich in de breedterichting uitstrekken die twee zich in de lengterichting uitstrekkende leidingen (niet getoond) aan weerszijden van het kweekbed 1 onderling verbinden. Boven het isolatiemateriaal 5 en de leidingen 7 5 strekt zich een rooster 8 uit dat aan de staanders 2 is bevestigd. Over het rooster 8 is een nylon doek 9 getrokken waarop zich een laag compost 10 met daarop dekaarde 11 bevindt, waarin champignons 12 groeien. Tussen de staanders 2 strekken zich zowel in de lengterichting als in de breedterichting van het kweekbed 1 kantplanken 13 uit.
10 Figuur 2 geeft een schematisch overzicht van een verwarmings-/ koelinstallatie 21 volgens de onderhavige uitvinding met een warmtebron 22 en een koudebron 23 met respectievelijke aanvoerleidingen 24, 25 en retourleidingen 26, 27 naar respectievelijk vanaf warmtewisselaar 28. De aanvoerleidingen 24, 25 zijn voorzien van thermostatische ventielen 29, 30. De retourleidingen 26, 27 zijn 15 voorzien van dompelvoelers 31 respectievelijk 32. Op de warmtewisselaar 28 is een circulatieleiding 33 voor het verwarmings-/koelsysteem voor de kweekbedden (niet getoond in figuur 1). De circuiatieieiding 33 staat in verbinding met een expansievat 34 en ontluchter 35 en is aangesloten op een circulatiepomp 36 die fluïdum uit circulatieleiding 33 via verdeler 37 en kogelafsluiters 38 naar leidingen 39 door 20 respectievelijke kweekbedden (niet getoond) pompt. Via regelventielen 40 stroomt het verwarmings- of koelwater naar verzamelaar 41 en vervolgens via circulatieleiding 33 terug naar warmtewisselaar 28. Verdeler 37 is voorzien van een overstortventiel 42 en verzamelaar 41 is voorzien van vul- en aftapkraan 43.
Nu kijkend naar figuur 1 wordt nylondoek 9 als tijdelijke drager voor 25 een tijdelijke voedingsbodem uit compost 10 en dekaarde 11 ondersteund door rooster 8. Wanneer de voedingsbodem onvoldoende kan worden geactiveerd ofwel onvoldoende rendeert voor het rendabel kweken van champignons 12 dat wil zeggen, als de voedingsbodem (te) weinig broed en/of bijvoedmiddelen meer bevat wordt het nylondoek 9 met de voedingsbodem en eventueel resterende 30 champignons 12 van het rooster 8 van het kweekbed 1 getrokken. Vervolgens wordt een nieuw nylondoek 9 gevuld met compost 10 en dekaarde 11 over rooster 8 getrokken. De activiteit van de voedingsbodem is afhankelijk van de concentratie van enzymen in de compost 10 en de temperatuur van de compost 10. Het kweekbed 1 staat gewoonlijk in een afgesloten, geconditioneerde ruimte, maar δ omdat compost 10 de neiging heeft te gaan broeien is de temperatuur van de compost 10 een factor die zonder voldoende besturing moeilijk kan worden beheerst. Hiertoe zijn na het vullen van het nylon doek handmatig weerstandsensoren 14 in de compost 10 gestoken, die via (niet getoonde) 5 bedrading temperatuurinformatie naar de besturingsinrichting sturen. De besturingsinrichting bepaalt op basis van de temperatuurinformatie van de weerstandsensoren 14 of de temperatuur in de voedingsbodem naar boven of juist naar beneden moet worden bijgesteld. Vervolgens bepaalt de gewenste temperatuur van het water dat door leidingen 7 (39 in figuur 2) dient te worden gevoerd. Warm 10 water zal warmte vanuit de leiding 7 afgeven naar boven en deze warmte zal worden opgenomen door de compost 10. Hoewel de leidingen 7 in figuur 1 op afstand van het rooster 8 zijn getekend, heeft het voor een goede warmte-overdracht de voorkeur dat de leidingen 7 direct contact maken met het rooster 7. Wanneer de compost 10 (te) warm is wordt juist een koelere vloeistof door leidingen 7 gevoerd, 15 waarbij water dat door leidingen 7 stroomt warmte zal opnemen en de compost 10 doet afkoelen. De temperatuurregeling kan worden ondersteund door informatie over temperatuur van naar het kweekbed 1 toegevoerd water en van hei kweekbed afgevoerd water. Bovendien is het mogelijk infraroodcamera’s boven het kweekbed 1 op te hangen voor het meten van de oppervlaktetemperatuur van het kweekbed 1. 