NL1036903C2 - Inrichting voor het weergeven van informatie. - Google Patents

Description

Inrichting voor het weergeven van informatie

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het weergeven van informatie, omvattende een veelvoud van op elkaar gelegen bladen welke vouwbaar zijn langs een vouwas en welke bladen elk een tegenover de vouwas liggende zijrand omvatten, waarbij 5 elk blad tussen de vouwas en de zijrand vouwaanduidingen omvat voor het vouwen van het blad.

In de praktijk zijn verschillende soorten agenda's en dergelijke inrichtingen bekend die op een bureau liggend, meegenomen of aan de muur opgehangen gebruikt worden. Om de afmeting van een dergelijke 10 inrichting zo beperkt mogelijk te houden en gelijktijdig het oppervlak voor het maken van aantekeningen zo groot mogelijk te houden kan slechts één tijdsperiode, zoals een week of een dag, per bladzijde worden weergegeven. Daardoor wordt het nadeel verkregen dat een overzicht over een tijdsduur van meer dan twee van dergelijke tijdsperio-15 den en een daaropvolgende tijdsperiode onmogelijk.

DE 20113087U1 beschrijft een agenda met een breed bladoppervlak waarop alle zeven dagen van de week naast elkaar kunnen worden vertoond en wel zodanig dat de totale breedte van die weekvertoning breder is dan de totale breedte van de hoes waarin de agenda-bladen 20 zijn opgenomen. Dat heeft het nadeel dat de agenda lastig te hanteren is.

EP1428680 beschrijft een soort agenda waarvan het bladoppervlak ook groter is dan dat van de houder waar de agendabladen in zijn opgenomen. Deze publicatie heeft daarom hetzelfde nadeel als 25 DE20113087U1.

US1579575 betreft een boek waarvan een blad gedeeltelijk is opengesneden en nog langs een zijde vast zit aan de rest van dat blad. Het deels losgesneden blad kan worden opengevouwen tot een positie buiten de omtrek van de andere bladen. Die techniek heeft 30 daarom hetzelfde nadeel als DE20113087U1.

De uitvinding heeft nu tot doel een alternatieve inrichting van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen. In het bijzonder is het een doel een dergelijke verbeterde inrichting te verschaffen.

Verder is het een doel een dergelijke inrichting te verschaffen 35 waarmee een groter tijdsduuroverzicht wordt verkregen dan met de huidige inrichtingen mogelijk is en daardoor altijd de volgende 1036903 2 tijdsperiode, zoals een dag, een week, et cetera, zichtbaar is en gebruikt kan worden.

Het is ook een doel van de uitvinding om een dergelijke inrichting te verschaffen, waarmee een ruime mogelijkheid wordt verkregen 5 om aantekeningen te maken.

Ter verkrijging van ten minste één van de hiervoor genoemde doelen verschaft de uitvinding een inrichting van de in de aanhef genoemde soort die wordt gekenmerkt doordat elk blad door de zijrand, de vouwas en de vouwaanduidingen gedefinieerde vlakken omvat en dat 10 aanliggende vlakken aan ten minste een zijde van een eerste blad een opeenvolging van tijdseenheden omvatten en een gelijk aantal aanliggende vlakken aan bij voorkeur eenzelfde zijde van een tweede blad een daarop aansluitende opeenvolging van tijdseenheden omvatten. Hierdoor kan men een inrichting verkrijgen die bijvoorbeeld geschikt 15 kan worden uitgevoerd als agenda of kalender, waarbij op een bladzijde aan de linkerzijde van de vouwas aantekeningen kunnen worden gemaakt en waarbij op de bladzijde aan de rechterzijde van de vouwas in twee evenwijdig aan de vouwas gelegen kolommen (een eerste kolom tegen de vouwas aan en de tweede kolom tegen de zijrand aan) 20 telkens een weekindeling kan worden getoond. Dit blad kan, bijvoorbeeld na afloop van de tijdsperiode (bijvoorbeeld twee weken in elk een kolom) die op dit blad is vermeld, worden omgeslagen naar de linkerzijde van de vouwas waarna een vouwhandeling van het omgeslagen blad langs de vouwaanduiding de tweede kolom aansluitend 25 tegen de eerste kolom van het volgende blad positioneert. Daardoor wordt een opeenvolgend overzicht van drie weken verkregen. Het heeft de voorkeur dat de vouwaanduiding een positionering heeft waarlangs het blad wordt gevouwen, maar een parallel aan de te vormen vouwlijn voorziene vouwaanduiding is evenzeer toepasbaar binnen de uitvinding. 30 Omdat elk blad van de inrichting volgens de uitvinding door de zijrand, de vouwas en de vouwaanduidingen gedefinieerde vlakken omvat, wordt ruimte verschaft voor het maken van aantekeningen. Ook kunnen deze vlakken vooraf aangebrachte informatie omvatten.

