NL1036830C2 - Rolstoelverankeringssysteem. - Google Patents
Rolstoelverankeringssysteem. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1036830C2 NL1036830C2 NL1036830A NL1036830A NL1036830C2 NL 1036830 C2 NL1036830 C2 NL 1036830C2 NL 1036830 A NL1036830 A NL 1036830A NL 1036830 A NL1036830 A NL 1036830A NL 1036830 C2 NL1036830 C2 NL 1036830C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- wheelchair
- support part
- handrail device
- transport
- side wall
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61G—TRANSPORT, PERSONAL CONVEYANCES, OR ACCOMMODATION SPECIALLY ADAPTED FOR PATIENTS OR DISABLED PERSONS; OPERATING TABLES OR CHAIRS; CHAIRS FOR DENTISTRY; FUNERAL DEVICES
- A61G3/00—Ambulance aspects of vehicles; Vehicles with special provisions for transporting patients or disabled persons, or their personal conveyances, e.g. for facilitating access of, or for loading, wheelchairs
- A61G3/08—Accommodating or securing wheelchairs or stretchers
- A61G3/0808—Accommodating or securing wheelchairs
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60N—SEATS SPECIALLY ADAPTED FOR VEHICLES; VEHICLE PASSENGER ACCOMMODATION NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- B60N2/00—Seats specially adapted for vehicles; Arrangement or mounting of seats in vehicles
- B60N2/24—Seats specially adapted for vehicles; Arrangement or mounting of seats in vehicles for particular purposes or particular vehicles
- B60N2/245—Seats specially adapted for vehicles; Arrangement or mounting of seats in vehicles for particular purposes or particular vehicles for handicapped persons
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60N—SEATS SPECIALLY ADAPTED FOR VEHICLES; VEHICLE PASSENGER ACCOMMODATION NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- B60N2/00—Seats specially adapted for vehicles; Arrangement or mounting of seats in vehicles
- B60N2/24—Seats specially adapted for vehicles; Arrangement or mounting of seats in vehicles for particular purposes or particular vehicles
- B60N2/30—Non-dismountable or dismountable seats storable in a non-use position, e.g. foldable spare seats
- B60N2/3002—Non-dismountable or dismountable seats storable in a non-use position, e.g. foldable spare seats back-rest movements
- B60N2/3004—Non-dismountable or dismountable seats storable in a non-use position, e.g. foldable spare seats back-rest movements by rotation only
- B60N2/3009—Non-dismountable or dismountable seats storable in a non-use position, e.g. foldable spare seats back-rest movements by rotation only about transversal axis
- B60N2/3011—Non-dismountable or dismountable seats storable in a non-use position, e.g. foldable spare seats back-rest movements by rotation only about transversal axis the back-rest being hinged on the cushion, e.g. "portefeuille movement"
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Health & Medical Sciences (AREA)
- Public Health (AREA)
- Aviation & Aerospace Engineering (AREA)
- Transportation (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Animal Behavior & Ethology (AREA)
- General Health & Medical Sciences (AREA)
- Veterinary Medicine (AREA)
- Seats For Vehicles (AREA)
- Escalators And Moving Walkways (AREA)
Description
Korte aanduiding: Rolstoelverankeringssysteem.
BESCHRIJVING
De uitvinding heeft betrekking op een leuninginrichting voor een 5 vervoermiddel voor het vervoeren van rolstoelen, een rolstoelverankeringssysteem en een vervoermiddel voorzien van een rolstoelverankeringssysteem.
Bij het vervoer van gehandicapte personen in daarvoor bestemde vervoermiddelen, zoals bussen, kan het voordelig zijn om deze personen op een passagiersstoel te vervoeren alsmede in één of meer rolstoelen. De passagiers-10 stoelen en rolstoelen kunnen in verschillende delen van de passagiersruimte worden ondergebracht. Alternatief kunnen rolstoelen geplaatst worden tussen passagiersstoelen waarbij een ruimte tussen de passagiersstoelen in de rijrichting is vrijgemaakt voor het plaatsen van een rolstoel. Door het opklapbaar maken van delen van de passagiersstoel zoals zitting en/of rugleuning, al dan niet 15 gecombineerd met het zwenkbaar maken daarvan, kan extra ruimte gecreëerd worden om het vervoer en handling van rolstoelen gemakkelijker te maken. Bovendien kunnen de passagiersstoelen verschuifbaar in het vervoermiddel aangebracht zijn zodat grotere flexibiliteit verkregen wordt in de indeling van het vervoermiddel. Hierdoor wordt het combineren van vaste zitplaatsen en 20 rolstoelplaatsen beter mogelijk gemaakt.