20 Ook deze informatie kan worden teruggekoppeld naar de besturingsinrichting voor het bepalen of bijstellen van de gewenste temperatuur van het naar de leiding onder het kweekbed 1 toe te voeren water.
De besturingsinrichting kan zijn ingesteld voor het regelen van de temperatuur van een geheel kweekbed, maar het is ook mogelijk dat het kweekbed 25 in compartimenten wordt verdeeld, zodat de temperatuur van het kweekbed per compartiment kan worden geregeld. De invloed van het broeien van de compost op de temperatuur kan in een kweekbed plaatselijk verschillen.
Aldus wordt de temperatuur van de compost 10 bestuurd voor het optimaal kunnen kweken van champignons 12. Daarbij hoeft niet altijd de voor 30 champignonkweek optimale temperatuur te worden nagestreefd. Het is ook mogelijk temperatuur zodanig te regelen dat vooraf kan worden bepaald dat de champignons 12 op een bepaald moment gereed zijn om te worden geoogst. Door een actieve sturing van de mate van groei met behulp van de verwarmings-/koelinstallatie kunnen aldus logistieke voordelen worden bereikt. Verder kan uit een vergelijkbare 9 hoeveelheid compost 10 meer opbrengst worden gerealiseerd dan bij een bekend systeem waarbij de temperatuur niet wordt bestuurd, omdat de compost langer bedrijfsefficiënt kan worden benut dan bij bekende kweekbedden.
De verwarmings*/koelinstallatie uit figuur 2 spreekt voor zich en 5 behoeft geen nadere toelichting.
Hier voorgaand is slechts bij wijze van voorbeeld een voorkeurs-uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding beschreven. Het moge duidelijk zijn dat hierop verschillende, al dan niet voor de vakman voor de hand liggende, varianten denkbaar zijn binnen de beschermingsomvang van de onderhavige 10 uitvinding die wordt gedefinieerd door de hiernavolgende conclusies. Zo is de beschrijving gericht op de kweek van champignons, maar is het uiteraard mogelijk ook andere soorten paddestoelen in een vergelijkbaar kweekbed te kweken. Daarbij kan een ander type compost of een andere verhouding tussen compost en dekaarde op het nylondoek zijn aangebracht. Momenteel wordt nylondoek veelvuldig 15 toegepast voor kweekbedden van paddestoelen, maar het moge duidelijk zijn dat ook doeken van andere materialen kunnen worden toegepast. Het kweekbed van een kweekinrichiing kan ook anders zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld ais een permanent draagvlak waarop kisten met voedingsbodem worden geplaatst, die voor het oogsten van champignons of ter verversing van de voedingsbodem van het 20 permanent draagvlak worden genomen. De leidingen die zich onder het kweekbed uitstrekken hoeven niet in uitsparingen van isolatiemateriaal te zijn opgenomen. Het voordeel van fluïdumleidingen onder het rooster waarop het nylondoek ligt, is dat de fluïdumleidingen niet makkelijk kunnen beschadigen bij het verwisselen van het nylondoek en de voedingsbodem. In dit document is als voorbeeld een warm-25 /koudwaterleiding beschreven voor het transporteren van warmte/koude. In plaats van water kan een ander geschikt fluïdum worden gebruikt. Het is zelfs mogelijk warmte en koude op een andere manier dan door fluïdumleidingen naar en van het kweekbed te transporteren, bijvoorbeeld door stralingswarmte.
30 1 03 7 1 37