Aanliggende vlakken, zoals die hiervoor zijn gedefinieerd, aan 35 ten minste een zijde van een eerste blad omvatten een opeenvolging van tijdseenheden. Een gelijk aantal aanliggende vlakken aan eenzelfde zijde van een tweede blad omvatten een daarop aansluitende opeenvolging van tijdseenheden. Met name hiermee wordt de mogelijkheid 3 verschaft een agenda of kalender te vormen waarbij een opeenvolgend overzicht van ten minste drie tijdsperioden kan worden verkregen, zoals hiervoor is genoemd.

Bovendien bestaat de mogelijkheid om het langs de vouwlijn om-5 geslagen blad terug te vouwen om eventuele aantekeningen zichtbaar te maken.

Het heeft de voorkeur dat de vouwaanduidingen parallel ten opzichte van de vouwas lopen. Daardoor kan een overzichtelijke indeling worden verschaft. De ruimtelijke positionering is bovendien overzich-10 telijk.

Om overeenkomstige redenen heeft het de voorkeur dat de vouwas en de zijranden parallel ten opzichte van elkaar lopen.

In het bijzonder heeft het hierbij de voorkeur dat de vouwaanduidingen op een positie in het midden tussen een zijrand en de 15 vouwas zijn gepositioneerd. De ruimtelijke indeling van de inrichting is daardoor eenvoudig met een minimaal gebruik van materiaal waar de inrichting van is vervaardigd.

Volgens een geschikte uitvoeringsvorm wordt de informatie gevormd door tijdseenheden, gekozen uit ten minste één van uren, dagen, 20 weken, maanden of delen of veelvouden van een of meerdere daarvan.

Een met de inrichting volgens de uitvinding gevormde agenda heeft een zeer overzichtelijke indeling met een beperkt gebruik van materiaal maar veel ruimte voor het maken van aantekeningen et cetera alsmede een groot tijdsduuroverzicht.

25 Om een eenvoudig tijdsduuroverzicht te verschaffen is het aan tal vlakken bij voorkeur gelijk aan een veelvoud van twee, maar een veelvoud van drie is evenzeer mogelijk.

Een overzichtelijke agenda wordt gevormd wanneer elk vlak een dag- of weekindeling omvat.

30 Voor een ruimtebesparend gebruik van de inrichting volgens de uitvinding omvat deze een houder waaraan het veelvoud van bladen is bevestigd.

Met het verstrijken van de tijd zal het aantal bladzijden, dat naar de linkerzijde van de vouwas is omgevouwen, toenemen. Daardoor 35 verschuift het zwaartepunt van de inrichting volgens de uitvinding.

De inrichting zal daardoor de neiging hebben om scheef te gaan hangen wanneer deze aan een enkele ophangvoorziening aan een muur is bevestigd. Om dit probleem op te heffen omvat de houder aan een eerste 4 zijde (bij voorkeur en zoals gebruikelijk aan een, tijdens gebruik, bovenzijde) van de inrichting een ophangvoorziening voor het aan een muur ophangen van de inrichting en aan de andere zijde (bij voorkeur de tegenoverliggende zijde, dat wil zeggen de onderzijde) een koppel-5 voorziening voor samenwerking met een aan de muur te bevestigen fixeermiddel voor het verschaffen van een rotationele fixatie van de inrichting ten opzichte van de ophangvoorziening. Bijvoorbeeld kan de inrichting aan de eerste zijde met een daarin voorzien gat of dergelijke aan een spijker of iets dergelijks worden opgehangen. Ook aan 10 de tweede zijde kan de inrichting dan een uitsparing (een gat of een gleuf vanaf een nabijgelegen zijrand van de inrichting) omvatten waar een tweede in de muur aangebrachte spijker of dergelijke steekt. Hierdoor wordt een rotationele fixatie van de inrichting aan de muur verkregen. Een functioneel soortgelijke voorziening kan uiteraard 15 worden toegepast.