Een voorbeeld hiervan is te vinden in Europese octrooiaanvrage EP 1777100 A1, waarin leuninginrichtingen aangebracht zijn aan een zijwand van een vervoermiddel waarbij delen van de leuninginrichting, zoals bij voorbeeld de rugleuning, naar de zijwand draaibaar zijn en waarbij de leuninginrichting in zijn 25 geheel verplaatsbaar is langs de zijwand door middel van een railsysteem. Rolstoelgebruikers worden in dit geval door middel van aan de leuninginrichting bevestigde driepuntsgordels beveiligd. Tevens is bekend dat in huidige vervoerssystemen voor rolstoelen deze rolstoelen aan de bodem van het vervoermiddel gekoppeld worden door middel van riemen of banden om te 30 voorkomen dat deze rolstoelen tijdens het rijden gaan verschuiven.
Een nadeel van de hierboven beschreven wijze van borgen van rolstoelen is dat hiervoor gaten of sleuven in de bodem van het vervoermiddel noodzakelijk zijn waarin aan de banden bevestigde haken vallen voor de bevestiging aan de bodem. Deze gaten of sleuven en riemen of banden kunnen vervuild en 1036830 2 beschadigd raken zodat het inhaken en functioneren belemmerd wordt en daarmee de veiligheid niet meer gewaarborgd is. Tevens wordt door het gebruik van losse banden het na gebruik zoekraken van deze banden bevorderd. Het is lastig om de banden uit de sleuven of gaten te verwijderen en deze op te ruimen wanneer ze niet 5 worden gebruikt. Het is derhalve een doel van de onderhavige uitvinding om te voorzien in het op veilige wijze verankeren van rolstoelen in rolstoelvervoer waarbij gaten en sleuven in de bodem van het vervoermiddel niet meer noodzakelijk zijn.
Het doel wordt bereikt in een eerste aspect van de uitvinding in een leuninginrichting voor een vervoermiddel omvattende een frame dat een 10 bevestigingsdeel voor bevestiging van de leuninginrichting aan een binnenzijwand van het vervoermiddel omvat en een draagdeel verbonden met de onderzijde van het bevestigingsdeel, en een zitting en een rugleuning bevestigd aan het frame, waarbij het draagdeel voorzien is van ten minste een bevestigingsmiddel voor het verankeren van een rolstoel tussen de leuninginrichting en een andere 15 leuninginrichting. Doordat de bevestigingsmiddelen aangebracht zijn aan het draagdeel van de leuninginrichting is het niet langer noodzakelijk deze bevestigingsmiddelen aan de vloer van het vervoermiddel te bevestigen.
In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding is het draagdeel voorzien van een voorvlak en een achtervlak gezien vanuit de rijrichting van het 20 vervoermiddel, waarbij de zitting bevestigd is aan het draagdeel en de bevestigingsmiddelen ten minste een riem of kabel omvatten, aan één zijde voorzien van een bevestigingshaak voor het koppelen van de riem of kabel aan de rolstoel en aan de andere zijde door middel van een spanner aangebracht op één van de zijden van het draagdeel waarbij de spanner ingericht is om de riem of kabel uitrolbaar op te 25 nemen. Door op deze wijze het draagdeel te voorzien van bevestigingsmiddelen is het mogelijk een rolstoel, geplaatst tussen twee leuninginrichtingen zoals hierboven beschreven, te verankeren en wanneer de bevestigingsmiddelen niet gebruikt worden zijn deze eenvoudig op te ruimen door ze in de spanner op te nemen.
In een verdere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding, waarbij de 30 spanner van het bevestigingsmiddel aan de rolstoelzijde van het draagdeel is bevestigd en de riem of kabel in hoofdzaak in bovenwaartse richting uitrolbaar is en bevestigbaar is aan de rolstoel, is het mogelijk om een verticale, naar de vloer gerichte kracht op de rolstoel uit te oefenen zodat deze stevig op de vloer van het vervoermiddel wordt verankerd. Een horizontale component van de richting waarin 3 de riem of kabel aan de rolstoel is bevestigd zorgt voor een horizontale verankering in de rijrichting van de rolstoel.