Claims (17)

1. Kweekbed voor paddestoelen omvattende een permanent draagvlak en een ten opzichte van het permanent draagvlak verplaatsbaar tijdelijk draagvlak 5 waarop zich bij toepassing een tijdelijke voedingsbodem voor paddestoelenteelt bevindt met het kenmerk, dat zich onder de bij toepassing aanwezige tijdelijke voedingsbodem temperatuurbeheersingsmiddelen bevinden voor het kunnen beheersen van de temperatuur van de voedingsbodem, welke temperatuurbeheersingsmiddelen althans ten minste ten dele worden omgeven door 10 isolatiemateriaal.
2. Kweekbed volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het isolatiemateriaal een plaatvormig isolatie-element omvat, waarin temperatuur beheersingsmiddelen tenminste ten dele zijn opgenomen.
3. Kweekbed volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 15 temperatuurbeheersingsmiddelen temperatuurbeheersingsorganen omvatten, waarbij afzonderlijke temperatuurbeheersingsorganen ten dele door afzonderlijke isolatie-elementen zijn omgeven.
4. Kweekbed volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het tijdelijke raakvlak in verbinding staat met de 20 temperatuurbeheersingsmiddelen.
5. Kweekbed volgens één of meer van de conclusies, met het kenmerk, dat de temperatuurbeheersingsmiddelen zich althans ten minste in hoofdzaak bevinden tussen het permanent draagvlak en het isolatiemateriaal.
6. Kweekbed volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met 25 het kenmerk, dat de temperatuurbeheersingsmiddelen een fluïdumleiding omvatten die zich althans ten minste ten dele onder de tijdelijk aanwezige voedingsbodem uitstrekt.
7. Kweekbed volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de temperatuurbeheersingsmiddelen geschikt zijn voor het 30 afgeven van warmte aan en voor het opnemen van warmte van de voedingsbodem.
8. Kweekbed volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het 'kenmerk, dat temperatuursensoren zijn voorzien voor het waarnemen van de temperatuur van de voedingsbodem.
9. Kweekbed volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met 1 03 7 1 3 7 het kenmerk, dat voor het kweken van champignons ten hoogste 65 kg voedingsbodem per m2 permanent draagvlak in het kweekbed aanwezig is.
10. Kweekbed volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het tijdelijk draagvlak een doek omvat.
11. Kweekinrichting voor het kweken van paddestoelen, omvattende ten minste één afsluitbare ruimte met ten minste één stellage met een permanent draagvlak en middelen voor het over het permanent draagvlak aanbrengen van een tijdelijk draagvlak met daarop een tijdelijke voedingsbodem voor paddestoelenteelt, met het kenmerk, dat zich onder de bij toepassing aanwezige tijdelijke 10 voedingsbodem temperatuurbeheersingsmiddelen bevinden voor het beheersen van de temperatuur van de voedingsbodem, welke temperatuurbeheersingsmiddelen althans tenminste ten dele worden omgeven door isolatiemateriaal.
12. Kweekinrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de kweekinrichting een kweekbed volgens één of meer van de conclusies 1 tot en met 8 15 omvat.
13. Kweekinrichting volgens conclusie 11 of 12, met het kenmerk, dat de temperatuurbeheersingsmiddelen een fluidumleiding omvatten, die zich althans ten minste ten dele onder de tijdelijke voedingsbodem uitstrekt.
14. Kweekinrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de 20 temperatuurbeheersingsmiddelen een warmtebron en een koudebron omvatten, waarbij een warmtewisselaar is voorzien tussen de warmtebron en de koudebron enerzijds en de fluidumleiding anderzijds.
15. Werkwijze voor het kweken van paddestoelen, omvattende de stappen van: 25 a) het verschaffen van een afsluitbare ruimte met ten minste één permanent draagvlak; b) het over het ten minste ene permanent draagvlak aanbrengen van een tijdelijk draagvlak met een voedingsbodem voor paddestoelen; c) het onder beheerste omstandigheden in de ruimte laten groeien van 30 paddestoelen; d) het oogsten van paddestoelen; en e) het verwijderen van het tijdelijk draagvlak en de daarop gelegen voedingsbodem wanneer de activiteit van de voedingsbodem, met het kenmerk, dat bij stap c) de temperatuur van de voedingsbodem wordt beheerst met behulp van temperatuurbeheersingsmiddelen die zich onder het tijdelijk draagvlak bevinden, welke temperatuurbeheersingsmiddelen althans tenminste ten dele worden omgeven door isolatiemateriaal.
16. Werkwijze volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat hierbij een kweekbed volgens één of meer van de conclusies 1 tot en met 10 wordt toegepast.
17. Werkwijze volgens conclusie 15 of 16, met het kenmerk, dat de temperatuur van de voedingsbodem wordt verwarmd of gekoeld met behulp van door zich althans ten minste ten dele onder de voedingsbodem uitstrekkende 10 leidingen stromend fluïdum. 1 03 7 137
NL1037137A 2009-02-20 2009-07-20 Kweekbed voor paddestoelen, en inrichting en werkwijze voor het kweken van paddestoelen. NL1037137C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1037137A NL1037137C2 (nl) 2009-02-20 2009-07-20 Kweekbed voor paddestoelen, en inrichting en werkwijze voor het kweken van paddestoelen.
PCT/NL2010/000027 WO2010095932A1 (en) 2009-02-20 2010-02-19 Cultivating bed for mushrooms and device and method for cultivating mushrooms

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1036611 2009-02-20
NL1036611A NL1036611C2 (nl) 2009-02-20 2009-02-20 Kweekbed voor paddestoelen, en inrichting en werkwijze voor het kweken van paddestoelen.
NL1037137A NL1037137C2 (nl) 2009-02-20 2009-07-20 Kweekbed voor paddestoelen, en inrichting en werkwijze voor het kweken van paddestoelen.
NL1037137 2009-07-20