Ook heeft het de voorkeur dat de inrichting, bijvoorbeeld de houder of de bladen, op een positie nabij de ophangvoorziening een bevestigingsmiddel voor een pen of dergelijke omvat. Een pen kan dan met de clip ervan om de bladen of de houder worden geklemd waardoor 20 de bladen gefixeerd zijn en hun betreffende al dan niet omgeslagen positie behouden.

In het bijzonder heeft het de voorkeur dat de vouwaanduidingen een verzwakking of een indrukking omvatten in het materiaal waarvan de bladen zijn vervaardigd. Bijvoorbeeld kan door middel van een 25 stansbewerking een vouwlijn worden ingedrukt of kan een al dan niet door de gehele dikte van het materiaal gaande perforatie worden voorzien waarlangs een vouwhandeling bij voorkeur wordt uitgevoerd. Deze handeling kan zowel over de gehele lengte van de vouwaanduiding zijn aangebracht als over een deel ervan.

30 Verdere voorkeursuitvoeringsvormen zullen aan een deskundige in de techniek van inrichtingen voor het weergeven van informatie, zoals maar niet uitsluitend agenda's, duidelijk zijn uit de hiervoor gegeven beschrijving en de hierna te volgen beschrijving van de tekening die slechts een enkele mogelijke, niet beperkende weergave van de 35 uitvinding toont.

De onderhavige uitvinding zal thans worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: 5 fig. 1 een perspectivisch schematisch aanzicht van een inrichting volgens de uitvinding in een eerste positie toont, fig. 2 een perspectivisch schematisch aanzicht van een inrichting volgens de uitvinding in een tweede positie toont, en 5 fig. 3 een perspectivisch schematisch aanzicht van de inrich ting volgens fig. 2 in een derde positie toont en voorzien van een houder.

Fig. 1 toont een schematisch perspectivisch aanzicht van een inrichting 1 volgens de uitvinding welke is gevormd van bladen 2, 2', 10 2", ... welke bovenop elkaar zijn gepositioneerd. De bladen 2, 2', 2", ... zijn aan hun (zoals getoond in de fig. 1) linkerzijde met elkaar verbonden en kunnen langs die linkerzijde, welke een vouwas 3 vormt, worden omgeslagen naar links, overeenkomstig een schrift of een boek. Elk blad van de inrichting 1 omvat aan de tegenover de 15 vouwas 3 gelegen zijde (in de fig. de rechterzijde) een zijrand 4.

Fig. 2 toont een schematisch perspectivisch aanzicht van de inrichting volgens fig. 2 in een andere positie. Een aantal bladen is langs de vouwas 3 omgeslagen naar links. Het blad 2 omvat op de zichtbare bladzijde 5 twee vlakken 9, 10. Het naar links omgeslagen 20 blad 2° omvat op de zichtbare bladzijde 5' twee vlakken 7, 8. Tevens zijn vouwlijnen 6, 6' getoond waarlangs de bladen kunnen worden omgevouwen. Op overeenkomstige wijze omvat elk blad van de inrichting twee bladzijde 5, 5'. Elke bladzijde 5 is in de uitvoeringsvorm zoals hier getoond voorzien van twee vlakken 9, 10; elke bladzijde 5' is in 25 de uitvoeringsvorm zoals hier getoond voorzien van twee vlakken 7, 8.

Een volgende mogelijke stap in het gebruik van de inrichting volgens de uitvinding is getoond in de schematische, perspectivische weergave volgens fig. 3. De inrichting 1 omvat dezelfde onderdelen als de inrichting volgens fig. 2, waarbij het blad 2 uit fig. 2 is 30 omgeslagen naar links langs de vouwas 3. Tevens is het blad 2 langs de vouwaanduiding 6 naar rechts gevouwen waardoor het vlak 10 op bladzijde 5 van blad 2 met de zijrand 4 aanligt tegen de vouwas 3.