In een alternatieve uitvoeringsvorm heeft het draagdeel een naar de vloer gekeerde nok. De spanner is dan op het draagdeel bevestigd aan de van de 5 rolstoel afgekeerde zijde zodanig dat het bevestigingsmiddel in hoofdzaak naar beneden uittrekbaar is over de nok en geleidbaar is in een naar boven gerichte richting en bevestigbaar is aan de rolstoel. Dit heeft het voordeel dat door middel van de nok het draagdeel een deel van de trekkracht uitgeoefend op het bevestigingsmiddel kan opvangen, waarmee de spanner wordt ontlast.
10 In een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding is het draagdeel aan de ten opzichte van de spanner tegenoverliggende zijde voorzien van een ophangdeel, waaraan het bevestigingsmiddel afneembaar kan worden bevestigd. Dit heeft het voordeel dat het bevestigingsmiddel op verzekerde wijze kan worden opgeruimd, zonder dat uiteinden ervan door het vervoermiddel slingeren.
15 In een andere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding is de binnenzijwand van het vervoermiddel voorzien van een railsysteem en het frame door middel van koppelmiddelen aan het railsysteem is bevestigd zodanig dat het frame door middel van de koppelmiddelen op een willekeurige plaats aan het railsysteem bevestigd kan worden, Hiermee wordt bereikt dat een leuninginrichting 20 volgens de uitvinding gemakkelijk verplaatsbaar is langs de binnenzijwand van het vervoermiddel, waardoor het plaatsen van een rolstoel vereenvoudigd kan worden. Een leuninginrichting zou bij voorbeeld achterwaarts verplaatst kunnen worden om ruimte te maken voor het inrijden van een rolstoel, waarbij na plaatsing van de rolstoel de leuninginrichting weer in voorwaartse richting wordt verplaatst. 25 Vervolgens kan de rolstoel met behulp van de bevestigingsmiddelen verankerd worden.
In nog een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding is het frame voorzien van een veiligheidsgordel. Dit kan een driepuntsgordel zijn. Dit maakt beveiliging mogelijk van een rolstoel-gebruiker omdat de veiligheidsgordel aan het 30 voertuig zelf bevestigd moet zijn en niet aan de rolstoel. De zo aan het frame bevestigde veiligheidsgordel draagt tevens bij aan verankering en beveiliging van de rolstoel als geheel in geval van een mogelijke calamiteit.
In nog een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding zijn de zitting en rugleuning opklapbaar in een verticale stand. Is de leuninginrichting met zitting en 4 rugleuning in neergeklapte toestand geschikt voor het bieden van een zitplaats aan een passagier, zo verschaft de leuninginrichting met opgeklapte zitting en rugleuning meer ruimte voor plaatsing van een rolstoel. De rugleuning in opgeklapte toestand kan tevens extra steun verschaffen aan de in de rolstoel zittende 5 rolstoelgebruiker.
In een uitvoeringsvorm kan de rugleuning voorzien zijn van een kantelbare hoofdsteun. In onbenutte toestand van de leuninginrichting volgens de uitvinding kan de hoofdsteun naar beneden gekanteld worden, zodat een in de rijrichting achter de leuninginrichting zittende passagier niet langer het zicht wordt 10 belemmerd. Tevens kan op deze wijze wanneer geen passagiers aanwezig zijn het zicht voor een chauffeur van het vervoermiddel in achterwaartse richting worden verbeterd. De hoofdsteun kan tevens in een horizontale toestand gekanteld worden zodat een rolstoelgebruiker die wat verder van de leuninginrichting verwijderd is dan een passagier die zonder rolstoel van de leuninginrichting gebruik maakt ook van de 15 hoofdsteun gebruik kan maken.
In een andere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding omvat het frame een verticale as waarbij de zitting en de rugleuning in opgeklapte toestand en het draagdeel naar de zijwand draaibaar zijn om de verticale as in een naar de binnenzijwand gekeerde toestand. Dit biedt een aanvullende mogelijkheid om ruimte 20 te maken voor het tussen twee leuninginrichtingen volgens de uitvinding plaatsen van een rolstoel, waarbij één van de leuninginrichtingen weggedraaid kan worden, vervolgens de rolstoel geplaatst kan worden, de weggedraaide leuninginrichting weer teruggedraaid kan worden en vervolgens met de bevestigingsmiddelen verankerd kan worden.