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1037137C2 true NL1037137C2 (nl) 2010-08-24

Family

ID=43296906

Family Applications (3)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1036611A NL1036611C2 (nl) 2009-02-20 2009-02-20 Kweekbed voor paddestoelen, en inrichting en werkwijze voor het kweken van paddestoelen.
NL1037137A NL1037137C2 (nl) 2009-02-20 2009-07-20 Kweekbed voor paddestoelen, en inrichting en werkwijze voor het kweken van paddestoelen.
NL1037136A NL1037136C2 (nl) 2009-02-20 2009-07-20 Kweekbed voor paddestoelen, en inrichting en werkwijze voor het kweken van paddestoelen.

Family Applications Before (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1036611A NL1036611C2 (nl) 2009-02-20 2009-02-20 Kweekbed voor paddestoelen, en inrichting en werkwijze voor het kweken van paddestoelen.

Family Applications After (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1037136A NL1037136C2 (nl) 2009-02-20 2009-07-20 Kweekbed voor paddestoelen, en inrichting en werkwijze voor het kweken van paddestoelen.

Country Status (1)

Country Link
NL (3) NL1036611C2 (nl)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL8201720A (nl) * 1982-04-26 1983-11-16 Alcoa Nederland Bv Verwarmde stelling voor het kweken van champignons en dergelijke.
NL8501056A (nl) * 1985-04-10 1985-07-01 G A Beemer Handelende Onder De Kweektablet voor potplanten en uit dergelijke kweektabletten samengestelde kweekbodem.
JP2003319712A (ja) * 2002-05-02 2003-11-11 Sendai Noken Kk きのこ栽培方法および栽培装置

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL8201720A (nl) * 1982-04-26 1983-11-16 Alcoa Nederland Bv Verwarmde stelling voor het kweken van champignons en dergelijke.
NL8501056A (nl) * 1985-04-10 1985-07-01 G A Beemer Handelende Onder De Kweektablet voor potplanten en uit dergelijke kweektabletten samengestelde kweekbodem.
JP2003319712A (ja) * 2002-05-02 2003-11-11 Sendai Noken Kk きのこ栽培方法および栽培装置

Also Published As

Publication number Publication date
NL1037136C2 (nl) 2010-08-24
NL1036611C2 (nl) 2010-08-24

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JP5934557B2 (ja) 養液栽培システムおよびこれを用いた養液栽培方法、並びに養液栽培用ポット
KR101197567B1 (ko) 자동 온도 제어가 가능한 작물 재배용 배드 난방시스템
KR101224110B1 (ko) 딸기 육묘용 장치
US20190254244A1 (en) Sustainable and scalable indoor and outdoor farming
NL1037137C2 (nl) Kweekbed voor paddestoelen, en inrichting en werkwijze voor het kweken van paddestoelen.
WO2010095932A1 (en) Cultivating bed for mushrooms and device and method for cultivating mushrooms
KR101073362B1 (ko) 느타리버섯 재배사용 냉,난방장치
KR101418258B1 (ko) 실내 다단식 작물재배 시설
JP6547199B1 (ja) 栽培施設用冷暖房装置
NL2018858B1 (nl) Teeltsysteem
EP4366508A2 (en) Aquaponic greenhouse with suspended hydroponic planter and irrigation system geothermal heat exchange system and hydronic radiant flooring system
JP5020892B2 (ja) 植物栽培装置及び果実冷却用シート
WO2005081889A2 (en) Improved greenhouse system and method
KR20150029260A (ko) 수직방향으로 이격된 생산시설을 갖추고 있는 온실의 난방시스템
KR20190053043A (ko) 재배 모듈의 인입 및 인출이 가능한 수직형 다단 재배 시스템
NL194529C (nl) Inrichting voor het kweken van een gewas in een in hoofdzaak gesloten ruimte.
JP4592371B2 (ja) 作物栽培における培地の温度調節方法及びその装置
JP2007275001A (ja) 植物栽培土の温度調節用シート
JP7089670B2 (ja) 育苗装置およびその使用方法
JP2015027289A (ja) 移動栽培装置
JP2015035975A (ja) 水耕栽培方法及び栽培支援システム
JP2005198555A (ja) 養液栽培用システム
KR200404661Y1 (ko) 시설하우스 난방장치
JPH04144614A (ja) 茸類の栽培方法及びその装置
NL1026673C2 (nl) Kasinrichting en houder voor gewassen.

Legal Events

Date Code Title Description
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20130201