Het heeft volgens de uitvinding met name de voorkeur wanneer de inrichting volgens de uitvinding als een agenda is gevormd. De vlak- 35 ken 9, 10 van blad 2 kunnen op geschikte wijze een tijdsduurindeling omvatten, bijvoorbeeld elk een weekindeling van zeven dagen. Een geschikte indeling geeft een verloop aan van een week per vlak, maar een andere indeling, zoals een dag per vlak waarbij per vlak een in- 6 deling van tijdstippen (bijvoorbeeld uren of delen daarvan) kan worden weergegeven, is evenzeer mogelijk. j

De vlakken 9, 10 van blad 2 (zoals getoond in fig. 2) kunnen twee opeenvolgende weken tonen, zoals de eerste respectievelijk 5 tweede week van een jaar. De vlakken 9', 10' van blad 2' kunnen de derde en vierde week van het jaar tonen. In dat geval wordt in de situatie zoals getoond in fig. 3 een overzicht van drie weken verkregen, namelijk de weken 2, 3 en 4 van het betreffende jaar. Op het vlak 7 bestaat de mogelijkheid om aantekeningen te maken, evenals op 10 de vlakken 10, 9' en 10'. Derhalve verschaft de inrichting volgens de uitvinding het voordeel van een uitgebreid tijdsduuroverzicht terwijl gelijktijdig een groot oppervlak voor het maken van aantekeningen beschikbaar is.

In fig. 3 is tevens een houder 11 voorzien waaraan de bladen 2, 15 2', 2", ... kunnen zijn bevestigd. De houder 11 is aan zijn tijdens gebruik bovenzijde 14 voorzien van een ophangvoorziening 12. Dit kan een gat 12 zijn waaraan de houder 11 kan worden opgehangen, bijvoorbeeld aan een spijker in een muur of iets dergelijks. Aan de tijdens gebruik onderzijde 15 van de houder 11 is een koppelvoor-20 ziening 13 aangebracht, bijvoorbeeld eveneens een gat 13, voor samen- | werking met een aan de muur te bevestigen fixeermiddel, bijvoorbeeld een spijker of dergelijke, voor het verschaffen van een rotationele fixatie van de inrichting 1 ten opzichte van de ophangvoorziening 12.

Wanneer de bladen 2, 2', 2", ... worden omgeslagen langs de vouwas 3 25 verschuift het zwaartepunt van de inrichting. Daardoor zal de inrichting 1 scheef komen te hangen. Een koppelvoorziening 13 kan dit eenvoudig voorkomen. Het voordeel van de ophangvoorziening 12 en koppelvoorziening 13 is dat deze niet exact in het horizontale midden van de houder 11 moeten zijn uitgelijnd, aangezien het scheef hangen van- ' 30 wege de samenwerking wordt voorkomen.

Volgens een verdere uitvoeringsvorm heeft het de voorkeur dat een kleminrichting wordt voorzien om te voorkomen dat de langs de vouwas 3 of langs de vouwaanduidingen 6 omgeslagen bladen terugbewegen naar hun vorige toestand. Een kleminrichting kan bestaan uit een 35 schrijf- of markeerinrichting, zoals een pen of een markeerstift, die een clip bevat welke om de bladen of om de houder, bij voorkeur aan een bovenzijde 14 daarvan, kan worden geklemd.

De houder 11 kan eenvoudig en op voordelige wijze zijn voorzien i 7 van reclame-uitingen of dergelijke.

De bladen 2, 2', 2", ... kunnen elk als afzonderlijke bladen zijn voorzien die met hun linkerzijde aan de vouwas 3 zijn verbonden.

De vouwaanduiding 6, 6' kan zijn gevormd van een zodanige ver-5 andering van de structuur of het voorkomen van het materiaal waarvan de bladen zijn vervaardigd dat een vouwhandeling eenvoudig kan worden uitgevoerd. Deze verandering kan bijvoorbeeld worden gevormd door een verzwakking of dergelijke in het materiaal, zoals door een ineendruk-king van het materiaal of door een opeenvolging van perforaties langs 10 de vouwaanduiding 6, 6'. Beide handelingen kunnen bijvoorbeeld door stansen kan worden verkregen.