25 In een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding is het naar de binnenzijwand gekeerde vlak van het draagdeel voorzien van een uitsparing zodat wanneer het draagdeel naar de binnenwand gekeerd is een uitstekend deel van de binnenzijwand in de uitsparing kan vallen. Een uitstekend deel van de binnenzijwand zal bij voorbeeld een wielkast kunnen zijn of een deel van een reservewiel of een 30 verwarmingskanaal.
Het doel van de uitvinding wordt tevens bereikt in een tweede aspect van de uitvinding in een rolstoelverankeringssysteem voor een vervoermiddel dat ten minste twee leuninginrichtingen omvat volgens de bovenstaande beschrijving, die op zodanig afstand langs een binnenzijwand van het vervoermiddel 5 geplaatst zijn dat tussen de twee leuninginrichtingen een rolstoel geplaatst kan worden.
Het doel wordt tevens bereikt in een derde aspect van de uitvinding in een vervoermiddel voorzien van een hierboven beschreven rolstoelverankerings-5 systeem.
De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van de uitvoeringsvoorbeelden in de begeleidende figuren.
Figuur 1a toont een leuninginrichting volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding in uitgeklapte toestand.
10 Figuur 1b toont een leuninginrichting volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding in opgeklapte toestand.
Figuur 1c toont een leuninginrichting volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding in opgeklapte toestand, met hoofdsteun in naar beneden gekantelde toestand.
Figuur 2 toont een ruimtelijk aanzicht van een rolstoelverankeringssysteem volgens 15 een uitvoeringsvorm van de uitvinding.
Figuur 3 toont een zijaanzicht van een rolstoelverankeringssysteem volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding.
Figuur 4 toont een dwarsdoorsnede van een binnenzijwand van een voertuig met een railsysteem waaraan bevestigd een leuninginrichting volgens de uitvinding.
20 Figuur 1a toont een leuninginrichting volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding waarin een frame is opgebouwd uit een bevestigingsplaat 2 en een draagdeel 6. De bevestigingsplaat 2 maakt mogelijk dat de leuninginrichting 1 aan de binnenzijwand van een vervoermiddel kan worden bevestigd. Aan het frame 2, 6 zijn een rugleuning 3 en een zitting 5 verbonden. 25 Zowel de rugleuning 3 als de zitting 5 zijn bij voorkeur verbonden met het draagdeel 6, bijvoorbeeld door middel van armleuningen 22. Deze bevestiging kan zodanig zijn dat rugleuning 3 en zitting 5 opklapbaar zijn. In neergeklapte toestand, zoals getoond in figuur 1a, kan de leuninginrichting 1a gebruikt worden als passagiersstoel. Het draagdeel 6 is voorzien van riemen 7, 8 die respectievelijk aan 30 achterzijde en voorzijde van het draagdeel 6 zijn aangebracht door middel van een spanner 17, Aan rugleuning 3 is een hoofdsteun 4 bevestigd zodanig dat de hoofdsteun in verschillende standen gekanteld kan worden in de rijrichting. In naar beneden gekantelde toestand wijst de hoofdsteun 4 omlaag. In een in de rijrichting gekantelde stand steekt de hoofdsteun 4 naar voren in de rijrichting en kan 6 eventueel door een rolstoelgebruiker als hoofdsteun.
De spanners 17 zijn geconstrueerd om de riemen 7, 8 geheel of gedeeltelijk oprolbaar op te nemen Aan de vrije uiteinden van riemen 7, 8 is een haak 16 opgenomen welke in gebruik vastgehaakt kan worden aan een rolstoel, 5 terwijl haak 16 in ongebruikte toestand aan een ophangdeel 27 bevestigd kan worden. De spanners 17 zijn tevens voorzien van een vergrendelmechanisme, zodat in uitgetrokken toestand waarbij de haken 16 aan een rolstoel zijn bevestigd de riemen 7, 8 bij een versnelling niet verder uit de spanners 17 getrokken kunnen worden. De spanners 17 kunnen alternatief van een handmatige vergrendeling 10 voorzien zijn. Ophangdeel 27 kan bij voorbeeld een aan draagdeel 6 bevestigde stang zijn zoals getoond is in figuur 1a. Aan beide zijden van draagdeel 6 kan een ophangdeel aangebracht zijn. In plaats van riemen zouden ook kabels of kettingen en dergelijke toegepast kunnen worden met daarvoor aangepaste spanners.