Volgens een alternatieve uitvoeringsvorm die eveneens binnen de beschermingsomvang van deze uitvinding ligt kan de inrichting 1 zijn gevormd van bladen die op elkaar zijn gepositioneerd en aan de vouwas 15 3 met elkaar zijn verbonden, bij voorbeeld door inbinden zoals gebruikelijk is bij schriften, boeken et cetera, en daarlangs zijn omgevouwen waardoor eveneens de inrichting 1, volgens fig. 1 en de overige fig. 2, 3 wordt verkregen.

Tenslotte kan de vouwas 3 zijn gevormd van een ringband of 20 spiraal. Aan de zijrand 4 kan bijvoorbeeld een nok worden gevormd die, na het vouwen van het blad langs de vouwaanduiding 6, 6' tussen de ringen van de ringband of spiraal wordt gedrukt om het onbedoeld terugvouwen van het blad te voorkomen.

1 §3 6 9 03

Claims (12)

1. Inrichting (1) voor het weergeven van informatie, omvattende een veelvoud van op elkaar gelegen bladen (2, 2', 2", ...) welke vouwbaar zijn langs een vouwas (3) en welke bladen elk een tegenover de vouwas liggende zijrand (4) omvatten, waarbij elk blad (2, 2', 2", ...) 5 tussen de vouwas (3) en de zijrand (4) vouwaanduidingen (6; 6') omvat voor het vouwen van het blad (2, 2', 2", ...), met het kenmerk, dat elk blad door de zijrand (4), de vouwas (3) en de vouwaanduidingen (6, 6') gedefinieerde vlakken (7, 8, 9, 10) omvat en dat aanliggende vlakken (7 en 8; 9 en 10) aan ten minste een zijde (5; 5') van een 10 eerste blad (2) een opeenvolging van tijdseenheden omvatten en een gelijk aantal aanliggende vlakken (7' en 8'; respectievelijk 9' en 10') aan eenzelfde zijde (5; 5') van een tweede blad (2') een daarop aansluitende opeenvolging van tijdseenheden omvatten.

2. Inrichting (1) volgens conclusie 1, waarbij de vouwaanduidingen (6; 6') parallel ten opzichte van de vouwas (3) lopen.

3. Inrichting (1) volgens conclusie 1 of 2, waarbij de vouwas (3) en de zijrand (4) parallel ten opzichte van elkaar lopen. 20

4. Inrichting (1) volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij de vouwaanduidingen (6; 6') op een positie in het midden tussen de zijrand (4) en de vouwas (3) zijn gepositioneerd.

5. Inrichting (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de informatie wordt gevormd door tijdseenheden, gekozen uit ten minste één van uren, dagen, weken, maanden of delen of veelvouden van een of meerdere daarvan.

6. Inrichting (1) volgens een der conclusies 1-5, waarbij het aantal vlakken gelijk is aan een veelvoud van twee of drie.

7. Inrichting (1) volgens een der conclusies 1-6, waarbij elk vlak (7, 8, 9, 10) een weekindeling omvat. 1036903 35

8. Inrichting (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij deze een houder (11) omvat waaraan het veelvoud van bladen (2, 2', 2", . ..) is bevestigd.

9. Inrichting (1) volgens conclusie 8, waarbij de houder (11) aan een eerste zijde van de inrichting een ophangvoorziening (12) omvat voor het aan een muur ophangen van de inrichting (1) en aan de andere zijde een koppelvoorziening (13) omvat voor samenwerking met een aan de muur te bevestigen fixeermiddel voor het verschaffen van een rota-10 tionele fixatie van de inrichting (1) ten opzichte van de ophangvoorziening (12) .

10. Inrichting volgens conclusie 8 of 9, waarbij één van de houder (11) en de bladen (2, 2', 2", ...) op een positie nabij de 15 ophangvoorziening (12) een bevestigingsmiddel voor een kleminrich-ting, zoals een pen of dergelijke, omvat.

11. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de vouwaanduidingen (6; 6') een verzwakking of een indrukking omvatten 20 in het materiaal waarvan de bladen (2, 2', 2", ...) zijn vervaardigd.

12. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de vouwaanduidingen (6; 6') parallel aan een te vormen vouwlijn zijn gepositioneerd, bij voorkeur op de positie van de te vormen vouwlijn. 25 1036903