In een niet getoonde uitvoeringsvorm kunnen de spanners 17 15 zodanig met een uitrolopening naar boven op draagdeel 6 gemonteerd zijn zodat riemen 7, 8 omhoog uit de spanner 17 getrokken kan worden alvorens haak 16 aan een rolstoel te bevestigen. In de in figuur 1a getoonde voorkeursuitvoeringsvorm is spanner 17 met de uitrolopening naar beneden gemonteerd op draagdeel 6 waarbij riemen 7, 8 om nok 18 van draagdeel 6 geslagen kan worden en vervolgens aan de 20 andere zijde van draagdeel 6 omhooggetrokken kan worden alvorens door middel van haak 16 te worden bevestigd aan een rolstoel of ophangdeel 27. Op deze wijze wordt een deel van de trekkracht die nodig is om een rolstoel op een plaats te houden opgevangen door nok 18 van draagdeel 6.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de leuninginrichting 1 25 is in het frame 2, 6 een draaias 9 opgenomen die mogelijk maakt dat draagdeel 6 en zitting 5 en rugleuning 3 hieromheen horizontaal draaibaar zijn. Het draaibaar zijn wordt bereikt door middel van lagers 10 die aan boven- en onderzijde van de bevestigingsplaat 2 zijn aangebracht en de draaias 9 in zich opnemen. Draagdeel 6 met zitting 5 en rugleuning 3 zijn in opgeklapte toestand in de rijrichting naar 30 achteren draaibaar, zodat de leuninginrichting 1 tegen de binnenzijwand 12 van het vervoermiddel gedraaid kan worden. Hierdoor kan vloer 13 van het vervoermiddel vrijgemaakt worden voor het manoeuvreren van rolstoelen. Als rijrichting wordt in deze beschrijving genomen de richting waarin de zitting in neergeklapte toestand wijst.
7
De leuninginrichting 1 kan tevens voorzien zijn van een veiligheidsgordel (niet getoond), bijvoorbeeld een driepuntsgordel, opgehangen aan bevestigingspunten 11 aan het frame 2, 6.
Figuur 1b toont een uitvoeringsvorm van de leuninginrichting 5 volgens de uitvinding met de zitting 5 en rugleuning 3 in opgeklapte toestand. In deze toestand kan de leuninginrichting 1 gebruikt worden voor het ervoor in de rijrichting plaatsen van een rolstoel, waarbij de rolstoelgebruiker zo nodig rugleuning 3 en hoofdsteun 4 kan gebruiken voor extra ondersteuning.
Figuur 1c toont de leuninginrichting 1 volgens een verdere 10 uitvoeringsvorm van de uitvinding waarbij hoofdsteun 4 is naar beneden is gekanteld. Dit maakt mogelijk dat een passagier of rolstoelgebruiker die in de rijrichting achter de leuninginrichting geplaatst is over de leuninginrichting heen kan kijken, dan wel dat een eventuele bestuurder van het vervoermiddel waarin de leuninginrichting is geplaatst in zijn zicht niet wordt gehinderd door hoofdsteun 4.
15 Figuur 2 toont een rolstoelverankeringssysteem volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding. Het rolstoelverankeringssysteem zoals getoond omvat twee leuninginrichtingen 1a, 1b zoals hierboven beschreven. Leuninginrichting 1a is getoond met zitting 5a en leuning 3a in neergeklapte toestand, terwijl leuninginrichting 1b getoond is met zitting 5b en leuning 3b in 20 opgeklapte toestand. Op deze wijze is leuninginrichting 1a, middels armleuning 22a bevestigd aan draagdeel 6a, als passagiersstoel te gebruiken en leuninginrichting 1b als scheiding dan wel als leuning te gebruiken voor een rolstoelgebruiker van rolstoel 21. Rolstoel 21 is in deze beschrijving niet verder uitgewerkt.
Rolstoel 21 is verankerd door middel van riemen 8a, 7b welke 25 respectievelijk bevestigd zijn door middel van spanners 17a, 17b aan respectievelijke draagdelen 6a, 6b, waarbij spanner 17a in de rijrichting aan de voorzijde van draagdeel 6a is bevestigd en riem 8a om nok 18a van draagdeel 6a geleid is naar en bevestigd is door middel van haak 16 aan bevestigingspunt 19 van rolstoel 21. Rolstoel 21 is verder voorzien van een frame 15 en een wiel 16. Rolstoel 30 21 is verder verankerd door middel van riem 7b die door middel van spanner 17b bevestigd is aan draagdeel 6b waarbij de riem geleid is om nok 18b van draagdeel 6b en door middel van haak 16 bevestigd is aan bevestigingspunt 20 van rolstoel 21. De bevestigingspunten 19 en 20 kunnen stangen zijn of ogen, geschikt voor het ontvangen van een haak 16. De haakverbinding met haken 16a, 16b zijn slechts een δ voorbeeld; er zijn vele varianten mogelijk in het koppelen van rolstoel 21 aan een riem 7, 8.
Figuur 3 toont een rolstoelverankeringssysteem volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding in een vervoermiddel voorzien van een 5 railsysteem 14 met een leuninginrichting 1a met een zitting 5a en rugleuning 3a in uitgeklapte toestand, geschikt als passagiersstoel en door middel van bevestigingsdeel 2a bevestigd aan het railsysteem 14. Verder omvat het rolstoelverankeringssysteem leuninginrichting 1b met zitting 5b en rugleuning 3b en hoofdsteun 4b in opgeklapte toestand. Leuninginrichting 1b is verder identiek aan 10 leuninginrichting 1a.
Rolstoel 21 kan tussen leuninginrichting 1a en leuninginrichting 1b geplaatst en verankerd worden zoals aangegeven in figuur 2. In figuur 3 is de rolstoel 21 schematisch getoond in vrijstaande, niet-verankerde toestand.
Figuur 4 toont in detail een dwarsdoorsnede van de zijwand 12 en 15 het railsysteem 14 waarbij de bevestigingsplaat 2 voorzien is van lagers 24 voor het in de lengterichting van het railsysteem verplaatsen van de bevestigingsplaat 2. Verder zijn uitbreekelementen 23 aangebracht die in geval van een ongeval voorkomen dat de bevestigingsplaat 2 losbreekt uit het railsysteem 14. Verder is tussen bevestigingsplaat 2 en draaias 9 een vergrendelmechanisme 25 voorzien 20 voor het vasthouden van een hoekpositie van het frame 2, 9, 6 ten opzichte van de binnenzijwand 12 van het voertuig. Door het ontgrendelen hiervan is het mogelijk de leuninginrichting volgens een van de voorgaande figuren zodanig te draaien dat leuning 3 en draagdeel 6 naar of tegen binnenzijwand 12 gekeerd zijn. Vergrendelmechanisme 25 kan dan tevens zorgen dat deze positie wordt behouden. 25 Vergrendelmechanisme 25 is hier niet verder uitgewerkt, een deskundige in de techniek zal weten hoe een dergelijk mechanisme gerealiseerd kan worden.
De in deze beschrijving genoemde en in de figuren getoonde uitvoeringsvormen zijn slechts bedoeld als voorbeelden voor het ten uitvoer brengen van de onderhavige uitvinding. Afwijkingen, variaties en veranderingen zijn mogelijk 30 zonder de uitvindingsgedachte zoals hierna beschreven in de conclusies te verlaten.
1036830
Claims (13)
1. Leuninginrichting (1) voor een vervoermiddel voor het vervoeren van rolstoelen, waarbij het frame (2, 6) omvat 5. een bevestigingsdeel (2) voor bevestiging van de leuninginrichting (1a) aan een binnenzijwand (12) van het vervoermiddel en een draagdeel (6) verbonden met het bevestigingsdeel (2) aan de onderzijde ; een zitting (5) en een rugleuning (3) bevestigd aan het frame (2, 6); met het kenmerk dat het draagdeel (6) is voorzien van ten minste een 10 bevestigingsmiddel (7, 8) voor het vastzetten van een rolstoel (21) tussen de leuninginrichting (1a) en een andere leuninginrichting (1b).
2. Leuninginrichting (1) volgens conclusie 1, waarbij het draagdeel (6) voorzien is van een voorvlak en een achtervlak gezien vanuit de rijrichting van het 15 vervoermiddel, waarbij de zitting (5) is bevestigd aan het draagdeel (6) en het bevestigingsmiddel ten minste één van een riem of kabel (7,8) omvat, waarbij de vrije zijde van het bevestigingsmiddel is voorzien van een bevestigingshaak (19, 16) voor het koppelen aan de rolstoel (21) en aan de andere zijde door middel van een spanner (17) aangebracht is op een van de zijden van het draagdeel (6), waarbij de 20 spanner (17) ingericht is om het bevestigingsmiddel uitrolbaar op te nemen.
3. Leuninginrichting (1) volgens conclusie 2, waarbij de spanner (17) van het bevestigingsmiddel (7, 8) aan de zijde van de rolstoel (21) is bevestigd en het bevestigingsmiddel (7, 8) in hoofdzaak in bovenwaartse richting uitrolbaar is en 25 bevestigbaar (19, 20) is aan de rolstoel (21).
4. Leuninginrichting (1) volgens conclusie 2, waarbij het draagdeel (6) aan de een naar de vloer gekeerde zijde nok (18) heeft, waarbij de spanner (17) op het draagdeel (6) is bevestigd aan de van de rolstoel (21) afgekeerde zijde, zodanig 30 dat het bevestigingsmiddel (7, 8) in hoofdzaak naar beneden uittrekbaar is over de nok (18) en geleidbaar is in een naar boven gerichte richting voor bevestiging aan de rolstoel (21).
5. Leuninginrichting (1) volgens conclusie 4, waarbij het draagdeel (6) 1036830 aan de ten opzichte van de spanner tegenoverliggende zijde voorzien is van een ophangdeel (15), waaraan het bevestigingsmiddel (7, 8) afneembaar kan worden bevestigd wanneer het niet wordt gebruikt.
6. Leuninginrichting (1) volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de binnenzijwand (12) van het vervoermiddel is voorzien van een horizontaal railsysteem (14) en het frame (2, 6) door middel van koppelmiddelen (23, 24) aan het railsysteem bevestigd is, zodanig dat het frame (2, 6) op een willekeurige plaats aan het railsysteem (14) bevestigbaar is.
7. Leuninginrichting (1) volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het frame (2, 6) voorzien is van een veiligheidsgordel.
8. Leuninginrichting (1) volgens een van de voorgaande conclusies, 15 waarbij zitting (5) en rugleuning (3) opklapbaar zijn in een verticale stand.
9. Leuning inrichting (1a) volgens conclusie 8, waarbij de rugleuning (3) voorzien is van een in verschillende standen kantelbare hoofdsteun (4).
10. Leuninginrichting (1) volgens een van de voorgaande conclusies 8 of 9, waarbij het frame (2, 6) een verticale as (9) omvat waarbij de zitting (5) en rugleuning (3) in opgeklapte toestand en draagdeel (6) draaibaar naar de zijwand zijn om de verticale as (9) in een naar de binnenzijwand gekeerde toestand.
11. Leuninginrichting (1) volgens conclusie 10, waarbij het naar de binnenzijwand gekeerde vlak van het draagdeel (6) voorzien is van een uitsparing zodat wanneer het draagdeel (6) naar de binnenzijwand gekeerd is een uitstekend deel van de binnenzijwand in de uitsparing kan vallen,
12. Rolstoelverankeringssysteem vooreen vervoermiddel, omvattende ten minste twee leuninginrichtingen (1a, 1b) volgens een van de conclusies 1-11, op zodanige onderlinge afstand geplaatst langs een binnenzijwand (12) van het vervoermiddel dat tussen de twee leuninginrichtingen (1a, 1b) een rolstoel (21) geplaatst kan worden.
13. Vervoermiddel voorzien van een rolstoelverankeringssysteem volgens conclusie 12. 5 1036830
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1036830A NL1036830C2 (nl) | 2009-04-07 | 2009-04-07 | Rolstoelverankeringssysteem. |
EP10003709A EP2238959A1 (en) | 2009-04-07 | 2010-04-06 | Wheelchair anchoring system |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1036830 | 2009-04-07 | ||
NL1036830A NL1036830C2 (nl) | 2009-04-07 | 2009-04-07 | Rolstoelverankeringssysteem. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1036830C2 true NL1036830C2 (nl) | 2010-10-11 |
Family
ID=41254880
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1036830A NL1036830C2 (nl) | 2009-04-07 | 2009-04-07 | Rolstoelverankeringssysteem. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP2238959A1 (nl) |
NL (1) | NL1036830C2 (nl) |
Families Citing this family (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB201119435D0 (en) * | 2011-11-10 | 2011-12-21 | Nmi Safety Systems Ltd | Wheelchair access for a passenger vehicle |
DE102012100061A1 (de) * | 2012-01-04 | 2013-07-04 | Angela Oedekoven | Vorrichtung zur Ausbildung einer Aufnahmezone |
DE102015220150A1 (de) * | 2015-10-16 | 2017-04-20 | Bombardier Transportation Gmbh | Prallplatteneinrichtung für ein Fahrzeug des öffentlichen Verkehrs |
FR3063429A1 (fr) * | 2017-03-06 | 2018-09-07 | Newtl | Amenagement pour emplacement d'usager en fauteuil roulant |
JP7124603B2 (ja) * | 2018-09-26 | 2022-08-24 | トヨタ自動車株式会社 | 車両用シート及び車両用シート配置構造 |
JP7125240B2 (ja) * | 2019-09-13 | 2022-08-24 | トヨタ自動車株式会社 | 補助部材の取付構造及び補助部材付き車両用シート |
Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US7040847B1 (en) * | 2001-05-21 | 2006-05-09 | Kinedyne Corporation | Electro mechanical webbed pre-tensioning wheelchair securement system |
EP1777100A1 (de) * | 2005-10-19 | 2007-04-25 | Apener Maschinenbau und Förderanlagen Gustav Bruns GmbH & Co. KG | Lehnenanordnung |
US20080247838A1 (en) * | 2007-03-30 | 2008-10-09 | 2Secure Cargo Systems Inc. | Stacked cargo securing device and method of use |
-
2009
- 2009-04-07 NL NL1036830A patent/NL1036830C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2010
- 2010-04-06 EP EP10003709A patent/EP2238959A1/en not_active Withdrawn
Patent Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US7040847B1 (en) * | 2001-05-21 | 2006-05-09 | Kinedyne Corporation | Electro mechanical webbed pre-tensioning wheelchair securement system |
EP1777100A1 (de) * | 2005-10-19 | 2007-04-25 | Apener Maschinenbau und Förderanlagen Gustav Bruns GmbH & Co. KG | Lehnenanordnung |
US20080247838A1 (en) * | 2007-03-30 | 2008-10-09 | 2Secure Cargo Systems Inc. | Stacked cargo securing device and method of use |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP2238959A1 (en) | 2010-10-13 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL1036830C2 (nl) | Rolstoelverankeringssysteem. | |
US9504617B2 (en) | Mobility securement system | |
US20050214088A1 (en) | Wheelchair occupant restraint system | |
EP2570105B1 (en) | Improved methods for ensuring the safety of a wheelchair passenger in a transport vehicle | |
US8414234B2 (en) | 3-point wheelchair passenger securement system | |
US20160200225A1 (en) | Child safety seat | |
US9585800B2 (en) | Mobility securement system | |
EP0700811B1 (en) | A vehicle safety belt system | |
EP1656919A3 (en) | Wheelchair-fixing device | |
GB2322542A (en) | Mounting of vehicle child restraint | |
JP6221643B2 (ja) | 車両の車椅子固定装置 | |
CN109311412B (zh) | 可拆卸座椅 | |
JP2017148445A (ja) | 車椅子固定装置 | |
EP3197413B1 (en) | Securing system for wheelchairs in vehicles and a method for unlocking and locking a securing system for wheelchairs in vehicles | |
EP0214838B1 (en) | Locating wheelchairs, primarily in vehicles | |
JP2008279921A (ja) | 車両用シート | |
JPH11113966A (ja) | 車椅子固定装置 | |
FR3110522A1 (fr) | Siège de véhicule comprenant un dispositif de sécurité | |
NL1039039C2 (en) | Improved vehicle floor plate for transporting wheelchair passengers. | |
EP0853020A1 (en) | Motor-vehicle rear seat | |
GB2277495A (en) | Restraining wheelchairs in vehicles | |
JP3972974B2 (ja) | 自動車用シート | |
JP3307238B2 (ja) | 自動車のリヤシートベルト配設構造 | |
EP2201920A1 (en) | Transportation vehicle provided with access means for persons with reduced mobility | |
CN111137187A (zh) | 提供五点式儿童安全带和增高垫的双面坐垫 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20121101 |